Waterschappen vragen aandacht voor toekomstbestendige nieuwbouw in commissiedebat woningbouwopgave

14 maart 2024

Op donderdag 21 maart gaat de Commissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in debat over de woningbouwopgave en de koopsector. Ter voorbereiding op het debat stuurden de waterschappen hun aandachtspunten naar de woordvoerders Wonen van de partijen.

bouwvakkers leggen fundering voor nieuwbouwhuis in weiland en langs sloot- Waterschappen vragen aandacht voor toekomstbestendige nieuwbouw

Toekomstbestendige nieuwbouw

De huidige funderingsproblematiek maakt duidelijk hoe belangrijk de juiste inrichtingsmaatregelen bij nieuwbouwprojecten zijn. Honderdduizenden woningen dreigen te worden neergezet op slappe bodems, in gebieden waar de bodem daalt, met grondwaterproblematiek tot gevolg. De waterschappen benadrukken in hun inbreng dat we op die plekken wel kúnnen bouwen, maar dat we dat toekomstbestendig moeten doen.

Water en bodem sturend

Bovendien hebben problemen als losbrekende riolering, wateroverlast en aantasting door schimmel een hoop nadelige gevolgen voor woningeigenaren. Denk aan gezondheidsproblemen en waardevermindering van hun huis. Dit is geen abstract doemscenario, schrijven de waterschappen. Ze zien op verschillende plekken al problemen, ook bij woonwijken uit de jaren 90, waarbij onvoldoende rekening is gehouden met het water- en bodemsysteem.

In hun inbreng lichten de waterschappen dit toe met een voorbeeld en een casus. Ze willen de stap maken van vínden dat water en bodem sturend moeten zijn, naar dat ook daadwerkelijk dóen, en willen hiervoor voldoende aandacht in de woondeals.

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen

Inbreng waterschappen jaarlijks Wetgevingsoverleg Water in Tweede Kamer

15 januari 2024

Maandag 29 januari staat het jaarlijkse Wetgevingsoverleg Water op de agenda van de Tweede Kamer. De Unie van Waterschappen stuurde de inbreng van de waterschappen naar de Kamerleden. De aandachtspunten zijn verdeeld over de thema’s waterveiligheid, waterkwaliteit en de leidende rol van water en bodem in ruimtelijke keuzes.

Plenaire-zaal-tweede-kamer-nieuw-©Tweede Kamer der Staten-Generaal

Waterveiligheid

Op het gebied van waterveiligheid benadrukken de waterschappen dat 2023 het natste jaar ooit gemeten is en dat de waterstanden lokaal uitzonderlijk hoog waren. De klimaatscenario’s van het KNMI voorspellen dat de jaarlijkse neerslaghoeveelheid steeds verder toeneemt. De waterschappen pleiten daarom voor blijvende investeringen in onder meer dijkversterkingen en waterbergingsgebieden. Daarnaast benadrukken ze dat er in de komende kabinetsperiode nieuwe afspraken nodig zijn over de gedeelde financiering van dijkversterking tussen 2028 en 2050. Dit in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).

Vragen aan minister over waterveiligheid

In hun inbreng stellen de waterschappen vragen voor die de Kamerleden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat kunnen stellen. Op het gebied van waterveiligheid stellen ze voor om de minister te vragen naar zijn mening over het advies van de deltacommissaris over het Deltafonds. Dit advies luidt het fonds te laten meegroeien met de verwachte kostenstijging die het gevolg is van klimaatverandering.

> Lees meer over het thema waterveiligheid

Waterkwaliteit

De waterkwaliteit in Nederland is de afgelopen decennia verbeterd, maar de waterschappen zijn bezorgd over de snelheid van de verbeteringen. Ze investeren ook de komende jaren flink, maar ook de landbouw, industrie, inwoners en het Rijk zijn aan zet. Daarnaast zijn de waterschappen voorstander van een bronaanpak: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. Om meer grip te krijgen op de emissies van gevaarlijke stoffen via indirecte industriële lozingen op de rioolwaterzuiveringen zijn nu concrete acties nodig. De waterschappen pleiten voor het actualiseren van indirecte vergunningen voor zeer zorgwekkende stoffen door de Omgevingsdiensten. Daar is in 2022 extra geld voor vrijgemaakt, maar de resultaten zijn nog onvoldoende zichtbaar.

Vragen aan minister over waterkwaliteit

De waterschappen stellen voor om de minister te vragen of de extra middelen voor de Omgevingsdiensten worden ingezet om specifiek de waterkwaliteit te verbeteren. Een andere vraag die ze suggereren is of de minister de zorgen van de waterschappen deelt dat de Omgevingsdiensten meer tempo moeten maken als het gaat om de waterkwaliteit.

Het voorkomen van vertraging is ook van belang voor de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Om een impuls te geven aan de uitvoering heeft de minister de provincies gevraagd maatregelpakketten in te dienen. Een deel hiervan is gericht op het verbeteren van de waterkwaliteit. De waterschappen stellen voor om de minister te vragen of hier financiële middelen voor komen.

> Lees meer over het thema waterkwaliteit

Water en bodem sturend

Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden, is het noodzakelijk dat water en bodem leidend zijn in ruimtelijke keuzes. Door extreem weer, periodes van droogte, zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling is er meer ruimte voor water nodig. Tegelijkertijd is de druk op de ruimte groot. Er zijn ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterschappen benadrukken onder meer dat zij vanaf het allereerste begin bij de keuzes betrokken moeten worden.

Vragen aan minister over ‘water en bodem sturend’

Om water en bodem tot uitgangspunt te maken in ruimtelijke plannen, is landelijke wetgeving nodig. In afwachting daarvan zijn verschillende waterschappen zelf aan de slag gegaan met regels. Begin 2023 heeft de Kamer een motie van de leden Grinwis en Geurts aangenomen over het meenemen van water en bodem in bestemmingsplannen. De waterschappen stellen voor om de minister te vragen hoe het nu staat met de landelijke wetgeving en hoe de aangenomen motie wordt uitgevoerd.

> Lees het standpunt van de waterschappen over de sturende rol van water en bodem

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen voor het Wetgevingsoverleg Water

Foto boven: ©Tweede Kamer der Staten-Generaal

Klimaatbestendig bouwen: VVD-senatoren bezoeken Rijnland

28 november 2023

Op 27 november brachten verschillende Eerste Kamerleden van de VVD-fractie een werkbezoek aan het hoogheemraadschap van Rijnland. Tijdens dit bezoek ging het vooral over de sturende rol van water en bodem in ruimtelijke plannen.

Chris Mudde, Anke van Houten, Tanja Klip, Rogier van der Sande, Marian Kaljouw, Henk Jan Meijer en Tessa Maas. Zij staan op een grasveld. Sommigen hebben laarzen aan.

Op de foto van link naar rechts: Chris Mudde, Anke van Houten, Tanja Klip, Rogier van der Sande, Marian Kaljouw, Henk Jan Meijer en Tessa Maas.

Aanwezigen

Dijkgraaf Rogier van der Sande en procesleider gebiedsontwikkeling Chris Mudde ontvingen Eerste Kamerleden Henk Jan Meijer, Marian Kaljouw en Tanja Klip bij het hoogheemraadschap. Namens de Unie van Waterschappen waren lobbyist Tessa Maas en beleidsadviseur Anke van Houten aanwezig.

Water en bodem sturend

Tijdens het bezoek stond de vraag centraal hoe we slim omgaan met nieuwe bouwplannen. Hoe vangen we de gevolgen van extreem weer goed op om schade en overlast te beperken? Het vorige kabinet schreef in het regeerakkoord dat water en bodem leidend moeten zijn voor ruimtelijke plannen. “Een fantastische eerste stap”, vindt Van der Sande. “Alleen stuit het in de praktijk nog op veel uitvoeringsproblemen. Vandaar dat wij de Eerste Kamerleden vandaag meenamen naar bouwlocatie de Gnephoek. Daar lieten we zien hoe je het principe van water en bodem sturend in de praktijk kunt brengen.”

Gnephoek

Bouwen in Gnephoek leidt al jaren tot veel discussie tussen de gemeente Alphen aan den Rijn en de provincie Zuid-Holland. Gnephoek kent voor een deel namelijk zettingsgevoelige grond. Dat betekent dat in dat deel een risico bestaat op beschadiging van kabels en rioolleidingen door bodemverzakking. Ook kunnen wegen verzakken. Met de bodem en het watersysteem als uitgangspunt zijn deze ongewenste gevolgen en kosten te voorkomen.

Advies van Rijnland

Het hoogheemraadschap van Rijnland stelde een aantal voorwaarden voor bouwen in deze polder vanuit het oogpunt van het waterbeheer. “Bouwen is mogelijk, maar je moet het wel slim aanpakken”, aldus Van der Sande. “We zeggen daarom: bouw vooral op de stevige zandrug langs de Oude Rijn en behoud in het zakkingsgevoelige deel ruimte voor waterberging.” In het nu voorliggende masterplan voor de gebiedsontwikkeling Gnephoek komen de gestelde kaders en uitgangspunten van het hoogheemraadschap van Rijnland terug. Van der Sande: “Het is duidelijk dat water en bodem leidende uitgangspunten zijn voor de bouwplannen.” De Eerste Kamerleden concludeerden tijdens het bezoek dat het geen overinvestering is om als waterschap goede voorwaarden te stellen voor het water- en bodemgebruik.

Oproep

In onderstaande video doet Rogier van der Sande namens de waterschappen een oproep aan het nieuwe kabinet: “Dwing toekomstbestendig bouwen af door strengere bouwschriften op te nemen in het Bouwbesluit.”

Van der Sande: “Water en bodem sturende rol voor transitie landelijk gebied”

22 november 2023

Op woensdag 22 november zijn de Tweede Kamerverkiezingen en daarna start spoedig de formatie. Een nieuw kabinet zal onder meer de ingezette landbouwtransitie moeten voortzetten. Voor de waterschappen is het daarbij belangrijk dat water en bodem sturend zijn in de plannen. Ook benadrukken zij dat relatief kleine maatregelen in het waterbeheer snel resultaat kunnen opleveren voor natuurherstel.

illustratie van waterknop met tekst 'Draai aan de Waterknop! Geen tijd te verliezen'

Er liggen grote opgaven in het ruimtelijk domein. In het landelijk gebied zijn oplossingen nodig voor een toekomstbestendige landbouw, het opvangen van de gevolgen van extreem weer, verbetering van de waterkwaliteit en natuurherstel. Het gaat om grote vraagstukken waarover de afgelopen jaren veel is vergaderd.

Urgentie is groot

“Het Rijk is met een goede integrale aanpak gekomen”, vindt Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen. “Daar moeten we zeker mee doorgaan, maar het duurt te lang voordat we het praten omzetten in actie. Ondertussen verslechtert de natuur. De enorme hoosbui zoals we die kennen van Limburg 2021 kan morgen weer vallen.  En een lange periode van droogte kan ook volgende zomer weer tot grote schade leiden. We moeten nu aan de slag.”

De Waterknop

Relatief eenvoudige watermaatregelen kunnen de veerkracht van de natuur vergroten en klimaatrisico’s van de landbouw verkleinen. Van der Sande: “We noemen dit de ‘Waterknop’. Denk aan het flexibel omgaan met peilbeheer, beekherstel, het bevorderen van de biodiversiteit bij slootkanten en extra stuwen om water langer vast te houden. Water verbindt landbouw en natuur. Door te redeneren vanuit de draagkracht van het water- en de bodemsysteem vinden we oplossingen die houdbaar zijn voor de lange termijn.”

Provinciale plannen landelijk gebied

Deze aanpak voorkomt dat de problemen van nu doorschuiven naar toekomstige generaties. De provincies hebben al een eerste stap gezet in de transitie van het landelijk gebied. Ze stelden hiervoor de eerste versies van hun Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) op: de provinciale plannen voor het landelijk gebied. In die plannen schetsen de provincies een eerste toekomstvisie, met in meer of mindere mate aandacht voor waterkwaliteit, ruimte voor water, verzilting, veenweideproblematiek en natuurherstel.

“Toch ontbreekt het vaak nog aan concrete maatregelen”, ziet Van der Sande. “Het is heel belangrijk dat de provincies water en bodem nu al goed meenemen in hun plannen en dat we de verbindende factor van water volop benutten. Voor een versnelling op dit dossier moet ook een nieuw kabinet dit scherp op het netvlies hebben.”

Waarom is het Nationaal Programma Landelijk Gebied belangrijk voor de waterschappen? De Unie van Waterschappen en Wetterskip Fryslân leggen het uit:

> Lees over de sturende rol van water en bodem in de ruimtelijke inrichting

Ministerraad bespreekt contourennotitie Nota Ruimte

3 oktober 2023

Op 29 september bespreekt de demissionaire ministerraad de contourennotitie van de Nota Ruimte. De nieuwe Nota Ruimte geeft een langetermijnvisie voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. De Unie van Waterschappen benadrukt in een reactie op de contourennotitie dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend moeten zijn voor alle ruimtelijke plannen, niet alleen reactief vanuit aanpassing aan het veranderende klimaat. Ook pleiten de waterschappen voor meer nationale regie, omdat versnippering met de veelheid van landelijke en regionale ruimtelijke processen op de loer ligt.

Huizen aan het water met een brug

Er liggen grote opgaven in het ruimtelijk domein. In het landelijk gebied moeten oplossingen gevonden worden. Voor een toekomstbestendige landbouw, het opvangen van de gevolgen van extreem weer, het verbeteren van de waterkwaliteit en het herstellen van de natuur. In de steden hebben we te maken met een nijpend tekort aan woningen. Ook zal daar extra gebouwd gaan worden.

Nieuwe Nota Ruimte

De nieuwe Nota Ruimte geeft straks een lange termijnvisie op Nederland voor de ruimtelijke inrichting. Hoe gaan we om met de schaarse ruimte en maken we tegelijkertijd alle ambities waar? In de Nota Ruimte wordt vooruitgekeken naar 2030, 2050 en 2100. Daarmee zet het rijk een samenhangende nationale ruimtelijke koers uit, in de vorm van korte termijn keuzes en lange termijn richtinggevende uitspraken, die moeten gaan doorwerken in het provinciaal en lokaal beleid.

Water en bodem sturend is meer dan klimaatadaptatie

Hoe doen we dit toekomstbestendig? Hoe zorgen we ervoor dat de gevolgen van extreem weer goed kunnen worden opgevangen en schade en overlast worden beperkt? Het vorige kabinet zette in het regeerakkoord dat water en bodem leidend moesten worden voor ruimtelijke plannen. Dat is nu ook terug te lezen in de contourennotitie voor de Nota Ruimte. De Unie van Waterschappen benadrukt dat het principe van ‘water en bodem sturend’ niet alleen vanwege klimaatadaptatie moet worden meegenomen.

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Water en bodem sturend laten zijn gaat om fundamentele keuzes. Het gaat om locatiekeuzes voor woningbouw en welk grondgebruik waar mogelijk is. Als we daar nu niet de juiste keuzes in maken, zadelen we toekomstige generaties op met schade en overlast.”

Noodzaak voor nationale regie

Daarnaast is de Unie van Waterschappen bezorgd over de versnippering van ruimtelijk beleid. Op nationaal en regionaal niveau lopen er verschillende trajecten die de inrichting van gebieden de komende jaren gaan bepalen. Denk hierbij aan het Nationaal Programma Landelijk Gebied, de provinciale ruimtelijke puzzels (het programma NOVEX), maar ook de Regionale Energiestrategieën, woningbouwafspraken en verstedelijkingsstrategieën. De planning en het abstractieniveau van deze lopende trajecten verschillen.

Van der Sande: “Het is belangrijk dat het rijk regie houdt op deze lopende trajecten in de ruimtelijke ordening en nationale keuzes maakt. Hierbij is het belangrijk dat ingrijpende keuzes niet uit de weg worden gegaan. En het is ook zoeken naar een goede balans tussen gebiedsgericht maatwerk en nationale visie. De waterschappen zien kansen voor slimme combinaties en zetten graag hun gebiedskennis en regionale uitvoeringskracht in voor deze processen.”

De Nota Ruimte wordt opgesteld door de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in nauwe samenhang met andere betrokken ministeries. De volledige notitie over de contourennotitie is vanaf 29 september te vinden op: rijksoverheid.nl/regering/ministerraad.

Elke nieuwe woning langs klimaatlat

19 april 2023

Alle nieuwe woningen in Nederland zullen vanaf nu klimaatbestendig moeten worden gebouwd. De bouw kan voortaan alleen doorgaan als de woningen voldoen aan de zogeheten ‘klimaatlat’. Dat betekent onder meer dat ze zo gebouwd worden dat ze ook bewoonbaar moeten blijven bij extreme regenbuien of periodes van droogte in de toekomst.

rivier met riet en bootjes en erachter nieuwbouwhuizen

De Rijksoverheid heeft samen met provincies, gemeenten en waterschappen afgesproken dat de maatlat wordt gebruikt bij alle nieuwe woningbouwprojecten. Bouwers moeten bij de bouw van een woning rekening houden met de risico’s op overstromingen, wateroverlast, droogte, hitte en bodemdaling en de effecten op de biodiversiteit.

Bij elke baksteen

De waterschappen vinden de nieuwe maatlat essentieel voor de toekomst van Nederland. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Waterschappen zullen vanaf nu bij alle woningbouwprojecten betrokken worden om ervoor te zorgen dat deze woningen klimaatbestendig worden gebouwd. En waar dit niet het geval is, zullen we onmiddellijk aan de bel trekken bij betrokken gemeenten, provincies of het Rijk. Dit is het nieuwe normaal: bij elke nieuwe baksteen houden we rekening met de gevolgen voor water en bodem. Die bepalen of er gebouwd kan worden of niet en hóe we bouwen. Met elkaar gaan we ervoor zorgen dat Nederland echt klimaatbestendig wordt ingericht, omdat we alleen zo ook in de toekomst veilig kunnen wonen.”

Water en bodem

De maatlat Groene Klimaatadaptieve Gebouwde Omgeving is op 19 april bekrachtigd door minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat, minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof en de medeoverheden. In de maatlat staan doelen, eisen en richtlijnen om bij de bouw van woningen rekening te houden met de gevolgen voor water en bodem, zoals in de brief ‘Water en bodem sturend’ aan de Tweede Kamer is opgenomen.

Nieuwbouw

Met de maatlat wordt het voor overheden, vastgoedeigenaren en de bouwsector duidelijk wat nodig is voor klimaatrobuuste en waterbestendige nieuwbouw. De maatregelen kunnen per locatie verschillen, afhankelijk van bijvoorbeeld de grondsoort en bebouwing in de omgeving. Regionale partijen wegen samen af welke slimme oplossingen waar nodig zijn. Er wordt nog gewerkt aan een kader om het water- en bodemsysteem goed mee te wegen bij de keuze of een locatie wel of niet geschikt is om te bebouwen.

Aangenomen moties Tweede Kamerdebat over water en bodem sturend

4 april 2023

Op 27 maart heeft de Tweede Kamer de beleidsbrief water en bodem sturend besproken in een notaoverleg. Naar aanleiding van dit debat over de rol van water in ruimtelijke plannen zijn op 4 april verschillende moties van Kamerleden aangenomen.



In aanloop naar het debat heeft de Unie van Waterschappen verschillende aandachtspunten gedeeld met de waterwoordvoerders in de Tweede Kamer. Met hen is de zorg van de waterschappen besproken dat het principe ‘water en bodem sturend’ naar de achtergrond dreigt te verdwijnen. De Unie van Waterschappen roept het Rijk daarnaast op om sneller met landelijke wetgeving te komen.

Geen tweedeling

Habtamu de Hoop (PvdA) wil voorkomen dat mensen met lage- en middeninkomens achterblijven in de minst toekomstbestendige woningen. Zijn motie verzoekt de regering om hierover met gemeenten, provincies en waterschappen in gesprek te gaan. Deze motie is aangenomen.

Geen bestemmingsplannen zonder structurerende keuzes

Ook de motie van Pieter Grinwis (ChristenUnie) haalde een meerderheid van de stemmen. Met deze motie wil Grinwis voorkomen dat er besluiten vaststaan waar we later spijt van krijgen. Dit door vóór 1 januari 2025 geen bestemmingsplannen en woningbouwprojecten vast te stellen, waarbij de structurerende keuzes op het gebied van water en bodem niet van toepassing zijn geweest.

Verworpen

De motie van Eva van Esch (Partij voor de Dieren) haalde het niet. Zij vroeg de regering om per uitgangspunt aan te geven wat, hoe, of en wanneer dit uitgewerkt en juridisch geborgd wordt. Ook wilde zij van de regering weten hoe de gebiedsplannen precies getoetst gaan worden op het principe ‘Water en Bodem sturend’.

Waterschappen: maak haast met landelijke kaders water en bodem sturend

24 maart 2023

Op 27 maart bespreekt de Tweede Kamer de beleidsbrief water en bodem sturend in een notaoverleg. Als voorbereiding op dit overleg sprak de Unie van Waterschappen meerdere waterwoordvoerders uit de Kamer. In die gesprekken is de zorg van de waterschappen besproken dat water en bodem sturend naar de achtergrond verdwijnt.

huizen-aan-het-water

Zet water en bodem op één

Uitstellen van het aanpakken van de natuur, waterkwaliteit klimaatverandering is niet langer mogelijk. De nationale kaders over water en bodem sturend zijn daarom een belangrijke voorwaarde. De Kamerbrief moet snel omgezet worden in landelijke wetgeving en regionale afspraken in de gebiedsprogramma’s van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Ook in andere ruimtelijke plannen zoals woningbouw zou water en bodem sturend leidend moeten zijn. De waterschappen blijven daar bij het Rijk op aandringen.

Kom sneller met landelijke kaders

Tot 2025 stelt het Rijk nog geen verplichte landelijke kaders. De waterschappen roepen het Rijk op om sneller met landelijke wetgeving te komen. Zo worden verschillende regels per provincie, per waterschap, of zelfs per gemeente voorkomen. De locaties van woningbouw staan volgens eerdere brieven van het Rijk tot 2025 vast. De waterschappen benadrukken dat het economisch belang niet leidend mag zijn. De inrichting en woningen moeten klimaatbestendig zijn op de plek waar gebouwd wordt.

Waterschappen: de grenzen zijn bereikt

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Water en bodem staan in Nederland onder druk en op veel plekken zijn de grenzen bereikt. We hebben veel te lang gezegd: als het niet kan zoals wij vinden dat het moet, dan zorgen we wel voor een technische oplossing voor water- en bodemvraagstukken. Dat houdt op. Sterker: soms kúnnen we het technisch niet eens meer oplossen. Maar het is ook vanuit maatschappelijk oogpunt financieel niet meer verantwoord. In plaats van ons land en watersysteem aan te passen aan onze wensen, moeten wij ons aanpassen aan de grenzen die bodem en water aan ons stellen.”

Ruimte voor water essentieel in startpakketten NOVEX

13 december 2022

De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Hugo de Jonge, presenteerde op 12 december de ‘provinciale startpakketten voor de fysieke leefomgeving’. De Jonge vraagt hiermee aan de provincies om nationale opgaven voor woningbouw, natuur, landbouw en energie ruimtelijk te vertalen naar de regio. De waterschappen vinden het positief dat de minister de regie neemt op ruimtelijke ordening en water en bodem hierin goed verankerd zijn.



De provincies gaan komend jaar een basis leggen voor de ruimtelijke keuzes die nodig zijn om de nationale doelen in te passen en te combineren met de regionale opgaven en ambities. Waterschappen willen, vanuit hun kennis van en verantwoordelijkheid voor het watersysteem, meewerken aan de provinciale ‘ruimtelijke puzzels’. Het is belangrijk dat er bij de verbouwing van Nederland ruimte is voor water. Dat nog niet alle doelen (vooraf) helder en concreet zijn, maakt de puzzel extra complex. Bijvoorbeeld door het ontbreken van het landbouwakkoord.

Water en bodem sturend voor ruimtelijke keuzes

De waterschappen benadrukken dat ruimtelijke keuzes moeten worden gemaakt op basis van het water- en bodemsysteem. Dat is nodig om het hoofd te bieden aan de toenemende wateroverlast, droogte, verzilting en bodemdaling. Water heeft de komende decennia ruimte nodig, vanwege zeespiegelstijging, grotere afvoer rivieren en extremere piekbuien. Het is belangrijk (ver) vooruit te kijken en de lange termijnverwachtingen en -ontwikkelingen mee te nemen bij de grote verbouwing van Nederland.

Woningbouw

Het is cruciaal dat water en bodem ook sturend zijn voor woningbouw. Zowel bij de locatiekeuze, de inrichting (bijvoorbeeld van een nieuwe wijk) als de bouwwijze. Het is bemoedigend dat het ministerie een richtinggevend kader voor locatiekeuze en een maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving ontwikkelt, in afstemming met de waterschappen. Deze maatlat heeft als doel gebieden klimaatbestendiger te ontwikkelen door klimaatadaptief te bouwen.

Startpakketten en het programma NOVEX

Klimaatverandering, water, stikstof, woningbouw, natuur, biodiversiteit. Er komen veel opgaven op ons af. De druk op de ruimte is groot en de opgaven zijn complex. Voor de opgaven zijn er ruim 20 aparte nationale programma’s, zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), woningbouw, de Regionale Energiestrategie (RES). Voor al deze trajecten heeft het rijk bepaald dat het water- en bodemsysteem de onderlegger is. Dit principe geeft waterschappen een stevige basis om samen met provincies en gemeenten te werken aan een klimaatrobuuste inrichting van Nederland, onder meer in de ruimtelijke puzzel NOVEX.

Het programma NOVEX verbindt de nationale programma’s en geeft aan hoe het Rijk regie voert op de ruimte. Het Rijk wil dat doen op basis van een goede interbestuurlijke samenwerking. Dat moet leiden tot een gedeeld beeld van de opgaven, heldere voorwaarden en concrete uitvoeringsafspraken. De startpakketten zijn hierin een belangrijkste eerste stap. Deze startpakketten bevatten de doelen, kaders, randvoorwaarden en een planning. De provincies gaan hier de komende negen maanden mee aan de slag om tot een integraal ruimtelijk voorstel per provincie te komen. Ook organiseren ze het proces om tot zo’n plan te komen. Daarbij betrekken ze waterschappen, gemeenten en andere partijen. VNG, IPO en de Unie van Waterschappen hebben gezamenlijk een handreiking gebiedsgericht werken opgesteld die provincies moet helpen bij dit proces.

Steun voor centrale rol van water bij ruimtelijke plannen

25 november 2022

Op 25 november heeft minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) met een brief aan de Tweede Kamer de nationale kaders gepresenteerd voor ruimtelijke plannen: water en bodem sturend. Het kabinet geeft hiermee invulling aan de afspraak in het coalitieakkoord.



De Kamerbrief komt tegemoet aan het pleidooi van de waterschappen voor landelijke kaders op dit gebied. De waterschappen gaan, vanuit hun kennis van en verantwoordelijkheid voor het watersysteem, meewerken aan een regionale uitwerking van dit beleid in gebiedsprocessen en de verschillende ruimtelijke plannen.

Integrale aanpak en Rijkskaders voorwaardelijk

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Met de Kamerbrief water en bodem sturend wordt ons pleidooi landelijk concreet gemaakt. We blijven wel aandringen op een snelle verankering op landelijke wetgeving en op regionale borging in de gebiedsprogramma’s van het Nationaal Programma Landelijk gebied (NPLG). Dat doen we ook in andere ruimtelijke plannen voor bijvoorbeeld woningbouw en energie, waarin de provincies een stevige rol krijgen. Hiervoor is een integrale aanpak een vereiste. Een mogelijke versnelling op thema’s zoals stikstof en woningbouw mag geen aanleiding zijn om van dit principe af te stappen. Er is tegelijkertijd een waterkwaliteitsvraagstuk op te lossen”.

Een samenhangend pakket voor het landelijk gebied

Naast de Kamerbrief water en bodem sturend heeft het kabinet ook (proces)brieven over stikstof en landbouw naar de Kamer gestuurd, als een samenhangend pakket over de grote opgaven in het landelijk gebied. De nationale kaders over water en bodem sturend zijn daarvoor randvoorwaardelijk. “Het aanpakken van de achteruitgang van de natuur, de waterkwaliteit en de aanpak van klimaatverandering dulden geen uitstel meer. Tegelijkertijd lukt dat alleen als de landbouwsector, als belangrijke partner in het gebied, perspectief op korte en lange termijn heeft en kan bijdragen aan de transitie van het landelijk gebied. Het is nodig dat daarbij uitgegaan wordt van de basis, het water- en bodemsysteem. De kabinetsplannen bieden een bemoedigende basis, het is een complexe puzzel en het past om hierin gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen”.

Water en bodem sturend

Nederlanders ervaren steeds meer dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt. Dat komt door de gevolgen van klimaatverandering én doordat we ons land steeds intensiever gebruiken. Om te voorkomen dat we onszelf klem zetten, moet het belang van een gezond water- en bodemsysteem voorop staan en moeten we nu al rekening houden met de ruimtelijke randvoorwaarden die voor Nederland nodig zijn. In plaats van ons water- en bodemsysteem aan te passen aan onze wensen, is het nodig dat wij ons gaan aanpassen aan de grenzen die water en bodem aan ons stellen. Zodat we ook in de toekomst, met een ander en grillig klimaat kunnen blijven leven, wonen en werken.