Tijdens het commissiedebat Woningbouwopgave op 24 juni in de Tweede Kamer heeft demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) toegezegd klimaatadaptatie te betrekken bij de woningbouwopgave.
De invulling hiervan is regionaal maatwerk en verschilt per stad. Daarnaast kijkt de minister vanuit de invalshoek van klimaatadaptief bouwen naar het Bouwbesluit en het programma Conceptuele bouw en industriële productie. De minister deed deze toezeggingen na vragen van Kamerleden Laura Bromet (Groenlinks) en Pieter Grinwis (ChristenUnie). Ze vraagt ook advies aan de Deltacommissaris over klimaatadaptief bouwen.
Ruimtelijke keuzes
Er zijn in Nederland 1 miljoen nieuwe woningen nodig. Deze grote woningbouwopgave leidt tot ingrijpende ruimtelijke keuzes voor de lange termijn. Daarom bekijken de waterschappen de woningbouwopgave vanuit toekomstbestendigheid in het licht van een veranderend klimaat. Ze vinden dat water- en bodemgesteldheid meegewogen moeten worden in de besluiten over waar en hoe te bouwen. De waterschappen hadden dit pleidooi in de inbreng voor dit debat naar voren gebracht.
Waterschappen betrekken bij besluitvorming
Ook Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, bracht dit onderwerp onder de aandacht in de NRC van 23 juni. Hij pleit ervoor dat de waterschappen in een vroeg stadium in de besluitvorming worden betrokken. Zo kunnen investeringen waar we later spijt van hebben voorkomen worden.
De commissie Binnenlandse zaken van de Tweede Kamer praat op 24 juni over de woningbouwopgave. Waterschappen, gemeentes en provincies hebben hun zorgen in een gezamenlijke inbreng onder de aandacht van Kamerleden gebracht.
De waterschappen leggen bij de woningbouwopgave vooral de nadruk op de locaties van de te bouwen huizen. Huizen moeten op klimaatbestendige plekken gebouwd worden. Nederland is immers kwetsbaar voor overstromingen en weersextremen. Bouwen op verkeerde plekken leidt tot grote financiële schade.
Nieuwbouwwijken
Naast de locatiekeuze gaat het ook om de inrichting van de nieuwbouwwijken. Bij de inrichting moeten straten en gebouwen zo ontworpen en gebouwd worden dat water zoveel mogelijk buiten de deur wordt gehouden.
Op 25 mei hebben boeren, ondernemers en natuurbeheerders een stikstofplan gepresenteerd in het Financieel Dagblad. De Unie van Waterschappen geeft in een reactie aan dat ze het belang van gezamenlijke afspraken onderschrijven en deze graag snel oppakken, in combinatie met de aanpassingen aan het veranderende klimaat en natuurherstel.
LTO Nederland, Bouwend Nederland, Natuurmonumenten, VNO-NCW, MKB Nederland en Natuur & Milieu vragen het Rijk om tot 2030 jaarlijks 1,7 miljard euro vrij te maken om de uitstoot van stikstof tegen te gaan. Dat geld moet ten goede komen aan het uitkopen of verplaatsen van bedrijven die veel stikstof uitstoten (op vrijwillige basis, zeggen de organisaties). Maar ook aan andere vormen van landbouw die minder belastend zijn voor het milieu, en aan herstel en versterking van de natuur en maatregelen die economische ontwikkelingen stimuleren. “Hiermee kunnen we in 2030 een stikstofreductie van 40 procent realiseren, aanzienlijk meer dan de 26 procent die vereist wordt onder de huidige wet”, aldus de gezamenlijke partijen.
Slim combineren
De Unie van Waterschappen ziet het als noodzakelijk dat deze partijen samen optrekken en onderschrijft het belang van samenhangende maatregelen. Daarbij is het voor de waterschappen belangrijk dat verschillende vraagstukken niet zomaar achter elkaar worden opgepakt, maar dat er slim wordt gecombineerd. Zo zien de waterschappen kansen om maatregelen die bijdragen aan natuurherstel en het verminderen van stikstofuitstoot, slim te combineren met maatregelen die in het kader van de energietransitie, het aanpassen aan weersextremen en het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit worden genomen.
Snelheid is nodig
Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “De waterschappen pleiten voor een robuuste, bestendige oplossing voor het probleem: de uitstoot naar beneden en de natuur verbeteren. Wij zijn in de dagelijkse praktijk bezig ons watersysteem aan te passen aan de nieuwe weersextremen en werken hiermee al aan het robuust maken van land, water en bodem. Om de natuur te versterken en tegelijkertijd te zorgen voor beperkte schade door wateroverlast en droogte, is er nog veel werk aan de winkel. Wij dringen er bij het Rijk en de provincies op aan dat er snel keuzes moeten worden genomen en maatregelen moeten worden uitgerold die bijdragen aan de grote opgaven. De waterschappen willen niet te lang ‘polderen’, want de gevolgen van de klimaatsverandering ervaren wij vandaag al.”
Op 12 mei heeft de Europese Commissie het Zero Pollution Action Plan gepresenteerd. Dit actieplan is een belangrijk onderdeel van de EU Green Deal
Met het masterplan de Green Deal wil de Europese Unie in 2050 klimaatneutraal zijn. Daarbij moeten mensenlevens, dieren en planten beschermd worden door de vervuiling van lucht, water en bodem terug te dringen tot een niveau dat niet langer schadelijk is.
Met het actieplan wil de Europese Commissie werk maken van bronaanpak en toewerken naar een zogenoemde zero pollution hierarchy. Centraal daarbij staan de principes van voorzorg, het aanpakken van vervuiling aan de bron en de vervuiler betaalt. Water en bodem moeten zoveel mogelijk weer teruggebracht worden in een goede status.
Ook de Unie van Waterschappen pleit voor bronaanpak: gevaarlijke stoffen daar aanpakken waar ze ontstaan. Om zo te voorkomen dat ze in het milieu terechtkomen. Het actieplan is daarin een belangrijke stap.
Doelen en acties
Het actieplan bevat een aantal doelen voor 2030 en concrete acties voor de komende jaren die hieraan moeten bedragen. Relevant voor de waterschappen zijn onder andere:
terugdringen van microplastics in het milieu met ongeveer een derde in 2030;
uitfasering van de schadelijke PFAS-stoffen voor niet-essentiële toepassingen;
herziening van de Richtlijn Prioritaire Stoffen;
stimuleren van duurzaam en efficiënt watergebruik, met een sociaal eerlijke waterrekening voor alle watergebruikers inclusief landbouw, industrie en huishoudens;
toewerken naar een kader voor regelmatige beoordeling van de status van bodem en bodemvervuiling aanpakken;
herziening van de Richtlijn Stedelijk Afvalwater en de Slibrichtlijn, met daarin hogere ambities voor het verwijderen van nutriënten en het klaarmaken van effluent en slib voor hergebruik. Daaronder vallen ook: herziening opkomende stoffen (zoals microplastics) en microverontreinigingen (zoals medicijnresten) aanpakken. En verdere stappen richting energie-efficiëntie en CO2-neutraliteit en het beter toepassen van het ‘vervuiler betaalt’-principe.
In de Tweede Kamer is op 20 april een motie aangenomen waarin de Kamer de regering vraagt om proeftuinen voor natuurinclusief bouwen mogelijk te maken.
De motie werd ingediend door Faissal Boulakjar (D66). Volgens hem leveren natuurinclusieve woningen een positieve bijdrage aan het terugdringen van de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. En dat past weer bij de doelstelling van een klimaatneutraal gebouwde omgeving in 2050. Een Kamermeerderheid was dat met hem eens.
Klimaatneutraal
De waterschappen steunen deze motie. De waterschappen merken in hun dagelijkse praktijk de gevolgen van klimaatverandering en maken zich als ondertekenaars van het Klimaatakkoord ook sterk voor het beperken van verdere klimaatverandering door CO2-uitstoot terug te dringen. Dit soort initiatieven die moeten bijdragen aan een duurzaam, klimaatneutraal Nederland juichen de waterschappen dan ook toe.
Water sturend bij bouwplannen
De Unie van Waterschappen roept daarnaast het Rijk, andere overheden, woningcorporaties en de bouw op om bij de bouw van nieuwe woningen klimaatbestendige keuzes te maken. Dat houdt in: geen woonwijken bouwen op slappe bodems of plekken waar de kans op wateroverlast groot is, rekening houden met mogelijkheden voor wateraanvoer en -afvoer en overstromingsrisico’s. Dit alles om funderingsproblemen, schade door droogte of wateroverlast zoveel mogelijk voor te zijn.
Volgens de waterschappen kan dit door een verplichte watertoets bij bouwplannen in te bouwen, waarbij het waterbelang altijd moeten worden afgewogen. De ambitie is om steeds meer samen te werken als overheden onderling. De waterschappen vinden dat hierbij over de grenzen van beleidsthema’s en dossiers moet worden gekeken en dat er een integrale blik nodig is, waarbij water als verbindende factor kan fungeren.
Tot grote tevredenheid van de waterschappen stemde de Eerste Kamer op 9 maart in met het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering. Dit wetsvoorstel verankert de structurele aanpak van de stikstofproblematiek van het kabinet.
Tijdens het debat over het wetsvoorstel vorige week bleken er zorgen over de juridische houdbaarheid van het wetsvoorstel. Ook benadrukte een aantal fracties dat stikstofreductie een opgave is voor alle sectoren, niet alleen de landbouw. Verder vonden enkele fracties de wet niet nodig omdat stikstof geen probleem is. GroenLinks, PvdA en PvdD waren tegen het wetsvoorstel omdat het voorstel niet ver genoeg gaat om de natuur te beschermen.
Gezonde leefomgeving
De waterschappen onderschrijven de noodzaak van het terugdringen van de stikstofdepositie omwille van het belang van een gezonde leefomgeving. Daarnaast hebben de waterschappen een taak als waterbeheerders die dagelijks werken aan deze leefomgeving. Dit werk wordt door de stikstofproblematiek voor een belangrijk deel belemmerd.
Waterveiligheidsprojecten
Denk hierbij aan grote waterveiligheidsprojecten, maar ook aan bijvoorbeeld de ombouw van een rioolwaterzuivering om energie- en grondstoffen terug te winnen uit afvalwater of werk voor klimaatadaptatie. De waterschappen realiseren zich dat deze ontwikkelingen alleen door kunnen gaan als de stikstofuitstoot daalt en de natuur zich kan herstellen volgens de instandhoudingsdoelen voor de Natura2000 gebieden.
Op 3 maart ondertekenden VNG, IPO, de Unie van Waterschappen en het rijk de samenwerkingsafspraken bij de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).
De NOVI is de langetermijnvisie van het rijk op de toekomstige inrichting en ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. Hiermee moeten grote opgaven, zoals de bouw van 1 miljoen nieuwe woningen, de strijd tegen klimaatverandering en de energietransitie, opgepakt worden. Met de ondertekening van de samenwerkingsafspraken onderschrijven de overheden de ambities en principes uit de NOVI en spreken ze af deze gezamenlijk, als 1 overheid, uit te voeren. Dat is nodig, omdat de opgaven om een gebiedsgerichte en bestuurlijk grensoverschrijdende aanpak vragen.
Hoe?
Hoe de overheden dat willen doen staat in de samenwerkingsafspraken. Er wordt uitgelegd wat ze verstaan onder regie en gelijkwaardig partnerschap. En er is de afspraak gemaakt dat alle overheden vroegtijdig betrokken worden bij de ontwikkeling van instrumenten en financiële arrangementen. Ook zullen de overheden elkaar rechtstreeks aanspreken op prestaties, het nakomen van afspraken en de spelregels uit de samenwerkingsafspraken.
Rogier van der Sande, voorzitter Unie van Waterschappen: “De opgaven in de ruimte zijn groot en we kunnen het ons niet veroorloven om hierin verkokerd op te treden. We hebben elkaar nodig en deze samenwerkingsafspraken bieden houvast voor deze noodzakelijke integrale benadering. Waarbij de waterschappen erop wijzen dat het huidige watersysteem aan zijn grenzen raakt. Schrijnende watertekorten of verpletterende hoosbuien liggen op de loer en vragen om preventief watervriendelijke en klimaatbestendige keuzes in de ruimte.”
31 maart NOVI-conferentie
Op 31 maart gaan de Unie, IPO, VNG en het rijk in gesprek over de samenwerkingsafspraken, tijdens de eerste NOVI-conferentie. Dan worden ook de NOVI-instrumenten toegelicht aan een breed publiek.
Demissionair minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Kajsa Ollongren, onderstreept het belang van het maken van klimaatbestendige keuzes bij (nieuw)bouwactiviteiten. Dat schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer
De Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken vroeg de minister eind december om deze brief. Aanleiding was de inbreng die de Unie van Waterschappen begin december aanleverde voor het Algemeen overleg Bouwen op 9 december. Daarin hield de Unie een pleidooi voor klimaatbestendig bouwen.
Watervriendelijke keuzes
Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “De leefomgeving staat onder grote druk. Onder meer door de grote woningbouwopgave. De waterschappen dringen erop aan om bij nieuwbouwprojecten een schrijnend watertekort of een verpletterende hoosbui niet af te wachten, maar preventief watervriendelijke en klimaatbestendige keuzes te maken.”
Klimaatadaptatie stimuleren
In haar brief van 22 februari schrijft de minister dat zij klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving wil stimuleren en faciliteren. Daarom heeft zij een aantal acties in gang gezet. Zo vraagt zij alle gemeentes om een stresstest uit te voeren op de criteria wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen om potentiële kwetsbaarheden in beeld te brengen. Ook heeft ze een handreiking decentrale regelgeving klimaatadaptief bouwen en inrichten laten opstellen. Daarnaast noemt de minister in haar brief nog 11 andere acties.
Water als sturend principe
Om schade door weersextremen te beperken is het nodig dat overheden water sturend laten zijn voor de ruimtelijke inrichting. Waterschappen roepen op om bij het invullen van de woningbouwopgave toekomstbestendige keuzes te maken in water-, land en bodemgebruik. Ze zijn dan ook blij met deze brief. Van het nieuwe kabinet vraagt de Unie van Waterschappen dit ordeningsprincipe nadrukkelijk te omarmen en daar structureel financieel aan bij te dragen.
Foto: Kajsa Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
De behandeling van de Stikstofwet gaat door. Dat hebben de Eerste en Tweede Kamer op 2 februari besloten.
Na de val van het kabinet in januari gingen de Eerste en Tweede Kamer aan de slag met de dossiers die in beide Kamers liggen. Daarvan bepalen de Kamerleden per dossier of het controversieel wordt verklaard: het dossier wordt dan niet verder behandeld totdat er een nieuw kabinet is. Op 2 februari werd hier in de Eerste en Tweede Kamer over gestemd.
Inzet waterschappen
De Unie van Waterschappen heeft er direct na de val van het kabinet bij beide Kamers op aangedrongen een aantal cruciale dossiers niet stil te leggen: de Omgevingswet en de Stikstofwet. De Stikstofwet is niet controversieel verklaard, de behandeling hiervan gaat dus door. Daar zijn de waterschappen blij mee. Over de Omgevingswet volgt volgende week duidelijkheid.
Mestdossiers controversieel
De Tweede Kamer verklaart de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s en de Klimaatnota controversieel. En helaas ook diverse mestdossiers, terwijl die van invloed zijn op de kwaliteit van het oppervlaktewater.
Eerste Kamer
De Eerste Kamer verklaart 3 dossiers controversieel: 2 over de Kamer zelf en een wetsvoorstel over taal en toegankelijkheid.