Waterschappen steunen pleidooi Rli voor meer natuurherstel

23 maart 2022

Op 23 maart heeft de minister voor Natuur en Stikstof het adviesrapport van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) ‘Natuurinclusief Nederland: natuur overal en voor iedereen’ in ontvangst genomen. In het rapport signaleert de Rli dat het huidige natuurbeleid tekort schiet en adviseert dat natuurherstel meer prioriteit zou moeten krijgen. De waterschappen sluiten zich bij dit advies aan, omdat zij voor een goede waterkwaliteit en een klimaatrobuust watersysteem gebaat zijn bij een sterke natuur.



Het is volgens de Rli slecht gesteld met de natuur in Nederland en beleidsdoelen op het gebied van natuur- en biodiversiteitsherstel worden niet gehaald. De natuur kampt onder andere met effecten van verdroging, verzuring, vermesting en ook versnippering. Het huidige beleid is onvoldoende effectief. De Rli pleit in het advies voor een natuurinclusief Nederland, met basiskwaliteit natuur overal en voor iedereen.

Verbindingszones voor natuurgebieden

De Unie van Waterschappen ondersteunt dit pleidooi. Waterschappen werken op hun eigen terreinen aan versterking van de biodiversiteit, maar kijken ook verder. Met een ‘blauw-groen’ netwerk van 17.500 kilometer aan waterkringen en 225.000 kilometer watergangen hebben ze veel mogelijkheden om bij te dragen aan een robuuste natuur. De waterschappen willen met hun blauw-groene netwerk verbindingszones tussen natuurgebieden realiseren en roepen andere partijen op zich aan te sluiten bij dit initiatief.

Hogere prioriteit voor natuur

Natuurherstel zou volgens de Rli veel meer gekoppeld moeten worden aan de woningbouwopgave en energietransitie. Het Rijk zou hierover afspraken moeten maken met decentrale overheden, bijvoorbeeld via de gebiedsgerichte aanpak die gericht is op stikstofreductie en natuurverbetering. De waterschappen zijn ook nauw betrokken bij die gebiedsgerichte aanpak en willen graag hun gebiedskennis inzetten voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied, waarin de stikstofreductie en de landbouwtransitie moet gaan worden gerealiseerd.

Landelijke normen

De Rli roept overheden daarnaast op om aan bedrijven in de landbouwsector duidelijk te maken welke normen voortvloeien uit de ecologische opgaven in een gebied. Waterschappen willen hun rol daarin pakken. Zij zijn voorstander van landbouw die in evenwicht is met de omgeving. Aan dit evenwicht wordt gewerkt via het Deltaplan Agrarische Waterbeheer. Ook zijn verplichte maatregelen nodig, die in de landelijke mestwetgeving of waterwetgeving moeten worden opgenomen.

Verder vindt de Rli dat natuurwaarden volwaardig bij economische en politieke besluitvorming moeten meewegen. Dat sluit aan bij de wens van de Unie van Waterschappen om water en bodem sturend te laten zijn in de ruimtelijke inrichting. Als de inrichting van de omgeving gebaseerd is op de draagkracht van het water-bodemsysteem is dit ook goed voor de natuur.

Invasieve exoten

Ook geeft de Rli aan dat één van de belangrijkste oorzaken van het natuur- en biodiversiteitsverlies in Nederland de verdringing van plant- en diersoorten door invasieve soorten is, zoals de rivierkreeft of de muskusrat. De waterschappen werken al jaren aan de bestrijding van de muskusrat en zoeken ook oplossingen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor het terugdringen van de Amerikaanse rivierkreeft.

Lees het rapport op de website van de Rli

Terugblik debat mestbeleid Tweede Kamer

17 september 2021

Op 15 september heeft de Tweede Kamer met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gesproken over het mestbeleid. Op de agenda stond de Nederlandse inzet voor het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn 2022-2025 (7e NAP).



Op 15 september heeft de Tweede Kamer met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gesproken over het mestbeleid. Op de agenda stond de Nederlandse inzet voor het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn 2022-2025 (7e NAP).

De minister heeft een maatregelenpakket voor de landbouw voorgesteld om zo de waterkwaliteit in Nederland te verbeteren. Dat deed ze mede namens de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Schouten wil de Tweede Kamer, de agrarische sector en andere partijen betrekken bij het opstellen van dat maatregelenpakket. Ze vindt de gezamenlijke verantwoordelijkheid belangrijk.

Forse maatregelen

Tijdens het debat in de Tweede Kamer wezen de BoerBurgerBeweging (BBB), CDA, PVV, VVD, SGP en ChristenUnie op de impact voor de agrarische sector. Zij vinden het een fors maatregelenpakket, waarin onder andere teeltvrije zones en duurzame bouwplannen zitten. De minister zegde toe dat zij voor het herfstreces een economische impactanalyse deelt met de Tweede Kamer.

Belang van waterkwaliteit

D66, ChristenUnie, PvdA, GroenLinks en Partij voor de Dieren wezen in het debat op het belang van een goede waterkwaliteit. Zij zien waterkwaliteit in samenhang met de klimaat-, natuur- en stikstofcrisis. De minister beloofde dat zij de kwalitatieve consequenties aangeeft van derogatie, waaronder de waterkwaliteit en de financiële gevolgen. Derogatie geeft de mogelijkheid om af te wijken van de door de EU vastgestelde norm van 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare grond.

Kaderrichtlijn Water

Ook komt er een overzicht vanuit het ministerie van IenW naar de Kamer waarin de gevolgen staan als de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) niet gehaald worden. De minister benadrukte dat het forse maatregelenpakket nodig is voor het halen van de doelen van de KRW en Nitraatrichtlijn. En dat de tijd steeds krapper wordt om ze uit te voeren.

Teeltvrije zones

Over de teeltvrijezones meldde minister Schouten dat ze gaat praten met waterbeheerders over de vraag waar deze zones effectief zijn. Teeltvrije zones helpen de waterkwaliteit te verbeteren. Ze hebben ook effect op biodiversiteit en vermindering van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. Er wordt een afwegingskader opgesteld met waterbeheerders, wetenschap en de sector over waar en in hoeverre afgeweken kan worden van de teeltvrije zone. Dit kader wordt gedeeld met de Kamer.

Consultatie

De minister wil de Tweede Kamer, de agrarische sector en andere partijen zo snel mogelijk betrekken. Zo kunnen hun inzichten meegenomen worden in de verdere uitwerking. Daarom is er nu een consultatie over de maatregelen. De minister staat open voor wijzigingen. Maar die moeten wel leiden tot tenminste hetzelfde effect op de waterkwaliteit.

Aandacht voor waterkwaliteit hard nodig

De Unie van Waterschappen is blij dat er meer aandacht lijkt te zijn voor waterkwaliteit in het ontwerp van het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn. Deze aandacht is ook hard nodig. Het is nog een flinke klus om in 2027 de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. De Unie onderzoekt of de nu voorgestelde maatregelen voldoende zijn en bespreekt de uitkomsten met de waterschappen. Hieruit volgt een inhoudelijke zienswijze die de Unie zal indienen bij LNV.

> Ontwerp 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn

Decentrale overheden: Uitvoeringskosten RES moeten gedekt worden

7 september 2021

De waterschappen, gemeentes en provincies maken zich zorgen over de uitvoeringskosten van de Regionale Energiestrategie (RES). In een gezamenlijke brief delen zij die zorgen met de Tweede Kamer.



De Kamer bespreekt het onderwerp op 8 september met de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat.

Uitvoering RES is gestart

Gemeentes, provincies en waterschappen zijn hard aan de slag met de RES. Zij zijn al bezig met de overstap van voorbereiding naar uitvoering van de afspraken uit het klimaatakkoord. Die uitvoering, op gebied van mobiliteit, gebouwde omgeving, elektriciteit, industrie en landbouw, kost veel geld.

Kosten compenseren

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft die kosten in kaart gebracht en het Rijk geadviseerd de kosten voor de medeoverheden te compenseren. Alleen dan kunnen deze overheden de afspraken op zich nemen.

70 miljoen euro

De decentrale overheden verwachten dan ook dat het nieuwe kabinet de hiervoor benodigde middelen reserveert. Het gaat om een bedrag van tenminste 70 miljoen euro. Als dat bedrag er niet komt, worden gemeenten, provincies en waterschappen gedwongen de activiteiten voor het Klimaatakkoord af te schalen. Daardoor kunnen de klimaatdoelen niet gehaald worden. Geen financiering betekent dat de uitvoering van het Klimaatakkoord vertraging oploopt.

Werkbezoek

Op vrijdag 8 oktober organiseren de decentrale overheden een werkbezoek RES voor Kamerleden. Op het programma staan presentaties van RES’en. Ook bezoeken de Kamerleden een rioolwaterzuiveringsinstallatie waar zij een toelichting krijgen over o.a. groen gas. Bij het transformatorstation in Hoofddorp horen zij meer over de omzetting van elektriciteit naar bruikbare stroom voor huishoudens en bedrijven.

Brief: Uitvoeringskosten RES

IPCC-rapport: Snelle klimaatverandering leidt tot fors meer weersextremen, snel ingrijpende maatregelen nodig

9 augustus 2021

Op 9 augustus heeft het IPCC, het klimaatpanel van de VN, een rapport met analyses van klimaatonderzoeken die de afgelopen jaren zijn verschenen gepresenteerd. Het rapport laat zien dat klimaatverandering al tot forse weersextremen leidt en dat er snel ingrijpende maatregelen nodig zijn. De waterschappen ondervinden de gevolgen van klimaatverandering in hun dagelijks werk en onderstrepen de urgentie voor het versnellen van klimaatmaatregelen.



De wetenschappers van het IPCC hebben voor het rapport duizenden internationale klimaatonderzoeken geanalyseerd die in de afgelopen 8 jaar zijn verschenen. Politici kunnen de aanbevelingen van het IPCC gebruiken om keuzes te maken.

Extreem weer heeft grote gevolgen

Het IPCC wijst erop dat de economische en sociale gevolgen van extreem weer erg groot zijn. De waterschappen hebben bij hun zorg voor sterke dijken, schoon en voldoende water steeds meer te maken met de impact van klimaatverandering en extreem weer en investeren daarom in het sneller aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering, door bijvoorbeeld dijken te versterken en regenwaterbuffers aan te leggen. Maar alleen met de maatregelen van de waterschappen zijn we er nog niet. Er is meer nodig om de neerslag en het water uit de zee en de grote rivieren ook in de toekomst voldoende ruimte te kunnen geven.

Klimaatverandering nu al dagelijkse praktijk

Hetty Klavers, bestuurslid van Unie van Waterschappen: “Dat klimaatverandering voor de waterschappen geen toekomstscenario is maar dagelijkse praktijk, heeft de watersnood in Limburg wel aangetoond. Na 3 extreem droge zomers hebben we nu een zomer met extreme wateroverlast door hoosbuien en hoge rivierstanden achter de rug. Zelf investeren de waterschappen jaarlijks 1,8 miljard euro in veilige dijken, schoon en voldoende water om weerbaar te zijn tegenover de veranderende omstandigheden.”

“Om schade door weersextremen te beperken is het nodig dat overheden water sturend laten zijn voor de ruimtelijke inrichting. Waterschappen roepen op toekomstbestendige keuzes te maken in water-, land en bodemgebruik. Van het nieuwe kabinet vragen we dit ordeningsprincipe nadrukkelijk te omarmen en daar structureel financieel aan bij te dragen.”

Niet dweilen met de kraan open

De waterschappen willen daarnaast niet dweilen met de kraan open en zetten daarom ook in op verduurzaming. “De waterschappen werken actief samen met het Rijk om de klimaatambities te halen. Zo bieden de waterschappen alternatieven voor aardgas met aquathermie en biogas. En stellen zij terreinen beschikbaar voor zonnepanelen en windmolens”, aldus Klavers.

Meer inzicht in zeespiegelstijging nodig

Een aspect van klimaatverandering dat het IPCC aanstipt is de zeespiegelstijging. Deze eeuw stijgt de zeespiegel in elk geval met enkele decimeters, maar rond 2150 kan het oplopen met 1 tot 5 meter, als de opwarming sterk doorzet en Antarctica versneld ijs verliest. In 2019 voorzag het IPCC een stijging van 1,1 meter in 2100. De waterschappen werken samen met andere waterbeheerders in het Deltaprogramma aan een kennisprogramma rond zeespiegelstijging om de zeespiegelstijging, effecten en handelingsperspectieven nader in beeld te brengen. “Bij het beleid voor waterveiligheid wordt altijd al ver vooruit gekeken. We nemen de nieuwste wetenschappelijke en technologische inzichten mee in het op orde houden van onze dijken en stellen waar nodig bij”, geeft Klavers aan.

Belangrijke psychologische barrière

Ook het KNMI reageert op het IPCC-rapport op hun site: “In alle IPCC-emissiescenario’s wordt de 1,5 graden temperatuurstijging over circa 10 jaar bereikt, een decennium eerder dan verwacht. Deze temperatuurgrens is een belangrijke psychologische barrière vanwege het in 2015 gesloten Klimaatakkoord van Parijs, waarin wordt gestreefd de temperatuurstijging te beperken tot ruim onder de 2, en liever tot 1,5 graden.”

195 landen

Het IPCC werd in 1988 opgericht door de VN en heeft sindsdien 5 klimaatrapporten uitgebracht. Het rapport van maandag is onderdeel van een omvangrijker rapport dat volgend jaar verschijnt. In het IPCC zitten vertegenwoordigers van 195 landen die experts en wetenschappers opdracht geven om analyses uit te voeren.

Na de Stikstofcrisis Een Watercrisis?

15 juli 2021

Als de doelen van de Kaderrichtlijn Water niet worden gehaald, dreigt er dan een watercrisis die vergelijkbaar is met de stikstofcrisis? Daarover stelde Kamerlid Derk Jan Eppink (JA21) Kamervragen aan de demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen.



Eppink stelde de vragen naar aanleiding van artikelen in Trouw en het Nederlands Dagblad.

Kaderrichtlijn Water

De minister antwoordde dat Nederland risico’s loopt als we in 2027 niet voldoen aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Volgens haar is het onder bepaalde voorwaarden wel mogelijk om minder strenge doelen vast te stellen voor specifieke waterlichamen.

Nederland niet op slot

De minister verwacht niet dat een rechter Nederland vóór 2027 ‘op slot gaat zetten’. Of dit na 2027 gebeurt, hangt af van de volledigheid van het maatregelenpakket tot 2027. En het hangt ook af van de mate waarin Nederland in staat is om de motivatie voor het gebruik van de uitzonderingsgronden goed te onderbouwen.

Waterschappen

Ook de waterschappen moeten zich nog inspannen om hun deel van de KRW-doelen te halen. Het gaat daarbij in de eerste plaats om het uitvoeren van de maatregelen die de waterschappen hebben opgevoerd in de stroomgebiedbeheerplannen. Daarnaast spelen de waterschappen een rol bij het goed in kaart brengen van de effecten van landbouwemissies op de waterkwaliteit.

Bekijk de antwoorden van de minister

Klimaatverandering wordt meegenomen in de woningbouwopgave

9 juli 2021

De Tweede Kamer heeft op 8 juli 2 moties van de ChristenUnie aangenomen. In deze moties wordt het belang van klimaatverandering in de woningbouwopgave beter geborgd.



Met deze moties geeft de Tweede Kamer richting aan de grote woningbouwopgave. De Unie van Waterschappen is blij met deze richting. Zij werkt graag met andere overheden aan de invulling van deze moties. De waterschappen vinden het belangrijk om hun kennis vroegtijdig in te brengen bij de keuze voor nieuwe woningbouwlocaties. Dat is in veel gevallen nog niet zo.

Klimaatadaptief en waterrobuust

In de ene motie wordt de regering gevraagd om een klimaatadaptieve en waterrobuuste inrichting als voorwaarde te stellen bij door haar (mee)gefinancierde woningbouwprojecten. In een tweede motie wordt de demissionair minister van Binnenlandse Zaken gevraagd om de bouwvoorschriften te controleren op de mate waarin deze waterrobuust en klimaatadaptatief zijn tegen het licht te houden .

Overstromingsrisico

De ChristenUnie vindt dat bij het doorlichten van bouwvoorschriften gelet moet worden op de mate waarin ze waterrobuust en klimaatadaptief zijn. Voor te bouwen woningen met een overstromingsrisico kunnen lessen getrokken worden uit woningen die buitendijks gebouwd zijn.

Lees de eerste motie van de ChristenUnie

Lees de tweede motie van de ChristenUnie

Tweede Kamer vraagt aandacht voor klimaatadaptief bouwen

25 juni 2021

Tijdens het commissiedebat Woningbouwopgave op 24 juni in de Tweede Kamer heeft demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) toegezegd klimaatadaptatie te betrekken bij de woningbouwopgave.

rivier met riet en bootjes en erachter nieuwbouwhuizen

De invulling hiervan is regionaal maatwerk en verschilt per stad. Daarnaast kijkt de minister vanuit de invalshoek van klimaatadaptief bouwen naar het Bouwbesluit en het programma Conceptuele bouw en industriële productie. De minister deed deze toezeggingen na vragen van Kamerleden Laura Bromet (Groenlinks) en Pieter Grinwis (ChristenUnie). Ze vraagt ook advies aan de Deltacommissaris over klimaatadaptief bouwen.

Ruimtelijke keuzes

Er zijn in Nederland 1 miljoen nieuwe woningen nodig. Deze grote woningbouwopgave leidt tot ingrijpende ruimtelijke keuzes voor de lange termijn. Daarom bekijken de waterschappen de woningbouwopgave vanuit toekomstbestendigheid in het licht van een veranderend klimaat. Ze vinden dat water- en bodemgesteldheid meegewogen moeten worden in de besluiten over waar en hoe te bouwen. De waterschappen hadden dit pleidooi in de inbreng voor dit debat naar voren gebracht.

Waterschappen betrekken bij besluitvorming

Ook Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, bracht dit onderwerp onder de aandacht in de NRC van 23 juni. Hij pleit ervoor dat de waterschappen in een vroeg stadium in de besluitvorming worden betrokken. Zo kunnen investeringen waar we later spijt van hebben voorkomen worden.

Waterschappen: ‘Bouw huizen op klimaatbestendige plekken’

18 juni 2021

De commissie Binnenlandse zaken van de Tweede Kamer praat op 24 juni over de woningbouwopgave. Waterschappen, gemeentes en provincies hebben hun zorgen in een gezamenlijke inbreng onder de aandacht van Kamerleden gebracht.



De waterschappen leggen bij de woningbouwopgave vooral de nadruk op de locaties van de te bouwen huizen. Huizen moeten op klimaatbestendige plekken gebouwd worden. Nederland is immers kwetsbaar voor overstromingen en weersextremen. Bouwen op verkeerde plekken leidt tot grote financiële schade.

Nieuwbouwwijken

Naast de locatiekeuze gaat het ook om de inrichting van de nieuwbouwwijken. Bij de inrichting moeten straten en gebouwen zo ontworpen en gebouwd worden dat water zoveel mogelijk buiten de deur wordt gehouden.

Waterschappen reageren op stikstofplan ondernemers en natuurbeheerders

26 mei 2021

Op 25 mei hebben boeren, ondernemers en natuurbeheerders een stikstofplan gepresenteerd in het Financieel Dagblad. De Unie van Waterschappen geeft in een reactie aan dat ze het belang van gezamenlijke afspraken onderschrijven en deze graag snel oppakken, in combinatie met de aanpassingen aan het veranderende klimaat en natuurherstel.



LTO Nederland, Bouwend Nederland, Natuurmonumenten, VNO-NCW, MKB Nederland en Natuur & Milieu vragen het Rijk om tot 2030 jaarlijks 1,7 miljard euro vrij te maken om de uitstoot van stikstof tegen te gaan. Dat geld moet ten goede komen aan het uitkopen of verplaatsen van bedrijven die veel stikstof uitstoten (op vrijwillige basis, zeggen de organisaties). Maar ook aan andere vormen van landbouw die minder belastend zijn voor het milieu, en aan herstel en versterking van de natuur en maatregelen die economische ontwikkelingen stimuleren. “Hiermee kunnen we in 2030 een stikstofreductie van 40 procent realiseren, aanzienlijk meer dan de 26 procent die vereist wordt onder de huidige wet”, aldus de gezamenlijke partijen.

Slim combineren

De Unie van Waterschappen ziet het als noodzakelijk dat deze partijen samen optrekken en onderschrijft het belang van samenhangende maatregelen. Daarbij is het voor de waterschappen belangrijk dat verschillende vraagstukken niet zomaar achter elkaar worden opgepakt, maar dat er slim wordt gecombineerd. Zo zien de waterschappen kansen om maatregelen die bijdragen aan natuurherstel en het verminderen van stikstofuitstoot, slim te combineren met maatregelen die in het kader van de energietransitie, het aanpassen aan weersextremen en het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit worden genomen.

Snelheid is nodig

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “De waterschappen pleiten voor een robuuste, bestendige oplossing voor het probleem: de uitstoot naar beneden en de natuur verbeteren. Wij zijn in de dagelijkse praktijk bezig ons watersysteem aan te passen aan de nieuwe weersextremen en werken hiermee al aan het robuust maken van land, water en bodem. Om de natuur te versterken en tegelijkertijd te zorgen voor beperkte schade door wateroverlast en droogte, is er nog veel werk aan de winkel. Wij dringen er bij het Rijk en de provincies op aan dat er snel keuzes moeten worden genomen en maatregelen moeten worden uitgerold die bijdragen aan de grote opgaven. De waterschappen willen niet te lang ‘polderen’, want de gevolgen van de klimaatsverandering ervaren wij vandaag al.”

Europese Commissie presenteert Zero Pollution Action Plan

20 mei 2021

Op 12 mei heeft de Europese Commissie het Zero Pollution Action Plan gepresenteerd. Dit actieplan is een belangrijk onderdeel van de EU Green Deal



Met het masterplan de Green Deal wil de Europese Unie in 2050 klimaatneutraal zijn. Daarbij moeten mensenlevens, dieren en planten beschermd worden door de vervuiling van lucht, water en bodem terug te dringen tot een niveau dat niet langer schadelijk is.

Het Zero Pollution Action Plan sluit aan op de EU-Strategie voor Duurzame Chemische Stoffen en de herziening van de Richtlijn Industriële Emissies. Samen moeten ze deze vormen van vervuiling tegengaan.

Aanpak bij de bron

Met het actieplan wil de Europese Commissie werk maken van bronaanpak en toewerken naar een zogenoemde zero pollution hierarchy. Centraal daarbij staan de principes van voorzorg, het aanpakken van vervuiling aan de bron en de vervuiler betaalt. Water en bodem moeten zoveel mogelijk weer teruggebracht worden in een goede status.

Ook de Unie van Waterschappen pleit voor bronaanpak: gevaarlijke stoffen daar aanpakken waar ze ontstaan. Om zo te voorkomen dat ze in het milieu terechtkomen. Het actieplan is daarin een belangrijke stap.

Doelen en acties

Het actieplan bevat een aantal doelen voor 2030 en concrete acties voor de komende jaren die hieraan moeten bedragen. Relevant voor de waterschappen zijn onder andere:

  • terugdringen van microplastics in het milieu met ongeveer een derde in 2030;
  • uitfasering van de schadelijke PFAS-stoffen voor niet-essentiële toepassingen;
  • herziening van de Richtlijn Prioritaire Stoffen;
  • stimuleren van duurzaam en efficiënt watergebruik, met een sociaal eerlijke waterrekening voor alle watergebruikers inclusief landbouw, industrie en huishoudens;
  • toewerken naar een kader voor regelmatige beoordeling van de status van bodem en bodemvervuiling aanpakken;
  • herziening van de Richtlijn Stedelijk Afvalwater en de Slibrichtlijn, met daarin hogere ambities voor het verwijderen van nutriënten en het klaarmaken van effluent en slib voor hergebruik. Daaronder vallen ook: herziening opkomende stoffen (zoals microplastics) en microverontreinigingen (zoals medicijnresten) aanpakken. En verdere stappen richting energie-efficiëntie en CO2-neutraliteit en het beter toepassen van het ‘vervuiler betaalt’-principe.