Stimuleringsbudget ondersteunt innovaties in emissiebeperking

17 juni 2025

Met het Stimuleringsbudget Emissiebeperking Open Teelten en Veehouderij steunen de waterschappen agrarische initiatieven die bijdragen aan minder emissies en betere waterkwaliteit. Onlangs kende een commissie tijdens de beoordelingsronde financiële ondersteuning toe aan twee projecten.



Om de waterkwaliteit te verbeteren stellen de waterschappen tot en met 2027 jaarlijks 280.000 euro beschikbaar. Een paar keer per jaar buigt een commissie, met onder meer vertegenwoordigers van de waterschappen, zich over de aanvragen voor het Stimuleringsbudget Emissiebeperking Open Teelten en Veehouderij. Tijdens de afgelopen beoordelingsronde kende de commissie financiële steun toe aan precisiebemesting met druppelirrigatie en een slimme klep tegen erfemissie.

Bemesten met druppelirrigatie

Het eerste goedgekeurde project onderzoekt het toedienen van meststoffen met ondergrondse druppelirrigatie in de ruwvoerteelt. In 2024 startte voer- en adviesbedrijf GIJS op het Melkvee Innovatie Centrum Klaver4 een meerjarige proef op grasland. Hierbij worden zowel water als gefilterde drijfmest ondergronds toegediend in plaats van traditionele bovengrondse bemesting. Deze precisiebemesting zorgt ervoor dat het gewas nauwkeuriger en op het juiste moment wordt gevoed. De verwachte voordelen zijn minder verdamping, tot 40 procent minder uitspoeling naar het grondwater en een reductie van ammoniakemissie.

Slimme klep tegen erfemissie

Daarnaast geeft de commissie steun aan de doorontwikkeling van een sensor gestuurde klep die erfemissie voorkomt. Bosch Beton ontwikkelde dit systeem in samenwerking met Broos Water, Sensileau en een groep melkveehouders. Het maakt automatisch onderscheid tussen schoon regenwater en vervuild percolaatwater of perssap bij voeropslagen. Zo voorkomt het systeem dat vervuild water in het oppervlaktewater terechtkomt. De eerste resultaten tonen aan dat de slimme klep effectief bijdraagt aan emissiereductie van nutriënten in het oppervlaktewater.

Stimuleringsbudget Emissiebeperking Open Teelten en Veehouderij

Elk jaar vinden meerdere beoordelingsrondes plaats. De volgende ronde staat gepland voor 30 juni 2025. Meer informatie over de regeling en de voorwaarden is te vinden op de website van STOWA. Aanvragen worden beoordeeld door een commissie van waterschapsvertegenwoordigers.

Stimuleringsbudget Emissiebeperking Glastuinbouw

Naast het Stimuleringsbudget Emissiebeperking Open Teelten en Veehouderij geven de waterschappen ook steun aan de glastuinbouw. Dit doen ze met het Stimuleringsbudget Emissiebeperking Glastuinbouw. Dit budget is gericht op (onderzoeks)projecten die bijdragen aan emissiebeperking en het realiseren van een nullozing van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Op 1 juli en 25 november vinden de beoordelingsrondes plaats. Voorstellen moeten minimaal drie weken van tevoren worden ingediend. Bekijk de volledige regeling, de criteria en het aanvraagformulier op de projectpagina van STOWA.

Waterschappen sturen inzet naar partijen voor Tweede Kamerverkiezingen

13 juni 2025

In aanloop naar de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober 2025 zijn de waterschappen gestart om hun belangrijkste standpunten te delen met de programmacommissies van de politieke partijen. De Unie van Waterschappen vraagt aandacht voor urgente wateropgaven zoals droogte, wateroverlast, vervuiling en de noodzaak tot dijkversterking.

stempotlood-rood-water-druppel-verkiezingen

De waterschappen roepen een nieuw kabinet op om te investeren in maatregelen die bijdragen aan een veilige, gezonde en leefbare leefomgeving. “Water is geen detail, maar fundament,” stelt de Unie. Daarom moet water en bodem sturend zijn bij de inrichting van Nederland.

Ruimtelijke keuzes mét water in de hoofdrol

De woningbouwopgave vraagt om snelheid, maar óók om zorgvuldigheid. Waterschappen pleiten voor duidelijke kaders aan de voorkant, zodat bouwen waterveilig en klimaatbestendig gebeurt. Dit voorkomt schade en versnelt procedures.

Toekomstbestendige dijken en vitale infrastructuur

De grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken is in volle gang. Om Nederland te blijven beschermen tegen overstromingen, is structureel extra budget nodig. Ook vragen waterschappen om investeringen in een robuuste infrastructuur, zodat Nederland weerbaar is tegen weersextremen, cyberdreigingen en militaire risico’s.

Water als kans voor landelijk gebied en natuurherstel

Waterschappen investeren de komende jaren 1,4 miljard euro in watermaatregelen die bijdragen aan natuurherstel, klimaatadaptatie en een vitaal landelijk gebied. Het Rijk moet deze inzet ondersteunen met passend beleid en middelen.

Schoon water begint bij bronaanpak

Ondanks goede zuivering komen schadelijke stoffen nog te vaak in het water terecht. Waterschappen pleiten voor een strenger stoffenbeleid, inclusief een verbod op PFAS en betere toelatingseisen voor gewasbeschermingsmiddelen.

Rijksregie is nodig

Voor het halen van waterkwaliteitsdoelen, natuurherstel én versnelling in woningbouw is rijksregie essentieel. Waterschappen vragen om daadkracht, duidelijk beleid en oog voor uitvoeringskracht in de regio.

De oproep is helder: investeer nú in water. Waterschappen staan klaar om samen te bouwen aan een toekomstbestendig Nederland.

> Lees de complete inzet #WatWaterschappenWillen

Belasting op zuiveringsslib slecht voor waterkwaliteit

10 juni 2025

Het demissionaire kabinet is van plan om de vrijstelling voor het verbranden van zuiveringsslib binnen de afvalstoffenbelasting af te schaffen. Dit staat waarschijnlijk in het Belastingplan 2026 en levert de schatkist naar schatting € 11 miljoen per jaar op.

RWZI_Amersfoort-slib-zuiveringsslib

Slib is een afvalproduct dat overblijft na de rioolwaterzuivering, dat anders in het oppervlaktewater zou komen. Schoner water uit de zuivering betekent dat er meer slib naar de verbranding gaat.

Ten koste van de waterkwaliteit

Waterschappen doen hun uiterste best om het afvalwater zo goed mogelijk te zuiveren zodat het oppervlaktewater in Nederland gezond blijft voor de mens en het milieu. Daarvoor halen ze zoveel mogelijk stikstof, fosfaat en ander vuil uit het water. Dit slib is afval en moet volgens de wet verbrand worden. De voorgenomen afschaffing van de vrijstelling kan deze inspanningen onder druk zetten. Het risico bestaat dat de waterschapsbelastingen voor inwoners en bedrijven nog verder stijgen. Daarmee dreigt een maatregel die bedoeld is om inkomsten voor het Rijk te genereren, onbedoeld ten koste te gaan van de investeringen voor de leefbaarheid van ons land.

Terugwinning van fosfaat

Een argument dat genoemd wordt om de vrijstelling voor zuiveringsslib af te schaffen, is dat waterschappen zo gestimuleerd worden om fosfaat terug te winnen. Dit is een onjuiste redenatie. De terugwinning van fosfaat vindt namelijk plaats in het zuiveringsproces en niet bij de verbranding van slib. Om deze milieudoelstelling te kunnen bereiken is een mogelijk alternatief: een importheffing op (niet circulair) fosfaat uit buitenlandse mijnen. Dit zorgt voor directe inkomsten voor het Rijk. En stimuleert de marktpositie van circulair fosfaat dat de waterschappen uit het afvalwater terugwinnen.

Startpunt naar waterweerbaar Europa

5 juni 2025

Europa is het snelst opwarmende continent. Droogte, overstromingen en vervuiling bedreigen de beschikbaarheid en kwaliteit van water. De Europese Commissie stelt dat waterweerbaarheid essentieel is voor de volksgezondheid, economie, voedselzekerheid en veiligheid. Op 4 juni is de langverwachte Water Resilience Strategy gepresenteerd, waarmee samen met de lidstaten wordt gewerkt aan een waterweerbaar Europa in 2050.

vlaggen-europa-eu-brussel

In de strategie pakt de Europese Commissie verschillende thema’s vast en kiest voor een brede insteek: van water in het buitenlands beleid, tot waterbesparing, hergebruik, digitalisering, educatie, innovatie en crisisbeheersing.

Aan de slag met concrete maatregelen

De Unie van Waterschappen ziet deze Europese strategie als een belangrijk startpunt, maar benadrukt dat concrete acties nog moeten volgen. Luzette Kroon, bestuurslid internationaal van de Unie van Waterschappen: “Na de Europese verkiezingen van juni 2024 werd relatief snel duidelijk dat waterweerbaarheid hoog op de Europese agenda staat. We hebben als waterschappen onze standpunten op veel momenten onder de aandacht gebracht. Onze inzet op het gebied van klimaatadaptatie en grensoverstijgend waterbeheer zien we nadrukkelijk terug in de strategie. Benedenstroomse gebieden, zoals Nederland, zijn immers afhankelijk van bovenstrooms waterbeheer in andere Europese landen. De strategie besteedt hier terecht veel aandacht aan. We hadden echter meer ambitie verwacht op het gebied van waterkwaliteit en PFAS. De Unie van Waterschappen pleit voor een volledig verbod op PFAS om mens en milieu te beschermen. Waterweerbaarheid gaat immers over zowel kwaliteit als kwantiteit. Dit blijven we agenderen in Europa.”

Meer ambitie nodig op het gebied van waterkwaliteit

De Europese Commissie formuleert drie hoofddoelen in de strategie: het herstel en de bescherming van de watercyclus, het stimuleren van een waterintelligente economie, en toegang tot schoon en betaalbaar water voor iedereen. Deze doelen moeten worden bereikt door betere implementatie en handhaving van bestaande wetgeving. EU-wetgeving, waaronder de Kaderrichtlijn Water, biedt volgens de Commissie een sterke basis om deze doelen te verwezenlijken als het goed wordt geïmplementeerd. De Commissie wil onder meer gestructureerde dialogen met lidstaten aangaan en benoemt expliciet de aanpak van verontreinigingen zoals PFAS. Toch blijft een echt ambitieuze koers op dit vlak vooralsnog uit.

De Unie van Waterschappen roept de Commissie op om de bronaanpak van vervuiling centraal te stellen in de verdere uitwerking van deze strategie. Alleen een aanpak voor het creëren van technologie om PFAS op te ruimen is te weinig. De Unie verwacht dan ook ambitieuze voorstellen, met name op het gebied van PFAS en andere chemische stoffen. Alleen zo kan Europa écht waterweerbaar worden.

Klimaatadaptatie en grensoverstijgende samenwerking

Klimaatadaptatie en grensoverstijgende samenwerking krijgen veel aandacht in de strategie. Zo wordt benadrukt dat het onwenselijk is als overstromingsrisico’s en droogte worden afgewenteld op benedenstroomse gebieden. Er moet meer gebeuren aan klimaatadaptatie en samenwerking over grenzen heen moet structureel worden verankerd. Het aangekondigde klimaatadaptatieplan in 2026 biedt hiervoor onder andere een kans. De Commissie wil dat landen, in lijn met de Kaderrichtlijn Water, samenwerken bij het beheren van rivieren die door meerdere landen stromen. Dit kan bijvoorbeeld door meer overleg tussen landen binnen een stroomgebied, bijvoorbeeld via riviercommissies. De Unie draagt graag bij aan het versterken van  waterbeheer binnen internationale stroomgebieden.

> Klik hier voor het volledige rapport
> Klik hier voor meer informatie over de Water Resilience Strategy
> Lees hier de inbreng van de waterschappen met betrekking tot het Water Resilience Strategy

Waterschappen: Zet waterkwaliteit centraal in mest- en stikstofbeleid 

Voor het commissiedebat over stikstof en mestbeleid op 18 juni 2025 vragen de waterschappen aandacht voor een aantal belangrijke punten. Zij roepen het demissionaire kabinet op tot een stevigere inzet voor het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater.

waterkwaliteit-landbouwgebieden-unie-van-waterschappen

KRW-doelen vereisen KRW-proof mestbeleid 

Het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (8e AP) biedt volgens de waterschappen een laatste kans om via het mestbeleid bij te dragen aan het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027. Evaluaties van eerdere actieprogramma’s laten zien dat het mestbeleid in Nederland nog onvoldoende effectief is. De waterschappen benadrukken dat het 8e AP nú KRW-proof moet worden gemaakt. Bemesting mag geen bron meer zijn van een teveel aan nutriënten in het grond- en oppervlaktewater. 

Duidelijke landelijke regie nodig 

De effectiviteit van maatregelen, zoals bufferstroken of teeltrotatie, verschilt per regio. Regionale maatwerkoplossingen zijn daarom essentieel. Tegelijkertijd is landelijke sturing vanuit het Rijk noodzakelijk. Waterschappen vervullen geen wettelijke taak in het mestbeleid, maar adviseren vanuit hun rol als waterkwaliteitsbeheerder. De regie en verantwoordelijkheid voor het mestbeleid moeten volgens hen bij de minister blijven en niet verschuiven naar regionale overheden. 

Samenhang met ander landbouwbeleid ontbreekt 

De waterschappen maken zich zorgen over de versnippering van landbouwbeleid. Voor een toekomstbestendige landbouw én goede waterkwaliteit is een integrale aanpak nodig. De Unie van Waterschappen roept het demissionaire kabinet op om het 8e AP beter af te stemmen op andere landbouwdossiers. 

Betrokkenheid van medeoverheden 

Het proces rond het 8e AP vraagt veel van medeoverheden en onderzoeksinstellingen. De waterschappen pleiten voor een duidelijke rolverdeling, tijdige betrokkenheid en structurele inbreng in het beleidsproces. 

Stikstof: snel werk maken van maatregelen 

Tot slot ondersteunt de Unie de oproep van IPO en VNO-NCW voor een krachtig pakket aan stikstofmaatregelen. Het huidige ‘startpakket’ is onvoldoende. Waterschappen benadrukken dat een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel noodzakelijk is voor vergunningverlening en cruciale waterprojecten. 

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen voor het commissiedebat

(Inter)nationale samenwerking sleutel bij waterweerbaarheid 

4 juni 2025

“Wie heeft er al een noodpakket?” Met die vraag opent Splinter Chabot Waterpoort. Geen rare vraag, want door klimaatverandering en geopolitieke spanningen neemt de dreiging toe. Denk aan de overstromingen in Limburg en stroomstoringen in Spanje en Frankrijk. In hoeverre is de watersector voorbereid?

Een goedgevulde zaal luistert aandachtig naar Splinter Chabot, Vincent Lokin (bestuurslid Unie van Waterschappen) en Pieter Litjens (voorzitter Vewin). Ze staan voor een groot scherm in Nieuwspoort. De sfeer is zakelijk en betrokken. De deelnemers zitten in een halve cirkel, wat een interactieve setting suggereert.

Op 26 mei organiseerden de Unie van Waterschappen en Vewin bij Nieuwspoort een nieuwe editie van Waterpoort. Met een boordevol programma: een mini-college over waterweerbaarheid, een korte film over de voorbereidingen van Vewin en de waterschappen, en tot slot een debat met Eerste en Tweede Kamerleden, een Europarlementariër en het publiek. Waterweerbaarheid is een mooi, interessant en belangrijk onderwerp, vindt gespreksleider Splinter Chabot. 

Watersector maakt zich zorgen 

We leven in een onvoorspelbare wereld. Zowel Pieter Litjens, voorzitter van de vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), als Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, maken zich zorgen. Litjens: “We zien de laatste tijd steeds vaker stroomstoringen – door sabotage in Zuid-Frankrijk en de grote storing in Spanje. Het is niet meer denkbeeldig; het komt in de praktijk gewoon voor.”  

Bij drinkwaterbedrijven en waterschappen staat weerbaarheid dan ook hoog op de agenda. “We werken hard aan waterveiligheid. Het is een continue, risicogestuurd proces”, zegt Vincent Lokin. “Ik zal niet zeggen dat we kwetsbaar zijn, maar we weten ook niet of we het huis voldoende op orde hebben.” Hij wil daarom meer duidelijkheid vanuit de politiek. “We zitten in een tussenfase, tussen vrede en oorlog; wat dat precies betekent weten wij niet. Het helpt als dit geduid wordt, zodat wij ons kunnen organiseren om op dat niveau voorbereid te zijn.”   

Mini-college Waterweerbaarheid: Reële dreiging of paranoia 

De zorgen over klimaatverandering en geopolitieke spanningen zijn niet onterecht. Dat blijkt uit het mini-college van Louise van Schaik, Head of Unit EU & Global Affairs bij Clingendael. Hierin behandelt ze in sneltreinvaart de gevolgen van klimaatverandering en hybride dreigingen. Wat betreft klimaat ziet ze vooral uitdagingen op het gebied van zeespiegelstijging en droogte. Hier heeft Nederland de zaken goed op orde, maar bij hybride dreigingen ligt dat anders. 

“In Nederland en West-Europa zijn we niet gewend dat ons grondgebied en onze vitale infrastructuur onder druk komen te staan”, zegt Van Schaik. “Dergelijke dreigingen hebben we decennialang niet gevoeld.” Er zijn voorbeelden te over: van fake news en cyberaanvallen tot bedrijfsspionage en aanslagen. Ook specifiek voor water. Van Schaik noemt onder andere de opgeblazen Kakhovka-dam in Oekraïne en watervergiftiging bij een NAVO-kazerne in Duitsland.  

De watersector staat volgens Van Schaik voor de opgave om weerbaarder te worden. En die uitdagingen liggen niet alleen op het gebied van cybersecurity. Maar ook op het gebied van apparatuur – “Kopen we nog Chinese waterpompen?” – én bij de mensen zelf. Zij moeten ook weerbaarder worden en anders gaan denken. Tot slot moet de sector onderzoeken hoe makkelijk mensen kunnen binnendringen bij cruciale installaties. Moeten deze fysiek bewaakt worden? “Van dijkbewaking naar terreinbewaking”, besluit Van Schaik haar college. 

Het belang van samenwerking

Na een korte video waarin Vewin en de Unie kort vertellen over de waterweerbaarheid, is het tijd voor het debat in een opstelling gebaseerd op het Britse Lagerhuis. Dit gebeurt aan de hand van twee stellingen.  

De vier aanwezige politici – Cor Pierik (Tweede Kamerlid BBB), Tekke Panman (Eerste Kamerlid BBB), Jesse Six Dijkstra (Tweede Kamerlid NSC) en Ingeborg ter Laak (Europarlementariër CDA) – zijn allemaal doordrongen van het belang van waterweerbaarheid. Samenwerking speelt daarbij een belangrijke rol. Panman: “We kunnen waterweerbaarheid niet alleen maar overlaten aan de waterschappen. We moeten elkaar helpen en niet achteroverleunen.” Six Dijkstra denkt dat aankomende wetgeving bij waterweerbaarheid gaat helpen. Ter Laak noemt het een Europees probleem. “Water stroomt”, zegt ze. “Het houdt zich niet aan grenzen. Het stroomt door heel Europa, dus we moeten wel samenwerken.”  

Stelling 1: “Er is te weinig aandacht voor dreigingen als energieuitval, natuurbranden en dijkdoorbraken” 

Pierik is het eens met deze stelling. Hij vindt dat er te weinig aandacht is voor waterweerbaarheid en noemt het een cruciaal onderdeel voor het omgaan met de huidige geopolitieke situatie en klimaatverandering. Hij wijst op het probleem van de droogte en pleit ervoor om water beter vast te houden. “Water is cruciaal voor de voedselvoorziening. In periodes van droogte groeit er heel weinig. Om de voedselzekerheid op peil te houden, hebben we waterzekerheid nodig.”  

Vanuit het publiek wordt ook gereageerd. “Ik word getriggerd door de term voedselzekerheid. Er wordt steeds geroepen dat dit ontzettend belangrijk is. Maar heel veel van ons water gaat naar bloembollen, planten en tuinen. Dit wordt nu steeds bij elkaar gegooid en moet worden gescheiden.” Pierik bevestigt dat er inderdaad ook water nodig is voor de bloembollen en planten. Hij weet niet de exacte cijfers, maar “een substantieel deel van het water gaat echt naar de voedselvoorziening”, zegt hij. 

Ook Ter Laak is het eens met de stelling.  “Water is leven”, zegt ze. “We hebben het nodig voor energie- en watervoorziening.” In Europa wordt volgens haar goed nagedacht over waar de prioriteiten liggen tijdens een crisis. “Wie komt er als eerste en wie als laatste?” Dat zijn moeilijke vragen, vindt Ter Laak. Europa moet goed in beeld hebben hoe alles ervoor staat. “Bij volle graanschuren kun je er beter voor kiezen om de energievoorziening op peil te houden.” Dit zijn geen beslissingen die Europa van tevoren kan nemen. Alles hangt af van de context van dat moment, aldus Ter Laak.  

De waterschappen hebben veel dingen goed geregeld, vindt Lokin. Dat wordt ook bevestigd vanuit het publiek. “Waterschappen denken redelijk ver vooruit. Er staan in onze organisatie vijftig mensen via een piketregeling permanent klaar voor het geval er een calamiteit is.” Het is alleen niet duidelijk wat er gaat gebeuren als er meerdere calamiteiten tegelijkertijd plaatsvinden. Lokin benadrukt opnieuw de behoefte aan kaders. “Het is belangrijk dat we nieuwe dingen in de discussie afronden met een conclusie. Nu gooien we wat dingen in de lucht en dan leven we door. We moeten nieuwe normen stellen en daarnaar handelen.”  

Litjens benadrukt het belang van samenwerking. “Drinkwaterbedrijven hebben een heleboel raakvlakken. Niet alleen met de waterschappen, maar ook met andere bedrijven. Het is belangrijk dat we ons gezamenlijk voorbereiden op bedreigingen. Die integraliteit kan beter.” Tekke Panman springt daar op in. Hij vraagt zich af hoe dat zit in Flevoland. “Een groot deel van onze voedselvoorziening komt uit Flevoland. Defensie gaat nu bij Lelystad gevechtsvliegtuigen stationeren en een kazerne bouwen. Hiermee neemt het risico op een aanslag op de dijken en gemalen in Flevoland toe. Zijn de waterschappen hierover in gesprek met Defensie?” Volgens Lokin is het in dit geval aan Hetty Klaver, dijkgraaf van Zuiderzeeland, om hierover het gesprek aan te gaan. Wel doet hij een oproep aan de nationale politiek: “Kijk wat het betekent als je bepaalde functies op bepaalde plekken wilt vestigen. Dat geeft ons de gelegenheid om ons daarop te organiseren.” 

Stelling 2:  Het opstellen van een Nationaal weerbaarheidsplan is nodig om impuls te geven aan meer weerbare drinkwatersector. 

Het hangt ervan af wat er precies bedoeld wordt met een plan, reageert Litjens. “Als het betekent dat je met waterweerbaarheid ervoor zorgt dat er een robuuste watersector ontstaat of dat het belang daarvan op de agenda komt, dan is dat hartstikke goed. Maar zomaar een nationaal waterbeheerplan heeft weinig zin.” Lokin is meer een voorstander van continu werken aan waterveiligheid. “We zijn voor permanent bezig zijn met waterweerbaarheid. Ervoor zorgen dat je je huis op orde hebt. Helemaal standaard gaat dat niet worden.” 

Six Dijkstra is wél voorstander van een nationaal weerbaarheidsplan, mits dit continue wordt geüpdatet. “Zodat we onze weerbaarheid op orde hebben en elke keer weer kijken of het voldoet aan de huidige situatie. Want de bedreigingen veranderen natuurlijk ook de hele tijd.” 

Vanuit het publiek klinkt het: “Bij mij gaan er meteen twee rode vlaggen omhoog. De eerste is nationaal, dat moet internationaal worden. Want water is niet geïsoleerd. Ook moet plan framework zijn. Want je moet altijd ruimte laten om te kunnen improviseren.” Ook wordt de vraag gesteld: “Hoe goed is goed genoeg? Deze vraag dwingt je om te kwantificeren welk resultaat je wel en niet wilt. Als dat niet duidelijk is dan krijg je allerlei mensen die dan roepen ‘We doen het goed, maar het kan beter’. Dat klinkt leuk, maar zegt helemaal niks.” 

Chabot stelt de vraag meteen aan het panel. Panman vindt het lastige vraag. “Je moet eerst vaststellen wat je wilt bereiken. Wat wil je overeind houden. Dan kun je bekijken wat er nodig is.” Hij denkt niet dat de politiek dat kan en moet bepalen, maar de waterschappen. “Zij weten wat de kern is. De politiek moet hierbij vooral een faciliterende rol aannemen.” Six Dijkstra noemt het een vrij brede vraag. “Ik kan niet in een paar minuten uitleggen wat er allemaal nodig is. Ik denk dat de aankomende wetten – zoals wet weerbaarheid kritieke entiteiten en de beveilingswet – vrij goede richtsnoeren geven. Het uitgangspunt is dat ook bij grote storingen vitale processen 72 uur lang moeten kunnen doordraaien op voldoende niveau.” 

Vanuit Europa komt er een Water Resilience Plan, zegt Ter Laak. Maar ze vindt wel dat er een nationale vertaling van het Europese plan moet komen. Want wat betekent dit plan voor Nederland? “We zijn toch een delta waar het water naartoe stroomt. Als er in Duitsland een waterbedding wordt gemaakt waardoor er ineens heel veel water naar Nederland komt dan hebben wij ook een uitdaging. We zullen het samen gaan moeten doen.”  

“Het toverwoord is dus samenwerking”, besluit Chabot het debat. “We staan aan het begin van het proces: van alle onderzoeken, frameworks, en politiek. En dat we er een begin is, betekent natuurlijk ook dat er een vervolg komt. Daarom zeg ik alvast dat er op 3 november weer een Waterpoort komt.”  

Reactie Unie van Waterschappen op uiteenvallen coalitie: Grote vraagstukken kunnen niet wachten 

3 juni 2025

Op 3 juni is de PVV uit de coalitie gestapt, waarmee de val van het kabinet dichtbij is. De Unie van Waterschappen benadrukt in een reactie dat de grote opgaven, zoals op het gebied van het verbeteren van de waterkwaliteit, ruimte voor water, het oplossen van de stikstofimpasse en netcongestie, vragen om snelle oplossingen en dat uitstel geen optie is.

water-bodem-sturend-groen-landschap-molen-water-website.

Grote vraagstukken kunnen niet wachten 

Jeroen Haan, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Er spelen veel grote vraagstukken, bijvoorbeeld het verbeteren van de waterkwaliteit, stikstof en netcongestie. Ook zijn er zorgen over de waterveiligheid en ruimte voor water. Deze problemen vragen om snelle oplossingen. De waterschappen gaan nu kijken wat daarvoor nodig is, samen met andere partijen zoals provincies en gemeenten.”

Zorgen over uitstel  

“We zien nu een impasse door het uitblijven van een geborgde aanpak voor de stikstofproblematiek. Projecten van waterschappen staan stil of lopen vertraging op. Er zijn structurele en geborgde oplossingen nodig via duidelijke ruimtelijke keuzes en wetgeving. Dat het maken van die keuzes nu nog meer op de lange baan wordt geschoven is zorgelijk,” vervolgt Haan.  

Versnelling, geen vertraging  

Ook bij het verbeteren van de waterkwaliteit is een versnelling nodig en vertraging ongewenst. De kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater moet worden verbeterd. Niet alleen voor de gezondheid van de mens, maar ook van de natuur. “Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Maar het is vooral nodig dat het probleem wordt aangepakt bij de bron met duidelijk beleid, strenge eisen voor vergunningen en bijpassende wet- en regelgeving.” 
 
Er zijn ook oplossingen nodig voor het volle elektriciteitsnet (netcongestie), omdat er steeds meer elektriciteit nodig is voor het zuiveren van afvalwater en voor het omgaan met weersextremen, zoals droge perioden, hevige buien en een stijgende zeespiegel. 

Decentrale overheden: problemen wachten niet 

De provincies en gemeenten reageren in gelijke bewoordingen op het uiteenvallen van de coalitie: 

> Reactie van het IPO

> Reactie van de VNG
 
De Unie van Waterschappen zal samen met de medeoverheden richting een toekomstig kabinet belangrijke punten voor het waterbeheer in Nederland naar voren blijven brengen.  Ondertussen werken de waterschappen door aan veilige dijken, schoon en gezond water, en voldoende water.

Werkbezoek Tweede Kamerlid Henri Bontenbal rond thema energie

26 mei 2025

Tweede Kamerlid Henri Bontenbal bezocht op 26 mei de rioolwaterzuiveringinstallatie Kralingseveer van het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. Het werkbezoek stond in het teken van de rol van waterschappen in de energietransitie.

werkbezoek-rioolwaterzuiveringinstallatie-Kralingseveer-bontenbal

De fractievoorzitter van het CDA werd ontvangen door dijkgraaf Pieter van de Stadt van het hoogheemraadschap (HHSK). Vanuit de Unie van Waterschappen gaf directeur Meindert Smallenbroek een presentatie over de inzet van de Nederlandse waterschappen binnen de energietransitie, samen met directeur Martin Vink van HHSK.

Eigen energie-opwek

Vervolgens kreeg het gezelschap een rondleiding over de rioolwaterzuiveringinstallatie (rwzi) Kralingseveer door Peter van der Velde, specialist procesbeheer en onderhoud. Op deze zuivering liggen 1000 zonnepanelen. Bovendien werkt de rwzi volledig op eigen energie, door het opwekken van energie uit slib uit het zuiveringsproces. Een Themista® installatie kan het slib wat overblijft na het zuiveren van het rioolwater maximaal vergisten. Hierdoor blijft er minder restafval over en is er meer biogas, en dus energie, op te wekken uit dezelfde hoeveelheid slib.

Werkbezoeken

De Unie van Waterschappen organiseert regelmatig werkbezoeken voor Kamerleden bij waterschappen. Deze zijn bedoeld om inzicht te geven in actuele onderwerpen. En om de uitdagingen en belangen van de waterschappen goed op de politieke agenda te zetten.

Rapportage SDG 6 Nederland: er blijven flinke uitdagingen

Op woensdag 21 mei is de negende Nationale Rapportage over de 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) aangeboden aan de Tweede Kamer. Deze zeventien doelen vormen een wereldwijde agenda om van de wereld in 2030 een duurzamere en eerlijkere plek te maken. SDG 6 – schoon water en sanitair – is daar een essentieel onderdeel van: toegang tot veilig drinkwater, goede sanitaire voorzieningen en duurzaam waterbeheer zijn immers mensenrechten én eerste levensbehoeften.

Rivier in groen landschap

Luzette Kroon, bestuurslid Internationaal van de Unie van Waterschappen: “Gezond, schoon en voldoende water is een essentiële randvoorwaarde voor nagenoeg alle pijlers van bestaanszekerheid. Overstromingen, droogte en een gebrek aan schoon water nemen wereldwijd toe en vormen ook grote uitdagingen in Nederland. De SDG’s zorgen ervoor dat we nationaal én internationaal blijven samenwerken aan deze doelen. Waterkwaliteit, waterveiligheid en de nadruk op water en bodem bij ruimtelijke ontwikkelingen zijn daarin belangrijke prioriteiten.

Hans de Groene, directeur Vewin: “Voldoende schoon water voor iedereen, nu en in de toekomst. We hebben in Nederland op watergebied veel op orde, maar schoon en voldoende water brengt ook in Nederland nog veel uitdagingen met zich mee. Het is mooi dat Vewin zich samen met de Unie van Waterschappen in ons land kan inzetten voor SDG6; schoon water en sanitair.”

Gezamenlijke samenvatting

In Nederland zetten Vewin (de Vereniging van waterbedrijven in Nederland) en de Unie van Waterschappen zich als gezamenlijke alliantiecoördinatoren in voor de realisatie van SDG 6. In een gezamenlijke samenvatting presenteren zij hun bijdrage aan SDG 6 in 2024 – een belangrijke stap op weg naar een toekomst waarin schoon en voldoende water voor iedereen is gegarandeerd. Hieruit blijkt dat vooral op het gebied van waterkwaliteit nog forse uitdagingen bestaan in Nederland.

Waterkwaliteit en ecosystemen beschermen

Het gaat specifiek om de subdoelen 6.3 – waterkwaliteit- en 6.6 – ecosystemen beschermen en herstellen. Waterschappen en drinkwaterbedrijven benadrukken dat het van belang is dat de doelen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) worden gehaald. De uitstoot van stoffen naar bodem en water moet zo snel mogelijk worden verminderd of gestopt. In het bijzonder geldt deze oproep voor medicijnresten, zeer zorgwekkende stoffen (ZZS), PFAS, microplastics, nitraat uit mest en bestrijdingsmiddelen. Als de uitstoot van deze stoffen vermindert, worden ecosystemen beter beschermd.

Resultaten 2024 – SDG 6 Nederland

Uit de rapportage over SDG 6 in Nederland blijkt dat er in 2024 belangrijke resultaten zijn behaald. Voorbeelden zijn de landelijke ketenaanpak medicijnresten, het Platform Duurzame Glastuinbouw, het actieprogramma Water in Actie, het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030, en de voorbereidingen om te voldoen aan de herziene Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater. Tegelijkertijd blijven er flinke uitdagingen op het gebied van schoon en voldoende water. De kwaliteit van grond- en oppervlaktewater staat onder druk door vervuiling vanuit industrie, landbouw en huishoudens. Ook neemt de druk op de waterbeschikbaarheid toe door extremer weer, wat leidt tot meer wateroverlast, droogte en een toenemende vraag naar (drink)water.

Kijk voor meer informatie ook op:

Vijf moties uit tweeminutendebat Water aangenomen 

14 mei 2025

Verschillende Kamerleden dienden tijdens het tweeminutendebat Water moties in. Op 13 mei stemde de Tweede Kamer over deze moties en nam een aantal moties aan die relevant zijn voor het werk van de waterschappen. Om welke moties gaat het en hoe denken de waterschappen daarover?

water met blauwe lucht erboven

Doorlooptijd waterveiligheidsprojecten 

Op het gebied van waterveiligheid was er de motie van Pieter Grinwis (ChristenUnie) over de doorlooptijd van waterveiligheidsprojecten. Hij verzocht de regering om samen met de waterschappen en de sector een verkenning uit te voeren van mogelijkheden om de doorlooptijd van waterveiligheidsprojecten te verkorten. Hierbij gaat het met name om projecten binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Deze verkenning moet zich richten op een vereenvoudiging van de vergunningverlening, aanbesteding en governance van dergelijke projecten. In het najaar van 2025 moet de Kamer geïnformeerd worden over de resultaten. 

De waterschappen zijn, zoals de motie Grinwis benoemt, zeker voor kortere doorlooptijden. Maar dit is niet makkelijk te realiseren. De lange doorlooptijd komt met name door de koppeling aan de wet- en regelgeving met oog op de Omgevingswet, aanbestedingswetgeving en onderzoeken ten behoeve van vergunningverlening. Het is niet makkelijk om de winst in projecten te halen en zal leiden tot aanpassing van (Europese) wet- en regelgeving. 

Impact riooloverstorten op waterkwaliteit 

Cor Pierik (BBB) diende drie moties in. De eerste motie, over de impact van riooloverstorten op de waterkwaliteit, diende hij samen met Aant Jelle Soepboer (NSC) in. Ze verzochten de regering om in kaart te brengen waar overstorten plaatsvindt in wateren die vallen onder de Kaderrichtlijn Water (KRW), en om het effect op de waterkwaliteit te onderzoeken aan de hand van metingen.

Volgens de waterschappen is de vervuiling van riooloverstorten vooral een tijdelijk effect van hevige regenval. In het algemeen blijkt uit berekeningen dat overstorten landelijk hooguit voor een paar procent van de totale fosfaat- en stikstofbelasting zorgt. In stedelijk water kan het aandeel groter zijn. Daarom is het belangrijk om ze goed te monitoren en waar mogelijk terug te dringen. 

Coördinerend functionaris waterkwaliteit 

De tweede motie van Pierik ging over de aanstelling van een coördinerend functionaris waterkwaliteit. Pierik verzoekt de regering om te onderzoeken of en hoe een coördinerend functionaris kan worden aangesteld. Deze moet zorgdragen voor de afstemming tussen de verschillende departementen en decentrale overheden op het gebied van waterkwaliteit.

De waterschappen staan positief tegenover deze motie. In de praktijk is de verdeling van verantwoordelijkheden op het gebied van waterkwaliteit over meerdere partijen vaak complex. Ook de waterschappen lopen er regelmatig tegen aan dat partijen langs elkaar werken. Dat is niet effectief met het oog op het behalen van de waterkwaliteitsdoelen. Het werkt soms zelfs ondermijnend.    
Een coördinerend functionaris kan de afstemming tussen de verschillende departementen en decentrale overheden op het gebied van waterkwaliteit verbeteren. Maar deze moet wel voldoende vrijheid, ruimte en tijd krijgen om deze rol goed uit te kunnen oefenen. 

Effect invasieve exoten 

Ook bracht Pierik een motie in over de invloed van invasieve exoten, waaronder de Amerikaanse rivierkreeft, en of die de doelstellingen van de KRW belemmeren. Hierin verzoekt hij de regering om dit per waterschap in beeld te brengen.

Voor de waterschappen is het erg lastig om precies in beeld te brengen wat het exacte effect van invasieve exoten op het halen van de KRW-doelen is. Want vaak bepaalt een samenspel van diverse factoren de waterkwaliteit. Het isoleren van de bijdrage van invasieve exoten in dit proces is dan ook niet eenvoudig. De waterschappen proberen dit zo goed mogelijk inzichtelijk te krijgen. 

Extra inzet vergunningen 

Tot slot de motie van Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA) en Aant Jelle Soepboer (NSC) over extra inzet voor het overzichtelijk maken, herzien en actualiseren van lozings- en onttrekkingsvergunningen. Vóór de zomer moet de regering rapporteren over waar de extra inzet uit gaat bestaan.

De waterschappen wijzen erop dat waterbeheerders al bezig zijn met het bezien en herzien van de lozingsvergunningen. Hierbij is er extra aandacht en prioriteit voor de KRW-relevante vergunningen.