Unie van Waterschappen en Vewin roepen op tot strenger stoffenbeleid  

15 september 2025

De Unie van Waterschappen en Vewin stelden op 12 september het gezamenlijke position paper over de herziening van de Europese REACH-verordening vast. Hiermee roepen zij de Europese Commissie op tot een krachtiger beleid voor chemische stoffen, om waterkwaliteit en drinkwaterbronnen beter te beschermen.

Persoon met blauwe handschoenen houdt twee grote glazen flessen omhoog: de ene bevat troebel, ongezuiverd water en de andere helder, gezuiverd water.

REACH-verordening tegen schadelijke stoffen 

De REACH-verordening is het belangrijkste instrument van de EU om schadelijke stoffen vroegtijdig te identificeren en te reguleren. Toch komen gevaarlijke stoffen nog te vaak in het milieu terecht en raken oppervlaktewater en drinkwaterbronnen vervuild.  
 
Sander Mager, vicevoorzitter van de Unie van Waterschappen: “Als we schadelijke stoffen niet bij de bron aanpakken, blijven we als samenleving achter de feiten aanlopen. Zuiveren alléén is nooit de oplossing: de sleutel ligt bij een toelatingsbeleid dat schadelijke stoffen zoveel mogelijk voorkomt bij de bron. Alleen zo beschermen we mens, dier en natuur.” 

Standpunten Unie en Vewin 

De Unie en Vewin pleiten onder meer voor: 

  • Groepsgewijze beoordeling van chemische stoffen. Dit voorkomt dat de ene schadelijke stof wordt vervangen door een vergelijkbare stof. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de duizenden soorten PFAS. 
  • Invoering van een methode die ook de gecombineerde effecten van stoffen meeneemt. 
  • Snellere en effectievere procedures om gevaarlijke stoffen te beperken of te verbieden. 
  • Het aanwijzen van schadelijke stoffen die slecht afbreken en zich gemakkelijk verspreiden (zogenoemde PMT- en vPvM-stoffen) als ‘zeer zorgwekkende stoffen’. Zo kunnen deze sneller worden beperkt of verboden. 
  • Een universeel verbod op PFAS om verdere vervuiling van het milieu te voorkomen. 

Herziening REACH 

De herziening van REACH staat gepland voor het vierde kwartaal van 2025. Met dit gezamenlijke standpunt willen de Unie en Vewin de belangen van de Nederlandse watersector krachtig onder de aandacht brengen bij de Europese Commissie in Brussel.

> Naar het volledige position paper ‘Towards a stronger EU chemicals policy to protect water resources’ 

Waterschappen kritisch op 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn: ‘Onvoldoende om doelen waterkwaliteit te halen’

12 september 2025

De waterschappen vinden dat het concept 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn ontoereikend is om de waterkwaliteitsdoelen te halen. Het plan om de belasting van het water door meststoffen uit de landbouw te verminderen, en te voldoen aan Europese verplichtingen, schiet volgens de waterschappen op belangrijke punten tekort. De gezamenlijke inspraakreactie is inmiddels met de minister van Landbouw, Visserij, Voedsel en Natuur gedeeld.

luchtfoto-boerderij-artikel-over-stikstof

“Dit programma is zo niet toekomstbestendig en brengt grote risico’s met zich mee. Zonder stevige bijsturing halen we de waterkwaliteitsdoelen weer niet en schuift de minister de rekening door naar de regio én naar de toekomst. Dat is onacceptabel,” zegt Sander Mager, vicevoorzitter van de Unie van Waterschappen. “We hebben landelijke regie nodig, met duidelijke kaders en voldoende middelen. Alleen zo voorkomen we dat de aanpak versnipperd raakt en het vertrouwen in het beleid verder afbrokkelt.” aldus Mager.

Onvolledig en onvoldoende effectief

Cruciale onderdelen van het actieprogramma zijn nog niet uitgewerkt, zoals de aanpassing van stikstofgebruiksnormen en behoud van grasland. Ook de samenhang met andere Nederlandse en Europese verplichtingen, zoals het stikstofbeleid en het beleid rond gewasbeschermingsmiddelen en natuurbescherming, is onvoldoende uitgewerkt. Daardoor is niet duidelijk wat de effecten zijn op het behalen van de doelen en op mogelijke neveneffecten.

Bovendien blijkt uit een eigen analyse van het ministerie dat de doelen voor grond- en oppervlaktewater met de maatregelen wederom niet worden gehaald. In bepaalde regio’s blijven nitraatconcentraties structureel boven de norm van 50mg/l, ook in 2030 en 2045. Voor oppervlaktewater is de bijdrage daarnaast beperkt en onzeker. Versoepelingen, zoals het versmallen van bufferstroken, brengen zelfs het risico van achteruitgang met zich mee, wat haaks staat op het achteruitgangsverbod in de KRW. Dit alles maakt het programma in de huidige vorm ontoereikend.

Aandachtsgebieden onvoldoende onderbouwd

Een belangrijk pijnpunt is de aanwijzing van zogenoemde aandachtsgebieden. De landelijke analyse waarop deze aanwijzing is gebaseerd, wijkt soms fors af van wat de waterschappen regionaal waarnemen. Ook worden vraagtekens geplaatst bij de gehanteerde uitgangspunten voor de landelijke analyse. Dit kan leiden tot gebieden die ten onrechte wel of niet worden aangewezen. Dat is moeilijk uitlegbaar aan agrariërs en andere belanghebbenden en is juridisch kwetsbaar. Bij de aanwijzing van NV-gebieden is eerder gebleken dat dit tot grote onrust en verzet kan leiden. De waterschappen pleiten voor een zorgvuldiger route: eerst de landelijke analyse verbeteren, zodat de resultaten beter aansluiten bij de regionale werkelijkheid. Dat vraagt extra tijd, inzet en samenwerking met waterschappen en provincies. De aanwijzing van aandachtsgebieden dient volgens de waterschappen daarom te worden uitgesteld, zodat eerst de methode kan worden aangescherpt en gebiedskennis kan worden benut.

Niet afwentelen op regio

Door de ontoereikende effectiviteit van het programma ontstaat zo een aanzienlijke restopgave voor nutriënten in oppervlaktewater. De minister wentelt de verantwoordelijkheid vrijwel volledig af op de regio, terwijl de opgave daar niet uitvoerbaar is. Die opgave is overigens door de minister niet volledig in beeld gebracht. Zo dreigen provincies en waterschappen door het ontbreken van deugdelijk rijksbeleid verantwoordelijk te worden voor een nog niet goed onderbouwde opgave en zonder daarvoor de instrumenten en middelen te krijgen. De waterschappen benadrukken dat de primaire verantwoordelijkheid bij het Rijk ligt. Alleen met landelijke regie, heldere kaders en passende financiering kan worden voorkomen dat het probleem eenzijdig bij provincies en waterschappen op het bord terechtkomt.

Oproep aan het minister

De waterschappen roepen het ministerie op om het programma fors aan te passen zodat de doelen wél worden gehaald. Dat betekent: aanvullende maatregelen in kwetsbare regio’s, een juridische toets op het KRW-achteruitgangsverbod, waarborgen bij versoepelingen en een integrale uitwerking met andere beleidsopgaven, zoals stikstof en natuurherstel. Alleen met een robuust en volledig programma kan Nederland voldoen aan de Europese verplichtingen. En wordt voorkomen dat de rekening bij de regio belandt.

> Lees de volledige inspraakreactie

Bezoek Raad van State aan waterschappen in het teken van uitvoerbaarheid milieuwetgeving 

10 september 2025

Op woensdag 10 september 2025 ontving de Unie van Waterschappen vertegenwoordigers van de afdeling advisering van de Raad van State voor een themadag over de uitvoerbaarheid van milieuwetgeving. Centraal stond de vraag hoe regelgeving, met name op het gebied van water, aansluit bij de praktijk van de waterschappen.

Vertegenwoordigers van de Raad van State staan op een metalen loopbrug van rioolwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder met uitzicht op de bassins, terwijl een medewerker uitleg geeft. De lucht is deels bewolkt.

Juridische ontwikkelingen en beleidsmatige ontwikkelingen 

De dag begon op het kantoor van de Unie van Waterschappen in Den Haag. Hier heette Meindert Smallenbroek, algemeen directeur van de Unie, de deelnemers welkom. De ochtend stond in het teken van verdieping, met bijdragen van Herman Havekes (strategisch adviseur), Lotte Bruininks-de Boer (Raad van State), en beleidsadviseurs Michael Bentvelsen en Jeroen Smit. Zij namen de deelnemers mee in de juridische kaders en beleidsmatige ontwikkelingen, waaronder de Kaderrichtlijn Water. 

Belang van de lobby 

Ook werd ingegaan op het belang van een goede lobby en samenwerking met het Rijk. Maarten Crul, trainee lobby, lichtte toe hoe de Unie zich inzet om wet- en regelgeving uitvoerbaar te houden voor de waterschappen. 

Bezoek aan zuivering en dijkversterking 

Na de lunch reisde het gezelschap per bus naar twee praktijklocaties. Bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder kregen de deelnemers een rondleiding en uitleg over de gevolgen van milieuregels voor zuiveringsprocessen. Aansluitend brachten zij een bezoek aan het dijkversterkingsproject Katwijkerlaan in Pijnacker-Nootdorp. Daar bespraken de aanwezigen hoe wetgeving invloed heeft op de planning, vergunningverlening en uitvoering van waterveiligheidsprojecten. 

Uitvoerbare regelgeving 

De dag bood waardevolle inzichten in de dagelijkse praktijk van de waterschappen en het belang van uitvoerbare regelgeving. “De verbinding tussen beleid en uitvoering is essentieel”, aldus Jeroen Smit, beleidsadviseur bij de Unie van Waterschappen. “Dit bezoek helpt om beter inzicht te geven in de uitdagingen én oplossingen die waterschappen tegenkomen in de praktijk.” 

Met deze bijeenkomst is een belangrijke stap gezet in het versterken van de samenwerking tussen waterschappen en het Rijk, met oog voor haalbaarheid, effectiviteit en uitvoerbaarheid van wetgeving. 

Waterschappen pleiten voor samenhangend waterbeleid

Op 24 september staat het commissiedebat Water op de agenda van de Tweede Kamer. In de aanloop naar dit debat roepen de waterschappen op tot meer samenhang in het landelijke waterbeleid. Ze vragen nadrukkelijk aandacht voor drie urgente thema’s die de waterkwaliteit beïnvloeden: landbouwemissies, PFAS-vervuiling en de Amerikaanse rivierkreeft.

Gemaal met twee grote vijzels in een woonwijk, omringd door watergangen en rijtjeshuizen, als symbool voor het Nederlandse waterbeleid dat centraal staat in het commissiedebat Water.

Gebrek aan samenhang belemmert waterkwaliteitsdoelen

Waterschappen werken dagelijks aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Landelijk spelen verschillende cruciale dossiers die van invloed zijn op de waterkwaliteit en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Het ontbreekt aan visie en integraal beleid op thema’s zoals stikstof, mest en gewasbeschermingsmiddelen. Zonder samenhang tussen deze thema’s wordt het lastig om de KRW-doelen te halen.

Focus op landbouwemissies

Het huidige mestbeleid schiet tekort. Binnen het 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn ontbreekt een toets op het KRW-achteruitgangsverbod. Zo stelt het programma voor om bufferstroken te versmallen in gebieden waar de nitraatrichtlijn net wordt gehaald, terwijl deze stroken juist bijdragen aan het behalen van KRW-doelen. Daarom vragen de waterschappen om een samenhangend pakket maatregelen en vragen de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) om hierover in gesprek te gaan met zijn collega van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).

Strengere aanpak PFAS

In november 2024 riepen de waterschappen in een brandbrief op tot meer Rijksregie bij de aanpak van PFAS-vervuiling. Een landelijke PFAS-coördinator moet de afstemming met decentrale overheden coördineren. Ook is er meer tempo en daadkracht nodig, evenals een samenhangend normenkader en internationale afspraken met België en Duitsland. De aangekondigde programmatische aanpak en het gedeeltelijke verbod op PFAS-producten zijn een stap vooruit, maar de waterschappen blijven pleiten voor een totaalverbod.

Amerikaanse rivierkreeft bedreigt waterkwaliteit

Tot slot beïnvloedt ook de Amerikaanse rivierkreeft de waterkwaliteit. Deze invasieve exoot eet waterplanten en woelt in bodem en oevers, waardoor het water troebel wordt. Ook raakt het ecologisch evenwicht hierdoor verstoord. De waterschappen willen de populatie terugbrengen tot een beheersbaar niveau en vragen het ministerie van LVVN om middelen en capaciteit vrij te maken voor de bestrijding.

Oproep aan de politiek

Met deze punten doen de waterschappen een dringend beroep op de Kamer en de ministers van IenW en LVVN om beleid beter op elkaar af te stemmen. Alleen met een integrale aanpak kunnen de KRW-doelen dichterbij komen.

> Naar Inbreng commissiedebat Water

Waterschappen: Geborgde aanpak natuurherstel vereist meer dan alleen budget 

3 september 2025

De Unie van Waterschappen onderschrijft de conclusies uit de recente reflectie van het kennisconsortium – bestaande uit PBL, WUR, Deltares en RIVM – op het maatregelenpakket ‘spoor 2’ van de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel (MCEN).

Polder landschap met weide, water en natuur- stikstof

Bufferzones buiten natuurgebieden nodig

Het rapport bevestigt dat het huidige pakket onvoldoende is om structureel en geborgd natuurherstel te realiseren. Voor effectief natuurherstel is een integrale aanpak nodig, ook buiten natuurgebieden. Zonder robuuste bufferzones en samenhang tussen vernatting, waterkwaliteit, leefgebieden en stikstofreductie blijft het pakket ontoereikend. Een zone van 250 meter rond natuurgebieden is een stap, maar lost niet alle knelpunten op. 

Monitoring, rolverdeling en bijsturing  

Daarnaast is meer budget slechts één randvoorwaarde. Geborgd natuurherstel vraagt om een langjarige planning, monitoring en bijsturing. Ook is er een duidelijke rolverdeling tussen Rijk, provincies, waterschappen en grondeigenaren nodig, evenals de bereidheid om ruimtelijke instrumenten uit de Omgevingswet in te zetten. 

Versterking gebiedsgerichte maatregelen 

De waterschappen wijzen op het aanbod aan waterbeheermaatregelen die natuurherstel kunnen realiseren, met oog voor schoon water (doelen uit de Kaderrichtlijn Water), doelgericht grondbeleid en herstel van de grondwaterbalans in overgangsgebieden. Dit sluit aan bij de oproep in het rapport om gebiedsgerichte maatregelen te versterken. 

Bouwsteen landbouw 

Om de impasse te doorbreken hebben de waterschappen samen met IPO, LTO, NAJK en VNG de bouwsteen landbouw ondertekend, die uitgaat van een geborgde aanpak. Deze bouwsteen is een stap in de goede richting, maar aanvullende maatregelen blijven noodzakelijk. 

Bouwsteen natuur 

Daarom werken de waterschappen samen met provincies, gemeenten en natuurorganisaties aan een bouwsteen natuur. Om de MCEN-doelen daadwerkelijk te halen, moet er een generiek pakket aan geborgde maatregelen komen. 

Toekomstbestendige aanpak 

De Unie van Waterschappen blijft zich inzetten voor samenwerking met medeoverheden en gebiedspartners. Alleen samen kan worden gezorgd voor een juridisch houdbare en toekomstbestendige aanpak van natuurherstel en stikstofreductie. 

Rapportage ‘De Staat van Ons Water’ aangeboden aan Tweede Kamer

1 augustus 2025

Eind juli stuurde Minister Tieman (IenW) de Tweede Kamer de Verzamelbrief Water. Met deze kamerbrief informeert de minister de kamer over de stand van zaken en ontwikkelingen die betrekking hebben op het waterdomein. Als onderdeel hiervan is ook de rapportage ‘De Staat van Ons Water (2024)’ aangeboden. Deze rapportage geeft een overzicht van de werkzaamheden en ontwikkelingen binnen het waterbeleid van 2024. Zo laat het zien hoe waterschappen dijken versterken, de waterkwaliteit verbeteren en werken aan natuurherstel.



Extra investeringen in sterke dijken
‘De Staat van Ons Water’ belicht onder andere de voortgang van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken. Bij de dijkversterking wordt rekening gehouden met de gevolgen van klimaatverandering. De kans op extreem weer neemt toe. Daarom wordt een financieel knelpunt van circa 2,5 miljard euro verwacht voor projecten tussen 2030 en 2036. Extra budget is nodig om deze projecten tijdig te kunnen opstarten en het tempo van het HWBP vast te houden.

Het Rijk en de waterschappen dragen hier samen de verantwoordelijkheid voor. Eind 2024 maakten de waterschappen bekend 1,25 miljard euro extra te investeren. Het Rijk stelde via de Voorjaarsnota 1 miljard euro uit het Deltafonds beschikbaar. De waterschappen dringen er echter op aan om ook de resterende 250 miljoen vrij te maken en niet te krap te begroten.

Waterkwaliteit moet beter
De rapportage benoemt ook de investeringen van waterschappen in  rioolwaterzuiveringsinstallaties. Hiermee willen ze beter nutriënten en medicijnresten uit het water kunnen filteren. ‘De Staat van Ons Water’ verwijst hierbij naar de tussenevaluatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Daaruit blijkt dat er al veel is gerealiseerd. Maar ook dat de waterkwaliteit nog niet het gewenste niveau heeft bereikt.

Waterkwaliteitsdoelen en stikstofreductie hand in hand
De waterschappen willen dat waterkwaliteitsdoelen beter worden geïntegreerd in andere beleidsgebieden, zoals landbouw en ruimtelijke ordening. Ze pleiten ook nadrukkelijk voor een mestbeleid dat aansluit bij de KRW. Volgens de waterschappen moeten waterkwaliteitsdoelen en stikstofreductie hand in hand gaan.

In 2024 hebben de waterschappen dit punt al onder de aandacht gebracht bij het kabinet. Inmiddels is duidelijk geworden dat de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel geen concrete plannen heeft opgeleverd. Dit zorgde voor grote teleurstelling bij de waterschappen. Ze blijven dan ook hameren op een geborgde, integrale aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel.

Waterbeheer: nooit klaar
Met de nieuwe rapportage ‘De Staat van Ons Water’ geeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een breed overzicht van actuele vraagstukken in de watersector. “Het laat zien dat we nooit klaar zijn. Het laat ook zien dat we heel veel kennis en expertise in huis hebben om met vertrouwen naar de toekomst te kijken.”

> Lees de Staat van ons Water 2024

Waterschappen pleiten voor maatwerk in overgangsgebieden 

25 juni 2025

De Tweede Kamer heeft op 25 juni naar aanleiding van het commissiedebat over stikstof drie moties aangenomen. De moties onderstrepen het belang van een integrale, gebiedsgerichte aanpak in de overgangsgebieden rond Natura 2000-gebieden. “De waterschappen steunen deze oproep en benadrukken dat niet alleen stikstof, maar ook verdroging en waterkwaliteit bepalend zijn voor het herstel van natuur”, aldus de Unie van Waterschappen.

Landschapsfoto van een groene, landelijke omgeving met een kronkelende rivier op de voorgrond. Koeien grazen in de weilanden, en op de achtergrond zijn bomen en een rij huizen zichtbaar onder een blauwe hemel met lichte bewolking.

Overgangsgebieden 

Om effectief natuurherstel mogelijk te maken, zijn er maatregelen nodig in landbouwgebieden buiten de grenzen van Natura 2000-gebieden. Denk aan peilbeheer, het infiltreren van regenwater of het beperken van grondwateronttrekking. Deze maatregelen kunnen op gespannen voet staan met de wettelijke taak van waterschappen om de landbouw te faciliteren. Daarom is het essentieel dat het Rijk, de provincies en gemeenten publiekrechtelijke afspraken maken over een gecombineerde functie van landbouw en natuur in overgangsgebieden. Zo kunnen waterschappen hun beheer beter afstemmen op beide belangen. 

Waterkwaliteit en droogtebestrijding 

De motie van Podt (D66) pleit voor het op orde brengen van de randvoorwaarden voor gebiedsspecifieke zonering. Ook roept de motie op om de inzet van fondsen – zoals de 600 miljoen euro voor de Peel en de Veluwe – niet te beperken tot stikstofmaatregelen op het boerenerf, maar deze ook beschikbaar te stellen voor maatregelen op het gebied vanwaterkwaliteit en droogtebestrijding. 

Agrarisch natuurbeheer en Kaderrichtlijn Water

Daarnaast ondersteunt de Unie van Waterschappen de motie van Grinwis (CU), die oproept tot extra budget voor de uitbreiding van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) in 2026. ANLb-maatregelen – zoals randenbeheer, bodembeheer en ecologisch slootschonen – dragen concreet bij aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). 

Robuust en toekomstbestendig landelijk gebied 

De Unie van Waterschappen roept het Rijk op om ruimte te bieden voor maatwerk, zodat provincies, waterschappen en gebiedspartners gezamenlijk kunnen werken aan een robuust en toekomstbestendig landelijk gebied. 

Stimuleringsbudget ondersteunt innovaties in emissiebeperking

17 juni 2025

Met het Stimuleringsbudget Emissiebeperking Open Teelten en Veehouderij steunen de waterschappen agrarische initiatieven die bijdragen aan minder emissies en betere waterkwaliteit. Onlangs kende een commissie tijdens de beoordelingsronde financiële ondersteuning toe aan twee projecten.



Om de waterkwaliteit te verbeteren stellen de waterschappen tot en met 2027 jaarlijks 280.000 euro beschikbaar. Een paar keer per jaar buigt een commissie, met onder meer vertegenwoordigers van de waterschappen, zich over de aanvragen voor het Stimuleringsbudget Emissiebeperking Open Teelten en Veehouderij. Tijdens de afgelopen beoordelingsronde kende de commissie financiële steun toe aan precisiebemesting met druppelirrigatie en een slimme klep tegen erfemissie.

Bemesten met druppelirrigatie

Het eerste goedgekeurde project onderzoekt het toedienen van meststoffen met ondergrondse druppelirrigatie in de ruwvoerteelt. In 2024 startte voer- en adviesbedrijf GIJS op het Melkvee Innovatie Centrum Klaver4 een meerjarige proef op grasland. Hierbij worden zowel water als gefilterde drijfmest ondergronds toegediend in plaats van traditionele bovengrondse bemesting. Deze precisiebemesting zorgt ervoor dat het gewas nauwkeuriger en op het juiste moment wordt gevoed. De verwachte voordelen zijn minder verdamping, tot 40 procent minder uitspoeling naar het grondwater en een reductie van ammoniakemissie.

Slimme klep tegen erfemissie

Daarnaast geeft de commissie steun aan de doorontwikkeling van een sensor gestuurde klep die erfemissie voorkomt. Bosch Beton ontwikkelde dit systeem in samenwerking met Broos Water, Sensileau en een groep melkveehouders. Het maakt automatisch onderscheid tussen schoon regenwater en vervuild percolaatwater of perssap bij voeropslagen. Zo voorkomt het systeem dat vervuild water in het oppervlaktewater terechtkomt. De eerste resultaten tonen aan dat de slimme klep effectief bijdraagt aan emissiereductie van nutriënten in het oppervlaktewater.

Stimuleringsbudget Emissiebeperking Open Teelten en Veehouderij

Elk jaar vinden meerdere beoordelingsrondes plaats. De volgende ronde staat gepland voor 30 juni 2025. Meer informatie over de regeling en de voorwaarden is te vinden op de website van STOWA. Aanvragen worden beoordeeld door een commissie van waterschapsvertegenwoordigers.

Stimuleringsbudget Emissiebeperking Glastuinbouw

Naast het Stimuleringsbudget Emissiebeperking Open Teelten en Veehouderij geven de waterschappen ook steun aan de glastuinbouw. Dit doen ze met het Stimuleringsbudget Emissiebeperking Glastuinbouw. Dit budget is gericht op (onderzoeks)projecten die bijdragen aan emissiebeperking en het realiseren van een nullozing van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Op 1 juli en 25 november vinden de beoordelingsrondes plaats. Voorstellen moeten minimaal drie weken van tevoren worden ingediend. Bekijk de volledige regeling, de criteria en het aanvraagformulier op de projectpagina van STOWA.

Waterschappen sturen inzet naar partijen voor Tweede Kamerverkiezingen

13 juni 2025

In aanloop naar de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober 2025 zijn de waterschappen gestart om hun belangrijkste standpunten te delen met de programmacommissies van de politieke partijen. De Unie van Waterschappen vraagt aandacht voor urgente wateropgaven zoals droogte, wateroverlast, vervuiling en de noodzaak tot dijkversterking.

stempotlood-rood-water-druppel-verkiezingen

De waterschappen roepen een nieuw kabinet op om te investeren in maatregelen die bijdragen aan een veilige, gezonde en leefbare leefomgeving. “Water is geen detail, maar fundament”, stelt de Unie. Daarom moet water en bodem sturend zijn bij de inrichting van Nederland.

Ruimtelijke keuzes mét water in de hoofdrol

De woningbouwopgave vraagt om snelheid, maar óók om zorgvuldigheid. Waterschappen pleiten voor duidelijke kaders aan de voorkant, zodat bouwen waterveilig en klimaatbestendig gebeurt. Dit voorkomt schade en versnelt procedures.

Toekomstbestendige dijken en vitale infrastructuur

De grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken is in volle gang. Om Nederland te blijven beschermen tegen overstromingen, is structureel extra budget nodig. Ook vragen waterschappen om investeringen in een robuuste infrastructuur, zodat Nederland weerbaar is tegen weersextremen, cyberdreigingen en militaire risico’s.

Water als kans voor landelijk gebied en natuurherstel

Waterschappen investeren de komende jaren 1,4 miljard euro in watermaatregelen die bijdragen aan natuurherstel, klimaatadaptatie en een vitaal landelijk gebied. Het Rijk moet deze inzet ondersteunen met passend beleid en middelen.

Schoon water begint bij bronaanpak

Ondanks goede zuivering komen schadelijke stoffen nog te vaak in het water terecht. Waterschappen pleiten voor een strenger stoffenbeleid, inclusief een verbod op PFAS en betere toelatingseisen voor gewasbeschermingsmiddelen.

Rijksregie is nodig

Voor het halen van waterkwaliteitsdoelen, natuurherstel én versnelling in woningbouw is rijksregie essentieel. Waterschappen vragen om daadkracht, duidelijk beleid en oog voor uitvoeringskracht in de regio.

De oproep is helder: investeer nú in water. Waterschappen staan klaar om samen te bouwen aan een toekomstbestendig Nederland.

> Lees de complete inzet #WatWaterschappenWillen

Belasting op zuiveringsslib slecht voor waterkwaliteit

10 juni 2025

Het demissionaire kabinet is van plan om de vrijstelling voor het verbranden van zuiveringsslib binnen de afvalstoffenbelasting af te schaffen. Dit staat waarschijnlijk in het Belastingplan 2026 en levert de schatkist naar schatting € 11 miljoen per jaar op.

RWZI_Amersfoort-slib-zuiveringsslib

Slib is een afvalproduct dat overblijft na de rioolwaterzuivering, dat anders in het oppervlaktewater zou komen. Schoner water uit de zuivering betekent dat er meer slib naar de verbranding gaat.

Ten koste van de waterkwaliteit

Waterschappen doen hun uiterste best om het afvalwater zo goed mogelijk te zuiveren zodat het oppervlaktewater in Nederland gezond blijft voor de mens en het milieu. Daarvoor halen ze zoveel mogelijk stikstof, fosfaat en ander vuil uit het water. Dit slib is afval en moet volgens de wet verbrand worden. De voorgenomen afschaffing van de vrijstelling kan deze inspanningen onder druk zetten. Het risico bestaat dat de waterschapsbelastingen voor inwoners en bedrijven nog verder stijgen. Daarmee dreigt een maatregel die bedoeld is om inkomsten voor het Rijk te genereren, onbedoeld ten koste te gaan van de investeringen voor de leefbaarheid van ons land.

Terugwinning van fosfaat

Een argument dat genoemd wordt om de vrijstelling voor zuiveringsslib af te schaffen, is dat waterschappen en slibverwerkers zo gestimuleerd worden om fosfaat terug te winnen. Dit is een onjuiste redenatie. Fosfaatterugwinning vindt namelijk al plaats, zowel in het zuiveringsproces als bij de verbranding van slib. Een afvalstoffenbelasting op zuiveringsslib draagt niet bij aan het vergroten van deze terugwinning. Om deze milieudoelstelling wél te kunnen bereiken is een mogelijk alternatief: een importheffing op (niet circulair) fosfaat uit buitenlandse mijnen. Dit zorgt voor directe inkomsten voor het Rijk. En stimuleert de marktpositie van circulair fosfaat dat de waterschappen en slibverwerkers terugwinnen.