(Inter)nationale samenwerking sleutel bij waterweerbaarheid 

4 juni 2025

“Wie heeft er al een noodpakket?” Met die vraag opent Splinter Chabot Waterpoort. Geen rare vraag, want door klimaatverandering en geopolitieke spanningen neemt de dreiging toe. Denk aan de overstromingen in Limburg en stroomstoringen in Spanje en Frankrijk. In hoeverre is de watersector voorbereid?

Een goedgevulde zaal luistert aandachtig naar Splinter Chabot, Vincent Lokin (bestuurslid Unie van Waterschappen) en Pieter Litjens (voorzitter Vewin). Ze staan voor een groot scherm in Nieuwspoort. De sfeer is zakelijk en betrokken. De deelnemers zitten in een halve cirkel, wat een interactieve setting suggereert.

Op 26 mei organiseerden de Unie van Waterschappen en Vewin bij Nieuwspoort een nieuwe editie van Waterpoort. Met een boordevol programma: een mini-college over waterweerbaarheid, een korte film over de voorbereidingen van Vewin en de waterschappen, en tot slot een debat met Eerste en Tweede Kamerleden, een Europarlementariër en het publiek. Waterweerbaarheid is een mooi, interessant en belangrijk onderwerp, vindt gespreksleider Splinter Chabot. 

Watersector maakt zich zorgen 

We leven in een onvoorspelbare wereld. Zowel Pieter Litjens, voorzitter van de vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), als Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, maken zich zorgen. Litjens: “We zien de laatste tijd steeds vaker stroomstoringen – door sabotage in Zuid-Frankrijk en de grote storing in Spanje. Het is niet meer denkbeeldig; het komt in de praktijk gewoon voor.”  

Bij drinkwaterbedrijven en waterschappen staat weerbaarheid dan ook hoog op de agenda. “We werken hard aan waterveiligheid. Het is een continue, risicogestuurd proces”, zegt Vincent Lokin. “Ik zal niet zeggen dat we kwetsbaar zijn, maar we weten ook niet of we het huis voldoende op orde hebben.” Hij wil daarom meer duidelijkheid vanuit de politiek. “We zitten in een tussenfase, tussen vrede en oorlog; wat dat precies betekent weten wij niet. Het helpt als dit geduid wordt, zodat wij ons kunnen organiseren om op dat niveau voorbereid te zijn.”   

Mini-college Waterweerbaarheid: Reële dreiging of paranoia 

De zorgen over klimaatverandering en geopolitieke spanningen zijn niet onterecht. Dat blijkt uit het mini-college van Louise van Schaik, Head of Unit EU & Global Affairs bij Clingendael. Hierin behandelt ze in sneltreinvaart de gevolgen van klimaatverandering en hybride dreigingen. Wat betreft klimaat ziet ze vooral uitdagingen op het gebied van zeespiegelstijging en droogte. Hier heeft Nederland de zaken goed op orde, maar bij hybride dreigingen ligt dat anders. 

“In Nederland en West-Europa zijn we niet gewend dat ons grondgebied en onze vitale infrastructuur onder druk komen te staan”, zegt Van Schaik. “Dergelijke dreigingen hebben we decennialang niet gevoeld.” Er zijn voorbeelden te over: van fake news en cyberaanvallen tot bedrijfsspionage en aanslagen. Ook specifiek voor water. Van Schaik noemt onder andere de opgeblazen Kakhovka-dam in Oekraïne en watervergiftiging bij een NAVO-kazerne in Duitsland.  

De watersector staat volgens Van Schaik voor de opgave om weerbaarder te worden. En die uitdagingen liggen niet alleen op het gebied van cybersecurity. Maar ook op het gebied van apparatuur – “Kopen we nog Chinese waterpompen?” – én bij de mensen zelf. Zij moeten ook weerbaarder worden en anders gaan denken. Tot slot moet de sector onderzoeken hoe makkelijk mensen kunnen binnendringen bij cruciale installaties. Moeten deze fysiek bewaakt worden? “Van dijkbewaking naar terreinbewaking”, besluit Van Schaik haar college. 

Het belang van samenwerking

Na een korte video waarin Vewin en de Unie kort vertellen over de waterweerbaarheid, is het tijd voor het debat in een opstelling gebaseerd op het Britse Lagerhuis. Dit gebeurt aan de hand van twee stellingen.  

De vier aanwezige politici – Cor Pierik (Tweede Kamerlid BBB), Tekke Panman (Eerste Kamerlid BBB), Jesse Six Dijkstra (Tweede Kamerlid NSC) en Ingeborg ter Laak (Europarlementariër CDA) – zijn allemaal doordrongen van het belang van waterweerbaarheid. Samenwerking speelt daarbij een belangrijke rol. Panman: “We kunnen waterweerbaarheid niet alleen maar overlaten aan de waterschappen. We moeten elkaar helpen en niet achteroverleunen.” Six Dijkstra denkt dat aankomende wetgeving bij waterweerbaarheid gaat helpen. Ter Laak noemt het een Europees probleem. “Water stroomt”, zegt ze. “Het houdt zich niet aan grenzen. Het stroomt door heel Europa, dus we moeten wel samenwerken.”  

Stelling 1: “Er is te weinig aandacht voor dreigingen als energieuitval, natuurbranden en dijkdoorbraken” 

Pierik is het eens met deze stelling. Hij vindt dat er te weinig aandacht is voor waterweerbaarheid en noemt het een cruciaal onderdeel voor het omgaan met de huidige geopolitieke situatie en klimaatverandering. Hij wijst op het probleem van de droogte en pleit ervoor om water beter vast te houden. “Water is cruciaal voor de voedselvoorziening. In periodes van droogte groeit er heel weinig. Om de voedselzekerheid op peil te houden, hebben we waterzekerheid nodig.”  

Vanuit het publiek wordt ook gereageerd. “Ik word getriggerd door de term voedselzekerheid. Er wordt steeds geroepen dat dit ontzettend belangrijk is. Maar heel veel van ons water gaat naar bloembollen, planten en tuinen. Dit wordt nu steeds bij elkaar gegooid en moet worden gescheiden.” Pierik bevestigt dat er inderdaad ook water nodig is voor de bloembollen en planten. Hij weet niet de exacte cijfers, maar “een substantieel deel van het water gaat echt naar de voedselvoorziening”, zegt hij. 

Ook Ter Laak is het eens met de stelling.  “Water is leven”, zegt ze. “We hebben het nodig voor energie- en watervoorziening.” In Europa wordt volgens haar goed nagedacht over waar de prioriteiten liggen tijdens een crisis. “Wie komt er als eerste en wie als laatste?” Dat zijn moeilijke vragen, vindt Ter Laak. Europa moet goed in beeld hebben hoe alles ervoor staat. “Bij volle graanschuren kun je er beter voor kiezen om de energievoorziening op peil te houden.” Dit zijn geen beslissingen die Europa van tevoren kan nemen. Alles hangt af van de context van dat moment, aldus Ter Laak.  

De waterschappen hebben veel dingen goed geregeld, vindt Lokin. Dat wordt ook bevestigd vanuit het publiek. “Waterschappen denken redelijk ver vooruit. Er staan in onze organisatie vijftig mensen via een piketregeling permanent klaar voor het geval er een calamiteit is.” Het is alleen niet duidelijk wat er gaat gebeuren als er meerdere calamiteiten tegelijkertijd plaatsvinden. Lokin benadrukt opnieuw de behoefte aan kaders. “Het is belangrijk dat we nieuwe dingen in de discussie afronden met een conclusie. Nu gooien we wat dingen in de lucht en dan leven we door. We moeten nieuwe normen stellen en daarnaar handelen.”  

Litjens benadrukt het belang van samenwerking. “Drinkwaterbedrijven hebben een heleboel raakvlakken. Niet alleen met de waterschappen, maar ook met andere bedrijven. Het is belangrijk dat we ons gezamenlijk voorbereiden op bedreigingen. Die integraliteit kan beter.” Tekke Panman springt daar op in. Hij vraagt zich af hoe dat zit in Flevoland. “Een groot deel van onze voedselvoorziening komt uit Flevoland. Defensie gaat nu bij Lelystad gevechtsvliegtuigen stationeren en een kazerne bouwen. Hiermee neemt het risico op een aanslag op de dijken en gemalen in Flevoland toe. Zijn de waterschappen hierover in gesprek met Defensie?” Volgens Lokin is het in dit geval aan Hetty Klaver, dijkgraaf van Zuiderzeeland, om hierover het gesprek aan te gaan. Wel doet hij een oproep aan de nationale politiek: “Kijk wat het betekent als je bepaalde functies op bepaalde plekken wilt vestigen. Dat geeft ons de gelegenheid om ons daarop te organiseren.” 

Stelling 2:  Het opstellen van een Nationaal weerbaarheidsplan is nodig om impuls te geven aan meer weerbare drinkwatersector. 

Het hangt ervan af wat er precies bedoeld wordt met een plan, reageert Litjens. “Als het betekent dat je met waterweerbaarheid ervoor zorgt dat er een robuuste watersector ontstaat of dat het belang daarvan op de agenda komt, dan is dat hartstikke goed. Maar zomaar een nationaal waterbeheerplan heeft weinig zin.” Lokin is meer een voorstander van continu werken aan waterveiligheid. “We zijn voor permanent bezig zijn met waterweerbaarheid. Ervoor zorgen dat je je huis op orde hebt. Helemaal standaard gaat dat niet worden.” 

Six Dijkstra is wél voorstander van een nationaal weerbaarheidsplan, mits dit continue wordt geüpdatet. “Zodat we onze weerbaarheid op orde hebben en elke keer weer kijken of het voldoet aan de huidige situatie. Want de bedreigingen veranderen natuurlijk ook de hele tijd.” 

Vanuit het publiek klinkt het: “Bij mij gaan er meteen twee rode vlaggen omhoog. De eerste is nationaal, dat moet internationaal worden. Want water is niet geïsoleerd. Ook moet plan framework zijn. Want je moet altijd ruimte laten om te kunnen improviseren.” Ook wordt de vraag gesteld: “Hoe goed is goed genoeg? Deze vraag dwingt je om te kwantificeren welk resultaat je wel en niet wilt. Als dat niet duidelijk is dan krijg je allerlei mensen die dan roepen ‘We doen het goed, maar het kan beter’. Dat klinkt leuk, maar zegt helemaal niks.” 

Chabot stelt de vraag meteen aan het panel. Panman vindt het lastige vraag. “Je moet eerst vaststellen wat je wilt bereiken. Wat wil je overeind houden. Dan kun je bekijken wat er nodig is.” Hij denkt niet dat de politiek dat kan en moet bepalen, maar de waterschappen. “Zij weten wat de kern is. De politiek moet hierbij vooral een faciliterende rol aannemen.” Six Dijkstra noemt het een vrij brede vraag. “Ik kan niet in een paar minuten uitleggen wat er allemaal nodig is. Ik denk dat de aankomende wetten – zoals wet weerbaarheid kritieke entiteiten en de beveilingswet – vrij goede richtsnoeren geven. Het uitgangspunt is dat ook bij grote storingen vitale processen 72 uur lang moeten kunnen doordraaien op voldoende niveau.” 

Vanuit Europa komt er een Water Resilience Plan, zegt Ter Laak. Maar ze vindt wel dat er een nationale vertaling van het Europese plan moet komen. Want wat betekent dit plan voor Nederland? “We zijn toch een delta waar het water naartoe stroomt. Als er in Duitsland een waterbedding wordt gemaakt waardoor er ineens heel veel water naar Nederland komt dan hebben wij ook een uitdaging. We zullen het samen gaan moeten doen.”  

“Het toverwoord is dus samenwerking”, besluit Chabot het debat. “We staan aan het begin van het proces: van alle onderzoeken, frameworks, en politiek. En dat we er een begin is, betekent natuurlijk ook dat er een vervolg komt. Daarom zeg ik alvast dat er op 3 november weer een Waterpoort komt.”  

Internationale samenwerking voor slimme stroomgebieden

19 mei 2025

Waterprofessionals uit heel Europa kwamen op 13 juni naar het Poolse Warschau om de laatste ontwikkelingen op het gebied van waterbeheer te bespreken. Onderwerp van gesprek was de Community of Practice (CoP) on Water Smart River Basins. De officiële lancering van deze CoP vond plaats tijdens de jaarlijkse conferentie Water Knowledge Europe (WKE) en markeert een stap in de Europese samenwerking op het gebied van waterbeheer.



Lancering Community of Practice on Water Smart River Basins

Dit jaar werd Water Knowledge Europe (WKE) voor het eerst buiten Brussel georganiseerd. De conferentie vond plaats in Polen, momenteel voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Luzette Kroon, portefeuillehouder Internationaal bij de Unie van Waterschappen, is voorzitter van de CoP. Tijdens de openingssessie lichtte zij de ambities van de CoP toe. Namelijk bijdragen aan duurzaam waterbeheer door:

  • het versterken van grensoverschrijdende samenwerking tussen overheden in stroomgebieden;
  • het organiseren van dialoog tussen bedrijven, overheden en burgers over klimaatrisico’s en waterweerbaarheid;
  • het bevorderen van kennisuitwisseling tussen publieke en private partijen.

Lessen uit de praktijk: keynote en paneldiscussie

Judith ter Maat van Deltares – een internationaal gerenommeerd onderzoeksinstituut op het gebied van water – verzorgde de keynote. Ze deelde ervaringen uit het EU-project STARS4Water. Binnen dit project wordt waterbeschikbaarheid en -management in zeven rivierbekkens in Europa bestudeerd. Ook lichtte ze de ervaring van Deltares in grensoverschrijdend waterbeheer toe, zoals het JCAR-ATRACE programma.

Aansluitend vond een high-level paneldiscussie plaats onder leiding van Jan van der Steen (EU-zaken, Unie van Waterschappen & Vewin). Hier deelden panelleden Krzysztof Kutek (Arcadis Polen), Birgit Vogel (ICPDR), Jan Hofman (Universiteit van Bath) en Luzette Kroon hun ervaringen met stroomgebiedbeheer in verschillende Europese contexten. Ze spraken onder meer over de noodzaak van robuuste wetgevingskaders, de rol van innovatieve technologieën, en het belang van het betrekken van burgers bij klimaatadaptatie. Het panel benadrukte de essentie voor samenwerking tussen actoren en over landsgrenzen heen om de uitdagingen van droogte, overstromingen en vervuiling effectief aan te pakken.

Rondetafel met thematische expertgroepen

In de middag werd in kleinere groepen verder gesproken over specifieke thema’s. Dit gebeurde in de vorm van een rondetafel van de vijf thematische expertgroepen van Water Europe. Deze sessies vormden een belangrijke schakel tussen de bestaande expertise binnen Water Europe en de ambities van de nieuwe CoP. De expertgroep Digital Water Systems, vertegenwoordigd door Eloisa Vargiu, ging in op de vraag welke digitale innovaties het beheer van stroomgebieden kunnen verbeteren. Jan Hofman reflecteerde namens expertgroep Zero Pollution & Health op manieren om rivieren schoon en gezond te houden. Fabrizio Lagasco van expertgroep Grey-Green Infrastructure & Nature-Based Solutions besprak hoe infrastructuur kan bijdragen aan klimaatadaptatie. Magdalena Rzeczkowska belichtte uit naam van de expertgroep Water & Finance wat er nodig is aan financiële middelen en samenwerking tussen overheid, markt en burgers. En tot slot deelde Lydia Lamvakeridou-Lyroudia vanuit de groep International Cooperation inzichten over wat we kunnen leren van andere landen. Deze thematische verdieping zorgde voor waardevolle input en versterkte de verbinding tussen de CoP en het bredere Europese netwerk van waterexperts.

Samen bouwen aan waterweerbare stroomgebieden

De lancering van de CoP markeert een stap in de Europese samenwerking op het gebied van waterbeheer. Door kennis en ervaringen te bundelen wil de CoP bijdragen aan toekomstbestendige, klimaatadaptieve stroomgebieden. Waterbeheerders leren van elkaar. Dutch Water Authorities blijft zich inzetten voor een sterke positie van Nederland in dit Europese netwerk.

Droogte in Nederland: werken aan voldoende zoetwater  

15 mei 2025

Het blijft voorlopig droog in Nederland. De afgelopen weken viel er nauwelijks neerslag, niet in eigen land en ook niet in de stroomgebieden van de Rijn en Maas. Dit zorgt voor een toenemend neerslagtekort, dalende rivierafvoeren en lagere grondwaterstanden. De toplaag van de bodem is droog en de vraag naar water stijgt, vooral vanuit de landbouw. Waterbeheerders nemen extra maatregelen om hierin te kunnen blijven voorzien.

Smalle watergang langs een fietspad, omgeven door groene struiken en bomen. De waterstand lijkt laag en de begroeiing aan de oever toont verdorde, bruine stukken gras, wat duidt op aanhoudende droogte.

Voorlopig houdt de droogte in Nederland aan. De afgelopen weken viel er nauwelijks neerslag, niet in eigen land en ook niet in de stroomgebieden van de Rijn en Maas. Dit zorgt voor een toenemend neerslagtekort, dalende rivierafvoeren en lagere grondwaterstanden. De toplaag van de bodem is droog en de vraag naar water stijgt, vooral vanuit de landbouw. Waterbeheerders nemen extra maatregelen om hierin te kunnen blijven voorzien. 

Waterstanden en kwaliteit 

Om in te spelen op de toenemende watervraag door landbouw en natuur zijn de waterpeilen van het IJsselmeer, Markermeer en in de regionale systemen verhoogd. Op de meeste plaatsen is er op dit moment nog voldoende water beschikbaar. Ook lijdt de waterkwaliteit nog maar beperkt onder de aanhoudende droogte, al worden lokaal blauwalg en droogvallende beken gemeld. 

Weinig neerslag verwacht 

De vooruitzichten geven weinig hoop op verlichting. De komende twee weken wordt weinig neerslag verwacht, terwijl de temperaturen iets boven het langjarig gemiddelde liggen. Dat zorgt voor een toename van de verdamping, wat het neerslagtekort verder vergroot. De afvoeren van de Rijn en Maas dalen naar verwachting verder en blijven onder het seizoensgemiddelde.  

Blijven monitoren 

De waterschappen blijven de situatie nauwlettend volgen en nemen waar nodig aanvullende maatregelen, zoals het aanvoeren van extra water en het voorkomen van verzilting. 

KWA+ verdubbelt zoetwateraanvoer West-Nederland 

Juist in deze omstandigheden vond op 15 mei de feestelijke afronding van het project Capaciteitsuitbreiding Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA+) plaats. Tien jaar werk aan gemalen, sluizen en waterwegen in Utrecht en Zuid-Holland zit erop. Dit project verdubbelt de alternatieve zoetwateraanvoer naar West-Nederland. De KWA+ wordt ingezet bij lage rivierafvoeren en droogte, om watertekorten en verzilting tegen te gaan. 

Samenwerking geborgd 

Tijdens de afsluiting van het KWA+ project ondertekenden de betrokken waterschappen (het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, het Hoogheemraadschap van Rijnland, het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, en het Hoogheemraadschap van Delfland) en Rijkswaterstaat nieuwe waterakkoorden. Daarmee legden ze de afspraken over de aan- en afvoer van water formeel vast. De dijkgraven van de drie betrokken waterschappen en de Deltacommissaris Co Verdaas benadrukten het belang van samenwerking én het besef dat technische maatregelen hun grenzen kennen. “De zoetwateropgave vraagt aanpassingen in het watergebruik en in de ruimtelijke functies”, aldus de Deltacommissaris.  

> Meer informatie: Droogtemonitor RWS 

Waterschappen teleurgesteld in uitblijven concrete stikstofplannen 

25 april 2025

Met de nieuwe stikstofplannen zet het kabinet een eerste stap, maar de Unie van Waterschappen vindt het onvoldoende om het verlenen van vergunningen weer op gang te brengen. “Nederland blijft op slot zitten. Er is behoefte aan een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel om uit de impasse te komen”, zegt voorzitter Jeroen Haan.



Nieuwe plannen nog onvoldoende uitgewerkt 

In een brief aan de Kamer kondigde minister Wiersma aan te willen werken aan een nieuw vergunningsstelsel. Ook wordt gekeken of kleine bouwprojecten en verduurzamingsinitiatieven kunnen worden vrijgesteld van vergunningsplicht. De precieze uitwerking daarvan blijft echter nog onduidelijk. Het kabinet overweegt daarnaast om de ‘rekenkundige ondergrens’ voor stikstofuitstoot te verhogen. Geborgde maatregelen voor het versterken van de natuur zijn ook niet uitgewerkt.  

Zorgen om blijvende impasse  

De Unie van Waterschappen wijst erop dat de voortdurende onzekerheid rondom vergunningverlening ook gevolgen heeft voor projecten van de waterschappen. “Grote dijkversterkingen liggen stil en ook voor andere grote projecten is vergunningverlening vertraagd. Door de impasse dreigen we onze wettelijke taken onvoldoende uit te kunnen voeren”, zegt Jeroen Haan. “Waterschappen hebben aangegeven met verschillende maatregelen in het watersysteem bij te kunnen dragen aan versneld natuurherstel. Het is teleurstellend dat het kabinet de urgentie niet lijkt te voelen om in te gaan op dit aanbod, we hopen dat ze dit alsnog op de korte termijn wel zullen doen.” 

Geborgde aanpak blijft uit 

“Wij pleiten al geruime tijd voor een geborgd pakket aan maatregelen voor stikstofreductie en de versterking van de natuur. Zodat de vergunningverlening voor dergelijke grote belangrijke projecten weer op gang komt en tegelijkertijd aan het herstel van de natuur wordt gewerkt. Hiervoor is naast financiële ondersteuning een structurele aanpak nodig voor de lange termijn via duidelijke ruimtelijke keuzes en wetgeving”, aldus Erik den Hertog. “Het maken van die keuzes wordt nu uitgesteld.”  

Droogte update: ondanks neerslag blijven waterschappen alert

16 april 2025

Na een nat 2024 zijn de eerste signalen van droogte voor 2025 al vroeg zichtbaar. Februari, maart en begin april verliepen ongewoon droog en zonnig, de afvoeren van de rivieren en beken zijn laag en de grondwaterstanden dalen. Lokaal zijn de eerste tekenen van verzilting en verhoogde concentraties blauwalg te zien. De situatie blijft om verhoogde alertheid van de waterschappen vragen, ondanks de (aankondiging van) neerslag. 

Watergang in de Bomenbuurt in Den Haag met aan weerszijden groene begroeiing en woonbebouwing op de achtergrond. Door de droogte is het waterpeil lager dan normaal, wat zichtbaar is aan de oevers.

Eerste neerslag

De eerste regen van dit voorjaar is inmiddels in delen van Nederland gevallen. Deze neerslag verlicht de droogte in de bovenste laag van de bodem enigszins, maar het algemene beeld is nog steeds vrij droog voor de tijd van het jaar. Hoewel de beschikbaarheid van zoetwater in de meeste regio’s nog voldoende is, zijn regionaal extra inspanningen nodig. Waterschappen houden water vast, zetten de waterpeilen in de regionale wateren zoals beken, sloten en kanalen op naar zomerpeil, en voeren water aan uit het IJsselmeer waar dit kan. Dit vraagt om regionaal maatwerk. Op sommige plekken, zoals in Brabant en rond de Veluwe, staan de grondwaterstanden nog hoog door de grote hoeveelheid regen van 2024. De waterschappen houden de situatie nauwlettend in de gaten.

Vooruitblik

De komende weken wordt neerslag verwacht in Nederland, maar de hoeveelheid is nog onzeker. De effecten van de neerslag op de grondwaterstanden blijven waarschijnlijk beperkt. De komende periode neemt naar verwachting tegelijkertijd de vraag naar zoetwater verder toe. Als de droogte aanhoudt, kan het nodig zijn om de maatregelen verder uit te breiden.

Droogtebeleid waterschappen 

Door extremer weer en stijgende temperaturen neemt de watervraag in Nederland toe, terwijl de beschikbaarheid van water in het voorjaar en de zomer afneemt. Dit leidt tot een disbalans in het watersysteem. Hoewel er op jaarbasis voldoende neerslag valt, is er niet altijd voldoende water beschikbaar op het juiste moment en op de juiste plaats. Waterschappen richten zich daarom op het vasthouden en bufferen van water en pleiten ervoor dat de ruimtelijke inrichting en het landgebruik beter afgestemd worden op de watervoorziening. 

> Bekijk ook de droogtemonitor van dit droogteseizoen van het Watermanagementcentrum

Unie van Waterschappen reageert op rapport STOER: Toekomstbestendige woningbouw vraagt om regels

14 april 2025

De onafhankelijke adviesgroep STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving) heeft begin april haar conceptadviesrapport fase 1 gepubliceerd. Om de woningbouw te versnellen adviseert STOER aan woonminister Keijzer om op nationaal niveau een aantal normen vast te stellen voor omgaan met extreem weer. Dit geeft bouwers duidelijkheid vooraf en scheelt doorlooptijd. Dit advies is in lijn met het pleidooi van de waterschappen om borging van regels voor klimaatadaptatie.

woningen-water-web

Adviezen

Verdere adviezen in het conceptadviesrapport fase 1 gaan over het schrappen van regelgeving, waarvan een aantal volgens de waterschappen juist haaks staan op het belang van een toekomstbestendige woonomgeving.

Reactie Unie van Waterschappen

De Unie van Waterschappen heeft gereageerd op het advies van STOER met de indringende oproep om naast nationale regelgeving ook de regionale kennis van het water en bodemsysteem te blijven benutten. Het advies van het waterschap moet doorwerken in de plannen. Dat is de enige manier om waterrobuust te bouwen en te voorkomen dat woningzoekenden worden opgezadeld met een huis dat over enkele jaren onbewoonbaar blijkt.

> Lees de volledige reactie van de Unie van Waterschappen op het rapport STOER

Twee moties aangenomen in debat Ruimtelijke Ordening

9 april 2025

Op 3 april was het tweeminutendebat Ruimtelijke Ordening waar meerdere moties zijn ingediend. Tijdens de stemmingen op 8 april zijn er in de Tweede Kamer twee waterrelevante moties aangenomen. De moties gaan over het stimuleren van multifunctioneel ruimtegebruik (BBB) en over een onderzoek of het idee van de waterkalender opgenomen kan worden in de verdere uitwerking van de Nota Ruimte (GroenLinks-PvdA).

Woningen aan het water

De moties

Marieke Wijen-Nass (BBB): verzoekt de regering om in de Nota Ruimte aandacht te besteden aan het verder stimuleren van multifunctioneel ruimtegebruik. Waarbij ruimte voor natuur, sport, waterbeheer en andere functies gecombineerd kan worden, en hiervoor concrete voorstellen te doen voor de toekomst.

> Bekijk de motie

Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA): verzoekt de regering om te onderzoeken of het idee van de waterkalender opgenomen kan worden in de verdere uitwerking van de Nota Ruimte en de Kamer voor de zomer te informeren over de uitkomst hiervan.

> Bekijk de motie

Standpunt waterschappen

De moties laten zien dat water en bodem, terecht, steeds belangrijkere thema’s worden in de politiek en het ruimtelijke domein. Water en bodem staan in Nederland onder druk en op veel plekken zijn de grenzen bereikt. De droogte, extreme hoosbuien, bodemdaling en zeespiegelstijging zorgen ervoor dat veilig wonen en werken niet langer vanzelfsprekend zijn in Nederland. De waterschappen pleiten daarom voor een leidende rol van water en bodem in ruimtelijke plannen.

Het is belangrijk dat niet alleen de inrichting wordt aangepast aan de veranderende weersomstandigheden, dus klimaatadaptatie, maar dat het ook gaat om ruimtelijke ordening passend bij het water- en bodemsysteem. Zoals locatiekeuzes voor woningbouw en welk grondgebruik waar mogelijk is. De waterschappen vinden dan ook dat het water- en bodemsysteem geen puzzelstukje is. Maar dat het de tafel moet zijn waarop de complexe puzzel van de ruimtelijke ordening moet worden gelegd. Als we daar nu niet de juiste keuzes in maken, zadelen we toekomstige generaties op met schade en overlast.

Multifunctioneel ruimtegebruik

De waterschappen ondersteunen de motie Wijen-Nass voor multifunctioneel ruimtegebruik. En zien daar kansen in om oplossingen te vinden die de verschillende belangen verenigen in plaats van elkaar in de weg zitten. Daarom is het ook belangrijk op zoek te gaan naar creatieve oplossingen. Denk aan nature-based solutions en klimaatadaptief bouwen.

Waterkalender

Waterkalenders kunnen de maatschappelijke dialoog goed ondersteunen. Maar het opzetten van een traject waarin waterschappen met andere overheden en maatschappelijke partijen werken aan een uniforme analyse en waterkalender van het water en bodemsysteem, zoals beschreven in de motie Gabriëls, vraagt om een flinke inspanning van alle partijen. Het is daarom belangrijk dat het traject op Rijksniveau verankerd wordt. De Nota Ruimte is hiervoor een juiste plek.

Waterschappen aan de slag met nieuwe gedragscode voor beheer en onderhoud 

8 april 2025

Op dinsdag 8 april vond de themadag Community of Practice plaats over de implementatie van de gedragscode bestendig beheer en onderhoud bij de waterschappen. Het Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) organiseerde deze bijeenkomst met het doel om kennis en ervaring over het werken met de nieuwe gedragscode uit te wisselen en een soepele implementatie te versnellen. Partners van soortenorganisaties woonden de themadag ook bij.

themadag-Community-of-Practice-gedragscode-beheer-onderhoud-web

Gedragscode bestendig beheer en onderhoud 

De nieuwe gedragscode voor bestendig beheer en onderhoud trad in op 1 april. Hiermee veranderde op sommige punten het beheer en onderhoud van de waterschappen. Er zijn nieuwe richtlijnen die van toepassingen zijn op een breed scala aan werkzaamheden, zoals het maaien van oevers en keringen, het schonen en baggeren van watergangen en het onderhoud aan stuwen en gemalen. Daarom is het belangrijk dat de waterschappen onderling kennis en ervaring uitwisselen over de nieuwe praktijk. 

Beschermen van de natuur 

De gedragscode heeft als uitgangspunt dat de waterschappen voor al hun beheer- en onderhoudswerkzaamheden geen losse omgevingsvergunningen hoeven aan te vragen bij de provincies. Daarnaast helpt de gedragscode de waterschappen om bij hun beheer en onderhoud flora en fauna zo goed mogelijk te beschermen. 

Samenwerking en kennisdeling 

Tijdens de themadag Community of Practice: Beheer en Onderhoud van het KNW bespraken medewerkers van verschillende waterschappen hoe zij de gedragscode toepassen in hun dagelijkse werkzaamheden. Medewerkers van de soortenorganisaties waren ook aanwezig. Ruim twintig bedrijven gaven demonstraties met verschillende maaimachines. Bijvoorbeeld over hoe taluds het beste gemaaid kunnen worden. De aanwezigen benadrukten op de themadag dat samenwerking en kennisdeling essentieel zijn. Het delen van ervaringen en best practices helpt niet alleen om de implementatie te versnellen, maar ook om innovatieve oplossingen te vinden voor complexere onderhoudsvraagstukken. 
 

Waterschappen alert na recorddroge maand maart 

1 april 2025

Na een nat 2024 zijn de eerste signalen van droogte voor 2025 al vroeg zichtbaar. Februari en maart waren ongewoon droog en zonnig, de afvoeren van de Maas en de Rijn zijn laag, en de grondwaterstanden dalen. Lokaal zijn de eerste tekenen van verzilting en verhoogde concentraties blauwalg te zien. De situatie vraagt om verhoogde alertheid van de waterschappen.  

Droogte waterpeil meten

Start droogteseizoen 

Dit betekent dat het officiële droogteseizoen, dat begint op 1 april, een bovengemiddeld droge start kent. Vooruitkijkend op dit droogteseizoen zijn de eerste signalen niet gunstig. Het blijft droog in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas en de afvoer van beide rivieren blijft naar verwachting laag. Tegelijkertijd stijgt de vraag naar zoetwater door het opstarten van het groeiseizoen. 

Lokale maatregelen 

Hierdoor is de droogte lokaal ook al merkbaar. De lage afvoer van de Rijn leidt tot lichte beperkingen voor de scheepvaart en de natuur ervaart de eerste gevolgen van droogte. Waterbeheerders nemen dan ook al verschillende voorzorgsmaatregelen. Rijkswaterstaat heeft de waterstanden in het IJssel- en Markermeer verhoogd en de waterschappen zetten regionaal de waterpeilen op waar dit kan. Dit vraagt om maatwerk. Want op sommige plekken, zoals in Brabant en rond de Veluwe, staan de grondwaterstanden nog hoog door de grote hoeveelheid regen van 2024. 

Water vasthouden en extra inlaten  

Sinds 1 april hebben sommige waterschappen enkele onttrekkingsverboden ingesteld. Hieronder vallen incidentele verboden voor het onttrekken van oppervlaktewater. Deze maatregelen zijn noodzakelijk om de watervoorziening op peil te houden. Ook wordt er op verschillende plekken al meer water ingelaten dan normaal voor deze tijd van het jaar. In het westen van het land zijn ook al de eerste tekenen van verzilting merkbaar, waardoor het hoogheemraadschap van Delfland water in moet laten vanuit het Brielse Meer.  

Droogtebeleid waterschappen  

Door klimaatverandering en stijgende temperaturen neemt de watervraag in Nederland toe, terwijl de beschikbaarheid van water in het voorjaar en de zomer afneemt. Dit leidt tot een disbalans in het watersysteem. Hoewel er op jaarbasis voldoende neerslag valt, is er niet altijd voldoende water beschikbaar op het juiste moment en op de juiste plaats. Waterschappen richten zich daarom op het vasthouden en bufferen van water en pleiten ervoor dat de ruimtelijke inrichting en het landgebruik beter afgestemd worden op de watervoorziening.  

> Bekijk ook de eerste droogtemonitor van dit droogteseizoen

Nieuwe gedragscode bestendig beheer en onderhoud gaat 1 april in

28 maart 2025

De waterschappen hebben vanaf 1 april een nieuwe gedragscode voor bestendig beheer en onderhoud. Deze gedragscode geeft de waterschappen regels en handvatten voor beheer en onderhoud. Hierdoor hoeven ze niet voor al hun beheer- en onderhoudswerkzaamheden omgevingsvergunningen aan te vragen bij de provincies.

Een man bestuurt een graafmachine langs een watergang. Door het raam en in de zijspiegel is te zien hoe een maaikorf uit het water wordt getild met maaisel. Op de achtergrond staan huizen en bomen.

Zorgvuldig omgaan met flora en fauna

In de nieuwe gedragscode zijn onder meer regels opgenomen om rekening te houden met beschermde dieren en planten bij het uitvoeren van werkzaamheden. De gedragscode maakt het eenvoudiger voor de waterschappen om op een zorgvuldige manier om te gaan met flora en fauna.

Wat is een gedragscode?

Een gedragscode voorkomt dat de waterschappen iedere keer voor hun beheer- en onderhoudswerkzaamheden omgevingsvergunningen moeten aanvragen bij de provincies. De gedragscode is van toepassing op een breed scala van werkzaamheden die de waterschappen uitvoeren, zoals het maaien van oevers en keringen, schonen en baggeren van watergangen, onderhoud aan stuwen en gemalen, en wegen. 

Wat verandert er?

Door de komst van de Omgevingswet en de striktere regelgeving veranderen er zaken in de gedragscode. Zo is het gebruik van de klepelmaaier nog maar in een aantal gevallen toegestaan. Ook vereisen verschillende beschermde soorten extra maatregelen.
 
De klepelmaaier mag nog slechts in een aantal uitzonderingssituaties gebruikt worden. De klepelmaaier hakt vegetatie in kleine stukjes en zuigt die op. Om onder meer insecten beter te beschermen gaan de waterschappen deze maaimachine minder gebruiken. Alleen als de veiligheid van medewerkers in het geding komt zonder deze maaimachine – denk aan het maaien van steile taluds – blijft klepelen nog wel mogelijk.

Ecologisch beheer

De waterschappen hebben de habitatbenadering (een vorm van ecologisch beheer) in de nieuwe gedragscode aangescherpt. Zo sparen de waterschappen in de winter vegetatie. Dit is onder andere gunstig voor kleine marterachtigen en overwinterende vogels. Verder regelt de gedragscode dat de oever die met de meeste begroeiing het broedseizoen ingaat, en dus de meeste broedvogels trekt, pas na het broedseizoen wordt gemaaid.

> Meer over de gedragscode bestendig beheer en onderhoud