Regen, regen en regen: het is overal kletsnat. Op dit moment is er sprake van verhoogde waterstanden in meerdere gebieden in Nederland. Dat geldt voor zowel de Rijn als het IJsselmeergebied. Door de harde wind wordt ook aan de kust hoogwater verwacht.
De afgelopen dagen namen de waterschappen en Rijkswaterstaat verschillende maatregelen. Hierdoor is nergens in het land sprake van overstromingsdreiging. De waterschappen verlaagden onder meer de waterpeilen en de gemalen draaien volop om overtollig water af te voeren. Om water tijdelijk op te slaan, zijn bergingsgebieden ingezet. Beheerders, dijkinspecteurs en uitvoerders van de waterschappen controleren de dijken, stuwen en duikers regelmatig. De waterschappen blijven dus alert. Mede gezien de weersverwachtingen voorzien ze geen grote problemen.
Grondwaterstanden hoog
De grondwaterstanden zijn overal in het land aangevuld en tot boven normaal gestegen. De waterschappen slaan het water zoveel mogelijk op in het water- en bodemsysteem voor drogere periodes. De grond is echter op veel plekken verzadigd en neemt geen regenwater meer op. Om wateroverlast te voorkomen hebben veel waterschappen extra maatregelen genomen om overtollig water af te voeren naar de zee en grote rivieren.
Gemalen draaien volop
Een van de grootse gemalen van Nederland is Zedemuden in Zwartsluis, Overijssel. Momenteel draaien er in het gemaal 3 pompen met een totale pompcapaciteit van 124 m3 water per seconde. Per minuut is dat 7.440 m3, wat gelijkstaat aan de inhoud van 3 Olympische zwembaden. Alleen het gemaal IJmuiden van waterschap Drents Overijsselse Delta heeft een grotere pompcapaciteit. De inzet van dit gemaal verkleint de kans op wateroverlast in delen van Drenthe. Ook het J.L. Hooglandgemaal en gemaal De Heining van Wetterskip Fryslân draaiden de afgelopen dagen op volle kracht om water af te voeren uit de Friese boezem (stelsel van meren, kanalen en vaarten).
Dijkdoorgang Delfzijl gesloten
De waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest hebben vrijdagochtend de dijkdoorgangen in Delfzijl gesloten. Dit is nodig vanwege de hoge waterstand op zee. Rijkswaterstaat voorspelde donderdagavond een waterstand van NAP +3.40 meter. Deze hoge waterstand wordt veroorzaakt door de noordwestenwind die het water opstuwt langs de kust.
Extra dijkinspecties
Waterschap Zuiderzeeland zet vandaag extra dijkcontroles in. Het waterpeil in het IJsselmeer is bijna 80 cm hoger dan normaal. In combinatie met de harde wind veroorzaakt dit golven langs de dijken aan de noordwestzijde van de Noordoostpolder en Oostenlijk Flevoland.
Voorzorgsmaatregelen bij waterschap de Stichtse Rijnlanden
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden nam extra voorzorgsmaatregelen bij het dijkversterkingsproject Sterke Lekdijk in Salmsteke (Lopik) en de Oude Sluis Vreeswijk (Nieuwegein). De Sterke Lekdijk is extra ‘ingepakt’ over een afstand van ruim 400 meter. Dit voorkomt dat de nieuwe toplaag van de onlangs versterkte dijk wegspoelt op plekken waar de grasmat nog onvoldoende tot bloei is gekomen.
Donderdag 2 november komt storm Ciarán via Frankrijk en Engeland naar Nederland. In delen van het land geldt code geel of oranje vanwege zware windstoten. De waterschappen nemen maatregelen.
Vanaf het einde van de ochtend staat er voor Zeeland code oranje uit vanwege zeer zware windstoten van 100-110 km/u. De windstoten komen uit een zuidelijke richting. Vanmiddag breiden deze condities zich noordwaarts uit en staat er ook code oranje uit voor de kustgebieden van Zuid-Holland, Noord-Holland, het IJsselmeer en voor het westen van het Waddengebied. Vanavond neemt de wind van het zuiden uit geleidelijk af en geldt er code geel voor windstoten van 75-90 km/u, in de kustgebieden van 90-100 km/u.
Wat doen waterschappen?
De waterschappen zijn alert en houden de waterstanden nauwlettend in de gaten. Wanneer het nodig is, nemen ze maatregelen.
Sluizen sluiten?
De kust tussen Hoorn en Enkhuizen staat haaks op de windrichting. Hier is de verwachting dat de wind het Markermeerwater zal opstuwen. De dijken kunnen dat prima aan. Het opstuwende water en het daarmee verhoogde waterpeil kan wel voor overlast zorgen. Om achterliggende lage kades maar ook woonboten en hun aansluitingen te beschermen, heeft de gemeente Hoorn preventief de Kleine Sluis gesloten. Het hoogheemraadschap heeft de sluis Broekerhaven en de Grote Sluis in Hoorn gesloten. De Sassluis in Enkhuizen wordt nauwlettend in de gaten gehouden.
Het gebied van het hoogheemraadschap van Delfland ligt grotendeels onder de zeespiegel. Delfland controleert de duinen, dijken en kades regelmatig en voert onderhoud en dijkversterkingen uit waar nodig. De duinen en Delflandsedijk langs de kust zijn klaar voor het stormseizoen.
Waterschap Hollandse Delta verwacht geen stormvloed op zee en geen hoge waterstanden in de rivieren binnen het gebied. Het waterschap beheert ook wegen en waarschuwt voor zware windstoten die invloed kunnen hebben op het wegverkeer. Ook kunnen boomtakken afbreken en voorwerpen rondvliegen.
De medewerkers van waterschap Scheldestromen (Zeeland) zijn extra alert op eventuele schade en onveilige situaties door afgewaaide takken, mogelijke schade aan dijken en duinen en verstoppingen in sloten door inwaaiend blad of maaisel. Toch is de windrichting (zuid) voor deze regio gunstiger dan wind uit het noorden of noordwesten. Zeker in Zeeuws-Vlaanderen kan bij wind uit het zuiden het water makkelijker afgevoerd worden en is er geen last van opstuwing. Het waterpeil in de Zeeuwse sloten staat nagenoeg overal op winterpeil (lager) zodat het waterschap ook is voorbereid op de voorspelde hoeveelheid neerslag van de komende dagen.
Overstroomik.nl
Tussen oktober en mei komen storm en hoogwaterstanden het meest voor, dit noemen we het stormseizoen. De waterschappen houden gedurende het hele jaar de dijken en kades goed in de gaten, om overstromingen te voorkomen. Op overstroomik.nl zijn de gevolgen van een overstroming per gemeente te zien. De website geeft informatie en tips over voorbereiding op een overstroming.
Bijna 800 dijkwerkers en studenten inspireerden elkaar tijdens de Dijkwerkersdag 2023 op 6 april. Met als thema: waterveiligheid in de toekomst. De Dijkwerkersdag wordt jaarlijks georganiseerd door het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Bestuurder Jeroen Haan van de Unie van Waterschappen verzorgde samen met Michèle Blom van Rijkswaterstaat de opening.
Waterveiligheid van groot belang voor Nederland
“Voor het voortbestaan van Nederland is waterveiligheid van groot belang en dat is voor veel Nederlanders niet vanzelfsprekend”, aldus Haan. “Het besef over het belang van waterveiligheid wordt steeds breder gevoeld in Nederland. Dat merk ik bijvoorbeeld aan de vele aandacht die ons werk kreeg tijdens de waterschapsverkiezingen en de herdenking van de watersnoodramp. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma komt inmiddels op alle niveaus op stoom. Er komen steeds meer projecten in uitvoering. Daar wordt elke dag keihard door veel dijkwerkers aan gewerkt.”
Inspiratie door Annemieke Nijhof
Annemieke Nijhof, directeur van kennisinstituut Deltares, schetste haar beeld van de toekomst voor de start van de deelsessies. Het werk aan de Nederlandse Delta is volgens haar nooit af. Ze vraagt daarbij aandacht voor de waarde van het gebied. Ga op tijd in gesprek met inwoners. Laat zien dat dijkprojecten bijdragen aan waardevermeerdering in een gebied door opgaven te combineren. En dat dijken bijdragen aan een veilige toekomst van de nieuwe generatie. Haar betoog was voer voor discussie en gesprek tijdens de 24 deelsessies in het middagprogramma.
Over het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
De waterschappen beschermen Nederland tegen overstromingen. Zonder goed beheer aan 17.700 kilometer aan dijken, duinen en andere waterkeringen door onze dijkwerkers zou 60 procent van Nederland regelmatig overstromen. In het kader van het HWBP versterken de waterschappen samen met Rijkswaterstaat in de komende 30 jaar waar nodig de primaire waterkeringen. Samen zijn deze keringen 3.500 kilometer lang.
Op 1 februari herdenken we in Nederland de watersnoodramp van 1953. Het is 70 jaar geleden dat de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant werden getroffen door het noodlot. Namens de waterschappen is onder andere Jeroen Haan, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, bij de herdenkingsbijeenkomst aanwezig.
Bij de watersnoodramp kwamen 1.836 mensen om het leven. Veel overlevenden zien het water nog steeds door de polders stromen als ze hun ogen sluiten. Bijvoorbeeld Dick Sies. Hij was 6 jaar toen de dijken braken en hij verloor zijn ouders en een zusje. Of Ineke van Dijke. Zij was 8 jaar tijdens de ramp. “Wat me altijd is bijgebleven is dat het water door de voordeur naar binnen kwam. Gewoon door de kieren. Dat was te bizar voor woorden.”
De waterschappen Scheldestromen, Hollandse Delta en Brabantse Delta voelen zich als waterschappen ‘ter plekke’ extra betrokken. Van 6 tot en met 10 februari vragen zij samen met andere waterschappen, de Unie van Waterschappen, Rijkswaterstaat, Ons Water, Staf Deltacommissaris en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) via een online campagne aandacht voor de urgentie van hoogwaterveiligheid.
Op 19 december heeft minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) het eindadvies van de beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater naar de Tweede Kamer gestuurd. In het eindadvies staan verschillende aanbevelingen om schade en overlast door hoogwater te beperken.
De beleidstafel werd ingesteld naar aanleiding van de overstromingen in Limburg van juli 2021, maar het advies is gericht op heel Nederland.
Achtergrond
De watercrisis in Zuid-Limburg heeft iedereen nog wel op het netvlies. Er viel toen een hoeveelheid neerslag die maar eens in de 500 tot 1000 jaar voorkomt. Tienduizenden mensen werden geëvacueerd. De totale schade in Nederland wordt geschat op zo’n 450 miljoen euro. In de beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater is gekeken naar hoe Nederland zich beter kan voorbereiden op dit soort extreme buien en hoogwater. En natuurlijk hoe de schade beperkt kan worden.
Bewustzijn vergroten
Dit kan allereerst door het bewustzijn rond de risico’s op wateroverlast en overstromingen in Nederland te vergroten. De beleidstafel adviseert de risico’s met gerichte communicatie persoonlijk en relevant te maken en in te zetten op laagdrempelige, simpele acties. Belangrijk omdat het veilig en klimaatbestendig houden van Nederland inzet van iedereen vraagt. Overheden kunnen schade door weersextremen niet langer voorkomen. Om de overlast te beperken, moeten individuele bewoners ook zelf een steentje bijdragen.
Waterlabel
Daarnaast moet de vrijblijvendheid van maatregelen plaatsmaken voor een meer dwingende aanpak. De beleidstafel stelt bijvoorbeeld een verplicht waterlabel voor woningen voor. Zo weet je bij de koop of verkoop van een huis meteen wat de waterrisico’s zijn.
Water en bodem sturend
Daarnaast onderstreept de beleidstafel het belang van water en bodem sturend voor ruimtelijke plannen. Extreme buien kunnen niet altijd meer worden opgevangen in het watersysteem. Dus moeten we ook in de ruimtelijke inrichting rekening houden met extreem weer en ons voorbereiden op incidenten en calamiteiten. In ruimtelijke plannen moet daarom ruimte worden vrijgehouden voor de opvang van water.
Stresstesten
De beleidstafel wijst ook op het belang van landelijke en internationale afspraken. Neerslag trekt zich immers niets aan van landsgrenzen. De ‘waterbom’ die in Limburg viel, kan overal vallen. Daarom is het belangrijk om in kaart te brengen welke gebieden extra kwetsbaar zijn voor zoveel water. De beleidstafel stelt zogenaamde bovenregionale stresstesten voor om dit inzichtelijk te maken, zodat erop geanticipeerd kan worden. In deze stresstesten werken de provincies, gemeenten en waterschappen samen om de plekken met een hoog risico op wateroverlast door extreme neerslag goed in beeld te krijgen.
Beter herstellen
Wanneer schade door extreme neerslag hersteld wordt, moet dit volgens de beleidstafel op een manier gebeuren die beter is dan hoe de situatie was. De herstelmaatregelen moeten bijdragen aan het klimaatrobuust maken van Nederland. Zo worden we beter bestand tegen extreem weer en ontstaat bij een volgende gebeurtenis minder schade. Om dit af te kunnen dwingen moet worden gekeken naar verzekeringsvoorwaarden en het Bouwbesluit. Ook zullen de risico’s op wateroverlast verankerd moeten worden in het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de nationale maatlat klimaatadaptatief bouwen.
Op 11 maart informeerde minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) de Kamer over het eerste advies van de Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater. Hierin staan aanbevelingen naar aanleiding van de watercrisis in Limburg van afgelopen zomer.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de beleidstafel opgericht om lessen te trekken uit de overstromingen in Limburg. De beleidstafel is een overleg tussen de meest betrokken overheidsorganisaties en bestaat uit: het waterschap Limburg, de provincie Limburg, de gemeente Valkenburg aan de Geul, de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Deltacommissaris en het Rijk.
Risico’s beperken
Deze partijen hebben voor verschillende deelonderwerpen gekeken hoe risico’s op het gebied van waterveiligheid en wateroverlast beperkt kunnen worden. Ook als de extreme neerslag ergens anders in Nederland plaatsvindt.
25 aanbevelingen
Het doel van dit eerste rapport is om te adviseren over onderwerpen die op korte termijn verbetering vragen. Zodat Nederland beter is voorbereid op zeer extreme neerslag zoals in juli 2021. De in totaal 25 aanbevelingen variëren van technische maatregelen, om bijvoorbeeld neerslagextremen en hoge rivierafvoeren beter te monitoren en voorspellen, tot oproepen om water een leidende rol te geven bij ruimtelijke plannen en beter in te spelen op hoogwatersituaties in de zomer. Ook is het advies om meer samenwerking te zoeken binnen Europa om ervoor te zorgen dat de stroomgebieden van de Rijn en de Maas goed worden voorbereid op extreem weer.
Mix aan maatregelen
Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Schade en overlast bij zo’n extreme neerslag als afgelopen zomer in Limburg kunnen we nooit helemaal voorkomen. Ook weten we dat maatregelen in het watersysteem alleen niet voldoende zijn. Met de juiste mix aan maatregelen in het watersysteem, de ruimtelijke inrichting en de crisisbeheersing kunnen we wel de gevolgen van extreme neerslag verminderen en maatschappelijke ontwrichting voorkomen. Voor het eindadvies verwachten we onder meer concrete verbeteringen voor de waterveiligheid en wateroverlast in Limburg. Daarnaast wordt de doorvertaling gemaakt wat de gevolgen van zulke extreme neerslag in andere delen van Nederland kunnen zijn en wat de handelingsperspectieven dan zijn.”
Beter bewust zijn van risico’s
Belangrijke aandacht in het rapport gaat uit naar de zorg dat inwoners, bedrijven en overheden zich onvoldoende bewust zijn van de risico’s op wateroverlast en overstromingen en niet goed zijn voorbereid. Daarom moet er meer worden gedaan aan het vergroten van het bewustzijn van risico’s door transparante en eenduidige informatievoorziening. De Unie van Waterschappen is als trekker betrokken bij dit onderwerp van de beleidstafel.
Niet met hagel schieten
Schoonman: “Om het risicobewustzijn bij inwoners te vergroten, moet informatie over watercrises toegankelijker worden. Daarbij moeten we niet met hagel schieten in de informatievoorziening, maar goed aansluiten bij de belevingswereld van inwoners. Op dit gebied werken we in de tweede fase van de beleidstafel een aantal concrete acties uit.”
Verdieping nodig
Voor veel van de aanbevelingen blijkt nadere verdieping nodig om tot verdere concrete verbeterpunten te komen. Vandaar dat het onderzoek op de verschillende deelonderwerpen wordt voortgezet. De Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater verwacht eind 2022 te komen met de definitieve adviezen en aanbevelingen.
Op 14 juli is het precies een jaar geleden dat de watercrisis in Limburg plaatsvond. Op deze dag hebben alle Limburgse overheden in het bijzijn van minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat in Valkenburg een bestuursovereenkomst getekend tussen Rijk, provincie Limburg en waterschap Limburg. Doel: Limburg waterveiliger maken voor de toekomst.
“Wat vorig jaar in Limburg, maar ook in België en Duitsland is gebeurd, hopen we niet meer mee te maken”, zei minister Harbers tijdens de bijeenkomst. “Dat is echter geen vanzelfsprekendheid, omdat er grenzen zitten aan de maakbaarheid van het watersysteem. Daarom hebben we in het coalitieakkoord 300 miljoen euro gereserveerd voor maatregelen in de beekdalen van zijrivieren van de Maas. Zo kunnen we Limburg beter beschermen tegen weersextremen.”
Gezamenlijk programma
Volgens de minister kan de aanpak van de uit de watercrisis voortvloeiende opgave alleen slagen als partijen in de regio en het Rijk de handen in elkaar slaan en tot een gezamenlijk programma komen. De bestuursovereenkomst die hij met de provincie en het waterschap heeft getekend, draagt daaraan bij.
Waterveiligheid en Ruimte
Het afgelopen jaar hebben alle overheden hard gewerkt aan het herstel van de schade als gevolg van de overstromingen. Ook hebben ze naar oplossingen en maatregelen gezocht om de inwoners van Limburg in de toekomst beter te beschermen en voor te bereiden op weersextremen. Het Programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL) geeft uitvoering aan deze gezamenlijke ambitie.
Klimaatbewustzijn
Dit programma gaat aan de slag met het vergroten van de capaciteit van de afvoer van beken en zijrivieren, meer rekening houdend met de waterhuishouding bij de inrichting van de ruimtelijke ordening én met het verhogen van het klimaatbewustzijn van inwoners.
Op 22 november stonden verschillende wateronderwerpen op de agenda in de Tweede Kamer tijdens het jaarlijkse Wetgevingsoverleg water. Over de wateroverlast in Limburg werd intensief gesproken. Ook de Kaderrichtlijn Water kwam uitgebreid aan bod.
Watercrisis Limburg
Kamerleden waren kritisch over de trage schadeafhandeling, maar wilden ook van demissionair minister Visser (Infrastructuur en Waterstaat) weten welke financiële middelen zij heeft om Nederland weerbaarder te maken tegen dit soort weersextremen. Kamerlid De Hoop (PvdA) wees op het belang van het beter in kaart brengen van zwakke plekken. Stoffer (SGP) benadrukte dat klimaatadaptatie hoog op de agenda moet. Visser gaf aan de propositie van Limburg te hebben ontvangen, maar op basis van het huidige budget niets extra’s te kunnen doen. De propositie wordt besproken in de Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater die door de minister is ingesteld naar aanleiding van de watercrisis. Daarnaast benadrukte zij dat een situatie zoals in Limburg ook in andere regio’s kan ontstaan en er dus niet alleen specifiek naar Limburg moet worden gekeken.
Kaderrichtlijn Water
Ook de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) kon op veel aandacht rekenen tijdens het WGO. Veel Kamerleden concludeerden dat Nederland de doelen in 2027 nu al niet kan halen. De Hoop (PvdA) wilde van de minister weten wat de gevolgen zijn als we de doelen niet halen. Heerema (VVD) wilde weten hoe de samenwerking is tussen de 2 ministeries die over het halen van de waterkwaliteitsdoelen uit de KRW gaan. De Groot (D66) wees op de slechte kwaliteit van de kleine wateren en ziet de oplossing in gebiedsgerichte aanpak van de landbouw. Het CDA (Boswijk) wilde weten welke maatregelen nog meer nodig zijn. Bromet (GroenLinks) wilde meer meetpunten en vroeg de minister wat nu eigenlijk het probleem voor de waterkwaliteit is: gewasbeschermingsmiddelen, mest of iets anders. Vestering (PvdD) vond het jammer dat nu al gekeken wordt naar de boetes die we krijgen als we de doelen niet halen in plaats van nu strenger door te pakken om nog resultaten te boeken. De SGP wees op het water in de grensgebieden: buurlanden hebben andere normen voor waterkwaliteit.
Minister Visser deelde de zorg van de Kamer en gaf aan dat er nog veel moet gebeuren. Met de huidige set aan maatregelen redden we het niet. In 2027 moet Nederland laten zien dat we alle maatregelen die we hadden kunnen nemen, hebben genomen. Wat betreft de gevolgen van het niet halen van de doelen gaf de minister aan dat Nederland dan in gebreke wordt gesteld door de Europese Commissie. Er kunnen dan bijvoorbeeld geen nieuwe lozingsvergunningen meer worden verleend. Visser verwacht echter niet dat Nederland ‘op slot’ gaat zoals bij de stikstofcrisis. De winst zit in gebiedsgerichte aanpak in combinatie met stikstofaanpak.
Belastingstelsel
Grinwis (ChristenUnie) vroeg de minister naar de stand van zaken van de herziening van het belastingstelsel van de waterschappen. Visser gaf aan dat het formeel nog afgehecht moet worden met alle betrokkenen, maar dat het streven is om komend voorjaar het voorstel in consultatie te brengen. Grinwis vond dat lang duren, waarop de minister aangaf dat er lang is gedaan om tot een compromis te komen.
Moties
Er werden meerdere moties ingediend waarover dinsdag gestemd wordt.
ChristenUnie en CDA zien de rioolwatermetingen als grote bron van informatie, maar willen wel een ethisch kader voor het gebruik ervan omdat er tot op perceel niveau gemeten kan worden.
De PVV vroeg via een motie om meer budget voor waterveiligheid.
D66 wil een analyse van de kosten en baten als je waterveiligheid beter koppelt aan ruimtelijke kwaliteit. Volgens Kamerlid De Groot kan die koppeling doorwerken in betere biodiversiteit en minder onderhoud.
PvdA en GroenLinks dienden een motie in om in gebieden met hoog risico op wateroverlast in te zetten op klimaatadaptatie.
GroenLinks diende 3 moties in over veenweidegebieden, KRW en lozingsvergunningen.
De SGP wilde via een motie eventuele ontpoldering van landbouwgronden in het Westerscheldegebied voorkomen.
Op 11 november werden tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over de overstromingen in Zuid-Nederland van afgelopen zomer diverse invalshoeken van deze ingrijpende gebeurtenis belicht. De Commissie IenW van de Tweede Kamer organiseerde de rondetafel om inzicht te krijgen in de vele aspecten van de wateroverlast.
Tijdens het rondetafelgesprek vertelde een boerin en een horecaondernemer hoe zij getroffen zijn door de overstromingen. Ook werd er ingegaan op de schadeafhandeling door het Verbond van Verzekeraars en kwam een hoogleraar Verzekeringsrecht aan het woord.
Meer aandacht voor klimaatadaptatie
In het deel over de bestuurlijke aanpak bracht Josette van Wersch, dagelijks bestuurslid van waterschap Limburg, naar voren dat de watersnood van een ongekende omvang was. Aanvullende maatregelen zijn daarom nodig. Ze pleitte hierbij voor meer ruimte voor de beken. Van Wersch ziet dat het Rijk inzet op klimaatmitigatie, waar pas over jaren de effecten zichtbaar van zijn. Terwijl we nu al geconfronteerd worden met de gevolgen van klimaatverandering. “Er moet meer aandacht komen voor klimaatadaptatie. Limburg is een dalenlandschap, dus we moeten ook kijken naar anders bouwen,” aldus Van Wersch.
Ruimte voor de beken
Kamerlid Tjeerd de Groot (D66) stelde het waterschap een vraag over de uitbreiding van het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor de beken. Van Wersch antwoordde dat dat nog uitgewerkt moet worden en dat de kosten daarvan nog niet bekend zijn. “We kijken voor de kosten naar het Rijk en naar Europa,” zei ze. Ook PvdA-Kamerlid Ploumen vroeg naar de kosten van de versnelling van de plannen om Limburg veilig te krijgen.
Werken met natuurlijke processen
Het laatste deel van het gesprek ging over watermanagement. Een hoogleraar waterbouwkunde, een bioloog en een specialist rivierbeheer deelden hun visie op de wateroverlast. Deltacommissaris Peter Glas benadrukte dat het essentieel is om de weerbaarheid tegen weersextremen te verhogen. Niet vechten tegen het water maar werken met de natuurlijke processen. Hierbij benadrukte de deltacommissaris dat soortgelijke wateroverlast ook buiten Limburg gebeurt. “Extreme hoosbuien kunnen overal vallen,” aldus Glas.
Magazine Het Waterschap is op 14 oktober weer verschenen. Het thema van dit nummer is ‘Water en Ruimte’. Het blad is ook online te lezen.
Van ruimte wordt vandaag de dag veel gevraagd: er is ruimte nodig voor zonnepanelen en windmolens om de klimaatdoelen te halen. Er is ruimte voor de natuur nodig om de stikstofproblematiek het hoofd te bieden. Er is ruimte nodig voor een miljoen nieuwe woningen om de woningnood op te lossen.
Ruimte voor water
Allemaal belangrijk. Maar wanneer je ruimte voor water vergeet en de hele boel overstroomt of droog komt te staan, valt al het andere figuurlijk in het water. De ruimte voor water staat daarom in dit nummer van Het Waterschap centraal.
Veel interviews
Maak even ruimte in je agenda om de interviews te lezen met Hans Mommaas (Planbureau voor de Leefomgeving), Edwin Lokkerbol (kwartiermaker Emissieloos bouwen), Stefan Kuks (waterschap Vechtstromen), journalist Menno Bentveld en vele anderen!