Bijna 800 dijkwerkers en studenten inspireerden elkaar tijdens de Dijkwerkersdag 2023 op 6 april. Met als thema: waterveiligheid in de toekomst. De Dijkwerkersdag wordt jaarlijks georganiseerd door het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Bestuurder Jeroen Haan van de Unie van Waterschappen verzorgde samen met Michèle Blom van Rijkswaterstaat de opening.
Waterveiligheid van groot belang voor Nederland
“Voor het voortbestaan van Nederland is waterveiligheid van groot belang en dat is voor veel Nederlanders niet vanzelfsprekend”, aldus Haan. “Het besef over het belang van waterveiligheid wordt steeds breder gevoeld in Nederland. Dat merk ik bijvoorbeeld aan de vele aandacht die ons werk kreeg tijdens de waterschapsverkiezingen en de herdenking van de watersnoodramp. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma komt inmiddels op alle niveaus op stoom. Er komen steeds meer projecten in uitvoering. Daar wordt elke dag keihard door veel dijkwerkers aan gewerkt.”
Inspiratie door Annemieke Nijhof
Annemieke Nijhof, directeur van kennisinstituut Deltares, schetste haar beeld van de toekomst voor de start van de deelsessies. Het werk aan de Nederlandse Delta is volgens haar nooit af. Ze vraagt daarbij aandacht voor de waarde van het gebied. Ga op tijd in gesprek met inwoners. Laat zien dat dijkprojecten bijdragen aan waardevermeerdering in een gebied door opgaven te combineren. En dat dijken bijdragen aan een veilige toekomst van de nieuwe generatie. Haar betoog was voer voor discussie en gesprek tijdens de 24 deelsessies in het middagprogramma.
Over het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
De waterschappen beschermen Nederland tegen overstromingen. Zonder goed beheer aan 17.700 kilometer aan dijken, duinen en andere waterkeringen door onze dijkwerkers zou 60 procent van Nederland regelmatig overstromen. In het kader van het HWBP versterken de waterschappen samen met Rijkswaterstaat in de komende 30 jaar waar nodig de primaire waterkeringen. Samen zijn deze keringen 3.500 kilometer lang.
Op 1 februari herdenken we in Nederland de watersnoodramp van 1953. Het is 70 jaar geleden dat de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant werden getroffen door het noodlot. Namens de waterschappen is onder andere Jeroen Haan, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, bij de herdenkingsbijeenkomst aanwezig.
Bij de watersnoodramp kwamen 1.836 mensen om het leven. Veel overlevenden zien het water nog steeds door de polders stromen als ze hun ogen sluiten. Bijvoorbeeld Dick Sies. Hij was 6 jaar toen de dijken braken en hij verloor zijn ouders en een zusje. Of Ineke van Dijke. Zij was 8 jaar tijdens de ramp. “Wat me altijd is bijgebleven is dat het water door de voordeur naar binnen kwam. Gewoon door de kieren. Dat was te bizar voor woorden.”
De waterschappen Scheldestromen, Hollandse Delta en Brabantse Delta voelen zich als waterschappen ‘ter plekke’ extra betrokken. Van 6 tot en met 10 februari vragen zij samen met andere waterschappen, de Unie van Waterschappen, Rijkswaterstaat, Ons Water, Staf Deltacommissaris en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) via een online campagne aandacht voor de urgentie van hoogwaterveiligheid.
Op 19 december heeft minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) het eindadvies van de beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater naar de Tweede Kamer gestuurd. In het eindadvies staan verschillende aanbevelingen om schade en overlast door hoogwater te beperken.
De beleidstafel werd ingesteld naar aanleiding van de overstromingen in Limburg van juli 2021, maar het advies is gericht op heel Nederland.
Achtergrond
De watercrisis in Zuid-Limburg heeft iedereen nog wel op het netvlies. Er viel toen een hoeveelheid neerslag die maar eens in de 500 tot 1000 jaar voorkomt. Tienduizenden mensen werden geëvacueerd. De totale schade in Nederland wordt geschat op zo’n 450 miljoen euro. In de beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater is gekeken naar hoe Nederland zich beter kan voorbereiden op dit soort extreme buien en hoogwater. En natuurlijk hoe de schade beperkt kan worden.
Bewustzijn vergroten
Dit kan allereerst door het bewustzijn rond de risico’s op wateroverlast en overstromingen in Nederland te vergroten. De beleidstafel adviseert de risico’s met gerichte communicatie persoonlijk en relevant te maken en in te zetten op laagdrempelige, simpele acties. Belangrijk omdat het veilig en klimaatbestendig houden van Nederland inzet van iedereen vraagt. Overheden kunnen schade door weersextremen niet langer voorkomen. Om de overlast te beperken, moeten individuele bewoners ook zelf een steentje bijdragen.
Waterlabel
Daarnaast moet de vrijblijvendheid van maatregelen plaatsmaken voor een meer dwingende aanpak. De beleidstafel stelt bijvoorbeeld een verplicht waterlabel voor woningen voor. Zo weet je bij de koop of verkoop van een huis meteen wat de waterrisico’s zijn.
Water en bodem sturend
Daarnaast onderstreept de beleidstafel het belang van water en bodem sturend voor ruimtelijke plannen. Extreme buien kunnen niet altijd meer worden opgevangen in het watersysteem. Dus moeten we ook in de ruimtelijke inrichting rekening houden met extreem weer en ons voorbereiden op incidenten en calamiteiten. In ruimtelijke plannen moet daarom ruimte worden vrijgehouden voor de opvang van water.
Stresstesten
De beleidstafel wijst ook op het belang van landelijke en internationale afspraken. Neerslag trekt zich immers niets aan van landsgrenzen. De ‘waterbom’ die in Limburg viel, kan overal vallen. Daarom is het belangrijk om in kaart te brengen welke gebieden extra kwetsbaar zijn voor zoveel water. De beleidstafel stelt zogenaamde bovenregionale stresstesten voor om dit inzichtelijk te maken, zodat erop geanticipeerd kan worden. In deze stresstesten werken de provincies, gemeenten en waterschappen samen om de plekken met een hoog risico op wateroverlast door extreme neerslag goed in beeld te krijgen.
Beter herstellen
Wanneer schade door extreme neerslag hersteld wordt, moet dit volgens de beleidstafel op een manier gebeuren die beter is dan hoe de situatie was. De herstelmaatregelen moeten bijdragen aan het klimaatrobuust maken van Nederland. Zo worden we beter bestand tegen extreem weer en ontstaat bij een volgende gebeurtenis minder schade. Om dit af te kunnen dwingen moet worden gekeken naar verzekeringsvoorwaarden en het Bouwbesluit. Ook zullen de risico’s op wateroverlast verankerd moeten worden in het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de nationale maatlat klimaatadaptatief bouwen.
Op 11 maart informeerde minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) de Kamer over het eerste advies van de Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater. Hierin staan aanbevelingen naar aanleiding van de watercrisis in Limburg van afgelopen zomer.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de beleidstafel opgericht om lessen te trekken uit de overstromingen in Limburg. De beleidstafel is een overleg tussen de meest betrokken overheidsorganisaties en bestaat uit: het waterschap Limburg, de provincie Limburg, de gemeente Valkenburg aan de Geul, de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Deltacommissaris en het Rijk.
Risico’s beperken
Deze partijen hebben voor verschillende deelonderwerpen gekeken hoe risico’s op het gebied van waterveiligheid en wateroverlast beperkt kunnen worden. Ook als de extreme neerslag ergens anders in Nederland plaatsvindt.
25 aanbevelingen
Het doel van dit eerste rapport is om te adviseren over onderwerpen die op korte termijn verbetering vragen. Zodat Nederland beter is voorbereid op zeer extreme neerslag zoals in juli 2021. De in totaal 25 aanbevelingen variëren van technische maatregelen, om bijvoorbeeld neerslagextremen en hoge rivierafvoeren beter te monitoren en voorspellen, tot oproepen om water een leidende rol te geven bij ruimtelijke plannen en beter in te spelen op hoogwatersituaties in de zomer. Ook is het advies om meer samenwerking te zoeken binnen Europa om ervoor te zorgen dat de stroomgebieden van de Rijn en de Maas goed worden voorbereid op extreem weer.
Mix aan maatregelen
Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Schade en overlast bij zo’n extreme neerslag als afgelopen zomer in Limburg kunnen we nooit helemaal voorkomen. Ook weten we dat maatregelen in het watersysteem alleen niet voldoende zijn. Met de juiste mix aan maatregelen in het watersysteem, de ruimtelijke inrichting en de crisisbeheersing kunnen we wel de gevolgen van extreme neerslag verminderen en maatschappelijke ontwrichting voorkomen. Voor het eindadvies verwachten we onder meer concrete verbeteringen voor de waterveiligheid en wateroverlast in Limburg. Daarnaast wordt de doorvertaling gemaakt wat de gevolgen van zulke extreme neerslag in andere delen van Nederland kunnen zijn en wat de handelingsperspectieven dan zijn.”
Beter bewust zijn van risico’s
Belangrijke aandacht in het rapport gaat uit naar de zorg dat inwoners, bedrijven en overheden zich onvoldoende bewust zijn van de risico’s op wateroverlast en overstromingen en niet goed zijn voorbereid. Daarom moet er meer worden gedaan aan het vergroten van het bewustzijn van risico’s door transparante en eenduidige informatievoorziening. De Unie van Waterschappen is als trekker betrokken bij dit onderwerp van de beleidstafel.
Niet met hagel schieten
Schoonman: “Om het risicobewustzijn bij inwoners te vergroten, moet informatie over watercrises toegankelijker worden. Daarbij moeten we niet met hagel schieten in de informatievoorziening, maar goed aansluiten bij de belevingswereld van inwoners. Op dit gebied werken we in de tweede fase van de beleidstafel een aantal concrete acties uit.”
Verdieping nodig
Voor veel van de aanbevelingen blijkt nadere verdieping nodig om tot verdere concrete verbeterpunten te komen. Vandaar dat het onderzoek op de verschillende deelonderwerpen wordt voortgezet. De Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater verwacht eind 2022 te komen met de definitieve adviezen en aanbevelingen.
Op 14 juli is het precies een jaar geleden dat de watercrisis in Limburg plaatsvond. Op deze dag hebben alle Limburgse overheden in het bijzijn van minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat in Valkenburg een bestuursovereenkomst getekend tussen Rijk, provincie Limburg en waterschap Limburg. Doel: Limburg waterveiliger maken voor de toekomst.
“Wat vorig jaar in Limburg, maar ook in België en Duitsland is gebeurd, hopen we niet meer mee te maken”, zei minister Harbers tijdens de bijeenkomst. “Dat is echter geen vanzelfsprekendheid, omdat er grenzen zitten aan de maakbaarheid van het watersysteem. Daarom hebben we in het coalitieakkoord 300 miljoen euro gereserveerd voor maatregelen in de beekdalen van zijrivieren van de Maas. Zo kunnen we Limburg beter beschermen tegen weersextremen.”
Gezamenlijk programma
Volgens de minister kan de aanpak van de uit de watercrisis voortvloeiende opgave alleen slagen als partijen in de regio en het Rijk de handen in elkaar slaan en tot een gezamenlijk programma komen. De bestuursovereenkomst die hij met de provincie en het waterschap heeft getekend, draagt daaraan bij.
Waterveiligheid en Ruimte
Het afgelopen jaar hebben alle overheden hard gewerkt aan het herstel van de schade als gevolg van de overstromingen. Ook hebben ze naar oplossingen en maatregelen gezocht om de inwoners van Limburg in de toekomst beter te beschermen en voor te bereiden op weersextremen. Het Programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL) geeft uitvoering aan deze gezamenlijke ambitie.
Klimaatbewustzijn
Dit programma gaat aan de slag met het vergroten van de capaciteit van de afvoer van beken en zijrivieren, meer rekening houdend met de waterhuishouding bij de inrichting van de ruimtelijke ordening én met het verhogen van het klimaatbewustzijn van inwoners.
Op 22 november stonden verschillende wateronderwerpen op de agenda in de Tweede Kamer tijdens het jaarlijkse Wetgevingsoverleg water. Over de wateroverlast in Limburg werd intensief gesproken. Ook de Kaderrichtlijn Water kwam uitgebreid aan bod.
Watercrisis Limburg
Kamerleden waren kritisch over de trage schadeafhandeling, maar wilden ook van demissionair minister Visser (Infrastructuur en Waterstaat) weten welke financiële middelen zij heeft om Nederland weerbaarder te maken tegen dit soort weersextremen. Kamerlid De Hoop (PvdA) wees op het belang van het beter in kaart brengen van zwakke plekken. Stoffer (SGP) benadrukte dat klimaatadaptatie hoog op de agenda moet. Visser gaf aan de propositie van Limburg te hebben ontvangen, maar op basis van het huidige budget niets extra’s te kunnen doen. De propositie wordt besproken in de Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater die door de minister is ingesteld naar aanleiding van de watercrisis. Daarnaast benadrukte zij dat een situatie zoals in Limburg ook in andere regio’s kan ontstaan en er dus niet alleen specifiek naar Limburg moet worden gekeken.
Kaderrichtlijn Water
Ook de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) kon op veel aandacht rekenen tijdens het WGO. Veel Kamerleden concludeerden dat Nederland de doelen in 2027 nu al niet kan halen. De Hoop (PvdA) wilde van de minister weten wat de gevolgen zijn als we de doelen niet halen. Heerema (VVD) wilde weten hoe de samenwerking is tussen de 2 ministeries die over het halen van de waterkwaliteitsdoelen uit de KRW gaan. De Groot (D66) wees op de slechte kwaliteit van de kleine wateren en ziet de oplossing in gebiedsgerichte aanpak van de landbouw. Het CDA (Boswijk) wilde weten welke maatregelen nog meer nodig zijn. Bromet (GroenLinks) wilde meer meetpunten en vroeg de minister wat nu eigenlijk het probleem voor de waterkwaliteit is: gewasbeschermingsmiddelen, mest of iets anders. Vestering (PvdD) vond het jammer dat nu al gekeken wordt naar de boetes die we krijgen als we de doelen niet halen in plaats van nu strenger door te pakken om nog resultaten te boeken. De SGP wees op het water in de grensgebieden: buurlanden hebben andere normen voor waterkwaliteit.
Minister Visser deelde de zorg van de Kamer en gaf aan dat er nog veel moet gebeuren. Met de huidige set aan maatregelen redden we het niet. In 2027 moet Nederland laten zien dat we alle maatregelen die we hadden kunnen nemen, hebben genomen. Wat betreft de gevolgen van het niet halen van de doelen gaf de minister aan dat Nederland dan in gebreke wordt gesteld door de Europese Commissie. Er kunnen dan bijvoorbeeld geen nieuwe lozingsvergunningen meer worden verleend. Visser verwacht echter niet dat Nederland ‘op slot’ gaat zoals bij de stikstofcrisis. De winst zit in gebiedsgerichte aanpak in combinatie met stikstofaanpak.
Belastingstelsel
Grinwis (ChristenUnie) vroeg de minister naar de stand van zaken van de herziening van het belastingstelsel van de waterschappen. Visser gaf aan dat het formeel nog afgehecht moet worden met alle betrokkenen, maar dat het streven is om komend voorjaar het voorstel in consultatie te brengen. Grinwis vond dat lang duren, waarop de minister aangaf dat er lang is gedaan om tot een compromis te komen.
Moties
Er werden meerdere moties ingediend waarover dinsdag gestemd wordt.
ChristenUnie en CDA zien de rioolwatermetingen als grote bron van informatie, maar willen wel een ethisch kader voor het gebruik ervan omdat er tot op perceel niveau gemeten kan worden.
De PVV vroeg via een motie om meer budget voor waterveiligheid.
D66 wil een analyse van de kosten en baten als je waterveiligheid beter koppelt aan ruimtelijke kwaliteit. Volgens Kamerlid De Groot kan die koppeling doorwerken in betere biodiversiteit en minder onderhoud.
PvdA en GroenLinks dienden een motie in om in gebieden met hoog risico op wateroverlast in te zetten op klimaatadaptatie.
GroenLinks diende 3 moties in over veenweidegebieden, KRW en lozingsvergunningen.
De SGP wilde via een motie eventuele ontpoldering van landbouwgronden in het Westerscheldegebied voorkomen.
Op 11 november werden tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over de overstromingen in Zuid-Nederland van afgelopen zomer diverse invalshoeken van deze ingrijpende gebeurtenis belicht. De Commissie IenW van de Tweede Kamer organiseerde de rondetafel om inzicht te krijgen in de vele aspecten van de wateroverlast.
Tijdens het rondetafelgesprek vertelde een boerin en een horecaondernemer hoe zij getroffen zijn door de overstromingen. Ook werd er ingegaan op de schadeafhandeling door het Verbond van Verzekeraars en kwam een hoogleraar Verzekeringsrecht aan het woord.
Meer aandacht voor klimaatadaptatie
In het deel over de bestuurlijke aanpak bracht Josette van Wersch, dagelijks bestuurslid van waterschap Limburg, naar voren dat de watersnood van een ongekende omvang was. Aanvullende maatregelen zijn daarom nodig. Ze pleitte hierbij voor meer ruimte voor de beken. Van Wersch ziet dat het Rijk inzet op klimaatmitigatie, waar pas over jaren de effecten zichtbaar van zijn. Terwijl we nu al geconfronteerd worden met de gevolgen van klimaatverandering. “Er moet meer aandacht komen voor klimaatadaptatie. Limburg is een dalenlandschap, dus we moeten ook kijken naar anders bouwen,” aldus Van Wersch.
Ruimte voor de beken
Kamerlid Tjeerd de Groot (D66) stelde het waterschap een vraag over de uitbreiding van het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor de beken. Van Wersch antwoordde dat dat nog uitgewerkt moet worden en dat de kosten daarvan nog niet bekend zijn. “We kijken voor de kosten naar het Rijk en naar Europa,” zei ze. Ook PvdA-Kamerlid Ploumen vroeg naar de kosten van de versnelling van de plannen om Limburg veilig te krijgen.
Werken met natuurlijke processen
Het laatste deel van het gesprek ging over watermanagement. Een hoogleraar waterbouwkunde, een bioloog en een specialist rivierbeheer deelden hun visie op de wateroverlast. Deltacommissaris Peter Glas benadrukte dat het essentieel is om de weerbaarheid tegen weersextremen te verhogen. Niet vechten tegen het water maar werken met de natuurlijke processen. Hierbij benadrukte de deltacommissaris dat soortgelijke wateroverlast ook buiten Limburg gebeurt. “Extreme hoosbuien kunnen overal vallen,” aldus Glas.
Magazine Het Waterschap is op 14 oktober weer verschenen. Het thema van dit nummer is ‘Water en Ruimte’. Het blad is ook online te lezen.
Van ruimte wordt vandaag de dag veel gevraagd: er is ruimte nodig voor zonnepanelen en windmolens om de klimaatdoelen te halen. Er is ruimte voor de natuur nodig om de stikstofproblematiek het hoofd te bieden. Er is ruimte nodig voor een miljoen nieuwe woningen om de woningnood op te lossen.
Ruimte voor water
Allemaal belangrijk. Maar wanneer je ruimte voor water vergeet en de hele boel overstroomt of droog komt te staan, valt al het andere figuurlijk in het water. De ruimte voor water staat daarom in dit nummer van Het Waterschap centraal.
Veel interviews
Maak even ruimte in je agenda om de interviews te lezen met Hans Mommaas (Planbureau voor de Leefomgeving), Edwin Lokkerbol (kwartiermaker Emissieloos bouwen), Stefan Kuks (waterschap Vechtstromen), journalist Menno Bentveld en vele anderen!
Het hoge water blijft de waterschappen bezighouden, maar de situatie is op dit moment overal onder controle. De hoogwatergolf trekt verder richting de Noordzee. De waterschappen blijven waakzaam.
Goed nieuws is dat alle primaire waterkeringen langs de Maas het hebben gehouden. Ook veel van de noodmaatregelen bleken effectief. Waterschap Limburg is bezig met inspecties van de dijken om mogelijke schades in kaart te brengen. Dat gebeurt ook voor de beken en waterbuffers. De medewerkers van andere waterschappen die de afgelopen dagen in Limburg hulp hebben geboden, zijn inmiddels weer terug naar huis.
Gat in een zomerdijk
In Gelderland ontstond afgelopen nacht bij de uiterwaarden van Hattem een gat in een zomerdijk. Het water liep daardoor de uiterwaarden in. Dat leverde verder geen problemen op. Uiterwaarden zijn immers bedoeld om hoogwater op te kunnen vangen. Waterschap Vallei en Veluwe is bezig met het herstel van de zomerdijk.
Weer regen
Komend weekend en volgende week gaat het wel weer regenen in het stroomgebied van de Maas. Naar verwachting blijft deze regen beperkt tot 10-20 mm. Dit zijn geen hoeveelheden die voor problemen kunnen zorgen in de rivieren en beken. Maar natuurlijk worden ook de ontwikkelingen van het weer deze weken extra goed gemonitord.
Vooruitkijken
Monitoring blijft sowieso het sleutelwoord. De waterschappen en Rijkswaterstaat houden de situatie in de rivieren en de toestand van de dijken nauwlettend in de gaten. Maar ze kijken ook vooruit: ze trekken de komende maanden samen op om de dijken waar nodig sterk en veilig te krijgen voor het winterseizoen dat op 1 oktober begint.
Er wordt de komende dagen veel regen verwacht in het zuidoosten van Nederland en ook in Duitsland en België. De verwachting is dat de waterstanden van de rivieren Rijn, Maas en Vecht en zijriveren en beken sterk gaan stijgen. De waterschappen en Rijkswaterstaat treffen waar mogelijk preventieve maatregelen.
De afvoer van de Maas kan mogelijk woensdag stijgen tot boven 1000 m3/s. Code geel wordt dan van kracht. Dit is sinds het hoogwater van juli 1980 niet voorgekomen. Wanneer de Maas binnen 12 uur een afvoer van 1500 m3/s bereikt, is dit zelfs voor het eerst sinds 1911. De waterstand van de Rijn bij Lobith stijgt rond donderdag of vrijdag waarschijnlijk tot boven het niveau van NAP+12m en mogelijk tot nog hogere waarden.
Code geel
Ook daarvoor geldt dat code geel dan van kracht wordt. Dit betekent dat Rijkswaterstaat en de waterschappen hun standaardmaatregelen bij hoogwater nemen. Gebruiksfuncties op en aan het water, zoals scheepvaart en activiteiten in uiterwaarden of in andere buitendijkse gebieden, worden mogelijk beperkt.
Uiterwaarden
De verwachting is dat beken buiten hun oevers kunnen treden en dat op een aantal locaties de uiterwaarden onderlopen. Dat heeft mogelijk gevolgen voor recreatie zoals campings en (voet)veren, maar ook voor vee. Rijkswaterstaat en de waterschappen in het (zuid)oosten van het land zijn alert en treffen waar nodig preventieve maatregelen. Denk aan het strijken van stuwen en het verminderen van de waterinlaat. Ook waarschuwen ze het publiek tijdig.
Onzeker
De verwachte stijgingen zijn mede gebaseerd op neerslag die nog moet vallen. Daarmee zijn deze verwachtingen onzeker. De situatie wordt dan ook nauwlettend in de gaten gehouden.
Regionale wateren
Ook voor de regionale wateren nemen waterschappen, zoals waterschap Limburg, voorzorgsmaatregelen. De verwachte neerslag valt meer gespreid dan de neerslag die begin juli viel, maar de hoeveelheden en het totale neerslaggebied zijn fors. Ze kunnen lokaal voor wateroverlast zorgen.
Maaiwerkzaamheden
Om ervoor te zorgen dat het watersysteem meer water aan kan, voert het waterschap op diverse plekken aanvullende maaiwerkzaamheden en controles uit. Water kan zo makkelijk afgevoerd worden. Daarnaast zet het waterschap stuwen tijdelijk in een lagere stand. Ook wordt de waterinlaat verminderd zodat ook daar grotere hoeveelheden water verwerkt kunnen worden.
Watersporters
Voor watersporters en recreanten geldt de oproep om alert te zijn zodat zij niet verrast worden door een plotselinge stijging van het water.