Tussentijdse evaluatie KRW tijdens Commissiedebat Water 

27 maart 2025

Op 26 maart vond in de Tweede Kamer het Commissiedebat (CD) Water plaats. Het debat ging vooral over de tussenevaluatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Namens de Kamer gingen Ines Kostić (Partij voor de Dieren), Hidde Heutink (PVV), Geert Gabriëls (GL-PvdA), Cor Pierik (BBB), Aant Jelle Soepboer (NSC), Martijn Buijsse (VVD) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) in debat met elkaar en met Barry Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat. 

Foto van een WGO water van november 2024

Ter illustratie een foto van WGO water van november 2024

Waterkwaliteit 

Een groot deel van het debat ging over de tussenevaluatie van de KRW. De deadline voor het behalen van de KRW-doelen is 2027, maar minister Madlener gaf aan dit niet te redden. De afgelopen jaren verbeterde de waterkwaliteit in Nederland weliswaar aanzienlijk, maar het lukt niet om alle doelen te halen. Dit kan leiden tot juridische procedures vanuit de Europese Unie (EU). Daarom deed de minister de toezegging aan de Kamer dat hij een brief met een juridische analyse stuurt als Nederland de doelen niet haalt. Als Nederland hiervoor gegronde redenen kan geven, hoopt de minister dat de EU een uitzondering maakt. 

Voor de verbetering van de waterkwaliteit moet niet alleen naar de EU of buurlanden worden gekeken, benadrukten Ines Kostić en Geert Gabriëls tijdens het debat. Juist nationale oplossingen kunnen hieraan bijdragen. Zoals een totaalverbod op PFAS(-lozingen), het bestrijden van de Amerikaanse rivierkreeft, het behoud van grasland, en watervriendelijke natuurherstelmaatregelen. Daarnaast noemde Cor Pierik de mogelijkheid van een speciale KRW-commissaris. Ook gaf de minister aan dat hij de waterkwaliteit gaat bespreken in de speciaal opgerichte Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel. 

Waterveiligheid 

Daarnaast kwam in het debat het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) ter sprake. ChristenUnie en VVD vroegen de minister naar de status van de extra investeringen die nodig zijn voor het versterken van 1.400 kilometer aan dijken. De waterschappen hebben al 1,25 miljard euro extra beschikbaar gesteld, maar het Rijk nog niet. De minister kon dit bedrag niet toezeggen, maar gaf opnieuw aan dat “het Rijk staat voor zijn verantwoordelijkheid”. Dit komt terug in de Voorjaarsnota.  

Tenslotte reageerde de minister op vragen van ChristenUnie en NSC dat waterschappen verantwoordelijk blijven voor de (centrale) regie bij het onderhoud van dijken. Verschillende betrokken partijen kijken naar de bundeling en standaardisatie van dijkversterkingsprojecten om waar mogelijk efficiënter te werken.  

Tweeminutendebat 

Aan het einde van het commissiedebat vroeg de Partij voor de Dieren een tweeminutendebat aan, een plenair vervolg op een commissiedebat waar moties worden ingediend. De datum voor dit debat volgt binnenkort. Het volgende CD Water staat op de planning voor 17 juni. 

Mark Harbers: beoordelingsmethode voor vaststelling waterkwaliteit is ingewikkeld

3 mei 2022

Onlangs hebben VVD-Kamerleden Fahid Minhas en Thom van Campen schriftelijke vragen gesteld aan minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. De vragen gingen over waterkwaliteit. De minister heeft de vragen nu beantwoord.

Klaproos bij een beek

Aanleiding voor de vragen was het artikel ‘Schoon water is in Nederland nog ver weg’ in de NRC van 18 maart. In dat artikel staat dat slechts minder dan 1 procent van de beschermde wateren in Nederland voldoet aan de Europese eisen voor de waterkwaliteit, de Kaderrichtlijn Water (KRW). Dit artikel is gebaseerd op de Kamerbrief van 16 november 2021 en de derde stroomgebiedbeheerplannen. Minhas en Van Campen vroegen de minister wat hij van de conclusie in het artikel vindt.

Ingewikkelde boordelingsmethode

De minister zegt dat de KRW een ingewikkelde beoordelingsmethode gebruikt voor vaststelling van de waterkwaliteit. De KRW-methodiek gaat uit van het principe dat een waterlichaam pas wordt beoordeeld als ‘in goede toestand’ als alle kenmerken van dat water de klasse ‘goed’ hebben. Dit betekent dat een waterlichaam het KRW-doel niet heeft gehaald als alle kenmerken in orde zijn op één na. Er zijn op dit moment vrijwel geen waterlichamen die aan alle normen voldoen, maar het beeld dat de waterkwaliteit op alle onderdelen niet goed is, deelt de minister niet.

Ecologische toestand

De Kamerleden zijn ook benieuwd wat de ecologische toestand van deze wateren op dit moment is. Volgens de minister wordt in 30 tot 50 procent van de waterlichamen voldaan aan de biologische kenmerken (algen, waterflora, waterinsecten en vis). Het aantal waterlichamen dat voldoet aan de norm voor stikstof en voor fosfor is rond de 55 procent.

Grond- en oppervlaktewater

Verder vroegen Minhas en Van Campen de minister op welke manier industrie, landbouw, natuur en verstedelijking invloed hebben op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. De minister antwoordt dat deze sectoren zeker invloed hebben. En die invloed is volgens hem voldoende in beeld. In de Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 staat per bron wat de belasting met chemische stoffen en nutriënten is.

Ecologische toestand

Hoe gaan we ervoor zorgen dat de kwaliteit van de 745 grotere wateren in Nederland in 2027 voldoet aan de eis van de Europese Unie voor een goede ecologische toestand? Daar zijn de 2 VVD’ers ook benieuwd naar. Volgens de minister is gebleken dat met de maatregelen uit de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 de waterkwaliteit de komende jaren verder verbetert. Al is dat volgens hem nog niet genoeg om overal in Nederland de doelen te halen.

25 miljard

De minister is blij dat in het coalitieakkoord 25 miljard euro extra beschikbaar is gekomen voor een transitie van het landelijk gebied met het oog op vermindering van de stikstof-depositie, klimaatmitigatie en het behalen van de KRW doelen. Ook peilverhoging in het veenweidegebied pakt op termijn gunstig uit voor de waterkwaliteit. De minister streeft ernaar de goede ecologische toestand zo snel mogelijk na 2027 te halen.

Wat vinden de waterschappen?

De waterschappen zetten alles op alles om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. Maar ook de industrie, landbouw en lokale en landelijke overheid moeten zich inspannen. En die extra inspanningen zijn niet alleen nodig in de landbouwsector. Ook aanpak van stoffen die niet in het water horen, is cruciaal. Denk aan medicijnresten, metalen en zeer zorgwekkende stoffen zoals PFAS. Daarnaast trekken steeds extremere hitte en droogte een zware wissel op het watersysteem, zeker in stedelijk gebied. Er is geen keuze waar maatregelen moeten worden uitgevoerd: alle sectoren moeten aan de slag.

Lees alle vragen en antwoorden