Aanleiding voor de vragen was het artikel ‘Schoon water is in Nederland nog ver weg’ in de NRC van 18 maart. In dat artikel staat dat slechts minder dan 1 procent van de beschermde wateren in Nederland voldoet aan de Europese eisen voor de waterkwaliteit, de Kaderrichtlijn Water (KRW). Dit artikel is gebaseerd op de Kamerbrief van 16 november 2021 en de derde stroomgebiedbeheerplannen. Minhas en Van Campen vroegen de minister wat hij van de conclusie in het artikel vindt.
Ingewikkelde boordelingsmethode
De minister zegt dat de KRW een ingewikkelde beoordelingsmethode gebruikt voor vaststelling van de waterkwaliteit. De KRW-methodiek gaat uit van het principe dat een waterlichaam pas wordt beoordeeld als ‘in goede toestand’ als alle kenmerken van dat water de klasse ‘goed’ hebben. Dit betekent dat een waterlichaam het KRW-doel niet heeft gehaald als alle kenmerken in orde zijn op één na. Er zijn op dit moment vrijwel geen waterlichamen die aan alle normen voldoen, maar het beeld dat de waterkwaliteit op alle onderdelen niet goed is, deelt de minister niet.
Ecologische toestand
De Kamerleden zijn ook benieuwd wat de ecologische toestand van deze wateren op dit moment is. Volgens de minister wordt in 30 tot 50 procent van de waterlichamen voldaan aan de biologische kenmerken (algen, waterflora, waterinsecten en vis). Het aantal waterlichamen dat voldoet aan de norm voor stikstof en voor fosfor is rond de 55 procent.
Grond- en oppervlaktewater
Verder vroegen Minhas en Van Campen de minister op welke manier industrie, landbouw, natuur en verstedelijking invloed hebben op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. De minister antwoordt dat deze sectoren zeker invloed hebben. En die invloed is volgens hem voldoende in beeld. In de Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 staat per bron wat de belasting met chemische stoffen en nutriënten is.
Ecologische toestand
Hoe gaan we ervoor zorgen dat de kwaliteit van de 745 grotere wateren in Nederland in 2027 voldoet aan de eis van de Europese Unie voor een goede ecologische toestand? Daar zijn de 2 VVD’ers ook benieuwd naar. Volgens de minister is gebleken dat met de maatregelen uit de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 de waterkwaliteit de komende jaren verder verbetert. Al is dat volgens hem nog niet genoeg om overal in Nederland de doelen te halen.
25 miljard
De minister is blij dat in het coalitieakkoord 25 miljard euro extra beschikbaar is gekomen voor een transitie van het landelijk gebied met het oog op vermindering van de stikstof-depositie, klimaatmitigatie en het behalen van de KRW doelen. Ook peilverhoging in het veenweidegebied pakt op termijn gunstig uit voor de waterkwaliteit. De minister streeft ernaar de goede ecologische toestand zo snel mogelijk na 2027 te halen.
Wat vinden de waterschappen?
De waterschappen zetten alles op alles om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. Maar ook de industrie, landbouw en lokale en landelijke overheid moeten zich inspannen. En die extra inspanningen zijn niet alleen nodig in de landbouwsector. Ook aanpak van stoffen die niet in het water horen, is cruciaal. Denk aan medicijnresten, metalen en zeer zorgwekkende stoffen zoals PFAS. Daarnaast trekken steeds extremere hitte en droogte een zware wissel op het watersysteem, zeker in stedelijk gebied. Er is geen keuze waar maatregelen moeten worden uitgevoerd: alle sectoren moeten aan de slag.