Waterschappen pleiten voor maatwerk in overgangsgebieden 

25 juni 2025

De Tweede Kamer heeft op 25 juni naar aanleiding van het commissiedebat over stikstof drie moties aangenomen. De moties onderstrepen het belang van een integrale, gebiedsgerichte aanpak in de overgangsgebieden rond Natura 2000-gebieden. “De waterschappen steunen deze oproep en benadrukken dat niet alleen stikstof, maar ook verdroging en waterkwaliteit bepalend zijn voor het herstel van natuur”, aldus de Unie van Waterschappen.

Landschapsfoto van een groene, landelijke omgeving met een kronkelende rivier op de voorgrond. Koeien grazen in de weilanden, en op de achtergrond zijn bomen en een rij huizen zichtbaar onder een blauwe hemel met lichte bewolking.

Overgangsgebieden 

Om effectief natuurherstel mogelijk te maken, zijn er maatregelen nodig in landbouwgebieden buiten de grenzen van Natura 2000-gebieden. Denk aan peilbeheer, het infiltreren van regenwater of het beperken van grondwateronttrekking. Deze maatregelen kunnen op gespannen voet staan met de wettelijke taak van waterschappen om de landbouw te faciliteren. Daarom is het essentieel dat het Rijk, de provincies en gemeenten publiekrechtelijke afspraken maken over een gecombineerde functie van landbouw en natuur in overgangsgebieden. Zo kunnen waterschappen hun beheer beter afstemmen op beide belangen. 

Waterkwaliteit en droogtebestrijding 

De motie van Podt (D66) pleit voor het op orde brengen van de randvoorwaarden voor gebiedsspecifieke zonering. Ook roept de motie op om de inzet van fondsen – zoals de 600 miljoen euro voor de Peel en de Veluwe – niet te beperken tot stikstofmaatregelen op het boerenerf, maar deze ook beschikbaar te stellen voor maatregelen op het gebied vanwaterkwaliteit en droogtebestrijding. 

Agrarisch natuurbeheer en Kaderrichtlijn Water

Daarnaast ondersteunt de Unie van Waterschappen de motie van Grinwis (CU), die oproept tot extra budget voor de uitbreiding van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) in 2026. ANLb-maatregelen – zoals randenbeheer, bodembeheer en ecologisch slootschonen – dragen concreet bij aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). 

Robuust en toekomstbestendig landelijk gebied 

De Unie van Waterschappen roept het Rijk op om ruimte te bieden voor maatwerk, zodat provincies, waterschappen en gebiedspartners gezamenlijk kunnen werken aan een robuust en toekomstbestendig landelijk gebied. 

Waterschappen benadrukken belang voortgang belangrijke dossiers  

17 juni 2025

Na de val van het kabinet speelt in de Tweede Kamer het controversieel verklaren van onderwerpen. De waterschappen willen stilstand voorkomen en pleiten voor voortgang van belangrijke dossiers. Daarom roept de Unie van Waterschappen Kamerleden op om geen enkel onderwerp controversieel te verklaren.

2 werkmannen in oranje overals staan op een dijk naast een hijskraan om elkaar een buis aan te geven.

Controversieel verklaren  

De Tweede Kamer debatteert deze week over het controversieel verklaren van onderwerpen. Dit doet de Tweede Kamer met dossiers waarvan verwacht mag worden dat behandeling met een ander kabinet tot een andere uitkomst zal leiden. Dit betekent dat deze dossiers niet behandeld mogen worden, totdat er een nieuw kabinet is. De waterschappen willen dat belangrijke thema’s, zoals ruimtelijke keuzes, woningbouw en stikstof, niet stilvallen en zien dan ook graag dat er geen dossiers controversieel worden verklaard.  

Ruimtelijke keuzes  

Waterschappen vinden het belangrijk dat er op landelijk niveau ruimtelijke keuzes worden gemaakt. Bij de inrichting van gebieden moet goed rekening worden gehouden met waterveiligheid, voldoende en schoon water, en klimaatadaptatie. Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden, is het noodzakelijk dat water en bodem sturend zijn in ruimtelijke keuzes. Er zijn duidelijke kaders nodig, zodat projectontwikkelaars weten waar ze aan moeten voldoen om toekomstbestendige nieuwbouw te realiseren. Ook zijn die kaders nodig om in de ruimtelijke puzzel ook natuurherstel en de energietransitie een duidelijke plek te geven. Daarom is het van belang dat dit dossier niet stilvalt. 

Woningbouw  

Hetzelfde geldt voor het dossier woningbouw. In het verlengde van de ruimtelijke keuzes moet ook in bouwplannen rekening worden gehouden met water. Ook hiervoor zijn landelijke kaders voor nodig, waarna de gebiedskennis van de waterschappen lokaal kan bijdragen aan toekomstbestendige afwegingen. Als de Tweede Kamer dossiers met betrekking tot woningbouw controversieel verklaard, leidt dat tot nog meer vertraging. Dat achten de waterschappen onwenselijk.  

Stikstof   

Tot slot stikstof. De afgelopen maanden schoof de Unie van Waterschappen aan bij de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCEN) om te praten over de stikstofproblematiek. Het huidige ‘startpakket’ vinden de waterschappen onvoldoende. Zij benadrukken dat een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel noodzakelijk is om de vergunningverlening – ook voor cruciale waterprojecten – uit de huidige impasse te halen. Dat is alleen mogelijk als de Tweede Kamer dit dossier niet in de ijskast zet.  

Unie: ‘Belangrijke thema’s mogen niet stilvallen na val kabinet’ 

12 juni 2025

De Tweede Kamer debatteerde op 4 juni over de val van het kabinet. Daarbij konden fracties moties indienen waar de Kamer op 10 juni over stemde. De Kamer verwierp de motie van Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD) waarin ze het (demissionaire) kabinet verzocht om door te gaan met cruciale onderwerpen voor Nederland. Hieronder vielen zaken als asiel en migratie, defensie en weerbaarheid, steun aan Oekraïne, veiligheid, stikstof, ruimtelijke keuzes, woningbouw, hersteloperaties, verdienvermogen en de portemonnee. De Unie van Waterschappen betreurt dat de motie van Yesilgöz het niet heeft gehaald. Het is voor de waterschappen belangrijk dat onderwerpen als ruimtelijke keuzes, woningbouw en stikstof niet stilvallen.

bouwterrein nieuwbouwhuizen

Ruimtelijke keuzes 

Waterschappen vinden het belangrijk dat er op landelijk niveau ruimtelijke keuzes worden gemaakt. Bij de inrichting van gebieden moet goed rekening worden gehouden met waterveiligheid, voldoende en schoon water, en klimaatadaptatie. Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden is het noodzakelijk dat water en bodem sturend zijn in ruimtelijke keuzes. Er zijn duidelijke kaders nodig, zodat projectontwikkelaars weten waar ze aan moeten voldoen om toekomstbestendige nieuwbouw te realiseren. Ook zijn die kaders nodig om in de ruimtelijke puzzel ook natuurherstel en de energietransitie een duidelijke plek te geven.  

Woningbouw 

Water is dus een belangrijke randvoorwaarde bij locatiekeuzes voor woningbouw. Waterschappen zetten hun gebiedskennis in bij de beslissingen over ruimtelijke ordening. Hierbij is het belangrijk dat ze in een vroeg stadium worden betrokken bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het afwegen van het waterbelang moet minder vrijblijvend worden. Dat kan bijvoorbeeld door toekomstbestendige bouwvoorschriften op te nemen in het Bouwbesluit. Zo zorgen we ervoor dat huishoudens straks niet worden opgezadeld met grote schade door extreem weer. 

Stikstof  

Daarnaast schoof de Unie van Waterschappen de afgelopen maanden aan bij de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCEN) om te praten over de stikstofproblematiek. De Unie van Waterschappen ondersteunt de oproep van IPO en VNO-NCW voor een krachtig pakket aan stikstofmaatregelen. Het huidige ‘startpakket’ is onvoldoende. Waterschappen benadrukken dat een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel noodzakelijk is om de vergunningverlening – ook voor cruciale waterprojecten – uit de huidige impasse te halen.   

Waterschappen: Zet waterkwaliteit centraal in mest- en stikstofbeleid 

5 juni 2025

Voor het commissiedebat over stikstof en mestbeleid op 18 juni 2025 vragen de waterschappen aandacht voor een aantal belangrijke punten. Zij roepen het demissionaire kabinet op tot een stevigere inzet voor het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater.

waterkwaliteit-landbouwgebieden-unie-van-waterschappen

KRW-doelen vereisen KRW-proof mestbeleid 

Het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (8e AP) biedt volgens de waterschappen een laatste kans om via het mestbeleid bij te dragen aan het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027. Evaluaties van eerdere actieprogramma’s laten zien dat het mestbeleid in Nederland nog onvoldoende effectief is. De waterschappen benadrukken dat het 8e AP nú KRW-proof moet worden gemaakt. Bemesting mag geen bron meer zijn van een teveel aan nutriënten in het grond- en oppervlaktewater. 

Duidelijke landelijke regie nodig 

De effectiviteit van maatregelen, zoals bufferstroken of teeltrotatie, verschilt per regio. Regionale maatwerkoplossingen zijn daarom essentieel. Tegelijkertijd is landelijke sturing vanuit het Rijk noodzakelijk. Waterschappen vervullen geen wettelijke taak in het mestbeleid, maar adviseren vanuit hun rol als waterkwaliteitsbeheerder. De regie en verantwoordelijkheid voor het mestbeleid moeten volgens hen bij de minister blijven en niet verschuiven naar regionale overheden. 

Samenhang met ander landbouwbeleid ontbreekt 

De waterschappen maken zich zorgen over de versnippering van landbouwbeleid. Voor een toekomstbestendige landbouw én goede waterkwaliteit is een integrale aanpak nodig. De Unie van Waterschappen roept het demissionaire kabinet op om het 8e AP beter af te stemmen op andere landbouwdossiers. 

Betrokkenheid van medeoverheden 

Het proces rond het 8e AP vraagt veel van medeoverheden en onderzoeksinstellingen. De waterschappen pleiten voor een duidelijke rolverdeling, tijdige betrokkenheid en structurele inbreng in het beleidsproces. 

Stikstof: snel werk maken van maatregelen 

Tot slot ondersteunt de Unie de oproep van IPO en VNO-NCW voor een krachtig pakket aan stikstofmaatregelen. Het huidige ‘startpakket’ is onvoldoende. Waterschappen benadrukken dat een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel noodzakelijk is voor vergunningverlening en cruciale waterprojecten. 

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen voor het commissiedebat

Inbreng debat Stikstof en natuur: stikstofaanpak en invasieve exoten 

24 maart 2025

Woensdag 2 april staat het commissiedebat Stikstof en Natuur op de agenda van de Tweede Kamer. In aanloop naar dit debat brengt de Unie van Waterschappen een aantal belangrijke aandachtspunten naar voren.

Polder landschap met weide, water en natuur- stikstof

Zorg voor een geborgde stikstofaanpak en natuurherstel 

Voor natuurherstel moet breder gekeken worden dan naar stikstof alleen: water heeft daar een belangrijke rol. Het halen van de KRW-doelen in 2027 kan al een hele belangrijke bijdrage zijn. 

Ook zorgen waterschappen voor waterveiligheid. Het is daarom belangrijk dat waterschappen zonder vertraging kunnen werken aan het versterken van de dijken. Voor de waterkwaliteit zijn de uitbreidingen van rioolwaterzuiveringsinstallaties essentieel.  

Contouren landelijk aanvalsplan invasieve exoten 

De Amerikaanse rivierkreeft, een invasieve exoot, is een van de oorzaken van een slechte waterkwaliteit. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) is vanuit de exotenverordening systeemverantwoordelijke en de waterschappen verwachten daarom inzet en middelen.  

Daarnaast is er sprake van een continue instroom van muskus- en beverratten uit Duitsland. Ze zijn gevaarlijk omdat ze holen en gangen in dijken graven en zijn schadelijk voor de biodiversiteit. De waterschappen hebben de hulp van LVVN nodig om tot werkafspraken met Duitsland te komen.  

De waterschappen willen: 

  • Een stikstofaanpak zodat waterschapsprojecten zoals dijkversterkingen en de uitbreiding van rioolwaterzuiveringsinstallaties niet vertraagd worden. 
  • Inzet en middelen van LVVN  voor de korte en lange termijn voor de aanpak van de Amerikaanse rivierkreeft.
  • Dat het ministerie in overleg gaat met Duitsland om de uitstroom van muskus- en beverratten naar Nederland te voorkomen.

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen voor het commissiedebat

Waterschappen reageren op stikstofplannen kabinet

13 juni 2022

Op 10 juni maakte het kabinet de plannen bekend om tot 50 procent stikstofreductie te komen. De Unie van Waterschappen ziet het belang van heldere doelen, maar ziet ook aandachtspunten.



De waterschappen pleiten voor meer aandacht voor water- en bodemkwaliteit en voor perspectief voor de landbouwsector. Zo kan deze sector de transitie naar de kringlooplandbouw maken en als belangrijke partner opgesteld staan voor de opgaves in het landelijke gebied.

Richtinggevende stikstofdoelen

Minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) en minister Staghouwer (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) hebben de Tweede Kamer laten weten per gebied richtinggevende stikstofdoelen en reductiepercentages te hebben vastgesteld. Die lopen op van 12 procent tot rond de 70 procent – evenredig op te brengen door alle sectoren – in gebieden dichtbij natuurgebieden en gebieden waar de water- en bodemkwaliteit sterk moet verbeteren.

Landelijk doel

In oktober volgen nadere richtinggevende doelen voor klimaat en natuur. Uiterlijk in juli 2023 is in elk gebied duidelijk wat het doel is en hoe dat gehaald wordt. Daar waar dat eerder duidelijk is, volgt een versnelde aanpak. Het ‘wat’ (de doelen) ligt bij het Rijk, het ‘hoe’ (invulling van de gebiedsplannen) bij de provincies en de betrokken regionale partijen. De waterschappen benadrukken in deze trajecten het belang van verbetering van de water- en bodemkwaliteit. Bij elkaar tellen deze regionale doelen op tot het landelijke doel: driekwart van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden op een gezond niveau in 2030. Het kabinet heeft voor de gehele aanpak 24,3 miljard euro beschikbaar gesteld bovenop bestaande middelen (7 miljard euro).

Water- en bodemkwaliteit

De Unie van Waterschappen vindt het goed dat de doelen nu helder op papier staan. Voor de waterschappen is het belangrijk dat door de aanpak snel werk gemaakt kan worden van het weer op gang brengen van de vergunningverlening. Het is immers belangrijk dat de projecten van de waterschappen door kunnen gaan. Daarnaast vragen de waterschappen voor de gestelde natuurdoelen ook aandacht voor water- en bodemkwaliteit.

Integrale aanpak

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “We signaleren dat de gestelde natuurdoelen vooral gaan over stikstof, terwijl voor natuurherstel, maar ook voor een klimaatbestendige landbouw, de kwaliteit van het water en de bodem essentieel zijn. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is dat de waterkwaliteitsdoelen uit de Kaderrichtlijn Water ook spelen buiten de directe omgeving van Natura 2000-gebieden. Er is daarom wel een brede blik en een integrale aanpak nodig.”

Perspectief voor landbouwsector

Voor de reductie van stikstofuitstoot speelt de agrarische sector een cruciale rol. De ministers pleiten er in hun een plannen voor dat agrarische ondernemers versneld de transitie doormaken naar kringlooplandbouw in 2030. Schoonman: “Het is voor de waterschappen van groot belang dat de landbouwsector, als belangrijke partner in het gebied, dusdanig perspectief krijgen dat ze bij kunnen dragen aan dit systeem. Wat de waterschappen betreft moet de focus van de gebiedsgerichte aanpak dan ook liggen op het gezamenlijk tot stand brengen van de benodigde maatregelen om de natuur te verbeteren, de waterbeschikbaarheid te vergroten en te zorgen dat de waterkwaliteitsdoelen gehaald worden.”