Decentrale overheden en landbouworganisaties presenteren stikstofvoorstellen 

10 juli 2025

LTO Nederland, de jonge boeren en tuinders (NAJK), IPO, VNG en de Unie van Waterschappen presenteerden op 9 juli een gezamenlijk stikstofplan. Het is een belangrijke bouwsteen voor het startpakket van het kabinet. De initiatiefnemers zetten stappen in het terugdringen van de stikstofuitstoot. Hierdoor ontstaat er ruimte voor vergunningsverlening én natuurherstel.

Vertegenwoordigers van LTO Nederland, NAJK, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen poseren in een koeienstal met melkkoeien op de achtergrond. Ze houden gezamenlijk een groot bord vast met hun stikstofplant. De omgeving is open en landelijk, met groene weilanden zichtbaar in de verte.

Emissiereductie  

In het voorstel staat dat alle sectoren een substantiële bijdrage leveren aan de stikstofdaling, waarbij de land- en tuinbouw zich hard maakt voor een doelstelling van 42-46 procent emissiereductie in 2035. De initiatiefnemers verbinden zich aan afrekenbare stikstofreductiedoelen op sector- en bedrijfsniveau. Door doelen te stellen worden ondernemers die al veel hebben geïnvesteerd in de vermindering van stikstofuitstoot beloond. Agrarische ondernemers krijgen de tijd, de middelen en de ruimte om hieraan te voldoen, met een afrekenbaar tussendoel in 2030. Hiervoor zijn landelijke regelingen nodig om te kunnen innoveren, afschalen, verplaatsen of opkopen.  

Gebiedsgerichte aanpak kwetsbare natuurgebieden 

Voor twee tot vijf zeer kwetsbare natuurgebieden komen er verplichte maatregelen. Voor de overige Natura 2000-gebieden geldt tot 2030 een vrijwillige aanpak. Levert dat onvoldoende op dan komen ook hier verplichte maatregelen in beeld. Ondernemers bepalen zelf hoe ze de doelen bereiken, bijvoorbeeld met innovaties zoals speciale stalvloeren die de urine en mest zo snel mogelijk van elkaar kunnen scheiden. 

Natuurherstel 

In september volgt de tweede bouwsteen: een plan voor geborgd natuurherstel. Provincies brengen samen met de natuurbeheerders de komende periode in beeld welke aanvullende maatregelen en instrumenten hiervoor nodig zijn, zoals bijvoorbeeld op het gebied van hydrologie.  

Geen achteruitgang, maar echte oplossingen  

De decentrale overheden benadrukken gezamenlijk dat er een geborgde stikstofaanpak nodig is om voor de lange termijn zekerheid en perspectief te bieden. De Unie van Waterschappen heeft vooral gepleit voor een geborgde stikstofaanpak met maatregelen die ook bijdragen aan het verbeteren van de waterkwaliteit en een robuust watersysteem. Jeroen Haan, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Daarbij vinden we het belangrijk dat problemen echt worden aangepakt en niet worden doorgeschoven naar volgende generaties.” 

Uit de impasse   

De Unie van Waterschappen wil met deze plannen daadwerkelijk uit de impasse komen. “En dat is hard nodig. Ook voor belangrijke projecten van de waterschappen, zoals dijkversterkingen en waterkwaliteits- en waterzuiveringsprojecten, moet de vergunningverlening snel op gang komen. Alleen dan kunnen we werken aan een veilig en schoon Nederland”, aldus Jeroen Haan.  

Waterschappen pleiten voor maatwerk in overgangsgebieden 

25 juni 2025

De Tweede Kamer heeft op 25 juni naar aanleiding van het commissiedebat over stikstof drie moties aangenomen. De moties onderstrepen het belang van een integrale, gebiedsgerichte aanpak in de overgangsgebieden rond Natura 2000-gebieden. “De waterschappen steunen deze oproep en benadrukken dat niet alleen stikstof, maar ook verdroging en waterkwaliteit bepalend zijn voor het herstel van natuur”, aldus de Unie van Waterschappen.

Landschapsfoto van een groene, landelijke omgeving met een kronkelende rivier op de voorgrond. Koeien grazen in de weilanden, en op de achtergrond zijn bomen en een rij huizen zichtbaar onder een blauwe hemel met lichte bewolking.

Overgangsgebieden 

Om effectief natuurherstel mogelijk te maken, zijn er maatregelen nodig in landbouwgebieden buiten de grenzen van Natura 2000-gebieden. Denk aan peilbeheer, het infiltreren van regenwater of het beperken van grondwateronttrekking. Deze maatregelen kunnen op gespannen voet staan met de wettelijke taak van waterschappen om de landbouw te faciliteren. Daarom is het essentieel dat het Rijk, de provincies en gemeenten publiekrechtelijke afspraken maken over een gecombineerde functie van landbouw en natuur in overgangsgebieden. Zo kunnen waterschappen hun beheer beter afstemmen op beide belangen. 

Waterkwaliteit en droogtebestrijding 

De motie van Podt (D66) pleit voor het op orde brengen van de randvoorwaarden voor gebiedsspecifieke zonering. Ook roept de motie op om de inzet van fondsen – zoals de 600 miljoen euro voor de Peel en de Veluwe – niet te beperken tot stikstofmaatregelen op het boerenerf, maar deze ook beschikbaar te stellen voor maatregelen op het gebied vanwaterkwaliteit en droogtebestrijding. 

Agrarisch natuurbeheer en Kaderrichtlijn Water

Daarnaast ondersteunt de Unie van Waterschappen de motie van Grinwis (CU), die oproept tot extra budget voor de uitbreiding van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) in 2026. ANLb-maatregelen – zoals randenbeheer, bodembeheer en ecologisch slootschonen – dragen concreet bij aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). 

Robuust en toekomstbestendig landelijk gebied 

De Unie van Waterschappen roept het Rijk op om ruimte te bieden voor maatwerk, zodat provincies, waterschappen en gebiedspartners gezamenlijk kunnen werken aan een robuust en toekomstbestendig landelijk gebied. 

Unie van Waterschappen steunt oproep Klimaatraad: durf ruimte anders in te richten

18 juni 2025

De Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) adviseert om vanwege klimaatverandering Nederland fundamenteel anders in te richten. De Unie van Waterschappen onderschrijft dit op 19 juni gepubliceerde advies. Het sluit aan bij de visie van de waterschappen om water en bodem sturend te maken bij ruimtelijke keuzes.

woningen-water-web

De Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) adviseert om vanwege klimaatverandering Nederland fundamenteel anders in te richten. De Unie van Waterschappen onderschrijft dit op 19 juni gepubliceerde advies. Het sluit aan bij de visie van de waterschappen om water en bodem sturend te maken bij ruimtelijke keuzes.

Ruimtelijke keuzes

“In de slag om de ruimte is durf nodig om te kiezen hoe welke ruimte in Nederland moet worden ingericht om met het klimaat mee te veranderen, passend bij het bodem- en watersysteem”, aldus de WKR. “Er zijn richtinggevende keuzes nodig op twee vlakken: ruimtelijk en maatschappelijk. Dit betekent dat in sommige gebieden de inrichting fundamenteel anders moet.”

Het advies van de WKR benadrukt de noodzaak om gebieden die kwetsbaar zijn voor klimaatverandering –  zoals overstromingsgevoelige of verzakkende gebieden – anders in te richten. Dit kan betekenen dat bestaande functies of woningen moeten worden aangepast of verplaatst, om ruimte te maken voor waterberging of natuurherstel. De Unie van Waterschappen steunt deze benadering en pleit voor samenhangende en gebiedsgerichte plannen. In deze plannen staan waterveiligheid, waterkwaliteit en klimaatadaptatie centraal.

Samenhangende aanpak

Daarnaast roept de WKR op tot een versterking van de samenwerking tussen overheden, bedrijven en inwoners om klimaatadaptatie te versnellen. De Unie van Waterschappen onderstreept dit en benadrukt het belang van gezamenlijke verantwoordelijkheid en actie. Dit sluit aan bij eerdere oproepen van de Unie aan het Rijk om verder vooruit te kijken bij grote ruimtelijke investeringen. Daarbij moet geanticipeerd worden op toenemende weersextremen en klimaatverandering. Er is meer ruimte voor water nodig, en samenhang in de verschillende maatregelen binnen de ruimtelijke inrichting in Nederland. Alleen zo blijft ons land veilig, weerbaar en toekomstbestendig te maken. 

Geen uitstel mogelijk

De Unie van Waterschappen vindt dat de aanbevelingen van de WKR een belangrijke basis vormen voor het toekomstig klimaatbeleid en roept het Rijk en andere betrokken partijen op om deze adviezen serieus te nemen en om te zetten in concrete acties. Alleen door nu te handelen en aan te geven waar een ruimtelijke transformatie nodig is, kan Nederland zich tijdig weerbaar maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Zo blijft een leefbare toekomst voor volgende generaties binnen bereik. De Unie vindt het daarom zeer onwenselijk om ruimtelijke keuzes, het stikstofdossier, natuurherstel en waterkwaliteit op de lange baan te schuiven.

Waterschappen benadrukken belang voortgang belangrijke dossiers  

17 juni 2025

Na de val van het kabinet speelt in de Tweede Kamer het controversieel verklaren van onderwerpen. De waterschappen willen stilstand voorkomen en pleiten voor voortgang van belangrijke dossiers. Daarom roept de Unie van Waterschappen Kamerleden op om geen enkel onderwerp controversieel te verklaren.

2 werkmannen in oranje overals staan op een dijk naast een hijskraan om elkaar een buis aan te geven.

Controversieel verklaren  

De Tweede Kamer debatteert deze week over het controversieel verklaren van onderwerpen. Dit doet de Tweede Kamer met dossiers waarvan verwacht mag worden dat behandeling met een ander kabinet tot een andere uitkomst zal leiden. Dit betekent dat deze dossiers niet behandeld mogen worden, totdat er een nieuw kabinet is. De waterschappen willen dat belangrijke thema’s, zoals ruimtelijke keuzes, woningbouw en stikstof, niet stilvallen en zien dan ook graag dat er geen dossiers controversieel worden verklaard.  

Ruimtelijke keuzes  

Waterschappen vinden het belangrijk dat er op landelijk niveau ruimtelijke keuzes worden gemaakt. Bij de inrichting van gebieden moet goed rekening worden gehouden met waterveiligheid, voldoende en schoon water, en klimaatadaptatie. Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden, is het noodzakelijk dat water en bodem sturend zijn in ruimtelijke keuzes. Er zijn duidelijke kaders nodig, zodat projectontwikkelaars weten waar ze aan moeten voldoen om toekomstbestendige nieuwbouw te realiseren. Ook zijn die kaders nodig om in de ruimtelijke puzzel ook natuurherstel en de energietransitie een duidelijke plek te geven. Daarom is het van belang dat dit dossier niet stilvalt. 

Woningbouw  

Hetzelfde geldt voor het dossier woningbouw. In het verlengde van de ruimtelijke keuzes moet ook in bouwplannen rekening worden gehouden met water. Ook hiervoor zijn landelijke kaders voor nodig, waarna de gebiedskennis van de waterschappen lokaal kan bijdragen aan toekomstbestendige afwegingen. Als de Tweede Kamer dossiers met betrekking tot woningbouw controversieel verklaard, leidt dat tot nog meer vertraging. Dat achten de waterschappen onwenselijk.  

Stikstof   

Tot slot stikstof. De afgelopen maanden schoof de Unie van Waterschappen aan bij de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCEN) om te praten over de stikstofproblematiek. Het huidige ‘startpakket’ vinden de waterschappen onvoldoende. Zij benadrukken dat een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel noodzakelijk is om de vergunningverlening – ook voor cruciale waterprojecten – uit de huidige impasse te halen. Dat is alleen mogelijk als de Tweede Kamer dit dossier niet in de ijskast zet.  

Unie: ‘Belangrijke thema’s mogen niet stilvallen na val kabinet’ 

12 juni 2025

De Tweede Kamer debatteerde op 4 juni over de val van het kabinet. Daarbij konden fracties moties indienen waar de Kamer op 10 juni over stemde. De Kamer verwierp de motie van Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD) waarin ze het (demissionaire) kabinet verzocht om door te gaan met cruciale onderwerpen voor Nederland. Hieronder vielen zaken als asiel en migratie, defensie en weerbaarheid, steun aan Oekraïne, veiligheid, stikstof, ruimtelijke keuzes, woningbouw, hersteloperaties, verdienvermogen en de portemonnee. De Unie van Waterschappen betreurt dat de motie van Yesilgöz het niet heeft gehaald. Het is voor de waterschappen belangrijk dat onderwerpen als ruimtelijke keuzes, woningbouw en stikstof niet stilvallen.

bouwterrein nieuwbouwhuizen

Ruimtelijke keuzes 

Waterschappen vinden het belangrijk dat er op landelijk niveau ruimtelijke keuzes worden gemaakt. Bij de inrichting van gebieden moet goed rekening worden gehouden met waterveiligheid, voldoende en schoon water, en klimaatadaptatie. Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden is het noodzakelijk dat water en bodem sturend zijn in ruimtelijke keuzes. Er zijn duidelijke kaders nodig, zodat projectontwikkelaars weten waar ze aan moeten voldoen om toekomstbestendige nieuwbouw te realiseren. Ook zijn die kaders nodig om in de ruimtelijke puzzel ook natuurherstel en de energietransitie een duidelijke plek te geven.  

Woningbouw 

Water is dus een belangrijke randvoorwaarde bij locatiekeuzes voor woningbouw. Waterschappen zetten hun gebiedskennis in bij de beslissingen over ruimtelijke ordening. Hierbij is het belangrijk dat ze in een vroeg stadium worden betrokken bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het afwegen van het waterbelang moet minder vrijblijvend worden. Dat kan bijvoorbeeld door toekomstbestendige bouwvoorschriften op te nemen in het Bouwbesluit. Zo zorgen we ervoor dat huishoudens straks niet worden opgezadeld met grote schade door extreem weer. 

Stikstof  

Daarnaast schoof de Unie van Waterschappen de afgelopen maanden aan bij de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCEN) om te praten over de stikstofproblematiek. De Unie van Waterschappen ondersteunt de oproep van IPO en VNO-NCW voor een krachtig pakket aan stikstofmaatregelen. Het huidige ‘startpakket’ is onvoldoende. Waterschappen benadrukken dat een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel noodzakelijk is om de vergunningverlening – ook voor cruciale waterprojecten – uit de huidige impasse te halen.   

Waterschappen: Zet waterkwaliteit centraal in mest- en stikstofbeleid 

5 juni 2025

Voor het commissiedebat over stikstof en mestbeleid op 18 juni 2025 vragen de waterschappen aandacht voor een aantal belangrijke punten. Zij roepen het demissionaire kabinet op tot een stevigere inzet voor het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater.

waterkwaliteit-landbouwgebieden-unie-van-waterschappen

KRW-doelen vereisen KRW-proof mestbeleid 

Het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (8e AP) biedt volgens de waterschappen een laatste kans om via het mestbeleid bij te dragen aan het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027. Evaluaties van eerdere actieprogramma’s laten zien dat het mestbeleid in Nederland nog onvoldoende effectief is. De waterschappen benadrukken dat het 8e AP nú KRW-proof moet worden gemaakt. Bemesting mag geen bron meer zijn van een teveel aan nutriënten in het grond- en oppervlaktewater. 

Duidelijke landelijke regie nodig 

De effectiviteit van maatregelen, zoals bufferstroken of teeltrotatie, verschilt per regio. Regionale maatwerkoplossingen zijn daarom essentieel. Tegelijkertijd is landelijke sturing vanuit het Rijk noodzakelijk. Waterschappen vervullen geen wettelijke taak in het mestbeleid, maar adviseren vanuit hun rol als waterkwaliteitsbeheerder. De regie en verantwoordelijkheid voor het mestbeleid moeten volgens hen bij de minister blijven en niet verschuiven naar regionale overheden. 

Samenhang met ander landbouwbeleid ontbreekt 

De waterschappen maken zich zorgen over de versnippering van landbouwbeleid. Voor een toekomstbestendige landbouw én goede waterkwaliteit is een integrale aanpak nodig. De Unie van Waterschappen roept het demissionaire kabinet op om het 8e AP beter af te stemmen op andere landbouwdossiers. 

Betrokkenheid van medeoverheden 

Het proces rond het 8e AP vraagt veel van medeoverheden en onderzoeksinstellingen. De waterschappen pleiten voor een duidelijke rolverdeling, tijdige betrokkenheid en structurele inbreng in het beleidsproces. 

Stikstof: snel werk maken van maatregelen 

Tot slot ondersteunt de Unie de oproep van IPO en VNO-NCW voor een krachtig pakket aan stikstofmaatregelen. Het huidige ‘startpakket’ is onvoldoende. Waterschappen benadrukken dat een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel noodzakelijk is voor vergunningverlening en cruciale waterprojecten. 

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen voor het commissiedebat

(Inter)nationale samenwerking sleutel bij waterweerbaarheid 

4 juni 2025

“Wie heeft er al een noodpakket?” Met die vraag opent Splinter Chabot Waterpoort. Geen rare vraag, want door klimaatverandering en geopolitieke spanningen neemt de dreiging toe. Denk aan de overstromingen in Limburg en stroomstoringen in Spanje en Frankrijk. In hoeverre is de watersector voorbereid?

Een goedgevulde zaal luistert aandachtig naar Splinter Chabot, Vincent Lokin (bestuurslid Unie van Waterschappen) en Pieter Litjens (voorzitter Vewin). Ze staan voor een groot scherm in Nieuwspoort. De sfeer is zakelijk en betrokken. De deelnemers zitten in een halve cirkel, wat een interactieve setting suggereert.

Op 26 mei organiseerden de Unie van Waterschappen en Vewin bij Nieuwspoort een nieuwe editie van Waterpoort. Met een boordevol programma: een mini-college over waterweerbaarheid, een korte film over de voorbereidingen van Vewin en de waterschappen, en tot slot een debat met Eerste en Tweede Kamerleden, een Europarlementariër en het publiek. Waterweerbaarheid is een mooi, interessant en belangrijk onderwerp, vindt gespreksleider Splinter Chabot. 

Watersector maakt zich zorgen 

We leven in een onvoorspelbare wereld. Zowel Pieter Litjens, voorzitter van de vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), als Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, maken zich zorgen. Litjens: “We zien de laatste tijd steeds vaker stroomstoringen – door sabotage in Zuid-Frankrijk en de grote storing in Spanje. Het is niet meer denkbeeldig; het komt in de praktijk gewoon voor.”  

Bij drinkwaterbedrijven en waterschappen staat weerbaarheid dan ook hoog op de agenda. “We werken hard aan waterveiligheid. Het is een continue, risicogestuurd proces”, zegt Vincent Lokin. “Ik zal niet zeggen dat we kwetsbaar zijn, maar we weten ook niet of we het huis voldoende op orde hebben.” Hij wil daarom meer duidelijkheid vanuit de politiek. “We zitten in een tussenfase, tussen vrede en oorlog; wat dat precies betekent weten wij niet. Het helpt als dit geduid wordt, zodat wij ons kunnen organiseren om op dat niveau voorbereid te zijn.”   

Mini-college Waterweerbaarheid: Reële dreiging of paranoia 

De zorgen over klimaatverandering en geopolitieke spanningen zijn niet onterecht. Dat blijkt uit het mini-college van Louise van Schaik, Head of Unit EU & Global Affairs bij Clingendael. Hierin behandelt ze in sneltreinvaart de gevolgen van klimaatverandering en hybride dreigingen. Wat betreft klimaat ziet ze vooral uitdagingen op het gebied van zeespiegelstijging en droogte. Hier heeft Nederland de zaken goed op orde, maar bij hybride dreigingen ligt dat anders. 

“In Nederland en West-Europa zijn we niet gewend dat ons grondgebied en onze vitale infrastructuur onder druk komen te staan”, zegt Van Schaik. “Dergelijke dreigingen hebben we decennialang niet gevoeld.” Er zijn voorbeelden te over: van fake news en cyberaanvallen tot bedrijfsspionage en aanslagen. Ook specifiek voor water. Van Schaik noemt onder andere de opgeblazen Kakhovka-dam in Oekraïne en watervergiftiging bij een NAVO-kazerne in Duitsland.  

De watersector staat volgens Van Schaik voor de opgave om weerbaarder te worden. En die uitdagingen liggen niet alleen op het gebied van cybersecurity. Maar ook op het gebied van apparatuur – “Kopen we nog Chinese waterpompen?” – én bij de mensen zelf. Zij moeten ook weerbaarder worden en anders gaan denken. Tot slot moet de sector onderzoeken hoe makkelijk mensen kunnen binnendringen bij cruciale installaties. Moeten deze fysiek bewaakt worden? “Van dijkbewaking naar terreinbewaking”, besluit Van Schaik haar college. 

Het belang van samenwerking

Na een korte video waarin Vewin en de Unie kort vertellen over de waterweerbaarheid, is het tijd voor het debat in een opstelling gebaseerd op het Britse Lagerhuis. Dit gebeurt aan de hand van twee stellingen.  

De vier aanwezige politici – Cor Pierik (Tweede Kamerlid BBB), Tekke Panman (Eerste Kamerlid BBB), Jesse Six Dijkstra (Tweede Kamerlid NSC) en Ingeborg ter Laak (Europarlementariër CDA) – zijn allemaal doordrongen van het belang van waterweerbaarheid. Samenwerking speelt daarbij een belangrijke rol. Panman: “We kunnen waterweerbaarheid niet alleen maar overlaten aan de waterschappen. We moeten elkaar helpen en niet achteroverleunen.” Six Dijkstra denkt dat aankomende wetgeving bij waterweerbaarheid gaat helpen. Ter Laak noemt het een Europees probleem. “Water stroomt”, zegt ze. “Het houdt zich niet aan grenzen. Het stroomt door heel Europa, dus we moeten wel samenwerken.”  

Stelling 1: “Er is te weinig aandacht voor dreigingen als energieuitval, natuurbranden en dijkdoorbraken” 

Pierik is het eens met deze stelling. Hij vindt dat er te weinig aandacht is voor waterweerbaarheid en noemt het een cruciaal onderdeel voor het omgaan met de huidige geopolitieke situatie en klimaatverandering. Hij wijst op het probleem van de droogte en pleit ervoor om water beter vast te houden. “Water is cruciaal voor de voedselvoorziening. In periodes van droogte groeit er heel weinig. Om de voedselzekerheid op peil te houden, hebben we waterzekerheid nodig.”  

Vanuit het publiek wordt ook gereageerd. “Ik word getriggerd door de term voedselzekerheid. Er wordt steeds geroepen dat dit ontzettend belangrijk is. Maar heel veel van ons water gaat naar bloembollen, planten en tuinen. Dit wordt nu steeds bij elkaar gegooid en moet worden gescheiden.” Pierik bevestigt dat er inderdaad ook water nodig is voor de bloembollen en planten. Hij weet niet de exacte cijfers, maar “een substantieel deel van het water gaat echt naar de voedselvoorziening”, zegt hij. 

Ook Ter Laak is het eens met de stelling.  “Water is leven”, zegt ze. “We hebben het nodig voor energie- en watervoorziening.” In Europa wordt volgens haar goed nagedacht over waar de prioriteiten liggen tijdens een crisis. “Wie komt er als eerste en wie als laatste?” Dat zijn moeilijke vragen, vindt Ter Laak. Europa moet goed in beeld hebben hoe alles ervoor staat. “Bij volle graanschuren kun je er beter voor kiezen om de energievoorziening op peil te houden.” Dit zijn geen beslissingen die Europa van tevoren kan nemen. Alles hangt af van de context van dat moment, aldus Ter Laak.  

De waterschappen hebben veel dingen goed geregeld, vindt Lokin. Dat wordt ook bevestigd vanuit het publiek. “Waterschappen denken redelijk ver vooruit. Er staan in onze organisatie vijftig mensen via een piketregeling permanent klaar voor het geval er een calamiteit is.” Het is alleen niet duidelijk wat er gaat gebeuren als er meerdere calamiteiten tegelijkertijd plaatsvinden. Lokin benadrukt opnieuw de behoefte aan kaders. “Het is belangrijk dat we nieuwe dingen in de discussie afronden met een conclusie. Nu gooien we wat dingen in de lucht en dan leven we door. We moeten nieuwe normen stellen en daarnaar handelen.”  

Litjens benadrukt het belang van samenwerking. “Drinkwaterbedrijven hebben een heleboel raakvlakken. Niet alleen met de waterschappen, maar ook met andere bedrijven. Het is belangrijk dat we ons gezamenlijk voorbereiden op bedreigingen. Die integraliteit kan beter.” Tekke Panman springt daar op in. Hij vraagt zich af hoe dat zit in Flevoland. “Een groot deel van onze voedselvoorziening komt uit Flevoland. Defensie gaat nu bij Lelystad gevechtsvliegtuigen stationeren en een kazerne bouwen. Hiermee neemt het risico op een aanslag op de dijken en gemalen in Flevoland toe. Zijn de waterschappen hierover in gesprek met Defensie?” Volgens Lokin is het in dit geval aan Hetty Klaver, dijkgraaf van Zuiderzeeland, om hierover het gesprek aan te gaan. Wel doet hij een oproep aan de nationale politiek: “Kijk wat het betekent als je bepaalde functies op bepaalde plekken wilt vestigen. Dat geeft ons de gelegenheid om ons daarop te organiseren.” 

Stelling 2:  Het opstellen van een Nationaal weerbaarheidsplan is nodig om impuls te geven aan meer weerbare drinkwatersector. 

Het hangt ervan af wat er precies bedoeld wordt met een plan, reageert Litjens. “Als het betekent dat je met waterweerbaarheid ervoor zorgt dat er een robuuste watersector ontstaat of dat het belang daarvan op de agenda komt, dan is dat hartstikke goed. Maar zomaar een nationaal waterbeheerplan heeft weinig zin.” Lokin is meer een voorstander van continu werken aan waterveiligheid. “We zijn voor permanent bezig zijn met waterweerbaarheid. Ervoor zorgen dat je je huis op orde hebt. Helemaal standaard gaat dat niet worden.” 

Six Dijkstra is wél voorstander van een nationaal weerbaarheidsplan, mits dit continue wordt geüpdatet. “Zodat we onze weerbaarheid op orde hebben en elke keer weer kijken of het voldoet aan de huidige situatie. Want de bedreigingen veranderen natuurlijk ook de hele tijd.” 

Vanuit het publiek klinkt het: “Bij mij gaan er meteen twee rode vlaggen omhoog. De eerste is nationaal, dat moet internationaal worden. Want water is niet geïsoleerd. Ook moet plan framework zijn. Want je moet altijd ruimte laten om te kunnen improviseren.” Ook wordt de vraag gesteld: “Hoe goed is goed genoeg? Deze vraag dwingt je om te kwantificeren welk resultaat je wel en niet wilt. Als dat niet duidelijk is dan krijg je allerlei mensen die dan roepen ‘We doen het goed, maar het kan beter’. Dat klinkt leuk, maar zegt helemaal niks.” 

Chabot stelt de vraag meteen aan het panel. Panman vindt het lastige vraag. “Je moet eerst vaststellen wat je wilt bereiken. Wat wil je overeind houden. Dan kun je bekijken wat er nodig is.” Hij denkt niet dat de politiek dat kan en moet bepalen, maar de waterschappen. “Zij weten wat de kern is. De politiek moet hierbij vooral een faciliterende rol aannemen.” Six Dijkstra noemt het een vrij brede vraag. “Ik kan niet in een paar minuten uitleggen wat er allemaal nodig is. Ik denk dat de aankomende wetten – zoals wet weerbaarheid kritieke entiteiten en de beveilingswet – vrij goede richtsnoeren geven. Het uitgangspunt is dat ook bij grote storingen vitale processen 72 uur lang moeten kunnen doordraaien op voldoende niveau.” 

Vanuit Europa komt er een Water Resilience Plan, zegt Ter Laak. Maar ze vindt wel dat er een nationale vertaling van het Europese plan moet komen. Want wat betekent dit plan voor Nederland? “We zijn toch een delta waar het water naartoe stroomt. Als er in Duitsland een waterbedding wordt gemaakt waardoor er ineens heel veel water naar Nederland komt dan hebben wij ook een uitdaging. We zullen het samen gaan moeten doen.”  

“Het toverwoord is dus samenwerking”, besluit Chabot het debat. “We staan aan het begin van het proces: van alle onderzoeken, frameworks, en politiek. En dat we er een begin is, betekent natuurlijk ook dat er een vervolg komt. Daarom zeg ik alvast dat er op 3 november weer een Waterpoort komt.”  

Unie van Waterschappen steunt oproep IPO en VNO-NCW voor snel totaalpakket stikstof

23 mei 2025

De Unie van Waterschappen sluit zich aan bij de oproep van het Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondernemersorganisatie VNO-NCW voor een snel totaalpakket aan maatregelen om de stikstofproblematiek effectief aan te pakken. Volgens de Unie is het huidige ‘startpakket’ van het kabinet onvoldoende om de noodzakelijke vergunningverlening voor cruciale projecten, zoals dijkversterkingen en waterkwaliteitsverbeteringen, weer op gang te brengen.

natuur-stikstof-natuurherstel-

Nederland van het slot 

Jeroen Haan, voorzitter van de Unie van Waterschappen, benadrukt dat de voortdurende onzekerheid rondom vergunningverlening niet alleen de voortgang van waterbeheerprojecten belemmert, maar ook het natuurherstel in de weg staat. “Nederland blijft op slot zitten. Er is behoefte aan een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel om uit de impasse te komen,” aldus Haan. 

Integrale benadering stikstofproblematiek

De Unie wijst op het belang van een integrale benadering, waarbij naast stikstofreductie ook aandacht is voor water- en bodemkwaliteit. “Voor natuurherstel, maar ook voor een toekomstbestendige landbouw, zijn de kwaliteit van het water en de bodem essentieel,” zegt bestuurslid Erik den Hertog.

Geborgde aanpak 

De Unie van Waterschappen roept het kabinet op snel met een concreet en geborgd pakket van maatregelen te komen, zodat de vergunningverlening weer op gang kan komen en zowel de natuur als de waterkwaliteit versterkt worden. Alleen met een gezamenlijke en integrale aanpak kan Nederland de stikstofimpasse doorbreken en werken aan een gezond en robuust landelijk gebied.

Waterschappen teleurgesteld in uitblijven concrete stikstofplannen 

25 april 2025

Met de nieuwe stikstofplannen zet het kabinet een eerste stap, maar de Unie van Waterschappen vindt het onvoldoende om het verlenen van vergunningen weer op gang te brengen. “Nederland blijft op slot zitten. Er is behoefte aan een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel om uit de impasse te komen”, zegt voorzitter Jeroen Haan.



Nieuwe plannen nog onvoldoende uitgewerkt 

In een brief aan de Kamer kondigde minister Wiersma aan te willen werken aan een nieuw vergunningsstelsel. Ook wordt gekeken of kleine bouwprojecten en verduurzamingsinitiatieven kunnen worden vrijgesteld van vergunningsplicht. De precieze uitwerking daarvan blijft echter nog onduidelijk. Het kabinet overweegt daarnaast om de ‘rekenkundige ondergrens’ voor stikstofuitstoot te verhogen. Geborgde maatregelen voor het versterken van de natuur zijn ook niet uitgewerkt.  

Zorgen om blijvende impasse  

De Unie van Waterschappen wijst erop dat de voortdurende onzekerheid rondom vergunningverlening ook gevolgen heeft voor projecten van de waterschappen. “Grote dijkversterkingen liggen stil en ook voor andere grote projecten is vergunningverlening vertraagd. Door de impasse dreigen we onze wettelijke taken onvoldoende uit te kunnen voeren”, zegt Jeroen Haan. “Waterschappen hebben aangegeven met verschillende maatregelen in het watersysteem bij te kunnen dragen aan versneld natuurherstel. Het is teleurstellend dat het kabinet de urgentie niet lijkt te voelen om in te gaan op dit aanbod, we hopen dat ze dit alsnog op de korte termijn wel zullen doen.” 

Geborgde aanpak blijft uit 

“Wij pleiten al geruime tijd voor een geborgd pakket aan maatregelen voor stikstofreductie en de versterking van de natuur. Zodat de vergunningverlening voor dergelijke grote belangrijke projecten weer op gang komt en tegelijkertijd aan het herstel van de natuur wordt gewerkt. Hiervoor is naast financiële ondersteuning een structurele aanpak nodig voor de lange termijn via duidelijke ruimtelijke keuzes en wetgeving”, aldus Erik den Hertog. “Het maken van die keuzes wordt nu uitgesteld.”  

Waterschappen teleurgesteld over uitstel aanpak stikstofcrisis

17 april 2025

In de berichten rond de Voorjaarsnota lijkt de oplossing voor de stikstofcrisis vooruit te worden geschoven. De Unie van Waterschappen is hier zeer teleurgesteld over. Bestuurslid Erik den Hertog: “Voor waterschappen is het essentieel dat de vergunningverlening voor de zomer weer op gang komt. Er is een geborgd pakket aan maatregelen nodig voor stikstofreductie en versterking van de natuur. Uitstel betekent vertraging en fors oplopende extra kosten bij dijkversterkingen, werkzaamheden aan rioolwaterzuiveringen en waterkwaliteitsprojecten.”



Erik den Hertog: “Wij pleiten voor een geborgd pakket aan maatregelen voor stikstofreductie en de versterking van de natuur. Zodat de vergunningverlening voor dergelijke grote belangrijke projecten weer op gang komt en tegelijkertijd aan het herstel van de natuur wordt gewerkt. Hiervoor is naast financiële ondersteuning een structurele aanpak nodig voor de lange termijn via duidelijke ruimtelijke keuzes en wetgeving.”

Waterknop

Voor versterking van de natuur en om te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water moet breder gekeken worden dan naar stikstof alleen: water heeft daarin een belangrijke rol. Waterschappen vragen het kabinet om deze zogenaamde ‘waterknop’ te benutten. Waterschappen hebben circa 100 projecten in beeld gebracht die een bijdrage kunnen leveren.

Toekomstperspectief

Erik den Hertog: “Waterschappen kunnen met concrete watermaatregelen zorgen voor het vasthouden van water in tijden van droogte en een betere waterkwaliteit. Dit biedt de kans om sneller toekomstperspectief te geven aan het landelijk gebied. Zulke maatregelen zorgen namelijk ook voor versterking van de natuur. En dat is nodig om door te kunnen met andere ruimtelijke plannen.”

Gevolgen

Erik den Hertog: “Voor een gezond en veilig Nederland is het belangrijk dat wij zonder vertraging en zonder hoge extra kosten kunnen werken aan het versterken van de dijken, en voldoende en schoon water. Ook willen we ‘rioolcongestie’ voorkomen doordat werkzaamheden aan rioolwaterzuiveringen stil komen te liggen. Een geborgde stikstofaanpak is onmisbaar om echt werk te maken van natuurherstel en het verlagen van de stikstofuitstoot.”

De oproep van de Unie van Waterschappen sluit aan bij de oproep van het Interprovinciaal Overleg (IPO).