Unie van Waterschappen pleit voor stikstofvrijstelling voor waterveiligheidsprojecten

2 november 2022

De Raad van State heeft op 2 november geoordeeld dat de bouw niet mag worden vrijgesteld van de stikstofregels. Ook bij projecten die alleen tijdelijk stikstof uitstoten, moet het effect op de natuur worden onderzocht. De Unie van Waterschappen is teleurgesteld over deze uitspraak, omdat dit voor de waterschappen leidt tot vertraging van projecten en extra kosten.



De Raad van State ziet te weinig voortgang in de maatregelen die bij moeten dragen aan het verminderen van stikstofuitstoot. Daarom oordeelt de Raad dat er ook voor de meest noodzakelijke bouwprojecten geen uitzondering mag worden gemaakt.

Opgave duldt geen uitstel

Dit betekent dat ook de vrijstelling voor de projecten van de waterschappen komt te vervallen en dat projecten rond de waterveiligheid in Nederland mogelijk vertragen. Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Werken aan een veilig Nederland moet altijd door kunnen gaan. Het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering, het verbeteren van de waterkwaliteit en het versterken van onze dijken zijn opgaven die geen vertraging dulden.”

Vrijstelling voor tijdelijke uitstoot moet blijven bestaan

De waterschappen hadden voor hun projecten vrijstelling gekregen omdat er sprake is van een tijdelijke stikstofuitstoot. Schoonman: “Een dijkversterking brengt bijvoorbeeld eenmalig uitstoot met zich mee. Een vrijstelling voor dit soort tijdelijke uitstoot zou wat ons betreft moeten blijven bestaan.”

Doorgang projecten noodzakelijk

De Unie van Waterschappen benadrukt het belang van de doorgang van de waterbeheerprojecten. Schoonman: “De waterschappen bieden met hun werkzaamheden randvoorwaarden voor een leefbaar Nederland. De wettelijke taken van het waterschap kunnen worden beschouwd als het noodzakelijke beheer en onderhoud, en zijn een randvoorwaarde voor andere gebruiksfuncties in Nederland. Ook voor natuur. De voortgang van deze cruciale werkzaamheden van de waterschappen aan waterveiligheid en het watersysteem zouden daarom niet geraakt mogen worden door deze uitspraak.”

Emissieloos werken

De waterschappen vinden verder dat het terugdringen van de uitstoot dé manier is om aan het werk te kunnen. Voor het versterken van de dijken, de aanleg van gebieden waar water kan worden opgeslagen en bijvoorbeeld renovaties van rioolwaterzuiveringsinstallaties streven waterschappen ernaar om zo min mogelijk energie te verbruiken, transport te beperken en de inzet van emissieloos materieel door aannemers aan te jagen. Schoonman: “Dit gebeurt al bij steeds meer projecten, maar op dit moment is het nog niet mogelijk om in alle projecten van de waterschappen volledig emissieloos te werken. Daarom blijft een vrijstelling voor onze projecten nodig.”

Zicht op natuurherstel

Daarnaast wordt bij waterschapsprojecten gekeken naar de mogelijkheden voor natuurherstel. Hiermee werken de waterschappen aan perspectief voor volgende generaties. De waterschappen sporen het rijk daarom ook aan om met beleid te komen dat snel zicht geeft op natuurherstel.

Europese waterbeheerders willen klimaatadaptatie hoog op de politieke agenda

10 oktober 2022

De nationale koepelorganisaties voor waterbeheer van verschillende Europese lidstaten roepen Europese leiders op om klimaatadaptatie hoger op de politieke agenda te zetten. Dit zeggen zij in een gezamenlijke verklaring die zij opstelden op de jaarlijkse samenkomst van European Union of Water Management Associations (EUWMA) in Oostende.



Dit jaar stond de bijeenkomst van de EUWMA in het teken van de toenemende weersextremen en het belang van klimaatadaptatiemaatregelen. De aanleiding was de extreme droogte die heel Europa afgelopen zomer in zijn greep hield. De Europese waterbeheerders hebben dringend opgeroepen tot politieke en maatschappelijke steun bij klimaatadaptatie en tekenden hiervoor een gezamenlijke verklaring.

Politieke prioriteit

Hein Pieper, scheidend president van EUWMA en dijkgraaf van waterschap Rijn en IJssel: “De extreme droogte van deze zomer heeft maar weer laten zien dat weersextremen maatschappelijk ontwrichtende gevolgen hebben. Tweederde van ons continent is erdoor geraakt. Water is essentieel voor de volksgezondheid, industrie, landbouw, natuur en transport, maar pas als er een tekort ontstaat wordt dit duidelijk. Het nemen van maatregelen in het waterbeheer is daarom dringend nodig, want geen land kan dit probleem alleen aan. Een Europese strategie, aanpak en Eurocommissaris zijn daarom hard nodig. Echte klimaatadaptatie kan enkel worden bereikt met politieke prioritering en maatschappelijke verandering in de omgang met water.”

Extra capaciteit en investeringen

Tot in de haarvaten van het watersysteem voelen waterbeheerders de gevolgen van klimaatverandering in hun dagelijks werk. Langere periodes van droogte, hogere temperaturen en verminderde regenval zorgen ervoor dat waterbeheerder hun praktijken moeten aanpassen. Hun focus ligt vooral op maatregelen om water vast te houden, water te besparen en op waterveiligheid. Dit vergt extra capaciteit en investeringen, iets waar veel waterbeheerders elders in Europa niet zo makkelijk toegang toe hebben.

Gedrag en activiteiten aanpassen

Luzette Kroon is bestuurslid van de Unie van Waterschappen met de portefeuillehouder internationaal en de nieuwe Nederlandse vertegenwoordiger van de EUWMA. Ook zij onderstreept het belang van investeringen: “Daarom is het nodig dat overheden klimaatadaptatie meer prioriteren in hun beleid en regelgeving, én dringend financiering hiervoor vrijmaken. Daarnaast is het nodig dat economische sectoren en burgers hun gedrag en activiteiten veranderen. Zonder deze omslag in de samenleving loopt het watersysteem steeds meer tegen haar grenzen aan.”

EUWMA verklaring

De verklaring van EUWMA bevat de volgende elementen:

  • Beschrijving van de impact en link van klimaatverandering met lokaal waterbeheer;
  • Waterveiligheid in gevaar door klimaatverandering;
  • De impact van toenemende droogte;
  • Pakket aan klimaatadaptatiemaatregelen voor waterbeheerders;
  • Belang van een goede bestuurlijke structuur;
  • Investeringen nodig voor klimaatadaptatie;
  • Betere grensoverschrijdende en sector overstijgende samenwerking en afstemming is nodig;
  • Klimaatadaptatiemaatregelen creëren essentiële meerwaarde voor de maatschappij.

Lees de hele verklaring

Waterschappen streven naar klimaatneutraliteit in 2035

14 oktober 2022

De waterschappen hebben op 14 oktober bekend gemaakt te streven naar klimaatneutraliteit in 2035. Zij leggen daarmee de lat voor duurzaamheid hoger dan de landelijke ambities en hopen andere partijen te inspireren.

Windmolen veld in waterrijk landschap

Dirk-Siert Schoonman, bestuurder van de Unie van Waterschappen: “Het is geen wonder dat de klimaatverandering ons zo aan het hart gaat, want wij merken in het waterbeheer als eersten de gevolgen in ons dagelijks werk. Wij zijn eigenlijk de ‘kanarie in de kolenmijn’. Het weer hebben wij als mens niet in de hand, maar de klimaatverandering kunnen we beïnvloeden. Dus gaan we als waterschappen aan de slag.”

Klimaatvoetafdruk beter in beeld

In de op 14 oktober vastgestelde strategische visie ‘Op weg naar klimaatneutraliteit’ zeggen alle 21 Nederlandse waterschappen hun klimaatvoetafdruk nog beter in beeld te zullen brengen en te streven naar klimaatneutraliteit in 2035. Daarbij kijken ze naar de broeikasgassen die het waterschap zelf veroorzaakt, waaronder lachgas en methaan op de rioolwaterzuiveringen. En naar de uitstoot van derden die in opdracht van het waterschap werken. Ook streven zij naar beperking van de emissies van broeikasgassen in hun omgeving, zoals uit veenweiden, oppervlaktewater en waterbodems.

Belangrijke schakel

Minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie heeft zijn steun uitgesproken voor de visie van de waterschappen: “Ik ben onder de indruk van de ambities. Klimaatverandering tegengaan vereist een gezamenlijke inspanning van alle overheden. Waterschappen zijn niet alleen een belangrijke schakel om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Ze geven het goede voorbeeld aan de rest van Nederland door ook te helpen bij het tegengaan van klimaatverandering.”

Ruimtelijke ontwikkeling

Dirk-Siert Schoonman van de Unie van Waterschappen: “De zeespiegelstijging gaat sneller dan gedacht en dat is zorgwekkend. Meer dan de helft van Nederland ligt beneden de zeespiegel of in overstromingsgevoelig gebied, waar bovendien twee derde van ons nationaal inkomen wordt verdiend. Hoe houden we Nederland ook op de lange termijn veilig? Het is essentieel dat water en bodem sturend worden bij besluiten over de ruimtelijke ontwikkeling. Waterschappen werken niet alleen hard aan het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. We stellen ook alles in het werk om die verandering te voorkomen en bij te dragen aan de verduurzaming van de energievoorziening in Nederland.”

Duurzame energie

Een tussenstap is de energieneutraliteit die de waterschappen voor 2025 als sector al hebben afgesproken in het klimaatakkoord van 2019. Door zo min mogelijk energie te verbruiken en zoveel mogelijk duurzame energie zelf op te wekken, bijvoorbeeld uit rioolwater. En terreinen ter beschikking te stellen voor zonnepanelen en windmolens. Goede voorbeelden zijn de versnelde productie van groen gas en innovaties zoals groene waterstof op de rioolwaterzuivering.

Lokaal energiesysteem

De waterschappen beschikken over meer dan 300 rioolwaterzuiveringen en beschouwen die steeds meer als een slim lokaal energiesysteem. Ook aquathermie – het duurzaam verwarmen en koelen van woningen met water – heeft een grote potentie. Het potentieel aan duurzame bronnen waarover de waterschappen beschikken overstijgt de eigen energiebehoefte. Vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid willen waterschappen deze bronnen inzetten en zo actief bijdragen aan klimaatneutraliteit in de regio.

Circulair materialengebruik

Grondstoffenverbruik houdt een rechtstreeks verband met energieverbruik en dus met klimaatbeleid. Door in te zetten op het gebruik van duurzamere materialen, gebruiken waterschappen minder energie en fossiele brandstoffen, waardoor minder CO2-uitstoot plaatsvindt. En dit remt de uitputting van grondstoffen. Bijvoorbeeld door bij het versterken van dijken grond uit de regio opnieuw te gebruiken of onderdelen van zuiveringsinstallaties te hergebruiken. Dat is circulair en levert ook CO2-besparing op omdat er minder transport nodig is.

Financiering

Lidwin van Velden, directievoorzitter van de Nederlandse Waterschapsbank, is verheugd met de ambitie van de waterschappen: “Als dé duurzame waterbank steunen wij de ambitie van de waterschappen om in 2035 al klimaatneutraal te willen zijn volop! Wij staan klaar om de waterschappen van passende en zo goedkoop mogelijke financiering te voorzien en samen te investeren in een waterbewuste en duurzame samenleving.”

> Lees hier de Strategische visie ‘Op weg naar Klimaatneutraliteit’

Waterschappen vragen om integrale uitvoering advies Remkes

11 oktober 2022

Op 11 oktober heeft de Unie van Waterschappen een brief gestuurd naar minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) en minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). In die brief reageert de Unie op het stikstofadviesrapport 'Wat wel kan' dat Johan Remkes op 6 oktober presenteerde.



De waterschappen zijn positief over het advies. Ze zien een aantal belangrijke aandachtspunten voor de uitvoering en bieden hun slagkracht en kennis in de regio aan voor de uitvoering van de plannen.

Urgentie

De Unie van Waterschappen onderschrijft de urgentie die Johan Remkes met zijn advies ‘Wat wel kan’ uitdraagt. De aangedragen oplossingen zijn onontkoombaar. De uitstoot moet naar beneden en de natuur moet worden hersteld. Ook moet de draagkracht van het water en bodemsysteem – inclusief de waterkwaliteit – leidend zijn bij het bepalen van ‘wat waar wel kan’. Verder kan de Unie zich vinden in de conclusie van Johan Remkes dat een robuust natuurlijk systeem alleen kan worden gerealiseerd als het rijk het beleid aanscherpt.

Samenhang

De Unie prijst het samenhangende geheel van Remkes’ adviezen en waarschuwt voor selectief te werk gaan bij het overnemen van de voorgestelde aanpak. De waterschappen roepen de minister dan ook op het advies integraal uit te voeren.

Niet langer dweilen met de kraan open

Roger van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, schrijft in de brief: “We kunnen niet langer ‘dweilen met de kraan open’. De waterschappen ervaren dat de grenzen van het watersysteem – de voorwaarde voor de klimaatbestendigheid en vruchtbaarheid van onze delta – zijn bereikt. Het stemt de waterschappen dan ook positief dat in het advies een centrale rol is toebedeeld aan de principes van water en bodem sturend. Dit geldt zowel voor de waterbeschikbaarheid als de waterkwaliteit.”

Nieuwe impasse voorkomen

Natuur en stikstof is één van de onderwerpen waar Nederland tegen de fysieke grenzen is aangelopen. Van der Sande: “Het stikstofdossier is pas politiek urgent geworden door een gerechtelijke uitspraak en een stokkende vergunningverlening. Ditzelfde dreigt ook met de Europese Nitraatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water, die Nederland verplicht om in 2027 de waterkwaliteit op orde te hebben. De waterschappen werken hard aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Ook wij willen voorkomen dat waterkwaliteit het volgende stikstofdossier wordt. Daarbij hebben we andere overheden nodig om dit voor elkaar te krijgen.”

> Lees de brief van de Unie van Waterschappen

Remkes ondersteunt ‘Water en Bodem sturend’ in stikstofadvies

5 oktober 2022

Op 5 oktober heeft Johan Remkes zijn advies om de stikstofcrisis vlot te trekken gepresenteerd aan minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof). In zijn advies stelt Remkes dat het noodzakelijk is om op zeer korte termijn veel minder stikstof te gaan uitstoten om natuurherstel mogelijk te maken. Ook geeft hij aan dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend moet zijn voor het soort functie dat een gebied aan kan. In een eerste reactie is de Unie van Waterschappen blij deze geuite wens terug te zien in het rapport.



De waterschappen gaan het advies van Remkes bestuderen en komen op korte termijn met een inhoudelijke reactie. Remkes geeft in zijn advies aan dat de consequenties groot zijn als nu niet op korte termijn de stikstofuitstoot omlaag gaat. Er is volgens hem een gerichte aanpak nodig. Remkes stelt onder meer voor binnen een jaar 500 tot 600 piekbelasters (zowel uit de agrarische sector als uit het bedrijfsleven) uit te kopen en de natuur veel centraler te stellen bij de verschillende opgaven die Nederland kent.

Geen uitstel

De Unie van Waterschappen vindt de oproep voor een versnelde aanpak passend. Eerder riepen ze in augustus bij hun gesprek met Remkes op om met heldere keuzes te komen. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Het aanpakken van de achteruitgang van de natuur en daarmee ook de waterkwaliteit, de beschikbaarheid van (zoet) water en de waterveiligheidsvraagstukken door klimaatverandering dulden immers geen verder uitstel meer.”

Water en bodem sturend

Die snelle aanpak is dus nodig. Een zorgvuldige aanpak blijft desondanks ook essentieel. “We moeten ingrijpende, ruimtelijke keuzes maken. Afgesproken is dat water en bodem daarbij sturend moeten zijn. Want deze opgave moet ook bijdragen aan het beter vasthouden van water en het reserveren van ruimte voor water om ons te wapenen tegen extreme weersomstandigheden en zeespiegelstijging. Dat sturende principe van water en bodem moet ook bij meer snelheid op de korte termijn overeind blijven.”

De waterschappen zijn daarom blij met deze passage uit het rapport van Remkes: ‘Zowel vanuit autonome ontwikkelingen als vanuit vastliggende juridische kaders ligt het voor de hand om water en bodem leidend te laten zijn in de zonering. Dat betekent dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend is voor het soort functie dat het gebied aan kan.’ Hieruit blijkt dat het principe ‘water en bodem sturend’ wel de gewenste centrale plek krijgt.

Samenhangende aanpak

Ook onderstreept de Unie van Waterschappen het belang dat Remkes hecht aan een samenhangende aanpak. In augustus riepen de waterschappen bij hun gesprek met Remkes al op de stikstofaanpak hand in hand te laten gaan met het verbeteren van de waterkwaliteit en het klimaatbestendig maken van Nederland. “Met een goede stikstofaanpak kunnen we een volgende crisis rond waterkwaliteit op tijd voorkomen,” aldus Van der Sande. “Wij pleiten voor een gelijkwaardige aanpak van stikstof, waterkwaliteit en klimaatadaptatie.”

Perspectief voor agrariërs

Voor de waterschappen is het daarnaast belangrijk dat tegelijk een perspectief geschetst wordt voor de agrariërs die willen bijdragen aan het oplossen van deze ingewikkelde puzzel en binnen de grenzen van het natuurlijke systeem kunnen opereren. Voor het regionaal waterbeheer zijn de agrariërs als terreinbeheerders een belangrijke partner.

Waterschappen reageren op IPCC-rapport: ‘Investeren in weerbaarheid nodig’

28 februari 2022

Klimaatverandering heeft zeer ingrijpende gevolgen. En er zit een grens aan de mate waarin we die veranderingen met aanpassingen kunnen opvangen. Dat staat in het nieuwe rapport dat het IPCC, het klimaatpanel van de VN, op 28 februari presenteerde.



Ook de waterschappen merken de gevolgen van klimaatverandering in Nederland. Daarom roepen ze op om de leidende rol van water en bodem voor ruimtelijke plannen snel te verankeren en aan de slag te gaan met een landelijke maatlat voor klimaatbestendig bouwen.

Waterbewuste keuzes

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “We zien nu al de effecten van klimaatverandering en een toename van weersextremen, ook in Nederland. We moeten ons aanpassen aan die verandering en ons voorbereiden op hogere temperaturen, langdurige droogte en meer neerslag en piekbuien. Daarbij moeten we ver vooruit kijken, maar bovenal nu al handelen. Zo moeten water en bodem leidend zijn voor ruimtelijke plannen. Ook het kabinet onderkent deze noodzaak in het coalitieakkoord. Op korte termijn moeten we dit verankeren in de grote verbouwing van Nederland die aanstaande is. We moeten Nederland niet op de oude manier vol bouwen, maar slimme en waterbewuste keuzes maken. De landelijke maatlat voor klimaatbestendig bouwen die minister de Jonge heeft toegezegd, is hiervoor een belangrijke stap in de goede richting.”  

Vergroten van bewustzijn

De waterschappen pleiten ervoor om waterbeheerders vanaf het allereerste begin bij ruimtelijke keuzes te betrekken. Maar ook als er aan de voorkant wordt gewerkt aan preventie zijn risico’s en schade door weersextremen niet altijd te voorkomen, benadrukken de waterschappen. De grenzen van de maakbaarheid zijn bereikt. Daarom zien de waterschappen het vergroten van het bewustzijn onder inwoners rond hoogwater, wateroverlast en droogteproblemen als een belangrijk actiepunt.

Investeren in weerbaarheid

Waterschappen besteden jaarlijks 3,2 miljard euro aan waterveiligheid, schoon en voldoende water. Dat bedrag zal de komende jaren verder oplopen. Investeringen in de weerbaarheid van Nederland moeten echter niet alleen bij de waterschappen vandaan komen. Van der Sande: “In het coalitieakkoord staat dat we de uitvoering van het Deltaprogramma willen versnellen om toekomstige schade en overlast zoveel mogelijk te voorkomen. Dit vraagt om extra investeringen en middelen van het Rijk, de waterschappen, provincies en gemeenten.”

Alternatieven voor aardgas

Daarnaast moet worden voorkomen dat de klimaat- en wateropgaven verder toenemen. Hiervoor is het nodig om te blijven werken aan verduurzaming. Van der Sande: “We willen niet dweilen met de kraan open. We werken actief samen met het Rijk om de klimaatambities te halen. Zo bieden de waterschappen alternatieven voor aardgas met aquathermie en biogas. En stellen zij terreinen beschikbaar voor zonnepanelen en windmolens.”

Wereldwijd helpen

Het IPCC-rapport maakt duidelijk dat de zwaarste klappen door klimaatverandering vallen in de armste regio’s van de wereld. De waterschappen vinden het belangrijk om hun kennis en expertise over regionaal waterbeheer in te zetten om mensen wereldwijd te helpen aan veilig, schoon en voldoende water. Daarom hebben de waterschappen samen met de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Buitenlandse Zaken het internationale programma de Blue Deal opgezet.

Kennis uit het buitenland

Van der Sande: “Overal in de wereld merken waterbeheerders de gevolgen van klimaatverandering. Overstromingen, droogte en een gebrek aan schoon water nemen wereldwijd toe. Daarom is er steeds meer vraag naar kennis en expertise op het gebied van waterbeheer. En dat is precies wat de Nederlandse waterschappen te bieden hebben. Daarnaast halen we ook kennis op uit de partnerschappen binnen de Blue Deal. Er ontstaan nieuwe ideeën en ervaringen die ook in Nederland gebruikt kunnen worden. Zo hebben landen als Zuid-Afrika al jarenlange ervaring met droogte, iets wat in de Nederland relatief nieuw is.”

Het IPCC-klimaatpanel

De werkgroep van wetenschappers van het IPCC heeft zich gebogen over de kwetsbaarheid van sociaal-economische en natuurlijke systemen in het kader van klimaatverandering, negatieve en positieve gevolgen van klimaatverandering en mogelijkheden om voor aanpassing. Politici kunnen de aanbevelingen van het IPCC gebruiken om keuzes te maken. In maart volgt het rapport over de mogelijkheden om klimaatverandering te beperken. In het najaar verschijnt het samenvattende syntheserapport in aanloop naar de klimaattop in 2023 over de voortgang van de afspraken uit het Klimaatakkoord van Parijs.

Waterschappen leveren flinke bijdrage aan groen gasproductie en duurzame elektriciteit

19 september 2022

De waterschappen hebben in 2021 een flinke bijdrage geleverd aan de groen gasproductie en opwek van duurzame elektriciteit. Dat blijkt uit de Klimaatmonitor Waterschappen die op 19 september is verschenen. Daarnaast krijgen waterschappen steeds meer inzicht in de milieu-impact van ingekochte grondstoffen, materialen en producten.

Windmolenpark in een waterrijk gebied aan de kust. Het tij is eb, op de voorgrond is een strook land droog gevallen

De Klimaatmonitor Waterschappen brengt ieder jaar de voortgang van de geboekte resultaten voor klimaat en duurzaamheid bij de waterschappen in beeld. Ten opzichte van vorig jaar is de hoeveelheid energie die de waterschappen met zonnepanelen hebben opgewekt opnieuw flink toegenomen. Er is 79 miljoen kWh opgewekt, dat is een stijging van 81 procent. Ook significant is de ruim 18 miljoen Nm3 (normaal kubieke meter) groen gas dat de waterschappen aan het gasnet hebben geleverd.

Energieneutraliteit binnen bereik

De waterschappen zijn goed op weg naar energieneutraliteit: ze waren in 2021 voor 65,9 procent energieneutraal. Ze produceren zonne-energie en biogas door slibvergisting op de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Daarnaast wekken ze ook elektriciteit op met windturbines. Doelstelling is om in 2025 100 procent energieneutraal te zijn. Op basis van de gerapporteerde geplande projecten en maatregelen lijkt dit percentage in 2025 boven de 100% uit te gaan komen. Deze prognose heeft nog wel een behoorlijke onzekerheidsmarge.

Grond ter beschikking voor derden

Naast het verduurzamen van de eigen bedrijfsvoering, stellen waterschappen ook grond ter beschikking aan derden. De opwekking van duurzame energie door het beschikbaar stellen van middelen aan derden was in 2021 gelijk aan 9,3 procent van het energieverbruik van alle waterschappen.

Energieverbruik omhoog

Minder goed gaat het met het beperken van het energieverbruik door waterschappen. Dat komt omdat er bij de productie van groen gas is veel energie nodig is en het energieverbruik op de rioolwaterzuiveringen stijgt. Daarnaast zijn er steeds strengere zuiveringseisen. En ook de toename van de bevolking en de impact van klimaatverandering doen het energieverbruik stijgen. Het energieverbruik over 2021 is met anderhalf procent toegenomen.

Toename CO2-uitstoot

De gerapporteerde CO2-equivalenten emissie in 2021 bedraagt 1.100.783 ton CO2-equivalenten. Dit komt overeen met de CO2-uitstoot van bijna 140 duizend huishoudens. Dit is een flinke toename ten opzichte van vorig jaar. Dat komt omdat methaan- en lachgasemissies op rioolwaterzuiveringen nu in de Klimaatmonitor zijn opgenomen. En door de duurzame elektriciteit afkomstig uit Europa, die nu wordt doorgerekend met de emissiefactor van grijze stroom. De waterschappen werken aan plannen en maatregelen om de emissie van lachgas en methaan te reduceren. 12 waterschappen kochten in 2021 (deels) duurzame elektriciteit uit Nederland in, in plaats van uit Europa. Dit aantal zal de komende jaren stijgen.

Circulaire waterschappen

In 2021 is gestart met het uitvragen van de impact en duurzaamheidswinst van de projecten in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De gehanteerde methodiek, de opgehaalde data en de conclusies die daaruit voortkomen, worden onderdeel van de Klimaatmonitor Waterschappen. Al 41 procent van de waterschappen heeft één of meerdere projecten waarbij men inzicht heeft in de milieu-impact van ingekochte grondstoffen, materialen en producten. Ook is er een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2020 in het gebruik van één van de instrumenten uit de Aanpak Duurzaam GWW (Grond-, Weg- en Waterbouw). Vooral de inzet van de CO2-Prestatieladder is toegenomen.

Toegankelijker

De Klimaatmonitor Waterschappen heeft een aangepaste opmaak gekregen. Zo is de informatie beter van een scherm te lezen en er kan makkelijker door de informatie genavigeerd worden. Net als vorig jaar worden de belangrijkste indicatoren en cijfers opgenomen in het WAVES-dashboard en de bijbehorende databank. Het Waterschap Analyse- en Verbetersysteem (WAVES) brengt de voortgang van het werk van de waterschappen in beeld. De gegevens over 2021 zijn vanaf 4 oktober beschikbaar.

> Klimaatmonitor Waterschappen

> WAVES dashboard (gegevens 2021 beschikbaar op 4 oktober)

‘Harde keuzes niet uit de weg’ in oplossen stikstofproblemen

4 februari 2022

Op 3 februari vond het eerste bestuurlijke overleg Stikstof plaats onder leiding van de nieuwe ministersploeg. In deze bijeenkomst stond een integrale aanpak van de stikstofproblematiek centraal. Dit naar tevredenheid van de waterschappen.



Het bestuurlijk overleg was vooral bedoeld als kennismaking tussen de bestuursleden van de verschillende belanghebbende partijen en de nieuwe kabinetsleden. Zo waren de ministers van Klimaat en Energie, Landbouw, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Waterstaat en de staatssecretaris van Defensie namens het kabinet aanwezig. Daarnaast waren de gedeputeerden van de provincies en vertegenwoordigers van de VNG bij de bijeenkomst. Namens de Unie van Waterschappen was bestuurslid Dirk-Siert Schoonman erbij.

Landbouwtransitie

Centraal stond het gezamenlijk vormgeven van de landbouwtransitie. Het kabinet benadrukte dat er voor deze omvangrijke opgave gewerkt moet worden vanuit de één-overheid-gedachte. Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, stelde voor dat de verbinding moet worden gelegd tussen stikstof, klimaat en waterkwaliteit.

Water en bodem sturend

Mark Harbers zei als minister van Infrastructuur en Waterstaat dat water en bodem sturend moeten zijn als we willen toewerken naar een bestendig en robuust Nederland. Zijn ministerie kijkt samen met Binnenlandse Zaken hoe dit concreet kan worden gemaakt. Harbers liet weten hierbij ‘harde keuzes niet uit de weg te gaan’.

Integrale aanpak

Vervolgens stelden de verschillende gedeputeerden zich met een filmpje voor en ook de Dirk-Siert Schoonman stelde zich voor. Hij hamert al sinds het begin van de stikstofcrisis op een integrale aanpak en was blij te horen dat het kabinet deze benadering ook lijkt te hebben omarmd.

Slim combineren

“Mogelijkheden tot slim combineren moeten worden benut”, zei Schoonman. “De energietransitie, de transitie naar een circulaire economie, het versterken van de biodiversiteit, het herstellen van de waterbalans én het terugdringen van stikstofuitstoot zijn allemaal loten aan dezelfde stam. We moeten oog houden voor mogelijkheden hoe beleid meerdere doelen kan dienen.”

Klimaatrobuust landelijk gebied

Schoonman zei verder dat de waterschappen belanghebbenden zijn in de stikstofproblematiek. Zij hebben ruimte in de vergunningen nodig om hun uiteenlopende taken te kunnen uitvoeren. Daarnaast benadrukte hij dat voor natuurherstel niet alleen gekeken moet worden naar stikstof, maar ook naar de belangrijke voorwaarden voor natuurherstel. Bijvoorbeeld door schade door droogte zoveel mogelijk te beperken. Hierbij schetste hij het diverse werkveld van de waterschappen. Schoonman: “Water is niet alleen waterkwaliteit, maar ook watersysteem, verzilting, veenweideproblematiek etc. Voor al deze opgaven geldt dat we het landelijk gebied klimaatrobuust moeten maken.”

Regionaal maatwerk

Schoonman sloot af met een uitgestoken hand: “Het terugdringen van de stikstofuitstoot vraagt om regionaal maatwerk. De waterschappen hebben veel kennis over specifieke gebied. Ze zijn daarmee nuttige partners in de gebiedsgerichte aanpakken die regionaal worden uitgerold om de stikstofuitstoot te verminderen.”

Minister Jetten start ingebruikname Smart Energy Hub Zwolle

3 februari 2022

Tijdens zijn eerste werkbezoek heeft minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) op 31 januari de rioolwaterzuiveringsinstallatie Hessenpoort in Zwolle bezocht. Daar verrichtte hij de symbolische openingshandeling van de Smart Energy Hub.



Een Smart Energy Hub is een slim lokaal energiesysteem waarmee het lokale energienet wordt ontlast en een heel bedrijventerrein energieneutraal kan worden. Flexibiliteit en slim kunnen schakelen tussen duurzame elektriciteit, gas (waaronder waterstof) en warmte staan hierbij centraal.

Klimaatafspraken

Om de Smart Energy Hub symbolisch te starten, draaide minister Jetten een kraan dicht. Investeringen in het landelijke stroomnetwerk kosten volgens hem veel tijd. “Goed dus dat allerlei partijen kijken wat ze zelf al kunnen bereiken. We hebben alle initiatieven nodig die bijdragen aan de energietransitie om de klimaatafspraken van Parijs na te komen.”

Kansrijk

De Unie van Waterschappen heeft onderzoek laten doen waaruit blijkt dat rioolwaterzuiveringen zeer kansrijk zijn voor productie van groene waterstof. Unie gaat in gesprek met het Rijk over opschalingsmogelijkheden en juridische experimenteerruimte.

Duurzame energie

Ook volgens Marion Wichard, dagelijks bestuurslid Waterschap Drents Overijsselse Delta, heeft de Smart Energy Hub potentie. “We verwachten dat we met het gebruik van pure zuurstof 50 procent energiebesparing op de rioolwaterzuivering kunnen halen. Landelijk wordt er al met ons meegekeken. Een mooie oplossing ook voor de drukte op het elektriciteitsnet, omdat hiermee duurzame energie nuttig ingezet kan worden.”

Waterinnovatieprijs

De Smart Energy Hub was genomineerd voor de Waterinnovatieprijs 2021 in de categorie ‘Klimaatneutraliteit’. Bekijk de video:

Op de foto v.l.n.r. onder meer: Marion Wichard, dagelijks bestuurslid waterschap Drents Overijsselse Delta (tweede van links), Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie (derde van links), en Dirk-Siert Schoonman, dijkgraaf waterschap Drents Overijsselse Delta (derde van rechts).

Waterschappen tegen Remkes: Zorg dat waterkwaliteit niet de volgende stikstofcrisis wordt

22 augustus 2022

Op 22 augustus zijn de koepelorganisaties van de provincies, gemeentes en waterschappen op gesprek geweest bij stikstofbemiddelaar Johan Remkes. De Unie van Waterschappen bepleitte in het gesprek het belang om de stikstofaanpak hand in hand te laten gaan met het verbeteren van de waterkwaliteit en het klimaatbestendig maken van Nederland. “Met een goede stikstofaanpak kunnen we een volgende crisis rond waterkwaliteit op tijd voorkomen,” aldus Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen.



Van der Sande: “Natuur en stikstof is één van de onderwerpen waar Nederland tegen de grenzen is aangelopen. Het stikstofdossier is pas politiek urgent geworden vanwege een gerechtelijke uitspraak en stokkende vergunningverlening. Ditzelfde dreigt ook met de Europese Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water, die Nederland verplicht om in 2027 de waterkwaliteit op orde te hebben. Waterschappen werken hier hard aan. Ze hebben tegelijk andere overheden en de landbouwsector nodig om deze doelstelling te halen.”

Blij met voornemen integrale aanpak

In het coalitieakkoord is afgesproken om in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) het natuur- en stikstofdossier op te lossen in samenhang met de Europese doelstellingen voor klimaat en waterkwaliteit. De waterschappen zijn blij met deze uitgesproken intentie. Ze willen er op deze manier samen met het Rijk en andere partners voor zorgen dat waterkwaliteit niet het volgende stikstofdossier wordt.

Ingrijpende keuzes nodig

Verder zei de Unie van Waterschappen in het gesprek met Remkes dat ook de toenemende weersextremen zorgen voor ruimtelijke uitdagingen. De extreme droogte van deze zomer legt deze problematiek extra bloot. Van der Sande: “We moeten Nederland anders inrichten om water beter vast te houden en ons te wapenen tegen extreme hoosbuien en zeespiegelstijging. Dat vraagt om ingrijpende, ruimtelijke keuzes. Water en bodem moeten daarbij sturend zijn, zoals ook is afgesproken in het coalitieakkoord.”

Perspectief voor de landbouwsector

De waterschappen willen graag meewerken in de stikstofaanpak. Met hun gebiedskennis kunnen ze waardevolle partners zijn voor de gebiedsgerichte aanpak. Voor de reductie van stikstofuitstoot speelt daarnaast de agrarische sector een cruciale rol. Van der Sande: “Het is voor de waterschappen erg belangrijk dat de landbouwsector, als belangrijke partner in het gebied, perspectief krijgt en kan bijdragen aan de transitie van het landelijk gebied. De waterschappen vinden dan ook dat de focus van de gebiedsgerichte aanpak moet liggen op het samen tot stand brengen van de benodigde maatregelen om de natuur te verbeteren, de waterbeschikbaarheid te vergroten en te zorgen dat de waterkwaliteitsdoelen worden gehaald.”

> Lees de inbreng van de waterschappen voor het gesprek