Waterschappen maken hoge duurzaamheidsambities waar

3 oktober 2023

De waterschappen hebben in 2022 goede stappen gezet op het gebied van duurzaamheid. Zowel het energieverbruik als de klimaatvoetafdruk van waterschappen dalen en de opwek van duurzame energie stijgt. Ook op het gebied van circulariteit en duurzaam opdrachtgeverschap zetten de waterschappen stappen. Dat blijkt uit de publicatie van de Klimaatmonitor Waterschappen.

Een windmolen op het terrein van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

De Klimaatmonitor Waterschappen brengt ieder jaar de voortgang van de geboekte resultaten voor klimaat en duurzaamheid bij de waterschappen in beeld. Het onderzoek naar de resultaten over 2022 is uitgevoerd door Arcadis, onder begeleiding van enkele waterschappers en met een bijdrage van de Nederlandse Waterschapsbank (NWB).

Lat nog hoger

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Als waterschappen zijn we dagelijks bezig om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Het is dan ook logisch dat juist wij de lat nog hoger leggen dan de landelijke ambities om verdergaande klimaatverandering zoveel mogelijk te voorkomen. Wij hopen andere partijen hiermee te inspireren.”

Hoge ambities

Waterschappen streven naar energieneutraliteit in 2025 en klimaatneutraliteit in 2035. Zij werken daarom onder andere aan het verminderen van de uitstoot van methaan en lachgas op rioolwaterzuiveringen. Daarop is een versnelling ingezet. De waterschappen willen in 2050 volledig circulair zijn, met als tussenstap 50 procent reductie van het gebruik van primaire grondstoffen in 2030. Waterschappen willen als opdrachtgevers in 2023 100 procent circulair uitvragen en in 2030 100 procent circulair aanbesteden. Ze hebben de ambitie om in 2030 in de infraprojecten klimaatneutraal en circulair te werken met zo min mogelijk uitstoot van schadelijke emissies uit het ingezette materieel. Er zijn wel zorgen over het realiseren van de doelstellingen, onder meer door overbelasting van het elektriciteitsnet, kostenstijgingen en doordat de wateropgave toeneemt (bijvoorbeeld medicijnresten verwijderen).

Meer duurzame energie

Waterschappen wekken zoveel mogelijk duurzame energie zelf op, bijvoorbeeld uit rioolwater. De totale duurzame opwek is sterk gestegen van 58,5 naar 64,3 procent. Er is met name een sterke toename van windenergie (60 procent) en zonne-energie (54 procent). Waterschappen zetten hiervoor hun eigen terreinen in, of stellen hun terreinen open voor gebruik door derden. De groengasproductie is gestegen van 18,2 naar 19,2 miljoen m3. En tegelijkertijd is de inkoop van aardgas gedaald met 25 procent. De omvang van aquathermie in de eigen opwekking is sterk gestegen (factor 8), maar relatief gezien nog beperkt. De waterschappen zijn hiervoor voornamelijk faciliterend. Aquathermie wordt vooral ingezet voor derden op het terrein van het waterschap.

Klimaatvoetafdruk

Waterschappen zetten vol in op energiebesparing. Zo is het energieverbruik gedaald met 3,5 procent, waarbij vooral de daling van 25 procent van aardgas opvallend is. Na de coronaperiode is er weer een duidelijke stijging van personenvervoer van werknemers van de waterschappen, zowel per auto en het openbaar vervoer als vliegreizen. Wel zijn de afstanden die worden afgelegd in het woon-werkverkeer met de helft gedaald ten opzichte van vóór corona. Met het digitale werken is de verwachting dat deze daling (deels) structureel zal zijn. Driekwart van de waterschappen heeft beleid op het verduurzamen van personenmobiliteit of is dat aan het ontwikkelen. De totale klimaatvoetafdruk (scope 1 en 2) van de waterschappen is verkleind met 1 procent.

Duurzaam opdrachtgeverschap

De waterschappen hebben een gezamenlijke strategie Duurzaam Opdrachtgeverschap. Daarin staat hoe de waterschappen hun duurzame ambities vertalen naar opdrachten aan de markt. 16 van de 21 waterschappen hebben een team en coördinator Duurzaam Opdrachtgeverschap aangesteld, om de strategie te implementeren. Iets meer dan de helft van de waterschappen (13) heeft concrete inkoopdoelen gesteld op het gebied van duurzaamheid. Waterschappen monitoren en meten de inspanning en resultaten ook steeds vaker.

Circulair materialengebruik

Hoeveel grondstoffen er gebruikt worden, houdt rechtstreeks verband met energieverbruik en klimaatbeleid. Daarom is er een strategie Circulaire Waterschappen opgesteld, die ook bijdraagt aan het voorkomen van verontreiniging van het water. Waterschappen zetten in op het gebruik van minder en duurzamere materialen, zodat minder CO2-uitstoot plaatsvindt. Alle 21 waterschappen geven aan beleid te hebben gevormd rond circulariteit, dat bij 17 waterschappen ook al bestuurlijk is vastgesteld.

Om klimaatneutraal en circulair werken bij infraprojecten te stimuleren is de Unie een traject gestart: Klimaatneutraal & Circulair Assetmanagement en Opdrachtverlening (KCAO). Het doel is om circulair assetmanagement en duurzaam opdrachtgeverschap te vertalen naar de praktijk van de waterschappen.

CO2-besparing

Ongeveer de helft van de waterschappen past CO2-beprijzing toe of heeft dat in voorbereiding. 10 waterschappen zijn gecertificeerd op de CO2-Prestatieladder en 18 waterschappen gebruiken de CO2-Prestatieladder in aanbestedingen. Waterschappen gebruiken tools als DuboCalc en MKI om de milieukosten van ontwerpvarianten van grond-, weg- en waterwerken te berekenen en dit zorgt voor andere, duurzamere keuzes. Bijvoorbeeld door bij het versterken van dijken baggerspecie uit de regio opnieuw te gebruiken, of onderdelen van zuiveringsinstallaties te hergebruiken. Dat is circulair en levert ook CO2-besparing op, omdat er minder transport nodig is.

Waterschapsspiegel

Waterschappen maken bedrijfsdata openbaar voor een transparante bedrijfsvoering en willen van andere waterschappen kunnen leren om de resultaten te verbeteren. Naast de gegevens over duurzaamheid, is een overzicht van de voortgang van het werk van de waterschappen op alle terreinen gepubliceerd in de bedrijfsvergelijking Waterschapsspiegel. Een overzicht van de belangrijkste indicatoren en cijfers is te vinden in het WAVES-dashboard (Waterschap Analyse- en Verbetersysteem) en de bijbehorende databank.

> Bekijk de Klimaatmonitor Waterschappen 2022
> Bekijk de Bedrijfsvergelijking Waterschapsspiegel
> Bekijk het WAVES-dashboard

Waterknop: water als verbindende factor in het landelijke gebied

21 september 2023

De transitie van het landelijk gebied is een groot en belangrijk dossier waar de landelijke en regionale partijen al jaren mee worstelen. De waterschappen zien water als verbindende factor die voor de benodigde versnelling kan zorgen. De Unie van Waterschappen roept op om met waterbeheermaatregelen snel resultaten te boeken op het gebied van natuurherstel en toekomstperspectief voor de landbouw.

boerderij met weiland en sloot in vogelvluchtperspectief

Verdroging is naast stikstof een van de grote oorzaken van de achteruitgang van de natuur, maar zet ook de productiviteit van de landbouw onder druk, geeft funderingsschade, bodemdaling en beperkt de beschikbaarheid van drinkwater. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Uitstellen van het aanpakken van de natuur, waterkwaliteit en klimaatverandering is niet langer mogelijk. Daarom moeten we verder kijken dan stikstofreductie. We kunnen als overheden versnellen door een ferme draai te geven aan de ‘waterknop’.”

Draaien aan de ‘waterknop’

Van der Sande: “De ‘waterknop’ staat voor watermaatregelen die snel effect hebben op bijvoorbeeld het watervasthoudende vermogen van de bodem en de natuur. Denk aan het flexibel omgaan met peilbeheer en het plaatsen van stuwen in sloten om water langer vast te houden. De waterschappen zijn betrokken bij de gebiedsprocessen van de provincies om deze kansen te verzilveren.”

Gezonde bodem

In opdracht van de Unie van Waterschappen bracht STOWA in een notitie een aantal onderzoeken over de rol van water samen. “Bij natuurherstel zijn diverse factoren van belang, waaronder voedselrijkdom (nutriënten), de zuurgraad en water. Maar ook de omvang van, en verbinding tussen natuurgebieden. Alle factoren moeten op orde zijn. Alleen werken aan stikstof is minder effectief als er onvoldoende water is, en andersom maakt droogtebestrijding de natuur minder gevoelig voor stikstof. Een gezonde bodem en een robuuste leefomgeving beginnen bij voldoende water”, vat Joost Buntsma, directeur van STOWA, samen.

Effectief

Ook adviesbureaus Sweco, Tauw en Witteveen + Bos onderstrepen de effectiviteit van waterbeheer voor natuurherstel. “Hydrologische maatregelen dragen bij aan het weerbaarder maken van habitattypen en leefgebieden van soorten tegen stikstofdepositie. Indien hydrologische maatregelen ook buiten de Natura 2000-gebieden op de juiste locatie, juiste wijze en voldoende robuust worden uitgevoerd (juiste hoeveelheden water van goede kwaliteit) heeft dit een positief effect op stikstofgevoelige natuur.”

Water als transitiemotor

De waterschappen hebben voor het realiseren van de maatregelen wel medeoverheden, het rijk en gebiedspartners nodig. De Unie van Waterschappen doet dan ook een oproep aan het rijk en de medeoverheden om meer prioriteit te geven aan de watermaatregelen. “Waterschappen ervaren dat partijen in de regio zeer bereid zijn om met water aan de slag te gaan. Water verbindt en heeft de potentie om meer perspectief te brengen in de transitie van het landelijke gebied”, aldus Rogier van der Sande.

Porthos-uitspraak biedt hoop voor projecten waterschappen

16 augustus 2023

De Raad van State heeft groen licht gegeven voor het Porthos-project, waarbij CO2 via pijpleidingen onder de Rotterdamse haven wordt opgeslagen in de Noordzee. De hoogste bestuursrechter erkent dat sprake is van belastende stikstofuitstoot, maar die is tijdelijk en beperkt en heeft geen waarneembare gevolgen voor de natuurgebieden. Deze uitspraak biedt perspectief voor de projecten van de waterschappen.

Een graafmachine aan het werk op een dijk.

Door het eerder terugdraaien van de bouwvrijstelling in de stikstofwet, vanwege te weinig vooruitgang, werd de vergunningverlening voor bouwprojecten moeilijk. Dit gold ook voor nieuwe projecten die in uitvoering moesten gaan van de waterschappen.

Vrees voor vertraging

De Unie van Waterschappen is dan ook blij met deze uitspraak die perspectief biedt voor de projecten van de waterschappen die ook te maken hebben met een tijdelijke en beperkte uitstoot op overbelaste natuurgebieden. Verschillende waterschappen gaven eerder aan grote vertraging op te lopen bij de uitvoering van dijkversterkingsprojecten en projecten die bijdragen aan het behalen van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water.

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “De uitspraak kan weliswaar niet als een generieke uitstootdrempel worden opgevat, maar toont wel aan dat het met de juiste onderbouwing mogelijk is om projecten door te laten gaan. De uitspraak stelt ook dat de natuurherstelmaatregelen voor de natuurgebieden, meewegen in de beoordeling of de uitstoot toelaatbaar is.”

Snelle maatregelen voor natuurherstel

Schoonman: “De waterschappen hebben voor veel projecten een rol om natuur te behoeden voor droogteschade. De mate van verdroging en maatregelen om deze tegen te gaan worden expliciet door Raad van State genoemd. Dit is in lijn met het betoog van de waterschappen om meer aandacht te geven aan de zogenaamde Waterknop, waarmee we doelen op relatief eenvoudige maatregelen in het waterbeheer die snel tot natuurherstel kunnen leiden.”

Waterveiligheid en schoon water

Waterveiligheid en schoon water zijn essentiële randvoorwaarden voor de leefbaarheid in Nederland. De waterschappen werken hier aan door bijvoorbeeld dijken te versterken en rioolwaterzuiveringsinstallaties te verbeteren. Wanneer de projecten van de waterschappen niet kunnen doorgaan, wordt een nieuwe waterkwaliteitscrisis gecreëerd en komt het behoud van droge voeten in gevaar.

Klimaatneutraal in 2035

De waterschappen doen er alles aan om zo schoon mogelijk te werken, met zoveel mogelijk elektrisch materieel. Zij hebben de ambitie om in 2035 volledig klimaatneutraal te werken. Voor nu is er echter voor de projecten met een kleine, tijdelijke stikstofuitstoot nog bewegingsruimte nodig. Daarbij dragen de waterschappen bij aan het verminderen van de stikstofproblematiek door natuurherstelmaatregelen uit te voeren.

Waterschappen: “Pauze en versnellen? Draai de waterknop open”

6 april 2023

In het Tweede Kamerdebat op 5 april over de afgelopen verkiezingsuitslag bleek dat duidelijkheid over de stikstofaanpak voorlopig uitblijft. De stikstofplannen uit het regeerakkoord worden op pauze gezet en op een later moment heroverwogen. In de tussentijd wil het kabinet in de regio juist versnellen op natuurherstel. De Unie van Waterschappen geeft aan dat met watermaatregelen het behalen van de natuurdoelen sneller dichterbij kan komen.



De waterschappen hebben de afgelopen jaren aangedrongen op duidelijke keuzes: de natuur moet worden hersteld. De stikstofplannen moeten daarom rekening houden met de doelen in 2027 voor de waterkwaliteit. Dit om een waterkwaliteitscrisis te voorkomen. Nu er een impasse dreigt luiden de waterschappen de alarmklok: de problematiek duldt geen uitstel. De voorgestelde aanpassingen voor stikstof en de maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren moeten bijdragen aan een slimme en snelle aanpak. De Omgevingswet kan dit borgen. Ook middelen uit het transitiefonds van het Rijk kunnen hierbij helpen.

Draai verder aan de ‘Waterknop’ om te beginnen met natuurherstel

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “De discussie over wanneer de doelen precies moeten zijn behaald, doet niets af aan de noodzaak om snel te starten met het nemen van maatregelen. Als het kabinet wil versnellen, moet er wat ons betreft een ferme draai worden gegeven aan de ‘waterknop’. Verdroging is naast stikstof een van de grote oorzaken van de achteruitgang van de natuur. Maar droogte zorgt ook voor funderingschade, bodemdaling, beperkte beschikbaarheid van drinkwater en het zet de productie van de landbouw onder druk. Bovendien is natuur die last heeft van droogte, veel gevoeliger voor stikstof. Water kan het behalen van de doelen voor natuur sneller dichterbij brengen en ons uit deze impasse halen. ”

Relatief eenvoudige watermaatregelen kunnen snel effect hebben. Denk bijvoorbeeld aan het verhogen van het waterpeil waar dat kan, flexibel omgaan met peilbeheer, beekherstel, het bevorderen van de biodiversiteit bij slootkanten en extra stuwen om water langer vast te houden. Het zijn maatregelen die met de gebiedspartners snel kunnen worden uitgewerkt,. Daarmee krijgt de natuur, maar ook de landbouw én het watersysteem op korte termijn een impuls.

Natuur niet verder laten achteruitgaan

De Unie van Waterschappen vreest anders dat met het verstrijken van de tijd, de doelen verder uit beeld raken. Ook de eigen opgaven voor waterveiligheid en schoon water worden in hun voortgang geraakt door de stilgevallen vergunningverlening. Ondertussen werken de waterschappen samen met de provincies om in elk geval te zorgen dat de staat van de natuur in de tussentijd niet nog verder verslechtert. We waken gezamenlijk voor verdere achteruitgang van de waterkwaliteit, zoetwaterbeschikbaarheid en het CO2-bergende vermogen van de natuur.

Steun voor centrale rol van water bij ruimtelijke plannen

25 november 2022

Op 25 november heeft minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) met een brief aan de Tweede Kamer de nationale kaders gepresenteerd voor ruimtelijke plannen: water en bodem sturend. Het kabinet geeft hiermee invulling aan de afspraak in het coalitieakkoord.



De Kamerbrief komt tegemoet aan het pleidooi van de waterschappen voor landelijke kaders op dit gebied. De waterschappen gaan, vanuit hun kennis van en verantwoordelijkheid voor het watersysteem, meewerken aan een regionale uitwerking van dit beleid in gebiedsprocessen en de verschillende ruimtelijke plannen.

Integrale aanpak en Rijkskaders voorwaardelijk

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Met de Kamerbrief water en bodem sturend wordt ons pleidooi landelijk concreet gemaakt. We blijven wel aandringen op een snelle verankering op landelijke wetgeving en op regionale borging in de gebiedsprogramma’s van het Nationaal Programma Landelijk gebied (NPLG). Dat doen we ook in andere ruimtelijke plannen voor bijvoorbeeld woningbouw en energie, waarin de provincies een stevige rol krijgen. Hiervoor is een integrale aanpak een vereiste. Een mogelijke versnelling op thema’s zoals stikstof en woningbouw mag geen aanleiding zijn om van dit principe af te stappen. Er is tegelijkertijd een waterkwaliteitsvraagstuk op te lossen”.

Een samenhangend pakket voor het landelijk gebied

Naast de Kamerbrief water en bodem sturend heeft het kabinet ook (proces)brieven over stikstof en landbouw naar de Kamer gestuurd, als een samenhangend pakket over de grote opgaven in het landelijk gebied. De nationale kaders over water en bodem sturend zijn daarvoor randvoorwaardelijk. “Het aanpakken van de achteruitgang van de natuur, de waterkwaliteit en de aanpak van klimaatverandering dulden geen uitstel meer. Tegelijkertijd lukt dat alleen als de landbouwsector, als belangrijke partner in het gebied, perspectief op korte en lange termijn heeft en kan bijdragen aan de transitie van het landelijk gebied. Het is nodig dat daarbij uitgegaan wordt van de basis, het water- en bodemsysteem. De kabinetsplannen bieden een bemoedigende basis, het is een complexe puzzel en het past om hierin gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen”.

Water en bodem sturend

Nederlanders ervaren steeds meer dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt. Dat komt door de gevolgen van klimaatverandering én doordat we ons land steeds intensiever gebruiken. Om te voorkomen dat we onszelf klem zetten, moet het belang van een gezond water- en bodemsysteem voorop staan en moeten we nu al rekening houden met de ruimtelijke randvoorwaarden die voor Nederland nodig zijn. In plaats van ons water- en bodemsysteem aan te passen aan onze wensen, is het nodig dat wij ons gaan aanpassen aan de grenzen die water en bodem aan ons stellen. Zodat we ook in de toekomst, met een ander en grillig klimaat kunnen blijven leven, wonen en werken.

Unie van Waterschappen pleit voor stikstofvrijstelling voor waterveiligheidsprojecten

2 november 2022

De Raad van State heeft op 2 november geoordeeld dat de bouw niet mag worden vrijgesteld van de stikstofregels. Ook bij projecten die alleen tijdelijk stikstof uitstoten, moet het effect op de natuur worden onderzocht. De Unie van Waterschappen is teleurgesteld over deze uitspraak, omdat dit voor de waterschappen leidt tot vertraging van projecten en extra kosten.



De Raad van State ziet te weinig voortgang in de maatregelen die bij moeten dragen aan het verminderen van stikstofuitstoot. Daarom oordeelt de Raad dat er ook voor de meest noodzakelijke bouwprojecten geen uitzondering mag worden gemaakt.

Opgave duldt geen uitstel

Dit betekent dat ook de vrijstelling voor de projecten van de waterschappen komt te vervallen en dat projecten rond de waterveiligheid in Nederland mogelijk vertragen. Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Werken aan een veilig Nederland moet altijd door kunnen gaan. Het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering, het verbeteren van de waterkwaliteit en het versterken van onze dijken zijn opgaven die geen vertraging dulden.”

Vrijstelling voor tijdelijke uitstoot moet blijven bestaan

De waterschappen hadden voor hun projecten vrijstelling gekregen omdat er sprake is van een tijdelijke stikstofuitstoot. Schoonman: “Een dijkversterking brengt bijvoorbeeld eenmalig uitstoot met zich mee. Een vrijstelling voor dit soort tijdelijke uitstoot zou wat ons betreft moeten blijven bestaan.”

Doorgang projecten noodzakelijk

De Unie van Waterschappen benadrukt het belang van de doorgang van de waterbeheerprojecten. Schoonman: “De waterschappen bieden met hun werkzaamheden randvoorwaarden voor een leefbaar Nederland. De wettelijke taken van het waterschap kunnen worden beschouwd als het noodzakelijke beheer en onderhoud, en zijn een randvoorwaarde voor andere gebruiksfuncties in Nederland. Ook voor natuur. De voortgang van deze cruciale werkzaamheden van de waterschappen aan waterveiligheid en het watersysteem zouden daarom niet geraakt mogen worden door deze uitspraak.”

Emissieloos werken

De waterschappen vinden verder dat het terugdringen van de uitstoot dé manier is om aan het werk te kunnen. Voor het versterken van de dijken, de aanleg van gebieden waar water kan worden opgeslagen en bijvoorbeeld renovaties van rioolwaterzuiveringsinstallaties streven waterschappen ernaar om zo min mogelijk energie te verbruiken, transport te beperken en de inzet van emissieloos materieel door aannemers aan te jagen. Schoonman: “Dit gebeurt al bij steeds meer projecten, maar op dit moment is het nog niet mogelijk om in alle projecten van de waterschappen volledig emissieloos te werken. Daarom blijft een vrijstelling voor onze projecten nodig.”

Zicht op natuurherstel

Daarnaast wordt bij waterschapsprojecten gekeken naar de mogelijkheden voor natuurherstel. Hiermee werken de waterschappen aan perspectief voor volgende generaties. De waterschappen sporen het rijk daarom ook aan om met beleid te komen dat snel zicht geeft op natuurherstel.

Europese waterbeheerders willen klimaatadaptatie hoog op de politieke agenda

10 oktober 2022

De nationale koepelorganisaties voor waterbeheer van verschillende Europese lidstaten roepen Europese leiders op om klimaatadaptatie hoger op de politieke agenda te zetten. Dit zeggen zij in een gezamenlijke verklaring die zij opstelden op de jaarlijkse samenkomst van European Union of Water Management Associations (EUWMA) in Oostende.



Dit jaar stond de bijeenkomst van de EUWMA in het teken van de toenemende weersextremen en het belang van klimaatadaptatiemaatregelen. De aanleiding was de extreme droogte die heel Europa afgelopen zomer in zijn greep hield. De Europese waterbeheerders hebben dringend opgeroepen tot politieke en maatschappelijke steun bij klimaatadaptatie en tekenden hiervoor een gezamenlijke verklaring.

Politieke prioriteit

Hein Pieper, scheidend president van EUWMA en dijkgraaf van waterschap Rijn en IJssel: “De extreme droogte van deze zomer heeft maar weer laten zien dat weersextremen maatschappelijk ontwrichtende gevolgen hebben. Tweederde van ons continent is erdoor geraakt. Water is essentieel voor de volksgezondheid, industrie, landbouw, natuur en transport, maar pas als er een tekort ontstaat wordt dit duidelijk. Het nemen van maatregelen in het waterbeheer is daarom dringend nodig, want geen land kan dit probleem alleen aan. Een Europese strategie, aanpak en Eurocommissaris zijn daarom hard nodig. Echte klimaatadaptatie kan enkel worden bereikt met politieke prioritering en maatschappelijke verandering in de omgang met water.”

Extra capaciteit en investeringen

Tot in de haarvaten van het watersysteem voelen waterbeheerders de gevolgen van klimaatverandering in hun dagelijks werk. Langere periodes van droogte, hogere temperaturen en verminderde regenval zorgen ervoor dat waterbeheerder hun praktijken moeten aanpassen. Hun focus ligt vooral op maatregelen om water vast te houden, water te besparen en op waterveiligheid. Dit vergt extra capaciteit en investeringen, iets waar veel waterbeheerders elders in Europa niet zo makkelijk toegang toe hebben.

Gedrag en activiteiten aanpassen

Luzette Kroon is bestuurslid van de Unie van Waterschappen met de portefeuillehouder internationaal en de nieuwe Nederlandse vertegenwoordiger van de EUWMA. Ook zij onderstreept het belang van investeringen: “Daarom is het nodig dat overheden klimaatadaptatie meer prioriteren in hun beleid en regelgeving, én dringend financiering hiervoor vrijmaken. Daarnaast is het nodig dat economische sectoren en burgers hun gedrag en activiteiten veranderen. Zonder deze omslag in de samenleving loopt het watersysteem steeds meer tegen haar grenzen aan.”

EUWMA verklaring

De verklaring van EUWMA bevat de volgende elementen:

  • Beschrijving van de impact en link van klimaatverandering met lokaal waterbeheer;
  • Waterveiligheid in gevaar door klimaatverandering;
  • De impact van toenemende droogte;
  • Pakket aan klimaatadaptatiemaatregelen voor waterbeheerders;
  • Belang van een goede bestuurlijke structuur;
  • Investeringen nodig voor klimaatadaptatie;
  • Betere grensoverschrijdende en sector overstijgende samenwerking en afstemming is nodig;
  • Klimaatadaptatiemaatregelen creëren essentiële meerwaarde voor de maatschappij.

Lees de hele verklaring

Waterschappen streven naar klimaatneutraliteit in 2035

14 oktober 2022

De waterschappen hebben op 14 oktober bekend gemaakt te streven naar klimaatneutraliteit in 2035. Zij leggen daarmee de lat voor duurzaamheid hoger dan de landelijke ambities en hopen andere partijen te inspireren.

Windmolen veld in waterrijk landschap

Dirk-Siert Schoonman, bestuurder van de Unie van Waterschappen: “Het is geen wonder dat de klimaatverandering ons zo aan het hart gaat, want wij merken in het waterbeheer als eersten de gevolgen in ons dagelijks werk. Wij zijn eigenlijk de ‘kanarie in de kolenmijn’. Het weer hebben wij als mens niet in de hand, maar de klimaatverandering kunnen we beïnvloeden. Dus gaan we als waterschappen aan de slag.”

Klimaatvoetafdruk beter in beeld

In de op 14 oktober vastgestelde strategische visie ‘Op weg naar klimaatneutraliteit’ zeggen alle 21 Nederlandse waterschappen hun klimaatvoetafdruk nog beter in beeld te zullen brengen en te streven naar klimaatneutraliteit in 2035. Daarbij kijken ze naar de broeikasgassen die het waterschap zelf veroorzaakt, waaronder lachgas en methaan op de rioolwaterzuiveringen. En naar de uitstoot van derden die in opdracht van het waterschap werken. Ook streven zij naar beperking van de emissies van broeikasgassen in hun omgeving, zoals uit veenweiden, oppervlaktewater en waterbodems.

Belangrijke schakel

Minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie heeft zijn steun uitgesproken voor de visie van de waterschappen: “Ik ben onder de indruk van de ambities. Klimaatverandering tegengaan vereist een gezamenlijke inspanning van alle overheden. Waterschappen zijn niet alleen een belangrijke schakel om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Ze geven het goede voorbeeld aan de rest van Nederland door ook te helpen bij het tegengaan van klimaatverandering.”

Ruimtelijke ontwikkeling

Dirk-Siert Schoonman van de Unie van Waterschappen: “De zeespiegelstijging gaat sneller dan gedacht en dat is zorgwekkend. Meer dan de helft van Nederland ligt beneden de zeespiegel of in overstromingsgevoelig gebied, waar bovendien twee derde van ons nationaal inkomen wordt verdiend. Hoe houden we Nederland ook op de lange termijn veilig? Het is essentieel dat water en bodem sturend worden bij besluiten over de ruimtelijke ontwikkeling. Waterschappen werken niet alleen hard aan het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. We stellen ook alles in het werk om die verandering te voorkomen en bij te dragen aan de verduurzaming van de energievoorziening in Nederland.”

Duurzame energie

Een tussenstap is de energieneutraliteit die de waterschappen voor 2025 als sector al hebben afgesproken in het klimaatakkoord van 2019. Door zo min mogelijk energie te verbruiken en zoveel mogelijk duurzame energie zelf op te wekken, bijvoorbeeld uit rioolwater. En terreinen ter beschikking te stellen voor zonnepanelen en windmolens. Goede voorbeelden zijn de versnelde productie van groen gas en innovaties zoals groene waterstof op de rioolwaterzuivering.

Lokaal energiesysteem

De waterschappen beschikken over meer dan 300 rioolwaterzuiveringen en beschouwen die steeds meer als een slim lokaal energiesysteem. Ook aquathermie – het duurzaam verwarmen en koelen van woningen met water – heeft een grote potentie. Het potentieel aan duurzame bronnen waarover de waterschappen beschikken overstijgt de eigen energiebehoefte. Vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid willen waterschappen deze bronnen inzetten en zo actief bijdragen aan klimaatneutraliteit in de regio.

Circulair materialengebruik

Grondstoffenverbruik houdt een rechtstreeks verband met energieverbruik en dus met klimaatbeleid. Door in te zetten op het gebruik van duurzamere materialen, gebruiken waterschappen minder energie en fossiele brandstoffen, waardoor minder CO2-uitstoot plaatsvindt. En dit remt de uitputting van grondstoffen. Bijvoorbeeld door bij het versterken van dijken grond uit de regio opnieuw te gebruiken of onderdelen van zuiveringsinstallaties te hergebruiken. Dat is circulair en levert ook CO2-besparing op omdat er minder transport nodig is.

Financiering

Lidwin van Velden, directievoorzitter van de Nederlandse Waterschapsbank, is verheugd met de ambitie van de waterschappen: “Als dé duurzame waterbank steunen wij de ambitie van de waterschappen om in 2035 al klimaatneutraal te willen zijn volop! Wij staan klaar om de waterschappen van passende en zo goedkoop mogelijke financiering te voorzien en samen te investeren in een waterbewuste en duurzame samenleving.”

> Lees hier de Strategische visie ‘Op weg naar Klimaatneutraliteit’

Waterschappen vragen om integrale uitvoering advies Remkes

11 oktober 2022

Op 11 oktober heeft de Unie van Waterschappen een brief gestuurd naar minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) en minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). In die brief reageert de Unie op het stikstofadviesrapport 'Wat wel kan' dat Johan Remkes op 6 oktober presenteerde.



De waterschappen zijn positief over het advies. Ze zien een aantal belangrijke aandachtspunten voor de uitvoering en bieden hun slagkracht en kennis in de regio aan voor de uitvoering van de plannen.

Urgentie

De Unie van Waterschappen onderschrijft de urgentie die Johan Remkes met zijn advies ‘Wat wel kan’ uitdraagt. De aangedragen oplossingen zijn onontkoombaar. De uitstoot moet naar beneden en de natuur moet worden hersteld. Ook moet de draagkracht van het water en bodemsysteem – inclusief de waterkwaliteit – leidend zijn bij het bepalen van ‘wat waar wel kan’. Verder kan de Unie zich vinden in de conclusie van Johan Remkes dat een robuust natuurlijk systeem alleen kan worden gerealiseerd als het rijk het beleid aanscherpt.

Samenhang

De Unie prijst het samenhangende geheel van Remkes’ adviezen en waarschuwt voor selectief te werk gaan bij het overnemen van de voorgestelde aanpak. De waterschappen roepen de minister dan ook op het advies integraal uit te voeren.

Niet langer dweilen met de kraan open

Roger van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, schrijft in de brief: “We kunnen niet langer ‘dweilen met de kraan open’. De waterschappen ervaren dat de grenzen van het watersysteem – de voorwaarde voor de klimaatbestendigheid en vruchtbaarheid van onze delta – zijn bereikt. Het stemt de waterschappen dan ook positief dat in het advies een centrale rol is toebedeeld aan de principes van water en bodem sturend. Dit geldt zowel voor de waterbeschikbaarheid als de waterkwaliteit.”

Nieuwe impasse voorkomen

Natuur en stikstof is één van de onderwerpen waar Nederland tegen de fysieke grenzen is aangelopen. Van der Sande: “Het stikstofdossier is pas politiek urgent geworden door een gerechtelijke uitspraak en een stokkende vergunningverlening. Ditzelfde dreigt ook met de Europese Nitraatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water, die Nederland verplicht om in 2027 de waterkwaliteit op orde te hebben. De waterschappen werken hard aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Ook wij willen voorkomen dat waterkwaliteit het volgende stikstofdossier wordt. Daarbij hebben we andere overheden nodig om dit voor elkaar te krijgen.”

> Lees de brief van de Unie van Waterschappen

Remkes ondersteunt ‘Water en Bodem sturend’ in stikstofadvies

5 oktober 2022

Op 5 oktober heeft Johan Remkes zijn advies om de stikstofcrisis vlot te trekken gepresenteerd aan minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof). In zijn advies stelt Remkes dat het noodzakelijk is om op zeer korte termijn veel minder stikstof te gaan uitstoten om natuurherstel mogelijk te maken. Ook geeft hij aan dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend moet zijn voor het soort functie dat een gebied aan kan. In een eerste reactie is de Unie van Waterschappen blij deze geuite wens terug te zien in het rapport.



De waterschappen gaan het advies van Remkes bestuderen en komen op korte termijn met een inhoudelijke reactie. Remkes geeft in zijn advies aan dat de consequenties groot zijn als nu niet op korte termijn de stikstofuitstoot omlaag gaat. Er is volgens hem een gerichte aanpak nodig. Remkes stelt onder meer voor binnen een jaar 500 tot 600 piekbelasters (zowel uit de agrarische sector als uit het bedrijfsleven) uit te kopen en de natuur veel centraler te stellen bij de verschillende opgaven die Nederland kent.

Geen uitstel

De Unie van Waterschappen vindt de oproep voor een versnelde aanpak passend. Eerder riepen ze in augustus bij hun gesprek met Remkes op om met heldere keuzes te komen. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Het aanpakken van de achteruitgang van de natuur en daarmee ook de waterkwaliteit, de beschikbaarheid van (zoet) water en de waterveiligheidsvraagstukken door klimaatverandering dulden immers geen verder uitstel meer.”

Water en bodem sturend

Die snelle aanpak is dus nodig. Een zorgvuldige aanpak blijft desondanks ook essentieel. “We moeten ingrijpende, ruimtelijke keuzes maken. Afgesproken is dat water en bodem daarbij sturend moeten zijn. Want deze opgave moet ook bijdragen aan het beter vasthouden van water en het reserveren van ruimte voor water om ons te wapenen tegen extreme weersomstandigheden en zeespiegelstijging. Dat sturende principe van water en bodem moet ook bij meer snelheid op de korte termijn overeind blijven.”

De waterschappen zijn daarom blij met deze passage uit het rapport van Remkes: ‘Zowel vanuit autonome ontwikkelingen als vanuit vastliggende juridische kaders ligt het voor de hand om water en bodem leidend te laten zijn in de zonering. Dat betekent dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend is voor het soort functie dat het gebied aan kan.’ Hieruit blijkt dat het principe ‘water en bodem sturend’ wel de gewenste centrale plek krijgt.

Samenhangende aanpak

Ook onderstreept de Unie van Waterschappen het belang dat Remkes hecht aan een samenhangende aanpak. In augustus riepen de waterschappen bij hun gesprek met Remkes al op de stikstofaanpak hand in hand te laten gaan met het verbeteren van de waterkwaliteit en het klimaatbestendig maken van Nederland. “Met een goede stikstofaanpak kunnen we een volgende crisis rond waterkwaliteit op tijd voorkomen,” aldus Van der Sande. “Wij pleiten voor een gelijkwaardige aanpak van stikstof, waterkwaliteit en klimaatadaptatie.”

Perspectief voor agrariërs

Voor de waterschappen is het daarnaast belangrijk dat tegelijk een perspectief geschetst wordt voor de agrariërs die willen bijdragen aan het oplossen van deze ingewikkelde puzzel en binnen de grenzen van het natuurlijke systeem kunnen opereren. Voor het regionaal waterbeheer zijn de agrariërs als terreinbeheerders een belangrijke partner.