Minister De Jonge: ‘Klimaatbestendig bouwen kán’

3 februari 2022

Het is belangrijk om de klimaatcrisis, de woningcrisis, de stikstofcrisis en de biodiversiteitscrisis in samenhang op te lossen. Dat is één van de antwoorden van minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) op Kamervragen van de Partij voor de Dieren.



In december stelde deze partij de minister vragen over woningbouw en klimaatverandering. Aanleiding was het tweede advies over woningbouw en klimaatadaptatie van Deltacommissaris Peter Glas en het artikel daarover in het Financiële Dagblad.

Nieuwe woningen

De Partij voor de Dieren maakt zich zorgen dat er 820.000 nieuwe woningen worden gebouwd op plekken met het risico op extreem weer, pieken in de rivierafvoer of een stijgende zeespiegel, en stelde daarover vragen. Minister de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) heeft die vragen nu beantwoord.

Klimaatbestending bouwen

De minister zegt dat de meeste Nederlanders nu eenmaal in voor klimaatverandering gevoelige gebieden wonen. En net in die gebieden is er grote behoefte aan betaalbare woningen. Volgens de minister kan dat: door klimaatbestendig te bouwen en de meest kwetsbare plekken te mijden.

Deltacommissaris

Hoe de minister dat gaat doen, laat hij in dit eerste kwartaal weten in een reactie op het advies van de Deltacommissaris. In die reactie zal staan hoe de overheid aan de slag gaat met de uitdaging om snel betaalbare woningen te bouwen en daarbij rekening te houden met de gevolgen van klimaatverandering.

Nationale maatlat

Daarnaast werken de ministeries van VRO, Infrastructuur en Waterstaat en LNV dit jaar samen aan een nationale maatlat. Die maatlat maakt duidelijk wat klimaatadaptief bouwen is en gaat over thema’s als hitte, wateroverlast en overstroming, droogte, klimaatbestendigheid en biodiversiteit.

Water en bodem sturend

De minister benadrukt nogmaals dat in het coalitieakkoord staat dat water en bodem sturend moeten worden in ruimtelijke planvorming. Bij de locatiekeuze wordt gekeken wat past vanuit het bodem- en watersysteem. Daarbij wordt rekening gehouden met andere belangen die een rol spelen bij woningbouwontwikkeling.

Kosten

De waterschappen zijn blij met de vermelding in het coalitieakkoord dat water en bodem sturend moeten worden in ruimtelijke ontwikkeling. Zij wijzen erop dat niet-klimaatbestendig bouwen op lange termijn tot veel meer kosten leiden.

> Lees alle vragen en antwoorden

Nieuwe subsidieregeling voor ontwikkelen stikstofgevoelige natuur

19 augustus 2022

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) stelt subsidie beschikbaar voor het inrichten van gebieden met stikstofgevoelige natuur. De waterschappen kunnen van deze regeling gebruikmaken. Met de natuurmaatregelen wordt een Natuurcompensatiebank gevuld waarmee waterschappen en de rijksoverheid op termijn de stikstofuitstoot van hun projecten kunnen compenseren.



De natuur die zo ontstaat, wordt toegevoegd aan het Natura 2000-gebied. Deze natuur kan gebruikt worden als compensatie voor (water)veiligheidsprojecten die alleen met een ADC-toets aan een Wet Natuurbescherming-vergunning kunnen komen.

Waarom is dit voor waterschappen relevant?

Waterschappen kunnen deze regeling gebruiken voor hun biodiversiteitsdoelen, al dan niet in combinatie met bijvoorbeeld dijkversterkingen. Waterschappen zijn ook bezig met de bossenstrategie. Veel (natte) boomsoorten zijn stikstofgevoelig. Stel dat een waterschap bijvoorbeeld in beekdalen een broekbos, een permanent nat bos, wil aanleggen. Dan kunnen de kosten hiervan mogelijk worden gefinancierd uit de Natuurcompensatiebank.

Partiële bouwvrijstelling

De Natuurcompensatiebank zélf is voor de waterschappen ook relevant. Er zijn waterveiligheidsprojecten die geen beroep kunnen doen op de partiële bouwvrijstelling, de stikstofvrijstelling voor bouw-, sloop- en eenmalige aanlegactiviteiten. Dat komt omdat die projecten ook gedurende de gebruiksfase stikstofemissie kennen. Denk bijvoorbeeld aan de aanleg van een extra fietspad of de verbreding van een weg. Bovendien is er een kans dat de partiële bouwvrijstelling op termijn verdwijnt.

Om wat voor soort gebieden gaat het?

Het gaat om het creëren van extra stikstofgevoelige natuur, die een Natura 2000 status krijgt. Deze natuur ligt in of dichtbij een Natura 2000-gebied. De regeling kan ook gelden voor natuur op grotere afstand, meer dan een kilometer. Maar alleen als de te creëren natuur een netwerkfunctie kan vervullen.

Hoe werkt het?

De regeling die nu wordt opengesteld is bedoeld voor onderzoek naar de haalbaarheid van een natuurinrichtingsvoorstel. Alle kosten worden daarin gesubsidieerd. Deze regeling voor het haalbaarheidsonderzoek staat open vanaf 3 oktober. Het is het eerste deel van 3 modules voor de subsidieregeling. In 2023 volgen de modules van de subsidieregeling voor de daadwerkelijke realisatie van de natuur, en voor het beheer.

Webinar

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) organiseert op donderdag 22 september van 11.00 tot 12.15 uur een webinar over de subsidieregeling Natuurcompensatiebank.

> Flyer Natuurcompensatiebank
> Toelichting Natuurcompensatiebank
> Subsidieregeling Natuurcompensatiebank

Subsidie voor meer schone en emissieloze machines in de (water)bouw

7 december 2021

Aannemers en loonbedrijven die voor waterschappen werken, kunnen vanaf het voorjaar subsidie aanvragen om schoon bouwmaterieel te kopen. Bijvoorbeeld mobiele kranen, graafmachines, shovels en bouwaggregaten

Graafmachine laadt zand in een vrachtwagen

Ook kunnen ze subsidie krijgen voor de ombouw of aanpassing van hun materieel van diesel naar waterstof of elektrisch. Dat is goed in de strijd tegen de stikstofproblemen die de bouw soms stilleggen. En voor onze gezondheid en het milieu.

270 miljoen tot 2030

In 2022 is er 20 miljoen euro beschikbaar. Het kabinet trekt er tot 2030 in totaal 270 miljoen euro voor uit. Het kabinet wil immers dat de bouw 60 procent minder stikstof en 0,4 megaton minder CO2 uitstoot in 2030. Dat is vastgelegd in de Aanpak Stikstof en het Klimaatakkoord. Deze subsidieregeling draagt daar aan bij.

Steun ambities waterschappen

De waterschappen zijn blij met deze subsidieregeling van de Rijksoverheid. Zij willen hun infrastructurele projecten, zoals dijkversterkingen en baggerprojecten, steeds schoner en met minder uitstoot uitvoeren. De regeling is een enorme steun voor deze ambities.

Breed pakket stikstofmaatregelen

Het geld voor deze regeling voor de bouw komt uit het brede pakket aan stikstofmaatregelen, dat het kabinet al eerder aankondigde.

Meer informatie op de website van de Rijksoverheid

Voorbeeld: Rijnland baggert groen (magazine Het Waterschap)

Klimaat belangrijk in debat regeringsverklaring

21 januari 2022

De Tweede Kamer sprak deze week over de regeringsverklaring. Hoewel het alleen over de koopkracht leek te gaan, was er ook veel aandacht voor het klimaat.

hoogwater

De politieke discussie over klimaat is ook voor de waterschappen van belang. Zij voeren immers al meer dan 10 jaar een actief klimaat- en energiebeleid en spelen een rol in de energietransitie.

Klimaatfonds

In de Kamer waren er vragen over de invulling van het omvangrijke Klimaatfonds van 35 miljard euro. De PVV stelde voor dat geld te gebruiken voor onder meer veiligheid en koopkracht. De ChristenUnie benadrukte juist het belang van betrokkenheid van de Kamer bij bijvoorbeeld dat Klimaatfonds.

Klimaattoets

Ook vroegen Kamerleden of er een klimaattoets wordt ingevoerd, naar Duits voorbeeld. Zo’n toets zorgt ervoor dat nieuwe wet- en regelgeving en maatregelen erop worden getoetst of zij de klimaatdoelstellingen niet in de weg zitten. Premier Rutte zegde toe dat de minister van Klimaat en Energie met een uitwerking komt van de voor- en nadelen van zo’n klimaattoets.

Veto minister

De Partij voor de Dieren diende een motie in over een vetomogelijkheid van de minister voor Klimaat en Energie als kabinetsmaatregelen in strijd zijn met klimaatdoelen. Deze motie haalde geen Kamermeerderheid. Het kabinet zei dat ze bij klimaat zullen werken met een wetenschappelijke adviesraad. Die beoordeelt het beleid en adviseert het kabinet.

Eerste dag debat over de regeringsverklaring (tweedekamer.nl)

Tweede dag debat over de regeringsverklaring (tweedekamer.nl)

Unie maakt kennis met nieuwe minister en met waterwoordvoerder

19 januari 2022

Nu het nieuwe kabinet is beëdigd, wil de Unie van Waterschappen graag kennismaken met nieuwe ministers en staatssecretarissen die een deel van het brede werkterrein van de waterschappen in hun portefeuille hebben. Maar liefst 10 bewindspersonen hebben raakvlakken met het werk van de waterschappen.



Christianne van der Wal (minister voor Natuur en Stikstof)

Rogier van der Sande en Dirk-Siert Schoonman maakten op 17 januari kennis met minister Van der Wal (Natuur en Stikstof). Zij bespraken de rol van de waterschappen in de integrale aanpak van het stikstofdossier. De waterschappen juichen toe dat het nieuwe kabinet de stikstofopgave wil koppelen aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Zo vinden ze dat elke euro voor stikstofreductie er ook één van waterkwaliteit moet zijn.

Fahid Minhas (nieuwe waterwoordvoerder VVD)

Enkele Kamerleden werden minister of staatssecretaris en dat betekent dat er nieuwe Kamerleden in de Kamer komen. Soms wisselen de portefeuilles binnen de Kamerfractie dan ook. Bij de VVD was zo’n wissel: Fahid Minhas (foto) nam de waterportefeuille over van Rudmer Heerema. Rogier van der Sande maakte op 18 januari kennis met Minhas. De nieuwe waterwoordvoerder toonde zich geïnteresseerd in water in relatie tot ruimtelijke ordening. Er wordt binnenkort een werkbezoek voor hem georganiseerd.

Eerste wetenschappelijke inzichten broeikasgas uit veenweide bekend

1 december 2021

Voor het eerst kan de uitstoot van broeikasgas uit veenweide onderbouwd worden met wetenschappelijke onderzoek. In opdracht van de decentrale overheden en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgas Veenweide (NOBV) een onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van mogelijke maatregelen en deelt de eerste resultaten.

Veenweide Waterschap Amstel Gooi en Vecht

Met het Klimaatakkoord hebben het Rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen samen met maatschappelijke partners afgesproken de CO2-uitstoot te verminderen. Bodemdaling en daarmee gepaarde veenoxidatie zorgt ook voor CO2-uitstoot en wordt in het kader van het Klimaatakkoord aangepakt.

Onderzoeksprogramma

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de emissie uit veenweiden moet worden verminderd met 1,0 Mton CO2 per jaar in 2030. Het NOBV is daarom in december 2019 gestart met als doel meer inzicht te krijgen in de huidige emissies en de effecten van maatregelen op de broeikasgasemissies. Op verschillende locaties verspreid door het Nederlandse veenweidebied meet het NOBV de effectiviteit van verschillende maatregelen: waterinfiltratiesystemen, natte teelten en het verhogen van het slootwaterpeil.

Effectieve maatregelen

De onderzoeksresultaten van het NOBV worden in 2024 opgeleverd. Dit najaar zijn de eerste 2 meetjaren afgerond. De eerste resultaten laten zien dat door het slootpeil te verhogen de uitstoot van CO2 altijd afneemt. Daarnaast neemt de uitstoot af bij de aanleg van onderwaterdrains. Het NOBV stelt dat de combinatie van het opzetten van het slootpeil en onderwaterdrainage de meeste CO2-reductie oplevert. In vervolgonderzoek wordt de validiteit van deze resultaten verder getoetst. Om zo snel mogelijk gebruik te kunnen maken van deze 2 maatregelen, zijn de nieuwe inzichten nu al vrijgegeven.

Vervolgonderzoek

Het NOBV, waar de STOWA een belangrijke rol in vervult, meldt verder dat de effectiviteit van maatregelen afhankelijk is van omstandigheden zoals het weer, de bodemopbouw, doorlatendheid, kwel en wegzijging, en de wijze van aanleg van de maatregel. Inzicht in de rol en wisselwerking van deze condities is noodzakelijk om de emissies en de effectiviteit van maatregelen beter te kunnen voorspellen. Daarbij kennen de huidige methoden en uitkomsten nog onzekerheden en vervolgonderzoek noodzakelijk. In vervolgonderzoek moet ook de methaanemissie bij natte teelten worden meegenomen. Meer inzicht in de processen achter deze emissie moet duidelijk maken wat de methaanemissie veroorzaakt en welke mogelijkheden er zijn om de emissies van deze teelt te beperken.

Meer informatie over het NOBV

Oproep om concrete plannen na debat stikstof

28 juni 2022

Op 23 juni debatteerde de Tweede Kamer over de plannen van het kabinet om de stikstofuitstoot te verminderen. De plannen van minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof riepen veel vragen op. Tijdens dit debat zijn tientallen moties ingediend waar op 28 juni over werd gestemd.

Polder landschap met weide, water en natuur- stikstof

Veel Kamerleden vroegen om meer concrete plannen. Op basis van deze wens is er een motie ingediend met de oproep aan de ministers van Natuur en Stikstof en van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV) om ruim voor Prinsjesdag met een toekomstperspectief voor boeren te komen. Deze motie is aangenomen.

Kringlooplandbouw

Er zijn ook andere moties ingediend. Mogelijke oplossingen voor de water-, natuur- en klimaatproblemen liggen volgens minister Staghouwer van LNV gedeeltelijk in de kringlooplandbouw. D66 kwam in lijn met deze denkwijze met meerdere moties. Daarin stond dat de transitie naar kringlooplandbouw moet worden verduidelijkt, ondersteund en gestimuleerd. Deze moties werden aangenomen.

Rol provincies

Er was ook een motie om provincies de regie te geven in de vormgeving van het stikstofbeleid zolang dit maar leidt tot 50 procent stikstofreductie in 2030 en de opgaven op het gebied van water en klimaat Worden gehaald. Deze motie werd aangenomen.

Stikstof en waterkwaliteit

Meerdere partijen noemden de link tussen stikstofuitstoot en waterkwaliteit. Woordvoerders van het hele politiek spectrum noemden water, natuur en klimaat vaak in een adem. Kamerlid Pieter Omtzigt riep dan ook op tot integraal beleid om al deze problemen gezamenlijk te kunnen aanpakken.

Onderzoek duurzame energie van waterschappen in de regio

25 november 2021

Hoe kunnen de waterschappen direct of indirect een bijdrage leveren aan de regionale energiestrategieën? Onder de vlag van het programma Waterbeheer en Regionale Energiestrategieën (WARES) is daar onderzoek naar gedaan. Op 25 november overhandigden Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, en Joost Buntsma, directeur van STOWA, de uitkomsten van dat onderzoek aan Ed Nijpels, voorzitter van het voortgangsoverleg van het Klimaatakkoord.

Slotpresentatie Waterbeheer en energietransitie (WARES)

De Unie van Waterschappen heeft in het kader van het Klimaatakkoord een subsidie van 1,2 miljoen euro gekregen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor een driejarig onderzoeksprogramma. Met STOWA zijn de handen ineen geslagen om voor de waterschappen beleid en onderzoek te ontwikkelen en uit te voeren.

Thema’s

Het WARES-onderzoek gaat over 3 thema’s: aquathermie, opwek en opslag van duurzame elektriciteit, en juridische aspecten. STOWA en de Unie hebben zelf ook fors geïnvesteerd in diverse onderzoeken naar onder meer duurzame energie en broeikasgassen, vooral gericht op de rioolwaterzuivering. Denk aan energiebesparing, biogas, waterstof, en methaan- en lachgasreductie.

Aquathermie

Aquathermie, warmte en koeling uit water, is een duurzaam alternatief voor aardgasverwarming. In potentie kan aquathermie in totaal zo’n 50 procent van de gebouwde omgeving verwarmen (en koelen). Er zijn al tientallen aquathermieprojecten in Nederland. Om te stimuleren dat aquathermie waar dat passend is ook toegepast wordt, zijn er vanuit het onderzoeksprogramma diverse hulpmiddelen ontwikkeld. Bijvoorbeeld een viewer die de lokale potentie van aquathermie inzichtelijk maakt.

Wind en zon

Windenergie maakt een belangrijk onderdeel uit van de regionale energiestrategieën. Grote windmolens zijn echter vaak niet in te passen voor waterbeheerders vanwege de landschappelijke en milieuhinder. Vandaar dat de haalbaarheid van kleinere windmolens is onderzocht. Het blijkt dat veel kleinere windmolens in windrijke gebieden rendabel kunnen zijn, mits bijna 100 procent van de opgewekte energie ook ter plaatse door de waterbeheerder gebruikt kan worden. Voor zon op waterprojecten is een praktische handreiking opgesteld om waterschappen te helpen bij het bepalen van hun rol en positie bij initiatieven en bij de advisering over zon-op-water projecten en vergunningsaanvragen.

Opslag van energie

Een grote uitdaging bij de energietransitie is de afstemming van vraag en aanbod van energie. Er is onderzocht of de opslag van energie voor waterschappen technisch, financieel en juridisch haalbaar is. De waterschappen hebben ruim 300 rioolwaterzuiveringen verspreid over het land in beheer. Die zijn goed voor ruim 8 PJ (PetaJoule) energieverbruik met een ruime aansluiting op het elektriciteitsnet. Daarnaast zijn de zuiveringen één van de grootste producenten van biogas en groen gas: ruim 135 miljoen kuub per jaar. Ook zijn er veel mogelijkheden voor plaatsing van zonnepanelen en windmolens voor eigen gebruik of voor lokale energiecoöperaties

De rwzi als smart energy hub

Er is ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) als energiehub. Dat laat zien dat vraag en aanbod van energie met de lokale omgeving van de rioolwaterzuivering kan worden afgestemd en uitgewisseld. Hierdoor is lokaal een aanzienlijke ontlasting van het elektriciteitsnet mogelijk. De meest verrassende uitkomst van het onderzoek is dat de rwzi een zeer kansrijke locatie is voor het opwekken van groene waterstof.

Juridisch

Waterbeheerders die pionieren met nieuwe energiebronnen komen vaak juridische knelpunten tegen. De Unie van Waterschappen heeft in aanvulling op de bestaande Juridische Handreiking een inventarisatie van juridische vraagstukken gedaan. De resultaten zijn gebundeld en intern gedeeld, zodat waterschappen van elkaar kunnen leren. Ook leverde de analyse vraagstukken op voor vervolgonderzoek. Zo is er een Handreiking Aanbesteden en schaarse rechten ontwikkeld en een Handreiking Samenwerking met Energiecoöperaties. Tot slot zijn er binnen het WARES-programma diverse handreikingen ontwikkeld.

Een terugblik op de dag met o.a. de livestream en presentaties

Lees meer over de resultaten van het WARES-onderzoek

Waterschappen positief over klimaatbestendige keuzes in coalitieakkoord

15 december 2021

Het nieuwe kabinet laat met het coalitieakkoord zien in de ruimtelijke inrichting van Nederland rekening te houden met klimaatverandering door water en bodem sturend te laten zijn. De Unie van Waterschappen is blij dat het nieuwe kabinet hiermee een klimaatbestendige en waterbewuste weg inslaat. Ook de ambitieuze plannen voor de stikstofaanpak en de uitvoering van het Klimaatakkoord worden door de waterschappen aangemoedigd.



Uit het coalitieakkoord blijkt dat het nieuwe kabinet wil werken aan vernieuwde deltabeslissingen voor een waterveilig land met voldoende zoet water en een toekomstbestendige inrichting. “Water en bodem worden sturend bij ruimtelijke planvorming. Om die reden worden waterschappen daarbij eerder betrokken en krijgt de watertoets een dwingender karakter”, aldus de nieuwe coalitie.

Slimme, waterbewuste keuzes in ruimtelijke ordening

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Een Nederland waarin we schade door weersextremen weten te beperken begint bij een cultuuromslag, waarin we accepteren dat we land, water en bodem niet meer volledig naar onze hand kunnen zetten. We moeten Nederland niet op de oude manier vol bouwen, maar slimme en waterbewuste keuzes maken.”

“Daarnaast moeten we ingrijpende keuzes in het landelijk gebied niet langer vooruitschuiven. Met het dwingender maken van de watertoets onderstreept de nieuwe coalitie de urgentie hiervan. Met deze passage in het coalitieakkoord is de eerste stap in de goede richting gezet. Een logische vervolgstap is het aanscherpen van wet- en regelgeving door het Rijk om te borgen dat het niet alleen bij mooie woorden blijft.”

Waterkwaliteit slim combineren met stikstofaanpak

Ook is de Unie van Waterschappen positief over de ambitieuze stikstofaanpak die in het coalitieakkoord wordt gepresenteerd, waarbij een versnelling van het behalen van doelen en een transitiefonds tot 25 miljard euro worden aangekondigd.

Van der Sande: “We zijn blij in het coalitieakkoord te lezen dat de stikstofaanpak zich niet alleen richt op het verminderen van stikstofuitstoot, maar ook oog heeft voor samenhangende opgaven rond waterkwaliteit, klimaat en natuur en dat daar veel geld voor wordt uitgetrokken. Met de visie van een nieuw kabinet en de uitvoeringskracht en gebiedskennis van de waterschappen kunnen we het verschil maken in het verduurzamen van Nederland, het oplossen van het tekort aan woningen, het herstellen van de natuur, de transitie van de landbouw, het verbeteren van de waterkwaliteit én het verder voorkomen van schade en overlast door extreem weer.”

Dweilen met de kraan dicht

Daarnaast valt op dat in het coalitieakkoord veel nadere uitvoering in het behalen van de doelen uit Klimaatakkoord is terug te vinden. Daarbij worden ook de potentie van aquathermie en groen gas als hernieuwbare energiebronnen genoemd. Van der Sande: “Waar enerzijds aandacht is voor het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering, moeten we anderzijds vol inzetten op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen om verdere klimaatverandering te beperken. Het nieuwe kabinet laat zien hier bijzonder ambitieus in te zijn en dat moedigen wij aan.”

“Wij dweilen graag met de kraan dicht en nemen ook onze verantwoordelijkheid door met energiebesparing, duurzaam inkopen en het opwekken van duurzame energie toe te werken naar klimaatneutraliteit. Hierbij is aquathermie een aantrekkelijk alternatief voor aardgas en zijn de waterschappen potentieel grote leveranciers van groen gas. We hopen dat het nieuwe kabinet daarom ook financiële en juridische belemmeringen voor het optimaal benutten van deze potentie wegneemt.”

Evenwichtige bestuurlijke en financiële verhoudingen

Waterschappen benadrukken wel het belang van een goede samenwerking tussen het Rijk en de decentrale overheden om de grote maatschappelijke opgaven die in het coalitieakkoord centraal staan in samenhang aan te pakken. Om de enorme vraag naar woningen, de strijd tegen klimaatverandering en de transitie naar duurzame energie te realiseren, is het nodig deze slim te combineren met een gezamenlijke aanpak in de regio.

Gemeenten, provincies en waterschappen bundelen graag de krachten met het Rijk, maar stellen daarbij een aantal voorwaarden, zoals evenwichtige bestuurlijke verhoudingen. Het is belangrijk dat nieuw beleid en wetgeving eerst getoetst worden op uitvoerbaarheid. En dat er een evenwicht is tussen taken, bevoegdheden en financiële middelen voor alle bestuurslagen. Dit ontbreekt nog in het op 15 december gepresenteerde coalitieakkoord.

Het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar en vooruitkijken naar de toekomst’

Waterschappen reageren op stikstofplannen kabinet

13 juni 2022

Op 10 juni maakte het kabinet de plannen bekend om tot 50 procent stikstofreductie te komen. De Unie van Waterschappen ziet het belang van heldere doelen, maar ziet ook aandachtspunten.



De waterschappen pleiten voor meer aandacht voor water- en bodemkwaliteit en voor perspectief voor de landbouwsector. Zo kan deze sector de transitie naar de kringlooplandbouw maken en als belangrijke partner opgesteld staan voor de opgaves in het landelijke gebied.

Richtinggevende stikstofdoelen

Minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) en minister Staghouwer (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) hebben de Tweede Kamer laten weten per gebied richtinggevende stikstofdoelen en reductiepercentages te hebben vastgesteld. Die lopen op van 12 procent tot rond de 70 procent – evenredig op te brengen door alle sectoren – in gebieden dichtbij natuurgebieden en gebieden waar de water- en bodemkwaliteit sterk moet verbeteren.

Landelijk doel

In oktober volgen nadere richtinggevende doelen voor klimaat en natuur. Uiterlijk in juli 2023 is in elk gebied duidelijk wat het doel is en hoe dat gehaald wordt. Daar waar dat eerder duidelijk is, volgt een versnelde aanpak. Het ‘wat’ (de doelen) ligt bij het Rijk, het ‘hoe’ (invulling van de gebiedsplannen) bij de provincies en de betrokken regionale partijen. De waterschappen benadrukken in deze trajecten het belang van verbetering van de water- en bodemkwaliteit. Bij elkaar tellen deze regionale doelen op tot het landelijke doel: driekwart van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden op een gezond niveau in 2030. Het kabinet heeft voor de gehele aanpak 24,3 miljard euro beschikbaar gesteld bovenop bestaande middelen (7 miljard euro).

Water- en bodemkwaliteit

De Unie van Waterschappen vindt het goed dat de doelen nu helder op papier staan. Voor de waterschappen is het belangrijk dat door de aanpak snel werk gemaakt kan worden van het weer op gang brengen van de vergunningverlening. Het is immers belangrijk dat de projecten van de waterschappen door kunnen gaan. Daarnaast vragen de waterschappen voor de gestelde natuurdoelen ook aandacht voor water- en bodemkwaliteit.

Integrale aanpak

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “We signaleren dat de gestelde natuurdoelen vooral gaan over stikstof, terwijl voor natuurherstel, maar ook voor een klimaatbestendige landbouw, de kwaliteit van het water en de bodem essentieel zijn. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is dat de waterkwaliteitsdoelen uit de Kaderrichtlijn Water ook spelen buiten de directe omgeving van Natura 2000-gebieden. Er is daarom wel een brede blik en een integrale aanpak nodig.”

Perspectief voor landbouwsector

Voor de reductie van stikstofuitstoot speelt de agrarische sector een cruciale rol. De ministers pleiten er in hun een plannen voor dat agrarische ondernemers versneld de transitie doormaken naar kringlooplandbouw in 2030. Schoonman: “Het is voor de waterschappen van groot belang dat de landbouwsector, als belangrijke partner in het gebied, dusdanig perspectief krijgen dat ze bij kunnen dragen aan dit systeem. Wat de waterschappen betreft moet de focus van de gebiedsgerichte aanpak dan ook liggen op het gezamenlijk tot stand brengen van de benodigde maatregelen om de natuur te verbeteren, de waterbeschikbaarheid te vergroten en te zorgen dat de waterkwaliteitsdoelen gehaald worden.”