Beide moties werden ingediend tijdens het tweeminutendebat ‘Aantal ontwikkelingen op het gebied van soortenbeleid’ op 11 oktober.
Landelijke aanpak invasieve exoten
In de motie Van der Plas staat dat de bestrijding van invasieve exoten verplicht is gesteld door de Europese Unie. En dat de aanpak nu door het Rijk wordt uitgezet naar de provincies, wat wisselende uitkomsten geeft. Daarom is het verzoek om de bestrijding van invasieve exoten landelijk aan te gaan pakken.
Minister Van der Wal-Zeggelink voor Natuur en Stikstof gaf tijdens het debat aan dat de bestrijding van invasieve exoten formeel een taak van de provincies is. En dat de uitvoering van deze motie wel in nadrukkelijke samenspraak met de provincies moet worden gezien.
Wat vinden de waterschappen?
Een landelijke aanpak valt of staat met het beschikbaar stellen van voldoende middelen aan provincies of andere regionaal werkende partijen. Het Rijk heeft geen uitvoeringsorganisatie om een dergelijke taak uit te voeren. En met de aanpak van de rivierkreeftenproblematiek: inzet door beroepsvissers met als enige vergoeding de opbrengst, is laten zien dat deze beheermaatregel niet effectief is.
Overigens hoort bij een landelijke aanpak ook het aanspreken van buurlanden op de naleving van hun verplichtingen uit de invasieve exotenverordening. De waterschappen geven zo’n 3 miljoen euro per jaar uit om de instroom van muskus- en beverratten uit Duitsland weg te vangen langs de grens.
Aanpassing wetgeving Amerikaanse rivierkreeft
De motie Van Campen roept het kabinet op om de wet- en regelgeving rond de Amerikaanse rivierkreeft aan te passen. Zodat bevissing op verantwoorde wijze met fuik en kreeftenkorf, breder wordt toegestaan dan door alleen de beroepsvisserij. Bijvoorbeeld ook door sportvissers en agrariërs. Ook verzoekt de motie de regering om een ‘offensief invasieve exoten’ op te stellen. Zodat bedreiging van biodiversiteit, waterinfrastructuur en de waterkwaliteit wordt tegengaan.
De motie was eerder ontraden door de minister. Daarom verzoekt Kamerlid Van Campen het kabinet om een brief waarin staat hoe het kabinet van plan is invulling te geven aan de uitvoering van deze motie.
Wat vinden de waterschappen?
De waterschappen staan achter het idee om de wet- en regelgeving aan te passen zodat ook anderen dan beroepsvissers uitheemse rivierkreeften mogen bestrijden. Uitgangspunt hierbij zou moeten zijn er een vrijstelling komt voor de soorten op de Unielijst invasieve exoten. Daarnaast zouden de soorten van de Unielijst vrij bevisbaar/te vangen moeten zijn door specifieke partijen, waarbij toestemming van de visrechthebbende (de eigenaar) niet nodig zou hoeven zijn. Tenslotte zou de vrijstelling alleen moeten gelden voor bepaalde selectieve vangmiddelen (die alleen rivierkreeften vangen).
> Bekijk het Unie-standpunt over de Amerikaanse rivierkreeft
Wat betreft het laatste deel van de motie, willen de waterschappen betrokken worden bij het opstellen van het ‘offensief invasieve exoten’.