Motie aangenomen voor overzicht lozingen PFAS en zeer zorgwekkende stoffen

13 november 2024

Op dinsdag 12 november is een motie van Tweede Kamerlid Bamenga (D66) aangenomen die de regering vraagt om een volledig overzicht te maken van alle lozingen van PFAS en zeer zorgwekkende stoffen.

Een handhaver van het waterschap meet de waterkwaltiteit in de sloot

Op dinsdag 12 november is een motie van Tweede Kamerlid Bamenga (D66) aangenomen die de regering vraagt om een volledig overzicht te maken van alle lozingen van PFAS en zeer zorgwekkende stoffen.

Kaderrichtlijn Water in gevaar

Op dit moment is er geen goed overzicht van het gebruik en de emissies van zeer zorgwekkende stoffen en PFAS. In 2022 zou hier al een beeld van zijn, maar dat is er nog niet. “De lozingen van deze stoffen brengen de doelen van de Kaderrichtlijn Water in gevaar”, schrijft Bamenga in de motie.

> Bekijk de motie

Brandbrief aan minister

Ook de waterschappen maken zich zorgen om de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu. Ze stuurden daarom een brandbrief aan minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat, waarin ze pleiten voor een totaalverbod op PFAS. Ze roepen het Rijk op om meer actie te ondernemen op het PFAS-dossier.

> Bekijk de brandbrief van de waterschappen

Waterschappen sturen brandbrief aan minister Madlener: meer actie PFAS-aanpak

Op woensdag 13 november stuurde de Unie van Waterschappen namens de Nederlandse waterschappen een brandbrief aan minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat. De waterschappen roepen hierin op tot hardere aanpak van de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu, en pleiten voor een totaalverbod op PFAS. Ze doen concrete voorstellen en roepen het Rijk op meer actie te ondernemen in de PFAS-aanpak.

testflesje met water in laboratorium

Bronaanpak

“De enige manier om PFAS effectief aan te pakken is zoals bij alle vervuilingen: aan de bron”, benadrukt Sander Mager, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen. “De aanwezigheid van PFAS in ons water legt een zware druk op mens, water en natuur en daarmee ook op de waterschappen. We willen bijdragen aan de oplossing, maar zonder duidelijke regels en landelijke aanpak blijven we met lege handen staan. Alleen samen en met stevige regie vanuit het Rijk kunnen we de verspreiding van PFAS effectief tegengaan en onze waterkwaliteit beschermen.” Hij vervolgt: “Duidelijk is dat PFAS-kraan dicht moet.  Er is strengere regelgeving en toezicht nodig en bestaande vervuiling moet voortvarender worden aangepakt.”

Gezamenlijk actieplan

De waterschappen doen zoveel mogelijk binnen hun mogelijkheden. Zo voeren ze onderzoek uit naar de aanwezigheid en herkomst van PFAS in oppervlaktewater, werken ze aan goede vergunningverlening en gedegen toezicht en handhaving. Maar het is niet genoeg om het regionale oppervlaktewater voldoende te beschermen. De waterschappen hebben weinig handelingsperspectief doordat ze niet bevoegd zijn om PFAS bij de bron aan te pakken. Mager: “Daarom is vanuit het Rijk hardere actie nodig. Een bronaanpak vraagt om een integraal en gezamenlijk actieplan; een plan dat recht doet aan de belangen van de waterschappen – en daarmee aan mens en natuur.”

Concrete oproep aan het Rijk

De waterschappen roepen het Rijk in hun brief op om de PFAS-kraan dicht te draaien, te zorgen voor duidelijke wet- en regelgeving rond PFAS en om handelingsperspectief te bieden voor de aanpak van PFAS-verontreiniging. Ze vragen het Rijk ook om de keten van vergunning, toezicht en handhaving (VTH) te versterken, kennis en innovatie op het gebied van PFAS te stimuleren en een concreet actieplan op te stellen om PFAS-vervuiling een halt toe te roepen. Tot slot adviseren ze de minister om de lessen uit dit PFAS-dossier te benutten om dezelfde problematiek met andere persistente, mobiele en toxische stoffen te voorkomen.

Waterschappen in de knel

Waterschappen komen dagelijks met PFAS in aanraking: op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi), bij het werken aan schoon water in sloten en plassen, bij het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW), het baggeronderhoud en bij inspanningen voor een circulaire waterketen. Daarnaast krijgen waterschappen net als drinkwaterbedrijven regelmatig vragen van inwoners met zorgen over de effecten van PFAS in het water. “De aanpak van de PFAS-problematiek is complex en slaagt alleen wanneer alle betrokken partijen hier maximaal de schouders onder zetten”, schrijven de waterschappen. “Snel handelen is dus geboden en wel op meerdere gebieden.”

> Bekijk de brief
> Lees meer over PFAS

Tiende editie Waterpoort: waterkwaliteit en KRW

6 november 2024

Op maandagmiddag 4 november stond perscentrum Nieuwspoort in het teken van waterkwaliteit. Samen met Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland, organiseerde de Unie van Waterschappen de tiende editie van Waterpoort. Met dit keer als hoofdvraag: hoe gaan we de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) halen, met nog maar twee jaar tot de deadline?

Sander Mager in gesprek met moderator op Waterpoort, ernaast Pieter Litjens

Waterkwaliteit van levensbelang

“Nog steeds komen er veel te veel schadelijke stoffen in het Nederlandse oppervlaktewater terecht”, opent moderator Maarten Bouwhuis het debat. “Denk aan PFAS, medicijnresten, microplastics, gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Pas als die minder of helemaal niet meer in het water terechtkomen, kan de waterkwaliteit in Nederland echt verbeteren. Een hoge waterkwaliteit is van levensbelang.”

Gedeelde verantwoordelijkheid

De opgave wordt steeds moeilijker, duurder en ingewikkelder, zegt Vewin-voorzitter Pieter Litjens. “Wat we uit het water halen, is niet zomaar weg en komt alsnog in het ecosysteem terecht. Daarom hebben we een strenger stelsel van vergunning, toezicht en handhaving nodig voor lozingen.” Sander Mager, bestuurder van de Unie van Waterschappen is het daarmee eens. “Het moet niet gaan over die deadline, maar over het feit dat het water niet schoon genoeg is. En dat komt doordat water te weinig prioriteit heeft in Den Haag. Het mestbeleid, landbouwbeleid en beleid voor vergunningen, toezicht en handhaving zijn allemaal nog niet KRW-proof. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we ons richten op de vraag: hoe kan het wél?”

Tessa Rötscheid, promovenda aan de Universiteit Utrecht: “De KRW is een resultaatverplichting; een gedeelde verantwoordelijkheid van het Rijk, de provincies, gemeenten en de waterschappen. Maar je ziet dat er nog te veel naar elkaar gewezen wordt. De vraag is: wie moet het doen?” Ze benoemt ook het KRW-impulsprogramma, dat is opgezet om de doelen ook echt te halen.

Meer verplichtende maatregelen

Na de openingsinterviews gingen zes sprekers aan de hand van twee stellingen met elkaar in debat in een opstelling gebaseerd op het Britse Lagerhuis. De eerste: De KRW vraagt nu echt om meer verplichtende maatregelen in het mestbeleid en bestrijdingsmiddelenbeleid. Geert Gabriëls, waterwoordvoerder GroenLinks-PvdA in de Tweede Kamer, was het daarmee eens. “Gezond drinkwater is zo belangrijk. Daarom moeten we verplichtende maatregelen aangaan. Het handhaven van de wet is niet activistisch.”

BBB-Kamerlid Cor Pierik: “Het klopt dat er maatregelen nodig zijn, maar in de landbouwsector gebeurt al veel. Alleen door meer te meten, kun je weten of de vervuilende stoffen wel echt uit de landbouw komen, en of kunstmest dat oplost.” Jennifer Bloemberg, dagelijks bestuurder bij waterschap Amstel, Gooi en Vecht, reageerde: “Het landbouwbeleid is nog steeds niet KRW-proof en er worden nog steeds nieuwe stoffen goedgekeurd die in het water terechtkomen. Vanuit de Rijksoverheid is daarom een strenger toelatingsbeleid nodig.” Ook Tanja Klip, Eerste Kamerlid namens de VVD, zei dat er veel stappen nodig zijn om de KRW-doelen te halen en dat het terugbrengen van de mestproductie een belangrijke eerste stap is. “De wijziging van het meststoffenbeleid ligt nu in de Eerste Kamer.”

Economische belangen vóór KRW-doelen?

De tweede stelling luidde: Het is onwenselijk dat economische belangen vóór maatregelen gaan om de KRW-doelen te halen. Pierik (BBB) noemde dat het voor de voedselzekerheid essentieel is om te blijven investeren in de landbouw. “Gezondheid staat voor ons op één.” Gabriels (GroenLinks-PvdA) ziet dat hij en Pierik het erover eens zijn dat de economie en ecologie in balans moeten blijven, totdat er concrete voorstellen komen. Zo is het PFAS-verbod dat hijzelf voorstelde afgezwakt naar een onderzoek naar zo’n verbod. “We moeten op zoek naar nieuwe verdienmodellen voor boeren; investeren in een nieuwe economie.”

Algemeen directeur van Evides Waterbedrijf gaf het voorbeeld van grote industriebedrijven in Amerika, die daar niet lozen omdat dat daar leidt tot rechtszaken. “Als bedrijven moeten, dan kunnen ze wel innoveren, en ecologie en economie laten samengaan.” Anke van Houten, beleidsadviseur bij de Unie van Waterschappen, onderstreept dat punt. “De industrie is juist gebaat bij een kader: het geeft concrete handvatten voor wat er van ze wordt verwacht.”

Daadkracht en regie

“We hebben daadkracht en regie nodig, zodat we de doelen ook echt gaan uitvoeren”, reageerde Jennifer Bloemberg van Amstel, Gooi en Vecht samenvattend. “Nu kijken we nog te veel naar elkaar, en daar wordt de waterkwaliteit niet beter van.”. “Hopelijk komen er concrete maatregelen uit de KRW-tussenevaluatie, en een goed toetsingsbeleid, zodat er geen zeer vervuilende stoffen meer worden toegelaten.” Dat komt overeen met het bronbeleid van de Unie van Waterschappen: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit.

> Lees meer over de KRW

> En wat de waterschappen doen op het gebied van waterkwaliteit

Herziening richtlijn stedelijk afvalwater is definitief

5 november 2024

De herziening van de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater is op 5 november definitief geworden, na instemming in de Raad van de Europese Unie. De herziene richtlijn omvat een pakket aan maatregelen dat moet leiden tot een betere bescherming van de waterkwaliteit en de volksgezondheid in Nederland en Europa.

rioolwaterzuivering vanuit de lucht gefotografeerd

Zo komen er strengere kwaliteitseisen voor de inzameling en behandeling van huishoudelijk afvalwater in heel Europa. Dit betekent meer inspanningen voor gemeenten (riolering) en waterschappen (zuivering van rioolwater). De richtlijn zal de komende jaren door het Rijk in de nationale wetgeving moeten worden opgenomen. De waterschappen investeren volop om op tijd aan alle nieuwe eisen te voldoen.

Opgaven voor waterschappen

Sander Mager, bestuurslid Unie van Waterschappen: “De herziene richtlijn is goed nieuws voor schoon water. Hoewel de waterschappen al op veel rioolwaterzuiveringen (rwzi’s) voldoen aan de nieuwe Europese normen, bevat de richtlijn toch een aantal serieuze opgaven. De lozing van fosfaat en stikstof moet nu overal worden teruggebracht. Dit kan een extra uitdaging zijn voor een aantal rwzi’s waar geen ruimte aanwezig is voor uitbreiding. Belangrijker is dat er op de meeste rwzi’s een aanvullende zuivering van medicijnresten zal moeten worden gerealiseerd. Dit zal tot forse investeringen en extra zuiveringskosten leiden, maar uiteraard ook tot een schoner oppervlaktewater. Uiteindelijk is dat waar we het voor doen: schoon en gezond water voor bewoners, ondernemers, planten en dieren.”

Rol voor industrie

De Nederlandse waterschappen hebben de afgelopen jaren al veel geïnvesteerd in de technologie voor aanvullende zuivering van medicijnresten. Er is al een aantal full scale installaties in werking. Sander Mager: “Belangrijk is dat de richtlijn bepalingen bevat die de farmaceutische en cosmetische industrie verplicht om een groot deel van de kosten van deze extra zuiveringstrap te betalen: de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid. Dat sluit aan bij ons standpunt dat producenten van vervuilende stoffen een grotere verantwoordelijkheid moeten hebben bij het voorkomen van verontreiniging van het water.”

Duurzaamheidseisen

De richtlijn stelt ook dat het zuiveren van afvalwater volledig energieneutraal moet gaan worden, met ruimte om tot 35 procent in de behoefte te voorzien door inkoop van duurzame energie. Ook op dit front zijn de waterschappen al een heel eind op weg. Wel zal de verplichte zuivering van medicijnresten leiden tot een grote extra energiebehoefte. En dat is spannend met de huidige netcongestie. De richtlijn stelt een aantal aanvullende monitoringseisen, zoals voor broeikasgassen en microplastics. De richtlijn wil ook hergebruik van afvalwater stimuleren en opent de mogelijkheid voor de Europese Commissie om in de toekomst de terugwinning van fosfaat uit afvalwater verplicht te stellen.

Verbetering van de waterkwaliteit

De lozing van gezuiverd rioolwater moet ook voldoen aan andere Europese wetgeving zoals de Kaderrichtlijn Water, de drinkwaterrichtlijn en de zwemwaterrichtlijn. Voor de gemeenten bevat de richtlijn een verplichting om een strategisch rioleringsplan op te stellen. Dit kan helpen om vervuiling door riooloverstorten planmatig te verminderen. Omdat de richtlijn ook van toepassing is in landen in de stroomgebieden van Rijn, Maas, Schelde en Eems zal het water dat ons land binnenstroomt in kwaliteit verbeteren. Dit heeft een positieve invloed op de kwaliteit van drinkwaterbronnen en de ecologische toestand van het Nederlandse oppervlaktewater.

Sander Mager: “De Nederlandse waterschappen staan klaar om hun bijdrage te leveren aan een betere waterkwaliteit en het voorkomen van klimaatverandering. De nieuwe Europese richtlijn is daarbij een belangrijke stok achter de deur. De komende jaren zal dit tot een fors investeringsprogramma leiden, wat niet vanzelf zal gaan. Mogelijke hindernissen zijn de beperkte stikstofruimte, netcongestie en de krapte op de markt voor aanbestedingen en personeel. Maar met een goede onderlinge afstemming moet het gaan lukken.”

> Lees de volledige tekst van de richtlijn (in het Nederlands)

Motie visserijvrije zones voor beroepsvissers aangenomen

28 oktober 2024

Op dinsdag 22 oktober nam de Tweede Kamer een motie aan over visserijvrije zones voor beroepsvissers. De motie werd ingediend door Caroline van der Plas (BBB) tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).

vispassage-visserijvrije-zone-website-unie-van-waterschappen

Visserijvrije zones op maat 

In de motie vraagt Van der Plas de regering om rondom vismigratievoorzieningen geen visserijvrije zones in te stellen voor beroepsvissers. In plaats daarvan wil ze visserijvrije zones op maat maken, in samenspraak met de beroepsvissers. De maatwerkzones zouden dan zowel de trekvissen beschermen als recht doen aan de beroepsvisserij. Ze schrijft dat het instellen van een visserijvrije zone niet altijd ecologisch noodzakelijk is en dat er voor de sportvisserij in Nederland ook maatwerkafspraken zijn gemaakt in samenspraak met het ministerie. Als er geen overleg zou zijn, zou dat volgens haar het einde zou betekenen voor Nederlandse visserijbedrijven.  

Wat vinden de waterschappen? 

Al jaren pleiten waterschappen ervoor om visserijvrije zones in te stellen voor en na stuwen en sluizen waar een vismigratievoorziening is gebouwd. Op deze manier krijgen trekvissen de kans om barrières te passeren en te migreren naar bovenstrooms water of juist van het zoete water naar zee. Onderzoek toont aan dat er wel degelijk schade ontstaat aan trekvissen door fuiken te plaatsen bij vismigratievoorzieningen. In de motie wordt ten onrechte anders beweerd.

Voor de sportvissers zijn nog geen landelijke maatwerkzones afgesproken. Er is alleen een gezamenlijk voorstel gemaakt voor maatwerkzones in het regionale watersysteem van waterbeheerders en sportvisserij samen. Als deze maatwerkzones voor het regionale watersysteem er komen, zouden die ook gelden voor de beroepsvissers.

Visserijvrije zones in het hoofdwatersysteem vergroten de kans dat trekvissen ongeschonden Nederland in kunnen zwemmen. Hierbij worden ook de migratievoorzieningen, die waterschappen voor miljoenen euro’s hebben aangelegd, benut. Kleinere zones in het hoofdwatersysteem verkleinen die kans, waardoor ook investeringen van waterschappen minder zullen renderen.

> Lees hier het standpunt van de waterschappen over vismigratie

Tweede Kamer neemt vijf watergerelateerde moties aan

22 oktober 2024

Op dinsdag 15 oktober nam de Tweede Kamer vijf moties aan die betrekking hebben op het werk van de waterschappen. De moties gaan over PFAS-lozingen, de sturende rol van water en bodem, een analyse van maatregelen voor waterveiligheid, het actualiseren van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de rol van waterbeheerders bij VTH-taken (Vergunningverlening, toezicht en handhaving).

tweede-kamer-deur-funderingsproblematiek

PFAS-verbod versnellen

Een van de aangenomen moties komt van Kamerlid Gabriëls (GroenLinks-PvdA) en gaat over een verbod op PFAS-lozingen. Gabriëls wil dat dit verbod vóór de zomer wordt uitgewerkt, aangezien Nederlanders meer PFAS binnenkrijgen dan gezondheidskundig acceptabel is. Hij vindt namelijk dat de ernst van de gezondheidsrisico’s vraagt om bestuurlijke moed op korte termijn en dat een Europees verbod te lang duurt.

> Bekijk hier de motie

Wat vinden de waterschappen?

De Unie van Waterschappen is blij dat de minister de mogelijkheid van een nationaal PFAS-verbod gaat onderzoeken, vooruitlopend op het Europese voorstel. De waterschappen delen de frustratie over de aanhoudende aanwezigheid van PFAS in het milieu, en zien de schadelijke risico’s van PFAS voor de waterkwaliteit en volksgezondheid. Ze vinden het Nederlandse verbod dan ook een mooie eerste stap naar een Europees verbod: dat blijft het uiteindelijke doel, want water houdt zich niet aan grenzen. Samenwerken en druk uitoefenen blijft daarom essentieel voor een veilige en gezonde leefomgeving.

> Lees met over het standpunt van de waterschappen rond PFAS

Moties water en bodem sturend

Kamerleden De Groot (VVD), Grinwis (ChristenUnie) en Vedder (CDA) vragen de regering in hun motie om onder meer het ruimtelijk afwegingskader te toetsen op beperkingen en randvoorwaarden voor woningbouwplannen. Ze schrijven dat ‘rekening houden met water en bodem’ meer balans moet brengen in de ruimtelijke-ordeningsafweging, en dat dat nodig is om de grote woningnood aan te pakken.

> Bekijk hier de motie

Wat vinden de waterschappen?

De waterschappen benadrukken dat het alleen mogelijk is om in onze natte delta te bouwen als water en bodem sturend zijn in de bouwplannen. Alleen op plekken waar dijken komen en in uiterwaarden is bouwen niet mogelijk. Voor het overige gebied onderzoeken de waterschappen hoe we hier kunnen blijven wonen, werken en leven op een manier die past bij het water- en bodemsysteem.

Systeemanalyse waterveiligheid

De derde aangenomen motie komt van Kamerleden Grinwis (ChristenUnie) en De Groot (VVD). Ze vragen de regering om de impact van mogelijke maatregelen voor meer waterveiligheid te analyseren. En zo de projecten van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) beter uitvoerbaar te maken. De waterschappen benadrukken dat tot 2050 is het Hoogwaterbeschermingsprogramma de beste investering is op het gebied van waterveiligheid. Voor de lange termijn lopen onderzoeken naar hoe de waterschappen die bescherming kunnen bieden.

> Bekijk de motie

KRW-doelen

De laatste twee moties komen beide van Stoffer (SGP). In de ene motie vraagt hij de regering ervoor te zorgen dat de KRW-doelen niet pas in 2027, maar zo snel en zo veel mogelijk geactualiseerd worden. Dit zodat duidelijk is welke doelen daadwerkelijk gehaald moeten en kunnen worden.

> Bekijk de motie

Indirecte lozingen

De tweede aangenomen motie van Stoffer is medeondertekend door Gabriëls (GroenLinks-PvdA). Ze vragen de regering hierin om te zorgen voor een aangescherpte aanpak van indirecte lozingen van schadelijke stoffen op KRW-waterlichamen. Ze willen daarbij een sterkere rol voor de waterbeheerders, bijvoorbeeld door de VTH-taken deels bij hen neer te leggen. De Unie van Waterschappen is met VNG, IPO, Omgevingsdienst NL en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in overleg over een aangescherpte aanpak van de indirecte lozingen van schadelijke stoffen op KRW-waterlichamen.

> Bekijk de motie

Tweede Kamerlid Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA) bezoekt waterschap Aa en Maas

2 oktober 2024

Maandag 30 september bracht Tweede Kamerlid Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA) een werkbezoek aan het waterschap Aa en Maas. Kamerleden laten zich regelmatig door de 21 waterschappen informeren over waterbeheer in de praktijk. Gabriëls bezocht de Spuisluis Crèvecoeur en de rioolwaterzuivering (rwzi), beide in Den Bosch. Hij kreeg hier uitleg over de hoogwateraanpak en innovatieve zuiveringstechnieken.



Hoogwateraanpak omgeving Den Bosch

Bij de Spuisluis Crèvecoeur kreeg Gabriëls uitleg over de hoogwateraanpak van het waterschap voor Den Bosch en omgeving. Dit gebied is relatief laaggelegen, en er stroomt veel water naartoe vanuit rivieren in Nederland, Frankrijk en België. Bij hoogwater in de winter is het waterschap steeds moeilijker in staat om de toenemende hoeveelheid neerslag op te vangen.

De wateroverlast van 2021 in Limburg, kan dus ook in Brabant gebeuren. Gabriëls was toen zelf gedeputeerde in de provincie, en maakte van dichtbij de impact van de zware wateroverlast mee. Om Den Bosch en omgeving te beschermen tegen hoogwater, werkt het waterschap samen met gemeenten, provincie en Rijkswaterstaat.

Innovatie zuiveringstechnieken

Daarnaast bezocht het Kamerlid de rwzi in Den Bosch, waar hij een toelichting kreeg over innovatieve zuiveringstechnieken. Over dit onderwerp, en waterkwaliteit in het algemeen, stelt Gabriels regelmatig vragen in Kamerdebatten Recent pleitte hij ervoor om alles op alles te zetten om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te halen, om ook toekomstige generaties van schoon water te kunnen voorzien.

De waterschappen werken daar hard aan, maar kunnen dat niet alleen. Daarom zoeken zij de samenwerking met betrokken ministeries, provincies, gemeenten, drinkwaterbedrijven, kennisinstituten, de industrie, de landbouwsector en natuurbeheerders.

> Lees meer over de KRW

Waterkwaliteitsdoelen in gedrang door stikstofregels en gebrek aan emissieloos materieel

23 september 2024

Voor 40 procent van de projecten van waterschappen om de waterkwaliteit te verbeteren is er emissieloos materieel nodig voor een stikstofvergunning. Maar dit materieel is de komende jaren nog onvoldoende voorhanden. Dit blijkt uit onderzoek dat het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in opdracht van de Unie van Waterschappen heeft uitgevoerd.

Werkzaamheden beekherstel en waterberging met klein materieel.

Beschikbaarheid laadinfrastructuur

Naast materieel vormt ook de beschikbaarheid van laadinfrastructuur een belemmering om de projecten uit te voeren. De waterschappen staan voor grote opgaven op het gebied van de waterkwaliteit, onder meer om in 2027 te voldoen aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water. Met de stikstofregels zal een flink deel van de projecten om de waterkwaliteitsdoelen te halen niet tijdig te realiseren zijn.

280 waterschapsprojecten

Uit het rapport ‘Stikstofproblematiek bij de waterschappen; kansen om opgaven waterkwaliteit te realiseren’ blijkt dat de waterschappen voor de periode 2024-2027 circa 280 projecten in voorbereiding hebben, met een totale bouwsom van € 1,5 miljard. Bijna € 800 miljoen hiervan is nodig voor aanpassing, uitbreiding of nieuwbouw van rioolwaterzuiveringsinstallaties. Voor herstel van beken en de aanleg van natuurvriendelijke oevers is een investering van € 350 miljoen nodig. Bijna € 200 miljoen gaat naar aanpassing van gemalen, stuwen en vistrappen. De helft van de projecten start dit jaar nog.

Emissieloos materieel nodig

Of stikstofuitstoot tot problemen kan leiden hangt af van de afstand tot Natura 2000-gebieden en de totale uitstoot van het materieel tijdens de bouwfase. De waterschappen hebben van 200 projecten aangegeven welk materieel nodig is en wat de afstand tot N2000-gebieden is. Bij 180 projecten is middelgroot of groot bouwmaterieel nodig. Bij ongeveer 80 projecten (verantwoordelijk voor 40% van de bouwsom) is vanwege de nabijheid van N2000-gebieden en de inzet van (middel)groot materieel, grote stikstofproblematiek te verwachten en is dus de inzet van emissieloos materieel nodig. Intern en extern salderen zijn hierbij nauwelijks mogelijk.

Dreigend tekort groot materieel en laadinfrastructuur belangrijk risico

Het is de vraag of tijdig voldoende groot materieel beschikbaar komt voor inzet op de waterkwaliteitsprojecten. Een groot deel van deze projecten moet nog in 2024 worden aanbesteed. Daarbij is er ook voor waterveiligheidsprojecten veel emissieloos materieel nodig en ook opdrachtgevers als Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten willen steeds meer projecten emissieloos uitvoeren. Bij het emissieloos bouwen wordt er bij werkzaamheden veel materieel opgeladen. Dit zal zorgen voor een extra piekbehoefte aan elektriciteit. Vaak is er geen netaansluiting beschikbaar voor de aannemers door netcongestie. Als er niet genoeg laadmogelijkheden beschikbaar zijn, kunnen de projecten niet worden uitgevoerd. Dit belemmert de waterschappen in het uitvoeren van hun wettelijke taken.

Oplossingen

Een belangrijk vraagstuk blijft hoe om te gaan met de spanning tussen de voor de natuur zo belangrijke Kaderrichtlijn Water (KRW) en de stikstofregelgeving. Een oplossing die de waterschappen graag zien is het verlenen van een ontheffing voor deze tijdelijke uitstoot, als zij aantonen dat alternatieven niet voorhanden zijn. Daarnaast is afstemming van vraag en aanbod van emissieloos materieel met marktpartijen en andere opdrachtgevers van belang, bijvoorbeeld door waar mogelijk projecten te faseren. Het aanleggen van meer laadplekken voor zwaar materieel bij zonneparken of windmolens is nodig. De waterschappen blijven zich keihard inzetten voor schoner en gezonder water. Niet om de KRW-doelen simpelweg af te kunnen vinken, maar omdat de waterkwaliteit echt fors beter moet voor mens en natuur.

> Bekijk hier het eindrapport

> Bekijk hier de bijbehorende infographic

Regeerprogramma niet concreet over maatregelen voor water

13 september 2024

In het Regeerprogramma van het Kabinet Schoof staan weinig concrete plannen over de zorg voor veilige dijken, schoon water en het voorkomen van watertekort en wateroverlast. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Het werk van de waterschappen wordt steeds uitdagender en vraagt veel van ons, in de samenwerking met anderen. Het is goed dat er nu een Regeerprogramma ligt. Maar dit lijkt nog weinig duidelijkheid te geven over concrete plannen. Dat moet ons niet hinderen in de uitvoering. Wat nodig is, zijn maatregelen die het tempo erin houden, het draagvlak vergroten en de doelen aantoonbaar realiseren. Want de waterdoelen dulden geen uitstel.”

Voorblad Regeerprogramma Kabinet Schoof. Op de achtergrond de Hofvijver

Schoon water

Voor de waterschappen is het verbeteren van de waterkwaliteit, zoals onder andere vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water, één van de belangrijkste opgaven. Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit, maar kunnen het niet alleen. Rogier van der Sande: “Schoon water in rivieren, sloten en beken is belangrijk voor mens en natuur, de drinkwatervoorziening, de landbouw en de economie. De kwaliteit van het water is nog niet voldoende. In de plannen die nu gepresenteerd zijn, ontbreken concrete maatregelen om dit probleem op te lossen. Ook het mestbeleid heeft invloed op de waterkwaliteit, dus het is belangrijk dat het kabinet daarin keuzes maakt. Cruciaal daarbij is dat maatregelen rondom mest bijdragen aan schoon en gezond water.”

Nederland waterbestendig inrichten

Bij de inrichting van Nederland is aandacht voor water en bodem essentieel. Rogier van der Sande: “Het weer in Nederland wordt steeds extremer; periodes van droogte en wateroverlast wisselen elkaar in rap tempo af. Tegelijkertijd worden we geconfronteerd met zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling. Om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen zijn er ruimte, regels en regie nodig bij de ruimtelijke ordening en inrichting van ons land. Zodat we verstandig bouwen, en schade en overlast zoveel mogelijk voorkomen. Waterschappen kunnen hun kennis van het water- en bodemsysteem inzetten in regionale omgevingsprogramma’s zodat deze toekomstbestendig worden uitgewerkt.”

Veilige dijken

Ook de opgave om de dijken veilig te houden wordt groter. Rogier van der Sande: “Het is belangrijk snel een concreet besluit te nemen over extra financiering van dijkversterkingen binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma: de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de 21 waterschappen en het Rijk, die vraagt om solidariteit en doorzettingsvermogen van alle betrokken partijen. We moeten het samen dragen.”

Waterschappen zien zich gesteund door brede maatschappelijke watercoalitie

9 juli 2024

Op dinsdag 9 juli riep de Maatschappelijke Watercoalitie, een coalitie van organisaties die zich zorgen maken over de toekomst van ons water, het nieuwe kabinet op om schoon en voldoende water prioriteit te geven in het regeerprogramma. Om zo de economie, natuur en het drinkwater te beschermen. In een manifest omschrijven de organisaties tien acties waarmee kabinet, bedrijven en maatschappelijke organisaties kunnen bijdragen aan de gezamenlijke wateropgave. De Unie van Waterschappen onderschrijft de zorgen van de initiatiefnemers en ondersteunt de oproep om schoon en voldoende water tot topprioriteit te maken in het nieuwe regeerprogramma.

sloot in weiland

Actie geboden

“Schoon en voldoende water is in Nederland-waterland geen vanzelfsprekendheid meer”, zo waarschuwt de coalitie. “Klimaatverandering, toegenomen watergebruik en vervuiling bedreigen ons water en onze welvaart.”. De zekerheid van schoon water en droge voeten staat onder druk; de opgaven rond waterbeschikbaarheid en de waterkwaliteit zijn groot.  Actie is daarom geboden.

Waterschappen hebben de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit met zichtbare successen. Rioolwater wordt steeds beter en duurzamer gezuiverd. Daarin investeren de waterschappen ook de komende jaren miljarden. Daarnaast houden ze water steeds beter vast voor tijden waarin dat het hardst nodig is. We lopen hierbij alleen wel tegen de grenzen van onze mogelijkheden en bevoegdheden aan.

> Bekijk hier het manifest

Ruimte, regels en regie

De waterschappen vragen het kabinet om ruimte, regels en regie. Om water beter vast te houden en de waterkwaliteit in sloten en plassen te beschermen, hebben ze ook de andere overheden nodig. Waterschappen willen dat het kabinet het beleid van ‘water en bodem sturend’ voor zowel het stedelijk als het landelijk gebied voortzet.

Daarnaast pleiten de waterschappen al jarenlang voor een bronaanpak, vanuit de gedachte ‘wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit’. Ze roepen het nieuwe kabinet op om nu de verstandige besluiten te nemen waar we nu en in de toekomst profijt van hebben:

  • Zorg ervoor dat nieuwe woningen en bedrijfsterreinen voorbereid zijn op extreem weer;
  • Reserveer nu extra ruimte en geld om de Nederlandse dijken veilig te houden;
  • Maak gebruik van eenvoudige waterbeheermaatregelen om snel natuurherstel te realiseren en toekomstperspectief te bieden voor de landbouw – draai aan de Waterknop!
  • Pak watervervuiling bij de bron aan met strengere wet- en regelgeving.

Om het onderwerp water goed in het regeerprogramma te verankeren, brengen de waterschappen hun aandachtspunten onder de aandacht bij het nieuwe kabinet.

> Bekijk hier de inzet van de waterschappen voor het regeerprogramma