Waterpoort: het belang van water en bodem bij de woningbouwopgave

30 september 2022

Op 29 september vond de tweede editie van de Waterpoort plaats in Perscentrum Nieuwspoort. Samen met Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven, organiseerde de Unie van Waterschappen een paneldiscussie over het belang van water en bodem bij de woningbouwopgave.

Mensen in zaal kijken naar panelleden in het midden

Gespreksleider Elisabeth van den Hoogen opende de Poort met een kort interview met Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. Verhagen ging daarbij in op waarom bodem en water sturend veel betekent voor de bouwsector. “Veel maatschappelijke opgaven vragen om ruimte. Zoveel ruimte dat we eigenlijk bijna 2 keer het gebied van Nederland nodig hebben” legde Verhagen uit. Daarbij moet bij de inrichting van de ruimte veel meer dan ooit rekening gehouden worden met klimaatadaptatie. Je moet alleen nog wel onder NAP kunnen bouwen, vond Verhagen. Zolang maar goed nagedacht wordt over hoe daar gebouwd wordt.

Nationale sturing

Er staat nog een grote maatschappelijke opgave voor ons, concludeerde Verhagen. Bij deze opgave wil hij dan ook veel meer nationale sturing wat betreft waar te bouwen. Er is een nationale visie nodig hoe Nederland in 2040 eruitziet en wat dat betekent voor de ruimtelijke ordening. Verhagen vroeg daarbij nadrukkelijk om een nationale visie, omdat de totaliteit in het oog moet worden gehouden.

Laura Bromet, Tweede Kamerlid GroenLinks, gaf aan dat zij in de vorige bestuursperiode bij de toenmalige minister van Infrastructuur en Waterstaat om een visie heeft gevraagd. Toen werd dat niet nodig geacht, maar gelukkig kijkt men daar nu heel anders naar, zei Bromet.

Aanpassing Bouw- en Drinkwaterbesluit

Peter van de Velden, voorzitter van Vewin, gaf aan zowel het Bouw- als Drinkwaterbesluit te willen aanpassen. Veel innovatieve oplossingen zijn namelijk pas mogelijk als deze besluiten aangepast worden. Van der Velden kon hier rekenen op bijval vanuit Laura Bromet en Peter Glas, de Deltacommissaris. Desiree Uitzetter, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM), zag niet meteen de oplossing in de aanpassing van deze besluiten. Uitzetter verwacht de oplossing meer in het gebied zelf te vinden.

Spanning tussen tempo en klimaatbestendigheid

Duidelijk voor alle aanwezigen was dat er een spanning bestaat tussen het tempo van de woningbouwopgave en klimaatbestendigheid. Rogier van de Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, zei bang te zijn dat snelheid leidend wordt in de woningbouwopgave en pas wordt gekeken naar klimaatadaptief na 2030. Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid ChristenUnie, gaf aan juist nu goed te willen handelen, omdat de nood zo hoog is.

Volgende Waterpoort

De volgende Waterpoort is op maandag 7 november 2022. Deze gaat over toekomstbestendig (drink)waterbeheer.

‘Slappe bodem’ vraagt om ruimtelijke keuzes

10 oktober 2022

Op 6 oktober organiseerde platform Slappe Bodem het Nationaal congres bodemdaling op de Floriade in Almere. Dirk-Siert Schoonman, dijkgraaf van waterschap Drents Overijsselse Delta en bestuurslid van de Unie van Waterschappen, pleitte tijdens het congres voor een klimaatrobuuste inrichting van Nederland.



Ook Klazien Hartog, hoogheemraad van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, en Piet Boer, heemraad van waterschap Zuiderzeeland, waren het eens tijdens de paneldiscussie: het waterbodemsysteem moet sturend worden in ruimtelijke ontwikkelingen.

Goede zorg voor bodem en water

Waterschappen vinden het belangrijk dat bij herontwikkeling van een gebied ook rekening wordt gehouden met langetermijneffecten op bodemdaling, waterveiligheid, waterbeschikbaarheid en waterkwaliteit. Schoonman: “Het lukt lang niet altijd meer om technische oplossingen te vinden voor water- en bodemvraagstukken. Dat komt door klimaatverandering én doordat we ons land steeds intensiever gebruiken. Om te voorkomen dat we onszelf klem lopen, moet het belang van goede zorg voor water en bodem voorop staan.”

Waterbeschikbaarheid in beeld

“Grote maatschappelijke opgaven vragen immers ruimte”, aldus Schoonman. “En iedere vierkante meter in Nederland kan bijdragen aan klimaatrobuustheid. Dat is niet alleen een opgave voor de waterschappen. Als we de situatie in Nederland structureel willen verbeteren, moet er onder regie van het Rijk op elk vlak keuzes worden gemaakt. Met daarbij ruimte voor regionale en lokale uitwerking. Waterschappen moeten natuurlijk ook zelf aan de slag en lokaal waterbeschikbaarheid in beeld brengen met een waterbalans. Het vraagt van waterschappers dat ze naast het faciliteren van waterfuncties steeds vaker een taak hebben in het adviseren van de algemene democratie.”

> Meer over Platform Slappe Bodem

Netwerkdag Watercrisis viert 10 jaar samenwerking

7 oktober 2022

Water kent geen grenzen. En grenzen tussen organisaties vervagen tijden een crisis. Daarom is het voor de Nederlandse waterpartners belangrijk om de onderlinge relatie continue te onderhouden en te verbeteren. De jaarlijkse Netwerkdag Watercrises is hiervoor een uitgelezen mogelijkheid.



Tijdens dit netwerkevenement voor waterprofessionals uit de wereld van Nederlandse crisismanagement leren waterprofessionals elkaar en elkaars wereld nóg beter kennen. De Unie van Waterschappen organiseerde op 6 oktober samen met alle crisispartners de Netwerkdag 2022 bij het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN) in Lelystad.

10 jaar samenwerking

Water wordt steeds onvoorspelbaarder en grilliger. Het kan morgen opeens anders zijn. Door een overstroming, door een lange periode van droogte of een ramp waarbij het water vervuild raakt. Volgens de klimaatschadeschatter kan de schade door wateroverlast, hitte en droogte in bebouwd gebied oplopen tot € 174 miljard in 2050. De droogte 2018 veroorzaakte 1 tot 1,5 miljard schade. Het WMCN is hiervoor al 10 jaar hét centrum voor kennis en informatie over het Nederlandse watersysteem. KNMI, Waterschappen, Rijkswaterstaat en Defensie werken hier samen, ook in tijden van crisis. Hoe belangrijk dat is, bleek vorig jaar tijdens het hoogwater in Limburg. En tijdens droge tijden ook lokaal als je kijkt naar de impact van bijvoorbeeld onherstelbare natuurgebieden. De samenwerking binnen het WMCN verdiend blijvende aandacht voor uitwisseling van medewerkers en gegevens tussen waterbeheerders.

Vanzelfsprekend

Tijdens de netwerkdag stonden diverse sprekers op podium. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, stond namens de waterschappen stil bij het 10- jarig bestaan en gaf alle aanwezigen een groot compliment. “Met het Watermanagementcentrum Nederland brengen we kennis en informatie over het Nederlandse watersysteem samen en werken Nederlandse waterbeheerders al tien jaar in dit verband samen op regionaal en landelijk niveau. Ook in tijden van crisis. Mede dankzij alle waterexperts is waterveiligheid voor veel Nederlanders vanzelfsprekend. Hun werk blijft voor veel Nederlanders vaak onzichtbaar en dat is eigenlijk een groot compliment.”

Einde groeiseizoen, droogte nog niet voorbij

5 oktober 2022

Door de regen van de afgelopen weken loopt het neerslagtekort in Nederland terug. Verder is de watervraag flink afgenomen door het einde van het groeiseizoen van de landbouw. Ook nemen de waterkwaliteitsproblemen af door de dalende temperaturen.



Daarom hebben veel waterschappen de crisismaatregelen tegen droogte inmiddels afgeschaald. Zo zijn onder andere tijdelijke pompinstallaties ontmanteld. Echter zijn de grondwaterstanden in hoger gelegen gebieden van Nederland nog altijd laag. Daar zijn nog steeds onttrekkingsverboden voor het oppompen van grondwater en onttrekken van oppervlaktewater van kracht. Voor herstel van het grondwater is een langere periode van neerslag nodig.

De actuele droogtesituatie is te zien in de landelijke droogtemonitor

Crisissituatie voorbij

De waterschappen en Rijkswaterstaat hebben in de afgelopen maanden door het hele land maatregelen genomen om de wateraanvoer te verbeteren, om meer water vast te houden en om schade door droogte zoveel mogelijk te voorkomen. De organisatie van de waterverdeling is een samenwerking tussen Rijkswaterstaat, waterschappen, drinkwaterbedrijven, provincies en betrokken ministeries (LNV, EZK en IenW). Inmiddels is de acute crisissituatie afgeschaald en besloten dat het Managementteam Watertekorten (MTW) en de Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) niet meer bij elkaar hoeven te komen.

Blijvende aandacht voor verdroging

Vanwege klimaatverandering wordt het weer in Nederland steeds extremer en neemt de kans op droogte in het voorjaar en de zomer toe. De waterschappen voeren maatregelen uit om watertekorten, verzilting en verdroging tegen te gaan.

Plan voor betere samenwerking zoetwatervoorziening

10 maart 2022

Het programma Slim Watermanagement presenteerde deze week het parapluplan met verbetermaatregelen voor de komende 5 jaar. Hiermee maken Rijkswaterstaat en de waterschappen concreet hoe ze hun samenwerking op het gebied van de zoetwatervoorziening verder optimaliseren.

Foto van een peilschaal in het water

Vanwege zeespiegelstijging en toenemende droogte neemt de kans op een tekort aan zoet water in het voorjaar en de zomer toe. De waterschappen en Rijkswaterstaat voeren maatregelen uit om watertekorten, verzilting en verdroging in Nederland tegen te gaan. Om de samenwerking te optimaliseren is het programma Slim Watermanagement opgezet onder de vlag van het Deltaprogramma Zoetwater.

8,5 miljoen euro

Deze week heeft het programma Slim Watermanagement een plan van aanpak gepresenteerd voor de komende 5 jaar: het zogenaamde parapluplan. In dit plan staat hoe de 8,5 miljoen euro die hiervoor beschikbaar is het waterbeheer in de praktijk gaat verbeteren. Er wordt vooral veel ingezet op het verbeteren van de onderlinge informatievoorziening en de onderlinge communicatie. Ook zal veel aandacht uitgaan naar het uitwisselen van kennis en ervaring en mogelijke maatregelen rond grondwater.

Slim Watermanagement

Slim Watermanagement is gericht op het beter benutten van het huidige water(systeem) door de samenwerking in het operationele waterbeheer verder te versterken. Uitgangspunt is dat beheergrenzen in beginsel geen belemmering vormen voor het gezamenlijk operationeel waterbeheer. Het doel is om watertekorten en ook wateroverlast zo lang mogelijk uit te stellen dan wel te voorkomen, het regulier waterbeheer waar mogelijk energiezuinig(er) uit te voeren en de waterkwaliteit gunstig te beïnvloeden. Het moment waarop regulier waterbeheer overgaat in crisismanagement wordt daarmee verlegd.

5 ‘Waterschapsmoties’ in de Tweede Kamer

4 oktober 2022

In Tweede Kamer kwamen op 4 oktober een aantal moties voorbij die het werk van de waterschappen raken. Deze moties gingen onder meer over datacenters, het gebruik van ‘grijs water’ en over water en bodem sturend.



Water en energie voor datacenters

Kamerlid Hind Dekker-Abdulaziz (D66) diende een motie in over het stellen van voorwaarden aan het gebruik van water en energie door datacenters. Nederland is digitaal koploper en wil deze positie houden. Datacenters zijn daarvoor hard nodig. Maar gemeentes staan bij de bouw van datacenters voor grote uitdagingen voor wat betreft het gebruik van ruimte, energie en water. De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) gaat nu aan de slag met een handreiking voor grote bedrijfsvestigingen, waaronder datacenters.

Dekker vraagt de regering om in die handreiking voorwaarden te stellen aan het gebruik van water en energie voor datacenters. In die voorwaarden moet staan dat de waterkwaliteit wordt gewaarborgd en dat restwarmte kosteloos wordt teruggeleverd. Ook stelt ze als eis dat de kosten die hiervoor nodig zijn zoveel mogelijk voor rekening komen van de exploiterende bedrijven en niet van de burgers. Deze motie is aangenomen.

De Unie van Waterschappen vindt de handreiking en de voorwaarden relevant. Maar de waterschappen denken dat een handreiking voor zulke belangrijke voorwaarden niet voldoende is. Hiervoor zijn landelijke en decentrale kaders nodig en heldere wet- en regelgeving. Datacenters hebben immers ingrijpende gevolgen voor het water- en bodemsysteem. De waterbeheerders willen bij de bouw van datacenters dan ook vroegtijdig aan tafel zitten, zodat het belang van water en bodem vanaf het begin wordt meegewogen.

Toetsingskader datacenters

Queeny Rajkowski (VVD) sloot bij het onderwerp datacenters aan en diende een motie in over het toevoegen van criteria aan het huidige toetsingskader voor de bouw van datacenters. De minister van VRO heeft een juridisch toetsingskader gemaakt, maar heeft daarbij volgens het VVD-Kamerlid geen oog voor duurzaamheid, toegevoegde waarde en inpasbaarheid van datacenters. Rajkowski wil daarom extra criteria zoals het verplichte gebruik van restwarmte waar mogelijk en het niet koelen met drinkwater. De minister zegde al voor de stemming toe dat hij de motie overneemt.

De Unie staat achter deze motie. Datacenters hebben immers veel koelwater nodig en dat heeft grote effecten voor de watervoorziening. De droge zomers van de laatste jaren hebben laten zien dat de beschikbaarheid van (zoet)water onder druk staat. Een grote nieuwe watergebruiker is een knelpunt voor de waterverdeling. Bij het ontbreken van andere vormen van koelen dan koelen met koelwater is een grootschalig datacenter zeer ongeschikt. De Unie is voorstander van het verplichte gebruik van restwarmte en het niet koelen met drinkwater.

Gebruik grijs water

Eva van Esch (Partij voor de Dieren) en Laura Bromet (GroenLinks) dienden een motie in over hergebruik van water en het gebruik van grijs water, licht verontreinigd afvalwater. Volgens hen kan er in de gebouwde omgeving veel minder water gebruikt worden. Zij vragen de regering daarom om op korte termijn het hergebruik van water en/of gebruik van grijs water voor nieuwbouwwoningen tot norm te maken. De minister wilde de motie aanhouden, maar Van Esch en Bromet brachten hem toch in stemming. Deze motie is verworpen.

De waterschappen vinden het gebruik van grijs water een goed idee. Als we op een andere manier met het ons beschikbare water omgaan, hoeft Nederland geen watertekort te hebben. Als woningen op een waterbewuste manier worden gebouwd, kan dat het drinkwatertekort tegengaan.

Water en bodem sturend bij buitenstedelijk bouwen

Fahid Minhas (VVD) diende een motie in over buitenstedelijk bouwen. Omdat er een groot tekort is aan woningen, wil Minhas ook kijken naar bouwen buiten bestaande steden en dorpen. Dat hoeft wat hem betreft niet ten koste te gaan van hoogwaardige natuur. Hij vraagt de regering daarom om in samenspraak met provincies, gemeenten en waterschappen in het NOVEX-programma naast binnenstedelijk bouwen ook de focus te leggen op buitenstedelijk bouwen. Zo wordt de uitvoering van het ruimtelijke beleid versneld. Deze motie is aangenomen.

De waterschappen vinden dat water en bodem sturend moeten zijn bij het zoeken naar buitenstedelijke woningbouwlocaties. In de NOVEX is afgesproken om eerst te kijken naar locaties bínnen het bebouwde gebied. De Unie is het hiermee eens.

Normen voor bodembebouwing

Laura Bromet (GroenLinks) en Henk Nijboer (PvdA) dienden een motie in over normen voor bodembebouwing. Ze constateren dat grote delen van Nederland laaggelegen zijn. Een deel van deze gebieden is nodig voor toekomstige waterberging. De regering wil water en bodem sturend laten zijn in de ruimtelijke planvorming. Daarom vragen Bromet en Nijboer de regering om op korte termijn een heldere norm te stellen waar vanwege water- en bodembelangen geen bebouwing kan plaatsvinden.

Over deze motie is niet gestemd. Hij is aangehouden omdat minister Hugo de Jonge van VRO nog met een brief over dit onderwerp komt.

Ook waterschappen zien grenzen aan waterbeschikbaarheid

26 september 2022

Woningbouw, droogte, verzilting en bedrijven die steeds meer water verbruiken bedreigen de toegang tot drinkwater. Als Nederland niet snel maatregelen neemt, kan er in de toekomst niet overal drinkwater uit de kraan worden gegarandeerd.

Een bord waarop staat 'Waterwingebied' bij een beek in Deventer

Daarvoor waarschuwt de Vereniging van Waterbedrijven (Vewin) op 26 september in verschillende landelijke media. De Unie van Waterschappen onderstreept de conclusie van de drinkwaterbedrijven dat het watersysteem tegen grenzen aanloopt.

Toenemende watervraag

De drinkwaterbedrijven hebben te maken met een toenemende watervraag door bevolkingsgroei, economische groei en regionaal stedelijke uitbreiding. Daarom hebben alle drinkwaterbedrijven meer productiecapaciteit nodig, meldt de Vewin. Ook de waterschappen zien dat de beschikbaarheid van zoetwater onder druk staat.

Groeiende drinkwaterbehoefte

“Dat er water uit de kraan komt lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet”, zegt Peter van der Velden, voorzitter van Vewin. “Het drinkwater van morgen vraagt vandaag al om extra maatregelen. Natuurlijk zetten wij in op bewust en zuinig drinkwatergebruik. Maar ons land groeit de komende 20 jaar met zo’n 1,5 miljoen inwoners en misschien nog wel meer. Dat betekent dat we voorbereid moeten zijn op een verder groeiende drinkwaterbehoefte. Daarmee willen en mogen we geen enkel risico nemen. Het gaat om belangrijke keuzes, waardoor de watersector ook op langere termijn robuust kan blijven.”

Water vasthouden

Een boodschap die ook de Unie van Waterschappen onderschrijft. Door de toenemende watervraag en een veranderend klimaat staat niet alleen het drinkwater, maar het totale watersysteem van grond- en oppervlaktewater onder druk. Voor de waterschappen betekent dit dat ze samen met partners in de regio meer water vasthouden om de watervoorraad te vergroten. Aan de andere kant onderzoeken ze ook hoe ze het watergebruik kunnen verminderen door water te besparen en alternatieve bronnen te benutten.

Water en bodem voorop

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie: “Om te voorkomen dat we onszelf klem zetten, moet het belang van goede zorg voor water en bodem voorop staan bij het watergebruik in Nederland en de keuzes voor ruimtelijke ontwikkelingen. Overheden en watergebruikers moeten anders leren omgaan met water. Samen met ondernemers en consumenten moeten we water gaan besparen. Dat geldt voor drinkwater, maar ook in bredere zin voor al het gebruik van ons grond- en oppervlaktewater.”

Toekomstbestendige watervoorziening

Daarom werken waterschappen samen met Rijk, provincies en gemeentes aan landelijke kaders om water en bodem sturend te maken voor ruimtelijke ontwikkelingen en een toekomstbestendige watervoorziening. Ook werken waterschappen samen met drinkwaterbedrijven, de agrarische sector en de industrie aan efficiënte systemen voor de watervoorziening. Ook kijken ze bijvoorbeeld naar alternatieve teelten en gewassen die beter tegen droogte en verzilting kunnen. Van der Sande: “Ook moeten we de bodemstructuur verbeteren en zorgen voor de aanleg van waterbuffers om regenwater tijdelijk in op te slaan en zo het water langer vast te houden.”

Vijf voor twaalf

In 2021 hebben de Vewin en de Unie van Waterschappen samen een aanbod geformuleerd voor het nieuwe kabinet (‘Water Verbindt’). In dit aanbod riepen ze het kabinet op om een nieuwe kijk op watermanagement te hanteren. “Om ook voor toekomstige generaties leefbaarheid en een hoge levensstandaard veilig te stellen, is het dan ook vijf voor twaalf om belangrijke keuzes te maken”, was ook toen al de boodschap van de Unie van Waterschappen en Vewin. Daarnaast komt eind dit jaar een advies van de Studiegroep Grondwater met aanbevelingen voor het grondwaterbeheer en de droogte.

Geen landelijk watertekort meer, droogte nog niet voorbij

21 september 2022

Door de regen van de afgelopen dagen loopt het neerslagtekort in Nederland terug. Als gevolg daarvan zijn sommige droogtemaatregelen niet meer nodig, omdat de aanvoer van water vanuit de lucht en de rivieren toeneemt. Omdat er geen landelijk watertekort meer is, is de landelijke crisisorganisatie, het Managementteam Watertekorten, dan ook afgeschaald. De problemen rond verzilting en lage grondwaterstanden zijn echter nog niet opgelost. Waterbeheerders blijven de situatie dan ook nauwlettend in de gaten houden.



Vanwege de verzilting zijn nog altijd schutbeperkingen van kracht waar de scheepvaart hinder van ondervindt en de verzilting wordt op verschillende locaties in het land nog nauwlettend in de gaten gehouden, bijvoorbeeld bij het IJsselmeer, het Brielse Meer en het Noordzeekanaal.

Lage grondwaterstanden

De lage grondwaterstanden leiden tot problemen voor de uitgedroogde natuur. Aangezien de aanvulling van die grondwaterstanden niet snel gaat, zullen deze problemen – zeker in de hoger gelegen gebieden – langdurig aanhouden. Voor herstel van de natuur is dan ook een langere periode van neerslag nodig. Veel onttrekkingsverboden uit oppervlaktewater in het zuiden en oosten en ook nog enkele onttrekkingsverboden grondwater in het oosten blijven om die reden van kracht.

De waterschappen en Rijkswaterstaat hebben in de afgelopen maanden door het hele land veel maatregelen genomen om de wateraanvoer te verbeteren, om meer water vast te houden en om schade zoveel mogelijk te voorkomen. De organisatie van de waterverdeling is een samenwerking tussen Rijkswaterstaat, waterschappen, drinkwaterbedrijven, provincies en betrokken ministeries (LNV, EZK en IenW).

Afschaling droogtecrisis

Inmiddels zijn een aantal droogtemaatregelen al afgebouwd. Deze week worden weer nieuwe maatregelen opgeheven. Daarbij gaat het om onder meer het ontmantelen van tijdelijke pompinstallaties die nodig waren om extra water aan te voeren. Verder is de watervraag voor de landbouw vrijwel weggevallen door het einde van het groeiseizoen. Door dalende temperaturen nemen ook de waterkwaliteitsproblemen in ernst en hoeveelheid af.

Het KNMI verwacht dat het neerslagtekort de komende weken verder zal afnemen. Daarom is door het Managementteam Watertekorten (MTW) besloten af te schalen naar niveau 1 en niet meer bij elkaar te komen. Dat schrijft minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) vandaag aan de Tweede Kamer. De Landelijk Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) blijft wel actief om de situatie en de nog nodige maatregelen voor de waterverdeling te monitoren.

Britten leren van Nederland over bodemdaling

23 februari 2022

Op vrijdag 18 februari hebben de waterschappen een webinar georganiseerd voor Britse wetenschappers, beleidsmakers en belangenorganisaties over veenweideproblematiek. De waterschappen willen graag kennis en ervaring over het beperken van bodemdaling en het terugdringen van CO2-uitstoot in veenweidegebieden uitwisselen met andere landen.



In het webinar werd kennis uitgewisseld over strategie, beleid, onderzoek en praktijkvoorbeelden op het gebied van bodemdaling en broeikasgasreductie in veenweide. Er werden presentaties gegeven door Douwe Jonker van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (over het Nederlandse beleid rond veenweide) en Gilles Erkens van Deltares (over onderzoek naar bodemdaling). Namens de provincies nam Marlies Feringa de Britse collega’s mee in de veenweidestrategie van de provincies en Marjan Holtman van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden vertelde over dilemma’s in het waterbeheer en situatie in de praktijk.

Veenweideproblematiek

Kennis uitwisselen over veenweideproblematiek is belangrijk, omdat de problemen zich opstapelen en ingrijpen snel nodig is. Veel regio’s in Nederland hebben te maken met bodemdaling. Bodemdaling kan veel gevolgen hebben. Woningen, wegen en rioleringen kunnen verzakken, wat leidt tot schade en waterproblemen. Ook is er een verband tussen bodemdaling en een hogere CO2- uitstoot. De oxidatie van veen zorgt namelijk niet alleen voor bodemdaling, ook komt er veel broeikasgas (CO2, methaan en lachgas) vrij. Dit vormt een probleem, aangezien Nederland met het klimaatakkoord juist streeft naar reductie van broeikasgassen.

Terugdringen broeikasgassen

Daarbij heeft Nederland niet alleen met bodemdaling te maken, maar ook met zeespiegelstijging. Wanneer het land daalt ten opzichte van het zee- of rivierniveau, neemt het overstromingsrisico toe. De Britse collega’s staan voor dezelfde uitdagingen en willen met name snel aan de slag met het terugdringen van broeikasuitstoot door bodemdaling.

Voortzetten Europees netwerk van kennisuitwisseling

Tijdens de klimaattop in Glasgow heeft het Nederlandse kabinet een voorstel ondertekend om een Europees netwerk op te zetten waarin kennis, beleid en strategie wordt gedeeld. De webinar met de Britten is een goede eerste uitwerking van deze internationale samenwerking. De Unie van Waterschappen heeft de Britse delegatie uitgenodigd om later in het voorjaar naar Nederland voor een werkbezoek om de kennisuitwisseling voort te zetten en uit te diepen.

Adviescommissie brengt aanbevelingen voor droogte in Noord-Brabant uit

15 september 2022

Onder leiding van voormalig minister Melanie Maas Geesteranus heeft een onafhankelijke adviescommissie op 15 september het rapport ‘Zonder water, geen later’ gepubliceerd. In dit adviesrapport wordt ingegaan op mogelijke oplossingen voor de droogteproblematiek in Noord-Brabant.

Droogte in Brabant. Koeien liggen op geel gras in de weide. Strak blauwe lucht.

Uit het rapport van de commissie blijkt dat de effecten van verdroging in Noord-Brabant ernstig en structureel zijn. Ook andere delen van ons land hebben te kampen met verdroging. Als het beleid niet verandert, staat ons een steeds drogere en onzekerder toekomst te wachten. Het is hoog tijd dat we een stevigere koers gaan varen om de balans tussen (te) nat en (te) droog te herstellen. Zo worden we weerbaarder tegen de droogte en kunnen we de zoetwatervoorraad op peil te houden. Om dit aan te pakken is niet alleen betrokkenheid van alle Brabantse waterpartners nodig, maar ook van inwoners, Rijk en Europa. Dit blijkt uit het rapport dat de onafhankelijke Adviescommissie Droogte op 15 september heeft gepresenteerd.

Eerste indruk Brabantse waterschappen

De Brabantse waterschappen zijn blij met het intensieve werk en het uitgebreide advies van de Adviescommissie Droogte. Hun eerste indruk is dat het een gedegen en evenwichtig rapport is, waarin alle relevante aspecten zijn opgenomen.

Concrete adviezen

Kees Jan de Vet, dijkgraaf bij Brabantse Delta en voorzitter van de Noord-Brabantse Waterschapsbond: “We gaan het rapport zorgvuldig bestuderen en samen bespreken wat de impact is voor ons en onze samenwerkingen. Voor nu en in de komende decennia. Daarbij hebben we niet alleen oog voor onze eigen opgaven. We kijken ook hoe we vanuit onze expertise kunnen helpen bij de opgaven van anderen. Het is fijn dat de commissie concrete adviezen heeft geformuleerd. Die helpen ons om er nog meer de schouders onder te zetten en sneller door te pakken.”

Droogteregisseur

De adviescommissie stelt onder meer voor een droogteregisseur aan te stellen. Die zorgt voor snelheid en verbindingen tussen de diverse partijen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan waterschappen, provincies, gemeenten, drinkwaterbedrijven, agrariërs of industrie. De Brabantse waterschappen vinden het belangrijk dat al vanaf 1 januari 2023 een gezaghebbende droogteregisseur wordt aangesteld. Deze aanstelling wordt gedaan onder leiding van de provincie.

Grondwater en de waterschappen

In het rapport worden ook verschillende zaken genoemd rond het grondwaterbeheer in Noord-Brabant. De Unie van Waterschappen werkt met de 21 waterschappen aan een landelijke visie op grondwater. Daarin worden de bevindingen van de adviescommissie meegenomen.

Interbestuurlijke studiegroep

Daarnaast is er een landelijke interbestuurlijke studiegroep actief. Deze studiegroep geeft ook adviezen over het grondwaterbeheer in Nederland. De uitkomsten worden verwerkt in de grondwatervisie van de waterschappen. Naar verwachting wordt de grondwatervisie begin 2023 gepresenteerd. In deze visie komen de verschillende uitdagingen rond grondwater terug. Denk hierbij naast de droogte ook aan verontreiniging, bodemdaling en verzilting.

De adviescommissie Droogte

De onafhankelijke Adviescommissie Droogte in Noord-Brabant bestaat uit: Melanie Maas Geesteranus (CEO Porticus, voormalig Minister van Infrastructuur en Milieu), Annemieke Nijhof (directeur Deltares), Floris Alkemade (architect en voormalig Rijksbouwmeester), Pieter Tops (bestuurskundige en bijzonder hoogleraar Data Science en ondermijning JADS), Marijke Huysmans (hoofddocent grondwater Vrije Universiteit Brussel), Theo Koekkoek (ondernemer en commissaris bij o.a. VION, Efteling en Cosun).

Lees hier het volledige rapport.