Blauwe meet-up: grondwater hoger op de agenda

11 mei 2021

Hoe zien de waterschappen hun rol in de grondwaterdossiers? Wat zijn de wensen voor voorraadbeheer en hoe zit het met de samenwerking met andere overheden? Deze vragen stonden centraal in de Blauwe Meet-up Grondwater op 10 mei, georganiseerd door de Unie van Waterschappen.



Zo’n 140 deelnemers deden mee aan het online evenement. Dirk Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie, opende de bijeenkomst door te stellen dat de waterschappen over het grondwater gaan, maar zich daar niet altijd bewust van zijn. “De waterschappen moeten dus goed nadenken over hoe ze met grondwater omgaan. Maar we hopen dat ook de buitenwereld zich met het thema verbindt.”

Buitenwereld

Die ‘buitenwereld’ zit dan ook aan de debattafel: Liz van Duin, directeur bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat; Hans Kuipers, gedeputeerde van de provincie Drenthe; Jelle Hannema, directievoorzitter van waterbedrijf Vitens; Nelleke Hijmans van Natuurmonumenten en Peter van Dijck van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB). Zij voeren het gesprek onder leiding van Maarten Bouwhuis, bekend van o.a. BNR.

Spaartegoed

Van Duin noemt grondwater ‘ons spaartegoed’. “Het is een integraal probleem. En daarbij moeten we kijken naar de kwantiteit maar ook naar de kwaliteit ervan.” Zij ziet dat er al een verandering in Nederland gaande is: “Peil volgt functie kan niet meer. In de Nationale Omgevingsvisie NOVI hebben we afgesproken dat water en bodem leidend moeten zijn.”

Niet alles kan

Hans Kuipers wil geen discussie over wie nu over welk deel van het grondwater gaat. “We kunnen het alleen samen doen. En we moeten accepteren dat niet alles meer kan.” Ook het herstellen van de balans is daarbij belangrijk, vult Van Dijck aan: “Door meer water vast te houden, leggen de onttrekkingen minder druk op het beschikbare grondwater. Met technische systemen kom je daarbij een heel eind.” Waarop Hijmans waarschuwt: “Er is wel een keer een einde aan technische maatregelen.”

Bewustwording

Na dit gesprek vertellen bestuurders van 3 waterschappen hoe ze naar het gesprek hebben geluisterd. Schoonman, naast Uniebestuurder ook dijkgraaf van waterschap Drents Overijsselse Delta, vindt dat de kern van de problematiek bij bewustwording ligt. “Het is een bestuurlijke vraag, maar iedereen kan een steentje bijdragen.”

Ander sturingsmodel

Jeroen Haan, dijkgraaf van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden ziet als probleem dat er veel handen aan het stuur zitten. “We hebben nu te weinig sturing wanneer het te droog is. Daarom moeten we naar een ander sturingsmodel. En we moeten meer kijken naar de lange termijn: hoe richten we Nederland in?”

Vooruitkijken

De waterschappen kunnen dat: verder vooruitkijken. “Wij hebben de kennis van het watersysteem”, zegt Mado Ruys van waterschap De Dommel. Veel kan ook al gewoon nu. “Ons beleid is nu al om zoveel mogelijk water vast te houden en het te infiltreren in de bodem. Ook in bebouwde gebieden. En ook al zijn niet alle oplossingen nu al haalbaar, we moeten het wel agenderen.”

Breakoutsessies

In levendige ‘breakoutsessies’ praten de aanwezigen door over het thema aan de hand van een aantal vragen. Zo zegt iemand dat de waterschappen wel hun rol willen pakken, maar dat er nationale kaders van het Rijk nodig zijn en dat conflicterende regelgeving moet worden aangepast. Ook wordt genoemd dat de Omgevingswet hier wellicht kansen voor biedt.

Grondwatervisie

Schoonman is blij met al deze inbreng. “De Unie gebruikt die voor het opstellen van een visie op grondwater. Die is in het najaar klaar, en hopelijk kan de ledenvergadering er in december een akkoord op geven.”

Kijk het webinar hier terug

Waterschappen herkennen zich in boodschap PBL

9 april 2021

Op 8 april heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) het rapport ‘Grote opgaven in een beperkte ruimte’ uitgebracht. De conclusies uit het rapport liggen in lijn met de oproep van de Unie van Waterschappen aan een nieuw kabinet om water sturend te laten zijn voor de leefomgeving.



De leefomgeving staat onder grote druk, zegt het PBL. Er moeten veel nieuwe woningen worden bijgebouwd. Om de opwarming van de aarde te beperken, moeten er locaties worden gevonden voor windmolens en zonnepanelen. En door klimaatverandering, landbouw, woningbouw en bedrijvigheid staat de draagkracht van bodem, water en biodiversiteit onder grote druk. Het PBL roept het nieuwe kabinet op om niet alleen het nieuwe ruimtegebruik in te passen, maar tegelijkertijd de omgevingskwaliteit te verbeteren. Bodem en water zijn hiervoor de sleutel.

Ruimtelijke keuzes

Deze aanbevelingen liggen helemaal in lijn met de oproep van de Unie van Waterschappen en Vewin aan het nieuwe kabinet om water sturend te laten zijn voor de inrichting van de leefomgeving. Volgens het PBL zijn er op nationaal niveau richtinggevende ruimtelijke keuzes voor de lange termijn nodig. Het Planbureau dringt aan op meer verantwoordelijkheid van het Rijk bij de realisatie van resultaten. Ook vindt het PBL dat een nationale integrale verstedelijkingsstrategie nodig is. Die moet gebaseerd zijn op wonen, werken, de bijpassende infrastructuur en op energie, water en groen.

Dweilen met de kraan open

De Unie van Waterschappen steunt het advies van het PBL. De waterschappen dringen er daarbij op aan om bij grootschalige nieuwbouwprojecten een groot watertekort of een verpletterende hoosbui niet af te wachten, maar vooraf watervriendelijke en klimaatbestendige keuzes te maken. Niet dweilen met de kraan open, maar ook in economische zware en onzekere tijden blijven investeren in het verduurzamen van onze leefomgeving, anticiperend op klimaatverandering. De waterschappen vragen van het nieuwe kabinet dan ook nationale regie om de decentrale overheden hiervoor in positie te brengen.

Kansrijke maatregelen

“Dit advies van het Planbureau voor de Leefomgeving is een belangrijke bouwsteen voor uitwerkingen van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) voor het volgende kabinet”, zegt Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen. “Een belangrijk vraagstuk omdat het gaat om waterbewuste, toekomstbestendige keuzes. Die keuzes kosten misschien meer geld en vragen meer aandacht dan er nu voor is. Als we deze keuzes voor ons uit schuiven, zadelen we volgende generaties op met grote problemen. De zoekgebieden die het PBL aanreikt voor kansrijke maatregelen voor het verbeteren van de zoetwaterbeschikbaarheid zijn daarom interessant.”

Lokaal lage grondwaterstanden bij start droogteseizoen

31 maart 2021

Na drie droge zomers breekt er weer een nieuw droogteseizoen aan. Na een natte winter, waarin gemiddeld genomen de grondwaterstanden eind februari weer op peil waren gekomen, is het momenteel alweer een aantal weken droog. Daardoor zien we in het oosten en zuiden van het land grondwaterstanden lokaal wegzakken. Diverse waterschappen hebben de waterpeilen opgezet en nemen maatregelen om water vast te houden.



Op dit moment zijn de grondwaterstanden op de meeste plekken gemiddeld voor de tijd van het jaar. Op enkele locaties zijn ze echter laag tot zeer laag voor de tijd van het jaar, zoals bijvoorbeeld op de hoge zandgronden in Noord-Brabant. De komende twee weken wordt weinig neerslag verwacht, terwijl de verdamping toeneemt. Hierdoor zullen de grondwaterstanden naar verwachting verder dalen.

Uitgangspositie normaal
Door de natte winter is de aanvoer van de rivieren op niveau. Voor de landbouw is de uitgangssituatie normaal. Voor de natuur is de ontwikkeling van de grondwaterstanden de komende periode belangrijk, onder andere voor de weidevogels.

Dagelijks monitoren
Op 1 april start het officiële droogteseizoen. Dit betekent dat Rijkswaterstaat en de waterschappen dagelijks de droogtesituatie monitoren op eventuele problemen. Denk hierbij aan watertekorten en verslechtering van de waterkwaliteit. Van april tot oktober gebeurt dit intensiever omdat door het groeiseizoen en stijgende temperaturen een grotere kans op watertekorten aanwezig is.

Het volledige startbericht van de Landelijke Commissie Waterverdeling (LCW)

Provincies en waterschappen zetten ambitie neer voor beter grondwaterbeheer

30 maart 2021

2020 was het derde droge jaar op rij. Het aantal onttrekkingen uit grondwater steeg dat jaar zichtbaar. Op verzoek van de Tweede Kamer hebben het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen ‘Overzicht Grondwateronttrekkingen’ geschreven. Daarin wordt meer inzicht gegeven in het beheer van de grondwatervoorraad en de grondwateronttrekkingen.

grondwaterontrekkingen

Dit is één van de stappen die waterschappen en provincies nemen naar een klimaatrobuust watersysteem en als bijdrage aan de watertransitie ‘Water verbindt‘. De droogte van de afgelopen jaren hebben geleid tot meer grondwateronttrekkingen. Vooral voor beregening in de landbouw. De toename van de watervraag en droogte zetten het grondwatersysteem onder druk.

Handhaving en registratie

Grondwateronttrekkingen worden gereguleerd door provincies en waterschappen. Afhankelijk van het type onttrekking is de provincie of waterschap verantwoordelijk voor toezicht en handhaving. Provincies zien toe op grotere onttrekkingen. Denk hierbij aan grote industrie. Waterschappen zijn verantwoordelijk voor kleine onttrekkingen door agrariërs en particulieren. Voor veel kleine onttrekkingen is geen vergunnings- of meldingsplicht. Hierdoor zijn niet alle onttrekkingen geregistreerd.

Herijken grondwaterbeleid

Daarom verbeteren provincies en waterschappen komend jaar de registratie en metingen van grondwateronttrekkingen. Met de Basisregistratie ondergrond (BRO) worden waterschappen en provincies verplicht alle vergunde en meldingsplichtige onttrekkingen te registreren. Dit biedt de mogelijkheid de cumulatieve effecten van onttrekkingen te onderzoeken en waar nodig gebiedsgericht de watervraag te beperken of gerichter te accommoderen. Dit alles om ervoor te zorgen dat het grondwatersysteem duurzaam in balans blijft, zowel in tijd als ruimte.

Evenwicht

“Het grondwaterbeleid van de waterschappen is gericht op het in stand houden van de grondwatervoorraad, het beschermen van de grondwaterkwaliteit en het tegengaan van nadelige effecten door grondwateronttrekkingen”, zegt Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen. “Omdat we steeds vaker met langdurige droogte te maken hebben, loopt ons systeem tegen de grenzen aan. Daarom moeten we naar een situatie toe waarin grondwateronttrekkingen- en aanvullingen met elkaar in evenwicht zijn.”

Maatwerk

Bert Boerman, gedeputeerde in Overijssel, vult aan: “Altijd en overal voldoende water voor alle functies is niet meer vanzelfsprekend. Dit vraagt om een ruimtelijke inrichting die beter past bij het aanwezige watersysteem. Ruimtelijke keuzes zoals ontginning en het gebruik van beekdalen voor andere functies hebben een groot effect op het watersysteem. Droogte is naast een watervraagstuk ook een ruimtelijk en economisch vraagstuk. De oplossing ligt daarom bij ons allemaal: overheden, ondernemers en inwoners. Dat vraagt om gebiedsgericht maatwerk.”

Gebiedsgerichte aanpak

Waterschappen en provincies werken de komende jaren aan een gebiedsgerichte aanpak om watertekorten te voorkomen en de waterbeschikbaarheid te verbeteren. Provincies maken als gebiedsregisseur de keuzes die een klimaatrobuust watersysteem vraagt in het waterbeheer en de ruimtelijke inrichting. Gebiedsgericht worden ook combinaties gezocht met andere transities als kringlooplandbouw, stikstofaanpak, energietransitie en klimaatadaptief bouwen. Concrete voorbeelden zijn de aanleg van natuurlijke ‘klimaatbuffers’ en de opvang van regenwater. Meer hierover is te lezen in de samenwerkingsagenda ‘Water verbindt’ van drinkwaterbedrijven en waterschappen.

Onderzoek naar grondwaterbeheer waterschappen verschenen

26 maart 2021

De aandacht voor grondwater neemt toe, maar waterschappen benutten de mogelijkheden die ze hebben om het grondwaterbeheer te gebruiken bij het oplossen van watervraagstukken nog niet optimaal. Dat constateert Sterk Consulting in opdracht van Het Uitvoeringsprogramma van het Convenant Bodem en Ondergrond in samenspraak met de Unie van Waterschappen.



Grondwater speelt een belangrijke rol in grote maatschappelijke vraagstukken, zoals bodemdaling, droogte en verontreiniging. Sterk Consulting onderzocht hoe de waterschappen opereren op het terrein van het grondwaterbeheer. Speciale aandacht ging daarbij uit naar de Omgevingswet en het grondwaterkwaliteitsbeheer.

Grondwaterkwaliteitsbeheer

Sterk Consulting constateert dat de focus rond grondwater nu voornamelijk op kwantiteitsvraagstukken ligt, zoals droogte en bodemdaling. Maar ook in het grondwaterkwaliteitsbeheer liggen voor de waterschappen kansen.

Omgevingswet

Verder concludeert Sterk dat de Omgevingswet de samenwerking en afstemming op het terrein van grondwaterkwaliteit gaat beïnvloeden. Er is alleen nog veel onduidelijkheid over de manier waarop. De behoefte bestaat om enkele kennisvraagstukken rond grondwaterkwaliteit op te pakken. Over de vraag of de waterschappen hier meer regie op moeten pakken, zijn de meningen van de ondervraagde waterschappen echter verdeeld.

Nieuwe Grondwatervisie

De waterschappen zeggen graag een nieuwe nationale (basis)visie over grondwaterbeheer te willen. De Unie van Waterschappen is daarmee aan de slag gegaan en werkt aan een gezamenlijke waterschapsvisie op grondwaterbeheer. Dat gebeurt parallel aan de Interbestuurlijke Studiegroep Grondwater.

Vergroten van kennis

Sterk Consulting beveelt de Unie van Waterschappen en STOWA aan om meer bewustzijn te creëren voor het belang van grondwater in het algemeen en grondwaterkwaliteit in het bijzonder. Andere aanbevelingen zijn het ontwikkelen van kaders, investeren in kennisontwikkeling en meer samenwerken met provincies, gemeenten en drinkwaterbedrijven.