Waterschappen: ‘Integrale aanpak bodem en ondergrond is hard nodig’

2 september 2021

Voor een Commissiedebat Leefomgeving op 9 september hebben de waterschappen Kamerleden een aantal aandachtspunten meegegeven over gewasbeschermingsmiddelen en over bodem en ondergrond.

boerderij met weiland en sloot in vogelvluchtperspectief

Gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw

De kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland is nog onvoldoende om in 2027 de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen. Op de helft van de meetlocaties zitten nog te veel gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. De waterschappen maken zich daar zorgen over.

Daarnaast worden er nog steeds gewasbeschermingsmiddelen gebruikt op bijvoorbeeld sportvelden en golfbanen. Tussen 2015 en 2018 werden hiervoor middelen gebruikt die niet meer zijn toegestaan, blijkt uit informatie van het RIVM. Ook dat kan negatieve gevolgen hebben voor de waterkwaliteit.

De waterschappen willen graag weten wat de staatssecretaris aan deze overtredingen op sportvelden en golfbanen gaat doen. Ook zijn ze benieuwd of er na 2018 geen verboden middelen meer zijn gebruikt.

Bodem en ondergrond

Economisch onderzoeks- en adviesbureau Decisio beschrijft in een rapport een brede doelstelling over bodem en ondergrond. De minister lijkt alleen te kijken naar bodemverontreiniging, inclusief de nieuwe stoffen. De waterschappen willen daarom graag weten wat de staatssecretaris aan acties onderneemt op de overige onderwerpen die in het rapport van Decisio worden genoemd.

Integrale aanpak nodig

De waterschappen zien een sterke verbinding tussen de bodem en het watersysteem. Bij de aanpak van problemen als verontreinigingen of klimaatbestendigheid, zijn bodem- en waterbeleid onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voor de waterschappen is daarom een integrale kijk op bodem en water essentieel.

Het lijkt er echter op dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vooral actuele problemen oplost en niet werkt aan het voorkomen van toekomstige knelpunten. Maar de praktijk vraagt juist om integrale oplossingen.

Eva van Esch (Partij voor de Dieren) bezoekt pilot bodemdaling

15 juli 2021

Eva van Esch, waterwoordvoerder voor de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer, bracht op 15 juli een werkbezoek aan Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Ze bezocht de pilot bodemdaling bij het Veenweiden Innovatiecentrum in Zegveld. Ook ging het Kamerlid in gesprek over klimaatbestendig bouwen in de Utrechtse polder Rijnenburg.



Van Esch werd ontvangen door dijkgraaf Jeroen Haan en hoogheemraad Bert de Groot.

Bijzondere aandacht voor bodemdaling

De Partij voor de Dieren heeft bijzondere aandacht voor het dossier bodemdaling. Het veldbezoek toonde een systeem van onderwaterdrainage waarmee bodemdaling zoveel mogelijk wordt voorkomen. Ook is er overgeschakeld naar een lichter ras vee, dat beter geschikt is op veenweide.

Van Esch: “Het lijkt belangrijk om te kijken naar ouderwets boeren, meer samenwerken met de natuur en het weer. Er zijn nieuwe kwetsbaarheden gekomen die polderen naar een nieuw evenwicht noodzakelijk maken.”

Haan bracht naar voren dat er in tijden van waterschaarste een groot verdelingsvraagstuk speelt. Je kunt niet alle partijen bedienen als er schaarste is. “Ook bij bodemdaling geldt: lees het landschap. Kijk wat er al is, dan neem je de juiste besluiten.”

Bouwen in laaggelegen gebied

In de discussie over Rijnenburg stelde Van Esch de vraag of je wel moet bouwen in een laaggelegen gebied. Haan bracht naar voren dat bijvoorbeeld drijvende huizen of huizen op palen hier uitkomst kunnen bieden. Haan: “Waarom maken we van Rijnenburg niet een rolmodel van een klimaatbestendige wijk?”

Van Esch zou het kritische geluid van de waterschappen vaker willen horen: “Als men zo wil bouwen, dan gaan de waterschappen het niet oplossen.” Waterschappen hebben volgens het Kamerlid wel een belangrijke positie en veel kennis en kunde.

Kennismaken met nieuwe waterwoordvoerders

De waterschappen hebben verschillende werkbezoeken met de nieuwe waterwoordvoerders gepland om hen kennis te laten maken met de waterschappen. Om het bezoek goed aan te laten sluiten, is gekozen voor een werkbezoek aan het waterschap waar hun woonplaats onder valt. De waterschappen ontvangen de waterwoordvoerders graag om hen mee te nemen in de grote opgaven van de waterschappen, zoals toenemende weersextremen, het verbeteren van de waterkwaliteit en de uitvoering van de grootste dijkversterkingsopgave sinds de Deltawerken.

Lees meer over de lobby van de waterschappen

Wel of niet bouwen in het groen?

5 juli 2021

Op 5 juli heeft demissionair minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) antwoord gegeven op Kamervragen van Tweede Kamerlid Alexander Kops (PVV) over bouwen in het groen. De minister benadrukt dat er eerst binnen de stad wordt gebouwd en als laatste optie ook buiten de stad.



Het Kamerlid stelde deze Kamervragen naar aanleiding van het rapport van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) ‘Ruimtelijke ordening en bouwlocaties – De potentie van woningbouw in de groene omgeving’. In dit rapport staat dat er ruimte zou zijn voor een half miljoen woningen in het groen.

Grote gevolgen

In haar antwoord benadrukt de minister dat de woningbouwopgave zowel binnenstedelijk als buitenstedelijk wordt gerealiseerd. Ook bevestigt ze de lijn van de NOVI: eerst binnenstedelijk, dan aan de randen en als laatste optie buitenstedelijke locaties. In de afweging, die met decentrale overheden in verstedelijkingsstrategieën gemaakt wordt, wordt klimaat als aandachtspunt genoemd, naast mobiliteit, landschap en energie. De minister benadrukt dat buitenstedelijk bouwen grote gevolgen heeft voor infrastructurele werken en waterhuishouding.

Water meewegen in locatiekeuze

De Unie van Waterschappen steunt deze lijn. Onlangs waarschuwde Unievoorzitter Rogier van der Sande dat fouten van nu nog generaties lang zullen doorwerken. Daarom is het van belang om klimaatverandering en waterhuishouding goed mee te wegen in locatiekeuzes, maar ook in de inrichting van locaties en in bouwvoorschriften.

Bekijk de antwoorden van de minister

Droogtemonitor nu online beschikbaar

1 juli 2021

Vanaf 30 juni geeft de online droogtemonitor dagelijks actuele informatie over de droogtesituatie in Nederland. Op de website is onder meer informatie over het neerslagtekort, de waterstanden en de waterkwaliteit te vinden.



De droogtemonitor bevat de feitelijke actuele droogtesituatie die door de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) wordt samengesteld. Voorheen had de droogtemonitor een (twee-)wekelijks karakter tijdens droge perioden. Voortaan is de droogtemonitor permanent beschikbaar en wordt de informatie continu bijgehouden. Op deze manier kan iedereen op elk moment de meest actuele gegevens over droogte in Nederland terugvinden. Vanaf 30 juni is de droogtemonitor in online versie te raadplegen op de website: waterberichtgeving.rws.nl/droogtemonitor

Actuele droogtesituatie

Op de website brengt het LCW de actuele situatie van Nederland in beeld vanuit verschillende invalshoeken. De informatie in deze online omgeving komt tot stand in nauwe en intensieve samenwerking tussen de (Unie van) Waterschappen, Rijkswaterstaat, KNMI, LNV, IPO en Vewin.

Informatie over de waterbeschikbaarheid, het neerslagtekort, de aanvoer van de grote rivieren, (grond)waterstanden, waterkwaliteit en verzilting is op de website te vinden. Ook wordt in de online droogtemonitor melding gedaan van maatregelen door waterbeheerders en effecten voor gebruikers. Er is zowel landelijke als regionale informatie te vinden op de website.

Nieuw in de droogtemonitor

Nieuw in de droogtemonitor zijn een nieuwe neerslagindex van het KNMI: de zogenaamde standardized precipitation index – SPI. Deze geeft een helder ruimtelijk beeld van de neerslagsituatie van recente perioden. Voor de afvoer en waterstand bij Lobith zijn de 14-daagse modelverwachting en de 5-daagse Rijkswaterstaatsverwachting toegevoegd.

Met het online komen van de droogtemonitor wordt de actuele informatie over de droogtesituatie dagelijks voor iedereen beschikbaar gesteld. En het is niet meer nodig om te wachten op een update van de LCW om informatie te krijgen over de actuele situatie in Nederland. Ten tijde van dreigende watertekorten en grote wijzingen in de droogtesituatie van Nederland blijft het LCW wel updates via de mail versturen naar belanghebbende partijen.

Bekijk de online droogtemonitor

Waterschappen: ‘Bouw huizen op klimaatbestendige plekken’

18 juni 2021

De commissie Binnenlandse zaken van de Tweede Kamer praat op 24 juni over de woningbouwopgave. Waterschappen, gemeentes en provincies hebben hun zorgen in een gezamenlijke inbreng onder de aandacht van Kamerleden gebracht.



De waterschappen leggen bij de woningbouwopgave vooral de nadruk op de locaties van de te bouwen huizen. Huizen moeten op klimaatbestendige plekken gebouwd worden. Nederland is immers kwetsbaar voor overstromingen en weersextremen. Bouwen op verkeerde plekken leidt tot grote financiële schade.

Nieuwbouwwijken

Naast de locatiekeuze gaat het ook om de inrichting van de nieuwbouwwijken. Bij de inrichting moeten straten en gebouwen zo ontworpen en gebouwd worden dat water zoveel mogelijk buiten de deur wordt gehouden.

Waterschappen: versneld aanpassen aan weersextremen moet hoog op agenda nieuw kabinet

4 juni 2021

Tijdens het Commissiedebat Water op 9 juni in de Tweede Kamer staat klimaatadaptatie: het omgaan met weersextremen, op de agenda. De waterschappen hebben geleerd van de afgelopen 3 droge zomers. Ze zien dat ze tegen de grenzen van het huidige watersysteem aan lopen. De waterschappen vragen een nieuw kabinet dan ook versneld maatregelen door te voeren en structureel voor voldoende geld te zorgen voor de decentrale overheden.



Door het natte voorjaar lijkt het alsof de droogte dit jaar meevalt. De waterbeheerders zijn inderdaad blij met de regen die op veel plekken achterstanden in de grondwaterpeilen heeft aangevuld. Maar ze juichen niet te vroeg. De waterschappen zien lokaal nog altijd lage grondwaterstanden, bijvoorbeeld op de Veluwe, de Peel en in sommige delen van Brabant. Daarnaast leert de ervaring van de 3 afgelopen droge zomers dat waterstanden snel kunnen wegzakken bij langere periode van droogte en hitte.

Water vasthouden

Door de regen in het voorjaar en de gunstige wateraanvoer van de rivieren is de situatie wel positiever dan afgelopen jaren. Dat komt niet alleen door het weer. De waterbeheerders hebben ook hard gewerkt aan het beter en langer vasthouden van water. Zo hebben veel waterschappen de stuwen zo hoog mogelijk gehouden om zo een grondwaterbuffer aan te leggen. Door de waterstanden hoger te houden ‘duwen’ de waterschappen het water vanuit de watergang in de bodem naar het grondwater. Ook geeft een hogere waterstand ’tegendruk’ aan het grondwater. Zo kan regenwater dat in de bodem is doorgedrongen niet zo makkelijk naar de sloot wegstromen.

Zicht op grondwateronttrekkingen

Daarnaast hebben de waterschappen en provincies naar aanleiding van de afgelopen droge zomers aanvullend onderzoek gedaan naar de grondwateronttrekkingen. Daardoor is er nu een beter beeld van waar de knelpunten zitten en waar mogelijkheden zijn voor het verbeteren van bijvoorbeeld de handhaving op deze onttrekkingen.

Versneld aanpassen aan droogte en andere weersextremen

Om sneller en op grotere schaal schade door droogte en andere weersextremen tegen te gaan, moet een nieuw kabinet voor voldoende financiële middelen voor decentrale overheden zorgen. Dit kan het Rijk doen door:

  • de huidige Impulsregeling Klimaatadaptatie te verlengen,
  • de aanleg van klimaatbuffers te stimuleren,
  • een nationaal programma voor bodemdaling op te zetten en
  • het Deltafonds te laten meegroeien met opgaven waar de waterbeheerders voor staan.

Van het nieuwe kabinet vraagt de Unie van Waterschappen aandacht voor het beter vasthouden van water, tegengaan van verspilling en stimuleren van het hergebruik van water.

Waterschappen onderschrijven oproep voor nationaal programma bodemdaling

3 juni 2021

Het Platform Slappe Bodem heeft in een brief aan informateur Mariëtte Hamer gepleit voor een nationaal programma om de bodemdaling te beteugelen. De Unie van Waterschappen ondersteunt deze oproep.



De Unie van Waterschappen gaf eerder samen met de drinkwaterbedrijven en decentrale overheden al aan de informateur mee dat water en bodem een ordenende positie moeten hebben bij ruimtelijke keuzes om de problemen van de toekomst te voorkomen.

Schade door weersextremen beperken

Om schade door weersextremen te beperken is het nodig dat overheden water sturend laten zijn voor de ruimtelijke inrichting. Ook is structureel voldoende geld nodig om sneller en op grotere schaal schade tegen te gaan. De Unie van Waterschappen heeft in dit kader al eerder gevraagd voor een verlenging van de impulsregeling klimaatadaptatie, het stimuleren van de aanleg van klimaatbuffers en het opzetten van een nationaal programma voor bodemdaling.

Platform Slappe Bodem

Het Platform Slappe Bodem is de netwerksamenwerking van 22 gemeenten, 6 waterschappen en 2 provincies met als doel het onder controle krijgen van de bodemdalingsproblematiek als gevolg van slappe bodems. In de brief aan de informateur vraagt Hilde Niezen, wethouder in Gouda en voorzitter van het Platform Slappe Bodem, aan een nieuw kabinet om met randvoorwaarden te komen, zodat de decentrale overheden hun doelen op het gebied van bodemdaling kunnen halen. Zo pleit ook zij voor een nationaal plan met langetermijndoelen als aanvulling op de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en de verankering van bodemdaling in onder meer bouwnormen.

Bodem daalt sneller dan zeespiegel stijgt

In veel gebieden in Nederland zakt de bodem. In sommige gebieden daalt de bodem zelfs sneller dan de zeespiegel stijgt: gemiddeld 0,5 centimeter tot 2 centimeter per jaar. Een proces dat al vele honderden jaren plaatsvindt en daarmee meters daling heeft veroorzaakt. Maar de bodemdaling is nu echt urgent: de uitstoot van broeikasgassen in het landelijk gebied en oplopende schade aan gebouwen en infrastructuur in de dorpen en steden maken een nationale aanpak noodzakelijk.

Miljardenschade

De daling gaat langzaam, maar is onomkeerbaar. Lokaal zijn er al forse problemen. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) kunnen deze problemen de komende 30 à 40 jaar zo’n 22 miljard euro kosten. De waterschappen hebben belang bij het tegengaan van bodemdaling, omdat het gevaren voor de waterveiligheid, de waterkwaliteit en het watersysteem met zich meebrengt. De waterschappen zijn gebaat bij een gezamenlijke aanpak met provincies, gemeenten en inwoners en roepen daarom op het probleem serieus op de agenda te zetten.

Lees het pleidooi voor een nationaal programma bodemdaling

Staat van Ons Water 2020: waarde van water in beeld

27 mei 2021

In 2020 is er meer dan ooit aandacht geweest voor de waarde van rioolwater als graadmeter voor de Nederlandse gezondheid en voor water en bodem als ordenende principes. Dat zijn enkele van de conclusies in de rapportage de Staat van Ons Water 2020, die demissionair minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat op 19 mei aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.



De rapportage geeft inzicht in alle aspecten en kosten van het Nederlandse waterbeheer.

Roerig jaar

Rogier van der Sande, voorzitter Unie van Waterschappen: “De Staat van Ons Water 2020 laat zien wat we gezamenlijk als waterbeheerders bereikt hebben. Maar ook welke uitdagingen er nog voor ons liggen. Ik ben er trots op dat we in het roerige jaar 2020 onverminderd hebben gezorgd voor veilige dijken en schoon en voldoende water. En dat we een bijdrage hebben kunnen leveren aan het in beeld brengen van trends van het coronavirus via de ‘big brown data’ uit het rioolwater. Het is ook goed dat het uitgangspunt van water en bodem als ordenende principes in de ruimtelijke ordening steeds luider klinkt, zoals vastgelegd in de Nationale Omgevingsvisie. Dat is hard nodig nu droogte en piekbuien en de grote opgave rondom woningbouw de zorg voor goed waterbeheer steeds meer op de spits drijven.”

Uitdagingen

In de Staat van Ons Water komen diverse uitdagingen in het waterbeheer aan de orde. Zoals de gevolgen van de coronapandemie en de PFAS- en stikstofproblematiek. 2020 was het derde droge jaar op rij. Het voorjaar was zelfs het droogste ooit gemeten. De 3 opeenvolgende droge zomers laten zien dat in een deel van Nederland de beschikbaarheid van water niet voldoende is voor het gebruik van grond- en oppervlaktewater. Hierdoor komen het watersysteem en de watervoorraad onder druk te staan.

De hoeveelheid medicijnresten in oppervlaktewater is sterk toegenomen. Jaarlijks bereikt minstens 190 ton medicijnresten het oppervlaktewater. In 2020 heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 30 miljoen euro subsidie beschikbaar gesteld om samen met de waterschappen 13 rioolwaterzuiveringsinstallaties te voorzien van een vergaande zuiveringsstap voor het eind van 2023.

Successen

De waterschappen hebben bij de uitbraak van het coronavirus in 2020 in korte tijd een grote logistieke operatie op touw gezet, om bij te dragen aan het in beeld brengen van het coronavirus via rioolwatermetingen. De waterschappen en het RIVM onderzoeken nu door heel Nederland het rioolwater op deeltjes van het coronavirus. Zo wordt het rioolwater van alle ruim 17 miljoen mensen in Nederland onderzocht. Op termijn heeft het rioolwateronderzoek de potentie om ook op andere gebieden, zoals medicijn- en drugsgebruik, de gezondheid van Nederlanders in kaart te brengen.

2020 was ook het jaar van de succesvolle afronding van het Bestuursakkoord Water, waarmee de doelmatigheid van het waterbeheer is vergroot.

Wat is de Staat van Ons Water?

De Staat van Ons Water is een gezamenlijke jaarlijkse rapportage aan de Tweede Kamer over de ontwikkelingen in het waterbeleid. De rapportage is opgesteld door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Unie van Waterschappen, de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland (VEWIN), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Staat van Ons Water 2020

Rekenkamer: ruimtelijke maatregelen nodig tegen droogte

19 mei 2021

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het jaarverslag 2020 en de bedrijfsvoering van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en komt met een aantal aanbevelingen voor het droogtebeleid. De Unie van Waterschappen onderschrijft deze aanbevelingen, in het bijzonder de noodzaak van ruimtelijke maatregelen tegen droogte.



De Algemene Rekenkamer adviseert het Rijk om meer inzicht te krijgen in de ruimtelijke maatregelen tegen droogte, om zo waar nodig ondersteuning te bieden in de aanpak. Dit geldt voornamelijk voor de hoge zandgronden en stedelijke gebieden. Ook adviseert de Rekenkamer meer samenhang aan te brengen in de maatregelen voor het zoetwatersysteem en ruimtelijke adaptatie.

Noodzaak ruimtelijke keuzes

De Unie van Waterschappen onderschrijft de noodzaak voor ruimtelijke maatregelen. Naast de maatregelen die de waterschappen zelf al nemen om droogte aan te pakken, zoals het opzetten van peilen en langer vasthouden van water, zijn er ruimtelijke keuzes nodig om schade door weersextremen te beperken. Volgens de Unie van Waterschappen is het daarom nodig dat overheden water sturend laten zijn voor de ruimtelijke inrichting.

Ook kunnen de waterschappen ondersteuning vanuit het Rijk gebruiken bij de aanleg van klimaatbuffers en bij klimaatbestendig bouwen. Samen met de provincies en gemeenten heeft de Unie van Waterschappen dan ook opgeroepen tot een structurele financiële bijdrage van het Rijk voor de realisatie van dit soort maatregelen om tot een klimaat- en toekomstbestendig Nederland te komen.

Monitoren en ondersteuning versterken

In een reactie laat Cora van Nieuwenhuizen, demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat, weten zich verantwoordelijk te voelen voor de droogteaanpak en de noodzaak voor ruimtelijke keuzes en maatregelen te erkennen. Ze geeft aan het belang van een goede aansluiting van het Deltaprogramma Zoetwater en het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie te onderstrepen en hier al stappen in te hebben genomen. Ook zegt ze toe de voortgang van de droogteaanpak goed te willen monitoren en daarbij zal ze bezien hoe ze de ondersteunende rol vanuit het Rijk kan versterken.

Samenwerking decentrale overheden

De samenwerking tussen decentrale overheden in de werkregio’s van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie zegt de demissionair minister te willen stimuleren met als doel om tot een gedragen uitvoeringsprogramma te komen. Een belangrijke kanttekening bij het rapport is dat de Rekenkamer het Deltaprogramma toeschrijft aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, terwijl het Deltaprogramma een gezamenlijk programma van Rijk en decentrale overheden is.

Nieuwe rapporten over ruimtelijke ordening verschenen

18 mei 2021

Op 12 mei zijn 2 belangrijke rapporten over de toekomst van de ruimtelijke ordening verschenen: ‘Van Woorden naar daden’ en ‘Kiezen én delen’.



Het Interdepartementaal Beleidsonderzoek ‘Van Woorden naar Daden’ richt zich op de governance van de ruimtelijke ordening. Het tweede rapport, ‘Kiezen én delen’, is van de Studiegroep ruimtelijke inrichting landelijk gebied. Dit rapport gaat over de ruimtelijke keuzes die gemaakt moeten worden in het landelijk gebied.

Betere regie en afstemming

Terugkerende thema’s zijn de woningbouwopgave, klimaat en energie en de vitaliteit van het landelijk gebied. Beide rapporten signaleren dat er betere regie en afstemming nodig is om de ruimtelijke stapeling van opgaven te stroomlijnen. Het gaat daarin om keuzes en richtinggevende principes, op basis van de dragers van het gebied: bodem en water, natuur en biodiversiteit.

Water-bodemsysteem leidend

Beide rapporten bouwen voort op het PBL-rapport ‘Grote opgaven in een beperkte ruimte’, waarin de knelpunten van de ruimtelijke inrichting helder omschreven zijn. De rapporten laten zien dat de urgentie hoog is. En dat het water-bodemsysteem meer leidend moeten zijn in ruimtelijke keuzes.

Duurzaam Nederland

De Unie van waterschappen heeft dit leidend beginsel van het water eerder dit jaar met IPO, VNG en VEWIN onder de aandacht gebracht van de landelijke politiek. Hier ligt wat de waterschappen betreft een prioriteit voor doorontwikkeling naar een meer duurzaam Nederland.

Rapport ‘Van woorden naar daden – over de governance van de ruimtelijke ordening
Rapport ‘Kiezen én delen’