Effecten droogte nemen toe

19 juli 2022

Het is warm in Nederland en het hitteplan is van kracht. Ook de waterbeheerders in Nederland worden uitgedaagd door het warme en zonnige weer. Zo neemt de droogte steeds verder toe. Dat komt door het uitblijven van neerslag, de hoge temperaturen en de lage rivierafvoer.



En de droogte blijft aanhouden. De afvoer van de Rijn is erg laag en daalt de komende tijd verder. Ook de afvoer van de Maas is laag en zal verder dalen. Ondanks dat er enkele lokale buien worden verwacht, neemt het neerslagtekort de komende 2 weken verder toe, al is het minder snel dan in de afgelopen weken. De grondwaterstanden zijn lokaal laag, vooral in het oosten, zuiden en westen, en vertonen een dalende trend. Door het warme weer is de vraag naar drinkwater gestegen. Ook de landbouw en de natuur vragen om veel water.

Toenemende verzilting

De effecten van de droogte worden op steeds meer plekken merkbaar. In West-Nederland is er sprake van toenemende verzilting. Dat komt omdat er door de lage rivierafvoeren minder water beschikbaar is om het zeewater terug te dringen. Door de droogte en afnemende wateraanvoer wordt het in steeds meer gebieden moeilijker om waterpeilen op het gewenste niveau te houden. De watervoorraad in het IJsselmeer is nog wel goed op peil. De waterpeilen op de rivieren dalen. Dat leidt tot verminderde vaardieptes.

Waterkwaliteit achteruit

Door stijgende watertemperaturen neemt de problematiek met de waterkwaliteit in sommige gebieden toe. En dat heeft vissterfte, botulisme en blauwalg tot gevolg. In 9 waterschappen gelden dan ook op verschillende plaatsen negatieve zwemadviezen. Willen inwoners toch graag een verkoelende duik nemen, wordt aangeraden eerst de ZwemwaterApp te raadplegen. Daarin is te zien waar je nog veilig kunt zwemmen in schoon water.

Extra zoetwateraanvoer

De waterschappen en Rijkswaterstaat nemen extra maatregelen om water vast te houden, water te besparen en waar mogelijk de aanvoer te vergroten. De Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA) is opgestart om water aan te voeren naar West-Nederland. Er worden tijdelijke pompen geplaatst om de Twentekanalen van water te voorzien. Bij diverse sluizen gelden er schutbeperkingen voor de scheepvaart om water vast te houden en verzilting tegen te gaan. Ook wordt er extra informatie uitgegeven voor de scheepvaart, met name over de waterstanden op de Waal. Drinkwaterbedrijven roepen klanten op om in warme periodes bewust en zuinig om te gaan met drinkwater.

Beperken van problemen

Droogteproblemen komen de laatste jaren steeds vaker voor. De waterschappen nemen daarom het hele jaar door maatregelen om die problemen te beperken. Zo houden de waterschappen op de hoge zandgronden in de winter en het voorjaar hun waterpeilen hoog. Als de grondwaterstanden te laag zijn in het voorjaar, stellen ze beregeningsverboden in om de grondwatervoorraad te beschermen. Ook wordt water steeds meer vastgehouden. Bijvoorbeeld door beken die in de jaren ’70 zijn rechtgetrokken weer te laten meanderen zodat het water langer in een gebied blijft. Daarnaast werken veel waterschappen met subsidies en andere maatregelen om zuinig waterverbruik te stimuleren.

Grenzen

De extremen in het weer nemen alleen zo hard toe dat de grenzen worden bereikt van wat er in het watersysteem kan worden gedaan. Daardoor is het voorkomen van droogteschade niet altijd mogelijk.

Deltacommissaris: houd bij woningbouw rekening met het klimaat

7 december 2021

Bij de keuze voor nieuwe locaties voor woningbouw wordt nog nauwelijks rekening gehouden met het bodem- en watersysteem en de gevolgen van klimaatverandering, vooral die op de lange termijn. Dit concludeert deltacommissaris Peter Glas. In een advies geeft hij aan dat er meer ruimte moeten worden gereserveerd om de gevolgen van klimaatverandering voor het waterbeheer op te vangen.



Naar schatting 820.000 nieuwe woningen zijn voorzien in overstroombare gebieden, gebieden met een slappe ondergrond of gebieden met een natte bodem. Het zijn locaties die kwetsbaar zijn voor overstromingen, wateroverlast, bodemdaling, maar ook voor droogte en hitte. Deze kwetsbaarheid zal door de klimaatverandering toenemen. Daarbij krijgen we steeds meer te maken met extreem weer, pieken in de rivierafvoer en een stijgende zeespiegel.

Gevolgen klimaatverandering

Deltacommissaris Peter Glas schrijft dit in zijn tweede advies over woningbouw en klimaatadaptatie aan de ministeries van Binnenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat. In het advies constateert hij dat er bij de woningbouwopgave onvoldoende rekening wordt gehouden met de langetermijngevolgen van klimaatverandering en met de eisen die water en bodem stellen.

Kwetsbaar in de gebouwde omgeving

Glas: “We hebben snel nieuwe woningen nodig. Maar daarbij is het wel van belang dat we het in één keer goed doen. Dat we flexibiliteit inbouwen en volgende generaties niet klemzetten met problemen en schade. De overstromingen in Limburg hebben laten zien hoe kwetsbaar we zijn in de gebouwde omgeving. Ik roep daarom op om scherper te kijken naar waar we gaan bouwen en hoe we bouwen.”

Water sturend bij bouwplannen

De waterschappen benadrukken al langer dat water een leidende en sturende rol moet krijgen in bouwplannen om zo schade en overlast door weersextremen te beperken. Het is daarom belangrijk dat de waterschappen zo vroeg mogelijk worden betrokken bij de locatiekeuze voor nieuwbouwprojecten. En dat er in navolging van de adviezen van de deltacommissaris nationale kaders komen voor klimaatbestendig bouwen. Ook vragen de waterschappen om bij nieuwbouwlocaties ruimte vrij te houden voor waterbergingen om de toenemende neerslag op te vangen.

Ruimte voor water

In het advies, waarvoor Sweco, Defacto, Deltares en Ecorys gegevens hebben aangeleverd, roept de deltacommissaris Rijk en regio ook op om op voorhand ruimte te reserveren voor maatregelen die nodig zijn bij een toekomstige zeespiegelstijging van 2 meter op de Noordzee. Daarnaast moet er ruimte behouden blijven in de buitendijkse gebieden langs de grote wateren en rivieren. Die ruimte is nodig voor toekomstige versterkingen van de primaire waterkeringen, voor extra waterberging en voor een goede afvoer van het water.

Lange termijn

De Unie van Waterschappen onderschrijft het advies van de deltacommissaris. Het advies is een agenderend advies, dat in de praktijk op alle niveaus invulling verdient. Met de huidige woningbouwopgave worden nu ruimtelijke keuzes voor de komende 100 jaar gemaakt. Het is belangrijk om meer ruimte te reserveren om de gevolgen van klimaatverandering voor het waterbeheer op te vangen, afwenteling van kosten op het waterbeheer te voorkomen, en om de oplossingsrichtingen voor aanpassen aan een hoge zeespiegelstijging open te houden.

Kamervragen over rapport watercrisis in Limburg

21 januari 2022

Het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement COT heeft een rapport uitgebracht over de aanpak van de watercrisis door waterschap Limburg in juli 2021. De VVD heeft naar aanleiding van dit rapport Kamervragen gesteld.



Het rapport is geschreven in opdracht van waterschap Limburg. Het concludeert dat door de tomeloze inzet van eigen medewerkers, de hulp van andere organisaties en diverse burgerinitiatieven het waterschap veel heeft bereikt tijdens de watercrisis.

Crisisplan

Maar er ging ook het nodige niet goed. De crisis kwam net te vroeg. Er was vlak daarvoor een nieuw crisisplan vastgesteld. De medewerkers van het waterschap waren daar nog onvoldoende van op de hoogte.

Kamervragen

Kamerleden Fahid Minhas en Ingrid Michon-Derkzen (beiden VVD) hebben over dit rapport vragen gesteld aan de ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Justitie en Veiligheid. Zij vragen onder meer wat hun reactie is op de conclusies van het rapport. Ook willen ze weten of de aanbevelingen uit het rapport worden uitgevoerd en wat het tijdpad is.

Risico’s in andere gebieden

Daarnaast willen de Kamerleden graag weten of de ministers in overleg met de Unie van Waterschappen inzichtelijk gaan maken of er andere gebieden in Nederland risico lopen op extreme wateroverlast. En als dat het geval is, wat de ministers doen om in die gebieden overlast te voorkomen en schade te beperken.

Beleidstafel

Ook de beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater buigt zich over de vraag hoe we het beste kunnen omgaan met een periode van extreme neerslag, die waarschijnlijk steeds vaker gaat voorkomen. Deze beleidstafel is door de minister van Infrastructuur en Waterstaat ingesteld naar aanleiding van de watercrisis. De beleidstafel stuurt binnenkort de aanbevelingen naar de Tweede Kamer.

Vertegenwoordigers diverse overheden

Aan de beleidstafel doen bestuurlijke vertegenwoordigers van diverse overheden mee: waterschap Limburg, provincie Limburg, gemeente Valkenburg, veiligheidsregio Zuid-Limburg, het Rijk, de Deltacommissaris, de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Bericht website waterschap Limburg

Voorlopig geen neerslag, effecten droogte nemen toe

12 juli 2022

Het blijft de komende tijd droog in Nederland. Het neerslagtekort wordt groter en de effecten hiervan nemen toe. Om water vast te houden en de aanvoer te vergroten, hebben de waterschappen en Rijkswaterstaat verschillende maatregelen genomen.



Zo hebben waterschappen waar mogelijk waterpeilen verhoogd om water vast te houden en blijven geldende onttrekkingsverboden van kracht. Ook heeft Rijkswaterstaat besloten om het peil in het IJsselmeer te verhogen tot NAP -0,15 m. Op landelijke schaal is er nog geen sprake van watertekorten, dankzij de maatregelen die de waterschappen en Rijkswaterstaat eerder hebben genomen om een extra watervoorraad op te bouwen.

Maas en Rijn

De Maasafvoer is laag, maar nog voldoende voor de watervraag. De afvoer van de Rijn gaat dalen. Hierdoor is er minder water beschikbaar is om het zeewater in West-Nederland terug te dringen. Om verzilting te voorkomen, treffen de waterschappen en Rijkswaterstaat extra maatregelen. Zo wordt extra water aangevoerd uit de Nederrijn via het Amsterdam-Rijnkanaal. Ook wordt de inzet van de Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA) voorbereid. Hiermee wordt extra zoet water via gemalen, stuwen en watergangen naar West-Nederland geleid.

Blauwalg

Het oppervlaktewater in Nederland is over het algemeen van voldoende kwaliteit. Door de oplopende temperaturen en afnemende afvoeren is lokaal meer sprake van blauwalgen, soms met een negatief zwemadvies tot gevolg. De waterschappen geven een overzicht van veilige zwemplekken in de Zwemwater app of op www.zwemwater.nl.

Regionale verschillen

Het grondwater ligt lager dan normaal voor de tijd van het jaar. Regionaal zijn daarbij grote verschillen te zien in de grondwaterstanden. In het westen, zuiden en oosten van Nederland worden lokaal lage tot zeer lage grondwaterstanden waargenomen. Het vochtgehalte van de toplaag is laag, maar op veel locaties nog voldoende.

Effecten merkbaar

Met de komende droge en warme periode zal de behoefte aan beregening van landbouwgewassen groter worden. Lokaal, waar niet beregend kan worden, merkt de landbouw de gevolgen van de toenemende droogte. In natuurgebieden zijn grondwaterstanden lager dan gemiddeld en vallen bovenlopen van beken steeds meer droog. Voor de scheepvaart zijn op dit moment ook de effecten van lage waterstanden en afvoeren merkbaar. De verwachting is dat de effecten de komende week toenemen.

De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin.

Meer Rijksregie op de ruimtelijke ordening met de Nationale Omgevingsvisie Extra

6 juli 2022

Op 6 juli heeft het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) 2 programma’s gelanceerd: de Nationale Omgevingsvisie Extra (NOVEX) en Mooi Nederland. Het doel van de 2 programma’s is om te komen tot samenhang in de uitvoering van de nationale omgevingsvisie. De waterschappen zijn blij dat de minister hiermee de regie neemt op de ruimtelijke ordening. De Unie van Waterschappen heeft daar ook voor gepleit. Net als voor het sturend zijn van water en bodem. Ook dat principe komt in de programma’s terug.



De NOVEX kent twee hoofdpijlers: regie per provincie en gebiedsgerichte regie in NOVEX-gebieden. Het programma bevat onder meer spelregels voor samenwerking tussen overheden. Mooi Nederland geeft meer invulling aan de samenhang tussen opgaven. Dit programma moet borgen dat een mooi eindresultaat wordt bereikt. Dat doet het door belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde centraal te stellen bij de inrichting van ons land. Beide programma’s onderstrepen dat water en bodem sturend zijn in de ruimtelijke inrichting.

Programma NOVEX

Er komen veel opgaven op ons af. Denk aan klimaat, water, stikstof, woningbouw, natuur en biodiversiteit,. De druk op de ruimte is groot. Voor de opgaven zijn er aparte nationale programma’s, zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), woningbouw, de Regionale Energiestrategie (RES). Het programma NOVEX verbindt de ruim 20 nationale programma’s en geeft aan hoe het Rijk regie voert op de ruimte. Het Rijk wil dat doen op basis van een goede interbestuurlijke samenwerking. Dat moet leiden tot een gedeeld beeld van de opgaven, heldere voorwaarden en concrete uitvoeringsafspraken.

Rol provincies

In oktober legt het Rijk bij iedere provincie een ‘startpakket’ neer. Daarin kunnen de provincies de nationale doelen inpassen en combineren met de lokale doelen en ambities op het gebied van ruimte. Dat startpakket bevat de doelen, kaders, randvoorwaarden, spelregels en een planning. De provincies gaan hiermee aan de slag en maken een plan. Ook organiseren ze het proces om tot zo’n plan te komen. Daarbij betrekken ze regio’s, gemeentes, waterschappen, uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke partijen.

Ruimtelijk arrangement

In oktober 2023 moeten Rijk en provincies samen tot een ruimtelijk arrangement komen. Alle overheden dragen daaraan bij vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid. De minister van VRO coördineert en voert de ruimtelijke regie per provincie namens het Rijk.

NOVEX-gebieden

Daarnaast is het Rijk intensiever betrokken bij 16 NOVEX-gebieden. Dit zijn gebieden in het landelijk en stedelijk gebied waar meerdere urgente nationale (ruimtelijke) opgaven spelen. Rijk en regio werken hier nauwer samen aan een ontwikkelperspectief voor het gebied en een uitvoerings- en investeringsagenda. Zulke NOVEX-gebieden zijn onder meer De Peel, Arnhem/Nijmegen/Foodvalley, de regio Zwolle, Amsterdam Noordzeekanaalgebied, Het Groene Hart en Zuid-Limburg.

Programma Mooi Nederland

Het is belangrijk om de balans te bewaren tussen het slim omgaan met opgaven die ruimte vragen en de kwaliteit van onze leefomgeving. Daarom geeft het Programma Mooi Nederland handvatten om ruimtelijke kwaliteit mee te nemen in de opgaven. Het programma brengt de samenhang tussen opgaven in kaart en ontwikkelt toekomstperspectieven. Op gebiedsniveau worden handelingsperspectieven ontwikkeld met inrichtingsoplossingen voor ingewikkelde thema’s.

Water en bodem sturend

De programma’s NOVEX en Mooi Nederland moeten er samen voor zorgen dat er snel goede keuzes worden gemaakt, dat opgaven slim worden gecombineerd en dat onze ruimte eerlijk wordt verdeeld. Dat alles met oog voor de ruimtelijke kwaliteit. Beide programma’s benoemen daarbij dat water en bodem sturend zijn voor de ruimtelijke planvorming. De inrichting moet “worden afgestemd op de staat en kwaliteit van de ondergrond en de natuurlijke dynamiek van het water”.

Wat vinden de waterschappen?

De Unie van Waterschappen is blij dat de minister van VRO de regie wil pakken op ruimtelijke ordening. Ook is het mooi dat ‘water en bodem sturend’ in beide programma’s terugkomt. Het is belangrijk om daar nader invulling aan te geven. Daarnaast hebben de waterschappen waardering voor het feit dat in het programma Mooi Nederland expliciet aandacht is voor de kwaliteit van de verbouwing van Nederland in de komende jaren, zowel in landelijk als in stedelijk gebied. Het water- en bodemsysteem is daarvoor de basis.

Ruimte voor water

De waterschappen benadrukken dat het belangrijk is dat er bij verbouwing van Nederland ruimte is voor water: klimaatadaptatie, ruimte voor waterveiligheid, ruimte om wateroverlast en droogte te voorkomen. Water heeft de komende decennia ruimte nodig, vanwege zeespiegelstijging, grotere afvoer rivieren, piekbuien en droogte. Het is belangrijk (ver) vooruit te kijken en de langetermijnverwachtingen en -ontwikkelingen mee te nemen bij de inrichting van de ruimte bij de grote verbouwing van Nederland.

Meer informatie over de programma’s

Minister de Jonge in gesprek over bouwen in lager gelegen gebieden

Op 6 juli heeft minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een bezoek gebracht aan de Goudse wijk Westergouwe en het beoogde Vijfde Dorp in de laaggelegen Zuidplaspolder. Hij deed dat op uitnodiging van de Unie van Waterschappen. De minister ging het gesprek aan met het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en de gemeentes Gouda en Zuidplas over de vraag: kan bouwen in laag Nederland en wat is er nodig om dit verstandig te doen?



Nederland kent een nijpend tekort aan woningen. Minister De Jonge heeft daarom de ambitie om bijna een miljoen nieuwe woningen te hebben gebouwd in 2030. In ons land is er echter beperkte ruimte en veel gebieden voor woningbouw kennen uitdagingen. Naast de woningbouwcrisis heeft Nederland te maken met een stijgende zeespiegel en steeds meer extreem weer. Denk hierbij aan langere perioden van droogte en hevige hoosbuien. Het bouwen van nieuwe woningen moet volgens de waterschappen dan ook op een klimaatbestendige manier gebeuren.

Klimaatbestendig als nieuw normaal

Westergouwe is een nieuwe, laag gelegen woonwijk in de Zuidplaspolder bij Gouda waarvan de eerste fases al in 2016 zijn opgeleverd. Minister De Jonge kreeg daar presentaties over het veilig en klimaatbestendig inrichten van de wijk. De minister bezocht onder meer woningen die ook een waterkerende functie hebben. Bij het deel van de polder in de gemeente Zuidplas waar het Vijfde Dorp moet verschijnen, sprak hij met verschillende betrokkenen van het waterschap, de provincie en de gemeente over de ambitie om van het Vijfde Dorp een toekomstbestendig ‘Klimaatdorp’ te maken.

Water en bodem leidend

Toon van der Klugt, dijkgraaf van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard: “Bouwen in diepe polders is complex en daarom moet je ook vanuit duurzaamheid vooraf goed naar de locatie kijken. Bouwen kan alleen als dit volledig klimaatadaptief gebeurt. Water en bodem moeten dus leidend zijn in de plannen. De wijk Westergouwe laat zien dat bouwen onder strenge voorwaarden op moeilijke plekken in laag Nederland wel kan en tot iets heel moois leidt, maar dat dit heel veel vraagt.“

Investeren, niet repareren

Van der Klugt: “Voor het nieuw te bouwen Vijfde Dorp, waar met de gemeente naar water en bodem gekeken wordt, willen wij met de gemeente, provincie en ons waterschap dat het hoge ambitieniveau wordt waargemaakt. Het Vijfde Dorp moet, ook door commitment van het Rijk, hét klimaatdorp van Nederland worden. Een voorbeelddorp waar we laten zien hoe bouwen in lager gelegen gebieden van Nederland kan. Dit is geen eenvoudige opgave, maar wat ons betreft wel de enige optie. Wanneer we namelijk niet aan de voorkant nadenken over klimaatbestendige keuzes, creëren we een potentiële schadepost van miljarden euro’s. We moeten vooraf investeren en niet achteraf repareren.”

Nationale maatlat

Minister De Jonge werkt aan een nationale maatlat voor klimaatadapatief bouwen, op advies van de Unie van Waterschappen en deltacommissaris Peter Glas. Naar schatting 820.000 woningen van de circa 1 miljoen woningen die tot 2030 gebouwd moeten worden, staan gepland in risicovol gebied als je kijkt naar het waterbeheer. Tot nu toe wordt bij locatiekeuzes voor woningbouw nog nauwelijks rekening gehouden met het bodem- en watersysteem en de gevolgen van klimaatverandering op de lange termijn.

Dit was 2021 voor de waterschappen

30 december 2021

2021 is alweer bijna voorbij. Daarom blikken we terug op het afgelopen jaar. Welke onderwerpen waren in 2021 belangrijk voor de waterschappen?

terugblik-2023-vuurwerk

Watercrisis Limburg

Op 13 juli maakten de waterschappen zich al wel een beetje zorgen. Er zou voor het eerst deze eeuw hoogwater in de zomer zijn. Code geel werd genoemd. Maar dat het een watercrisis zou worden, dat konden we die dag nog niet vermoeden. Enkele dagen later was het alle hens aan dek, vooral in Zuid-Limburg. Waterschappen uit heel Nederland ondersteunden waterschap Limburg met materieel en menskracht. Het kabinet verklaarde de overstromingen ‘in formele zin’ tot ramp. Toen de ergste crisis achter de rug was, blikte dijkgraaf Patrick van der Broeck in tijdschrift Het Waterschap terug op alle gebeurtenissen.

Water sturend voor de ruimte

In maart waren er Tweede Kamerverkiezingen. De waterschappen pleitten in aanloop naar die verkiezingen voor water als sturend principe bij de inrichting van de leefomgeving. Bijvoorbeeld in het verkiezingsdebat dat de Unie van Waterschappen samen met IPO en VNG organiseerde. Ook tijdens ‘de langste formatie ooit’ bleven de waterschappen aandacht vragen voor dit onderwerp. En met succes. In het coalitieakkoord laat het nieuwe kabinet zien rekening te houden met klimaatverandering door water en bodem sturend te laten zijn in de ruimtelijke inrichting van Nederland.

Opnieuw een coronajaar

Dat het opnieuw een coronajaar zou worden, hadden we een jaar geleden niet kunnen vermoeden. De waterschappen leverden in 2020 al een bijdrage aan de crisis door rioolwateronderzoek naar het coronavirus te doen. Dit jaar werd de bestuursovereenkomst voor langjarig rioolwateronderzoek gesloten. Een reden voor demissionair minister Hugo de Jonge om de rioolwaterzuivering in Leiden te bezoeken. Corona betekende ook dat de Unie weer veel bijeenkomsten en evenementen digitaal moest organiseren. Zoals het Waterinnovatiefestival. Tijdens dit festival werden de waterinnovatieprijzen uitgereikt. Het rioolwateronderzoek, ook wel als voorbeeld van Big Brown Data genoemd, won 1 van de prijzen.

Op weg naar gezonder en schoner water

Waterschappen werken aan gezond en schoon water. Zo is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Dit heeft nog niet overal effect. Op veel plaatsen staat de waterkwaliteit onder druk. Ook de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu is zorgwekkend. Daarom pleit de Unie voor een Europees totaalverbod op PFAS. Het is hoopvol dat dit standpunt ook weerklinkt in Den Haag. De waterschappen vroegen de Tweede Kamer ook met klem: laat het waterkwaliteitsdossier geen tweede stikstofdossier worden. Het is een zorg dat de doelen uit de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in landbouwgebieden niet worden gehaald. Positief is dat het nieuwe coalitieakkoord voorstelt dat de stikstofaanpak zich niet alleen richt op het verminderen van stikstofuitstoot, maar ook oog heeft voor waterkwaliteit, klimaat en natuur.

Klaar voor de toekomst

De waterschappen zijn toekomstgericht bezig met onder meer energie en klimaat. Dat blijkt wel uit het feit dat ze al voor 43 procent zelfvoorzienend zijn door eigen duurzame energieproductie. Dat staat in de Klimaatmonitor Waterschappen. Ook digitalisering is een belangrijk thema: digitalisering biedt veel slimme oplossingen voor waterbeheer. De waterschappen vinden daarom dat we als 1 overheid met dit onderwerp aan de slag moeten. De toekomst kwam ook aan bod tijdens het online Waterinnovatiefestival dat als thema ‘Het Waterschap van de toekomst’ had. Futurist Tessa Cramer praatte iedereen bij over dit onderwerp.

Wat brengt 2022?

In ieder geval een nieuw kabinet dat het coalitieakkoord verder gaat uitwerken. En de Omgevingswet komt eraan: de geplande ingangsdatum is 1 juli 2022. Ook gaan de gesprekken over de geborgde zetels volgend jaar verder. Tot slot is 2022 ook de opmaat naar de waterschapsverkiezingen in 2023. De waterschappen bereiden zich daar komend jaar al op voor. Kortom: het wordt weer een mooi jaar!

Waterschappen positief over klimaatbestendige keuzes in coalitieakkoord

15 december 2021

Het nieuwe kabinet laat met het coalitieakkoord zien in de ruimtelijke inrichting van Nederland rekening te houden met klimaatverandering door water en bodem sturend te laten zijn. De Unie van Waterschappen is blij dat het nieuwe kabinet hiermee een klimaatbestendige en waterbewuste weg inslaat. Ook de ambitieuze plannen voor de stikstofaanpak en de uitvoering van het Klimaatakkoord worden door de waterschappen aangemoedigd.



Uit het coalitieakkoord blijkt dat het nieuwe kabinet wil werken aan vernieuwde deltabeslissingen voor een waterveilig land met voldoende zoet water en een toekomstbestendige inrichting. “Water en bodem worden sturend bij ruimtelijke planvorming. Om die reden worden waterschappen daarbij eerder betrokken en krijgt de watertoets een dwingender karakter”, aldus de nieuwe coalitie.

Slimme, waterbewuste keuzes in ruimtelijke ordening

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Een Nederland waarin we schade door weersextremen weten te beperken begint bij een cultuuromslag, waarin we accepteren dat we land, water en bodem niet meer volledig naar onze hand kunnen zetten. We moeten Nederland niet op de oude manier vol bouwen, maar slimme en waterbewuste keuzes maken.”

“Daarnaast moeten we ingrijpende keuzes in het landelijk gebied niet langer vooruitschuiven. Met het dwingender maken van de watertoets onderstreept de nieuwe coalitie de urgentie hiervan. Met deze passage in het coalitieakkoord is de eerste stap in de goede richting gezet. Een logische vervolgstap is het aanscherpen van wet- en regelgeving door het Rijk om te borgen dat het niet alleen bij mooie woorden blijft.”

Waterkwaliteit slim combineren met stikstofaanpak

Ook is de Unie van Waterschappen positief over de ambitieuze stikstofaanpak die in het coalitieakkoord wordt gepresenteerd, waarbij een versnelling van het behalen van doelen en een transitiefonds tot 25 miljard euro worden aangekondigd.

Van der Sande: “We zijn blij in het coalitieakkoord te lezen dat de stikstofaanpak zich niet alleen richt op het verminderen van stikstofuitstoot, maar ook oog heeft voor samenhangende opgaven rond waterkwaliteit, klimaat en natuur en dat daar veel geld voor wordt uitgetrokken. Met de visie van een nieuw kabinet en de uitvoeringskracht en gebiedskennis van de waterschappen kunnen we het verschil maken in het verduurzamen van Nederland, het oplossen van het tekort aan woningen, het herstellen van de natuur, de transitie van de landbouw, het verbeteren van de waterkwaliteit én het verder voorkomen van schade en overlast door extreem weer.”

Dweilen met de kraan dicht

Daarnaast valt op dat in het coalitieakkoord veel nadere uitvoering in het behalen van de doelen uit Klimaatakkoord is terug te vinden. Daarbij worden ook de potentie van aquathermie en groen gas als hernieuwbare energiebronnen genoemd. Van der Sande: “Waar enerzijds aandacht is voor het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering, moeten we anderzijds vol inzetten op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen om verdere klimaatverandering te beperken. Het nieuwe kabinet laat zien hier bijzonder ambitieus in te zijn en dat moedigen wij aan.”

“Wij dweilen graag met de kraan dicht en nemen ook onze verantwoordelijkheid door met energiebesparing, duurzaam inkopen en het opwekken van duurzame energie toe te werken naar klimaatneutraliteit. Hierbij is aquathermie een aantrekkelijk alternatief voor aardgas en zijn de waterschappen potentieel grote leveranciers van groen gas. We hopen dat het nieuwe kabinet daarom ook financiële en juridische belemmeringen voor het optimaal benutten van deze potentie wegneemt.”

Evenwichtige bestuurlijke en financiële verhoudingen

Waterschappen benadrukken wel het belang van een goede samenwerking tussen het Rijk en de decentrale overheden om de grote maatschappelijke opgaven die in het coalitieakkoord centraal staan in samenhang aan te pakken. Om de enorme vraag naar woningen, de strijd tegen klimaatverandering en de transitie naar duurzame energie te realiseren, is het nodig deze slim te combineren met een gezamenlijke aanpak in de regio.

Gemeenten, provincies en waterschappen bundelen graag de krachten met het Rijk, maar stellen daarbij een aantal voorwaarden, zoals evenwichtige bestuurlijke verhoudingen. Het is belangrijk dat nieuw beleid en wetgeving eerst getoetst worden op uitvoerbaarheid. En dat er een evenwicht is tussen taken, bevoegdheden en financiële middelen voor alle bestuurslagen. Dit ontbreekt nog in het op 15 december gepresenteerde coalitieakkoord.

Het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar en vooruitkijken naar de toekomst’

Structurele acties nodig in strijd tegen droogte

In opdracht van de waterschappen en de provincies hebben verschillende kennisinstellingen onderzoek gedaan naar de droogtesituatie op de hoge zandgronden. De conclusie: in de strijd tegen droogte zijn structurele maatregelen nodig in de inrichting van het watersysteem en het landelijk gebied én in het watergebruik.



Dat staat in het rapport ‘Droogte in de zandgebieden van Zuid-, Midden- en Oost-Nederland: Het verhaal – analyse van droogte 2018 en 2019 en bevindingen’.

Daadkrachtig bestuur en beheer

Een van de aanbevelingen van de onderzoekers van KnowH2O, KWR, Deltares, Wageningen Universiteit, FWE en HSS gaat over daadkrachtig bestuur en beheer. Volgens de onderzoekers moet er een duidelijke verdeling zijn van verantwoordelijkheden om op een evenwichtige manier een afweging te maken tussen de belangen in alle bestuurslagen. Door effectief beleid moet snel in de praktijk resultaat worden geboekt.

Grondwaterstanden omhoog

De grondwaterstanden in het zandgebied moeten structureel hoger worden dan nu. Meer water vasthouden en beperking van ontwatering liggen hier aan de basis. Tegelijkertijd is het belangrijk om de grondwatervoorraad waar het kan te vergroten. Bijvoorbeeld door ondergrondse opslagmogelijkheden voor water te benutten en te creëren.

‘Ontstenen’

Een andere maatregel in bebouwd gebied is het ‘ontstenen’ van tuinen en terreinen. In natuurterreinen kan naaldbos omgezet worden in heide. Zo verdampt daar minder water en blijft meer water over om het grondwater aan te vullen.

Zuiniger omgaan met water

Om droogteproblemen het hoofd te bieden, is het daarnaast nodig om meer in te zetten op het verminderen van het watergebruik door burgers, industrie en landbouw. Grondwateronttrekkingen moeten worden beperkt of gepaard gaan met een grotere grondwateraanvulling. Ook kan in ruimte en tijd meer gevarieerd worden met onttrekkingen. Zo wordt in droogtegevoelige gebieden tijdens droog weer minder tot geen water onttrokken.

Herinrichting platteland

Daarnaast wordt in het onderzoeksrapport ingegaan op de herinrichting van het platteland. Om het bodem- en watersysteem toekomstbestendig te maken, is het nodig om ook het landgebruik aan te pakken. We moeten accepteren dat niet overal alles meer kan, mede onder invloed van de klimaatverandering.

Sturende rol van water

De onderzoekers, de waterschappen en de provincies pleiten hierbij voor een sturende rol van water in de ruimtelijke inrichting. Hierbij roepen zij op verschillende opgaven met elkaar te verbinden, zoals de stikstofaanpak, de woningbouwopgave, de energietransitie en de transitie naar klimaatbestendig Nederland.

Eindrapport Droogte in zandgebieden van Zuid-, Midden- en Oost-Nederland

Rli-advies over ruimtelijke inrichting: meer Rijksregie nodig

23 november 2021

Er is een sterkere regierol vanuit het Rijk en versterking van de uitvoeringskracht in de regio nodig in de aanpak van de ruimtelijke opgaven in Nederland. Dit adviseert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het rapport ‘Geef richting, maak ruimte!’ dat 23 november is aangeboden aan het kabinet.

luchtfoto van stadje en landbouwgrond waar een riviertje doorheen slingert

De grote maatschappelijke opgaven rond klimaat, energie, wonen, natuur en landbouw vragen volgens de raad om een sterkere regierol van het Rijk. De Rli stelt daarom een uitbreiding van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) voor. In een NOVI-plus moeten heldere nationale doelen worden opgenomen en keuzes in samenhang worden gemaakt. En er moet ruimte zijn voor regionale uitwerking. Daarnaast moeten provincies en gemeenten volgens de Rli beter voorzien worden van kennis, financiën en capaciteit om de opgaven aan te pakken.

Meer regie

De Unie van Waterschappen ondersteunt de oproep voor meer regie van het Rijk rond de grote opgaven. Er zijn ingrijpende keuzes nodig om Nederland leefbaar en toekomstbestendig te houden. Daarbij zouden water en bodem meer sturend moeten zijn in de ruimtelijke inrichting, zodat ons land klimaatbestendig wordt ingericht. Dat betekent bijvoorbeeld klimaatbestendig bouwen en de waterbeheerder vanaf het allereerste idee bij ruimtelijke plannen betrekken.

Uitvoeringskracht versterken

Om de uitvoeringskracht in de regio te versterken moet er extra geld komen voor decentrale overheden. De Rli adviseert daarbij dat de rijksbudgetten voor opgaven in de regio ‘ontschot’ moeten worden, waardoor er één budget beschikbaar komt per regio. Ook zou de kennisontwikkeling op regionaal niveau moeten worden bevorderd.

Deze punten van de Rli sluiten goed aan bij het manifest Krachtig groen herstel, waarin de koepels IPO, VNG en de Unie van Waterschappen stelden dat voor een gezamenlijke aanpak in de regio wel voldoende ondersteuning van het Rijk nodig is. Gemeenten, provincies en waterschappen willen hun uitvoeringskracht inzetten om de opgaven gezamenlijk en in samenhang aan te pakken.

Regiotafels

De diverse ruimtelijke opgaven moeten volgens de Rli aan integrale regiotafels in samenhang worden bezien, met een integraal gebiedsplan voor het realiseren van regionale doelen. Naast de decentrale overheden neemt het Rijk ook deel aan deze tafels. Een gebiedsgerichte en integrale aanpak is een goede zaak, maar die integrale regiotafels moeten niet bovenop de al bestaande samenwerkingsverbanden komen. Dat zijn er al veel.

Rapport ‘Geef richting, maak ruimte!’