Week van de circulaire economie: waterschappen steken hun nek uit

6 februari 2023

Op 3 februari heeft staatssecretaris Vivianne Heijnen het Nationaal Programma Circulaire Economie gepresenteerd. Met de maatregelen uit dit programma moet Nederland tot een circulaire economie komen. Maar hoewel er veel circulaire initiatieven zijn, is de economie nog niet veel circulairder geworden in de afgelopen 2 jaar. Dat blijkt uit de Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) van 2023.



Op 6 februari start de Week van de Circulaire Economie. Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, doet een oproep: “Om te komen tot circulaire oplossingen is samenwerking cruciaal. Ga deze samenwerkingen aan, ook buiten je eigen sector. Alleen door je nek uit te steken, komen we dichterbij een circulaire economie.”

Prioriteit bij hoogwaardig hergebruik

De focus ligt nog te vaak op laagwaardige recycling, laat de ICER 2023 zien. Om de transitie naar een circulaire economie te realiseren, moet hoogwaardiger hergebruik prioriteit krijgen. Sander Mager: “We gaan de echte systeemverandering nog te vaak uit de weg. We moeten verder denken dan alleen recycling. Daar is lef voor nodig.”

Vermindering van klimaatverandering

In een circulaire economie worden grondstoffen efficiënt ingezet en opnieuw toegepast, zonder schadelijke effecten voor mens en milieu, nu en in de toekomst. Een circulaire economie draagt bij aan het verminderen van de klimaatverandering, van vervuilende stoffen in de leefomgeving en het verwaarden van reststromen. Daarnaast heeft een transitie naar een circulaire economie ook effect op het tegengaan van verlies aan biodiversiteit, de vervuiling van lucht, water en bodem en op leveringsrisico’s (schaarste) van grondstoffen.

Verder gaan dan wat verplicht is

De waterschappen willen, net als het huidige kabinet, dat de Nederlandse economie in 2050 volledig circulair is. Maar bij veel circulaire initiatieven moeten de waterschappen nog hun nek uitsteken. Sander Mager: “Waterschap Amstel, Gooi en Vecht zit nu in een project voor circulair textiel. Op het eerste gezicht geen project voor een waterschap. Maar als we willen dat de hele waterketen circulair wordt, is het nodig om ook daar onze invloed uit te oefenen en een stapje verder te zetten dan onze wettelijke verplichtingen.” 

Elkaar opzoeken

“Daarbij zijn er vaak ook juridische beperkingen omdat de wetgeving nog niet is ingesteld op circulaire oplossingen. Om te komen tot oplossingen is samenwerking cruciaal. Dat begint in de regio, om samen met lokale partners de kringlopen te sluiten. Maar ook op Europees en landelijk niveau is samenwerking nodig om juridische belemmeringen weg te nemen en circulaire oplossingen mogelijk te maken. Urgentie en bereidheid om de nek uit te steken is nodig.”

> Week van de Circulaire Economie

Weerloos tegen water? Dat nooit meer

1 februari 2023

Op 1 februari herdenken we in Nederland de watersnoodramp van 1953. Het is 70 jaar geleden dat de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant werden getroffen door het noodlot. Namens de waterschappen is onder andere Jeroen Haan, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, bij de herdenkingsbijeenkomst aanwezig.



Bij de watersnoodramp kwamen 1.836 mensen om het leven. Veel overlevenden zien het water nog steeds door de polders stromen als ze hun ogen sluiten. Bijvoorbeeld Dick Sies. Hij was 6 jaar toen de dijken braken en hij verloor zijn ouders en een zusje. Of Ineke van Dijke. Zij was 8 jaar tijdens de ramp. “Wat me altijd is bijgebleven is dat het water door de voordeur naar binnen kwam. Gewoon door de kieren. Dat was te bizar voor woorden.”

Lees het verhaal van Dick en Ineke in tijdschrift Het Waterschap.

Hoogwaterveiligheid is urgent

De waterschappen Scheldestromen, Hollandse Delta en Brabantse Delta voelen zich als waterschappen ‘ter plekke’ extra betrokken. Van 6 tot en met 10 februari vragen zij samen met andere waterschappen, de Unie van Waterschappen, Rijkswaterstaat, Ons Water, Staf Deltacommissaris en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) via een online campagne aandacht voor de urgentie van hoogwaterveiligheid.

Vergoeding algemeen bestuursleden waterschappen omhoog

30 januari 2023

De vergoeding voor algemeen bestuursleden van waterschappen wordt verhoogd van 545 naar 720 euro per maand. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningsrelaties (BZK) komt daarmee tegemoet aan de bezwaren die er waren tegen de beperkte verhoging die eerder werd voorgesteld. BZK vindt de nieuwe vergoeding passend bij de werklast die bij deze functie hoort. Het voorstel moet nog wel voor advies voorgelegd worden aan de Raad van State.

Bestuurszaken

Update 22 maart 2023: de vergoeding voor een lid van het algemeen bestuur is per 29 maart 2023 definitief verhoogd van 545,38 naar 719,94 euro per maand. 

Bezwaren tegen eerder voorgestelde verhoging

Vorig jaar september stelde  de minister van BZK een verhoging voor van 588 euro per maand. Deze verhoging kwam overeen met het advies dat het Adviescollege Rechtspositie Politieke Ambtsdragers aan de minister  uitbracht. Het adviescollege sloot daarbij aan bij het voor de Statenleden gebruikte criterium. Bij dit criterium wordt uitgegaan van het gemiddelde van de vergoedingen voor raadsleden bij middelgrote gemeenten (60.000 tot 100.000 inwoners).

Motie Bisschop

De Tweede Kamer heeft bij de behandeling van de begroting 2023 van het ministerie van BZK een motie aangenomen van Kamerlid Bisschop (SGP). Daarin verzocht Bisschop de minister van BZK om te overleggen met onder meer de Unie van Waterschappen en de Vereniging Waterschapsbestuurders over een verhoging van de voorgestelde vergoeding. Met een royale vergoeding kunnen de bestuurders hun werk goed blijven doen.

Internetconsultatie

Ook via de internetconsultatie kwamen bezwaren tegen de beperkte verhoging naar voren. Op grond van deze bezwaren heeft BZK besloten om bij de vergoeding voor leden van algemene besturen van waterschappen uit te gaan van de vergoedingen voor raadsleden bij de 100.000+ gemeenten.

Unie vraagt aandacht voor toename werkzaamheden

Algemeen bestuursleden van de waterschappen doen dit werk meestal naast hun baan. Ze krijgen hiervoor geen salaris, maar een vergoeding. De waterschappen hebben door taakverzwaring en schaalvergroting inmiddels een begroting en een ambtelijk apparaat die vergelijkbaar zijn met die van middelgrote gemeenten. Daardoor is een algemeen bestuurslid meer tijd kwijt aan het bestuurswerk. Ook wordt er meer van zijn of haar capaciteiten gevraagd. Dat heeft de Unie bij de internetconsultatie naar voren gebracht.

Evaluatie gedragscode bestendig beheer en onderhoud

De Unie van Waterschappen heeft een evaluatie laten uitvoeren voor de gedragscode Wet natuurbescherming voor waterschappen, Bestendig beheer en onderhoud. Daaruit blijkt dat de gedragscode op hoofdlijnen goed werkbaar is, maar dat er mogelijkheden zijn voor verbetering.

Baggeren

Gedragscode is belangrijk voor waterschappen

De gedragscode is een voor de waterschappen onmisbaar instrument voor de uitvoering van veel voorkomende beheer- en onderhoudswerkzaamheden. Door te werken volgens de regels van de gedragscode dragen waterschappen bij aan natuurbehoud. Zonder gedragscode moeten de waterschappen ontheffing aanvragen voor werkzaamheden die effect kunnen hebben op beschermde dieren- en plantensoorten.

Behoefte aan duidelijkheid

Voor de evaluatie zijn vragenlijsten uitgezet bij waterschappen, aannemers, provincies en soortenbeschermingsorganisaties. Uit hun reacties blijkt dat er vooral behoefte is aan meer duidelijkheid. Dat kan helpen om de bruikbaarheid in het veld te verbeteren. Denk aan meer helderheid over ecologische werkprotocollen. Ook kan in de gedragscode nog duidelijker staan wanneer een activiteit onder beheer en onderhoud valt en wanneer onder kleinschalige ruimtelijke ingrepen. Uit de evaluatie blijkt verder dat muskus- en beverratten steeds vaker intrekken bij bevers. Daardoor zijn deze exoten lastig te bestrijden.

Waarom een gedragscode?

De Wet natuurbescherming zorgt voor de duurzame instandhouding van dier- en plantensoorten in Nederland. Deze wet heeft een aantal verbodsbepalingen. Hier kan een ontheffing voor worden aangevraagd. Dat is niet nodig als men werkt volgens een door de Minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Veel voorkomende werkzaamheden die onder een gedragscode kunnen vallen zijn maaien, baggeren, snoeien en het onderhoud van waterkeringen of duikers.

Kamerleden bekijken drugsafvallozingen in Noord-Brabant

27 januari 2023

Op 27 januari hebben 2 Tweede Kamerleden een bezoek gebracht aan Noord-Brabant. Tijdens dit werkbezoek kregen zij meer te horen over de omvang en de impact van drugscriminaliteit en dumpingen van drugsafval in deze provincie.

bezoek kamerleden brabant rwzi

Lozingen van drugsafval kunnen bijvoorbeeld problemen opleveren op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi). Soms moet een rwzi zelfs stilgelegd worden. De Kamerleden namen daarom een kijkje op de rwzi in Halsteren. Daar kregen ze een rondleiding, waarbij ook dijkgraaf Kees Jan de Vet van waterschap Brabantse Delta en watergraaf Erik de Ridder van waterschap De Dommel aanwezig waren. Zij gaven een toelichting over de gevolgen en de kosten van drugsafvaldumpingen voor de rioolwaterzuivering.

Betere financiële regeling

Afgelopen november werd al bekend dat het kabinet de vergoeding van opruimkosten na dumpingen van drugsafval voor particulieren en overheden verruimt. De waterschappen en provincies zijn daar blij mee. Door de verbeterde financiële regeling kan milieuschade aan bodem, grond en oppervlaktewater beter worden voorkomen. Er kan nu immers sneller worden gesaneerd.

Bezoek aan een drugsput

En dat dat hard nodig is, konden de Kamerleden met eigen ogen bekijken. Ze bezochten een drugsput in natuurgebied Brabantse Wal. Erik de Jonge, boswachter van Brabants Landschap, en Freek Pecht, landelijk coördinator politie synthetische drugs, vertelden er meer over.

Het werkbezoek werd georganiseerd door het Interprovinciaal Overleg IPO, de provincie Noord-Brabant en de Unie van Waterschappen. Aanwezige Kamerleden waren Eva van Esch (PvdD) en Roelof Bisschop (SGP).

Minister De Jonge roept Kamers op tot snel besluit over inwerkingtreding Omgevingswet

26 januari 2023

Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) informeerde de Tweede en Eerste Kamer op 26 januari in een brief over de voortgang van de Omgevingswet en het Ontwerp Koninklijk Besluit. Hij roept beide Kamers op om op korte termijn te besluiten over de datum van inwerkingtreding. Zo kan de uitvoering goed worden voorbereid. De Jonge stelt als datum van inwerkingstreding 1 januari 2024 voor. Alle betrokken bestuurlijke partijen staan achter deze invoeringsdatum.



Tijdens Bestuurlijk Overleggen op 23 en 25 januari hebben minister De Jonge, de VNG, het IPO, Rijkspartijen en de Unie van Waterschappen gesproken over de stand van zaken van de Omgevingswet en het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). De gezamenlijke conclusie was dat de voorwaarden voor inwerkingtreding voldoende zijn ingevuld om nu een besluit te nemen over de inwerkingtredingsdatum. De datum van 1 januari 2024 heeft breed draagvlak bij alle partijen.

Duidelijkheid is nodig

De waterschappen hebben zich de afgelopen jaren intensief voorbereid op de Omgevingswet en willen aan de slag met de invoering. Zij roepen de Kamers dan ook op tot snelle besluitvorming, zodat er uiterlijk in maart definitief helderheid is. Het tijdig instemmen van de Kamers geeft alle partijen de nodige duidelijkheid. Nog langere onzekerheid hierover werkt verlammend en vertragend.

De VNG, IPO en Unie van Waterschappen hebben op 27 januari gezamenlijk een brief aan de EK geschreven met de oproep tot spoedige besluitvorming over de inwerkingtreding van de Omgevingswet

Belang Omgevingswet

Nederland staat voor grote uitdagingen, zoals ingrijpende klimaatverandering en een toenemende druk op de ruimte. De Omgevingswet bundelt de meeste wetten over deze fysieke leefomgeving, waaronder die over water. Alle betrokken overheden onderschrijven het belang van de Omgevingswet. Ze willen dat deze op verantwoorde wijze wordt ingevoerd. Zo komt de dienstverlening aan inwoners en bedrijven niet in het geding. Bovendien kan gebiedsontwikkeling ongehinderd doorgaan.

Intensief testen

De waterschappen hebben er vertrouwen in dat het DSO op het moment van inwerkingtreding op 1 januari 2024 voldoende gereed is. Door intensief te testen weten we welke verbeteringen er nog in het DSO doorgevoerd moeten worden en welke tijdelijke maatregelen er beschikbaar zijn.

Doorontwikkeling

Het werk is met het bepalen van de datum van 1 januari 2024 nog niet klaar. Maar de overheden hebben er vertrouwen in dat ze samen definitief de stap kunnen zetten naar de laatste fase voor inwerkingtreding. Want ook na de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden de werkprocessen en software doorontwikkeld. Er is een serviceketen ingericht voor de ondersteuning van de samenwerkende overheden en voor burgers en bedrijven die vragen hebben.

Besluit

Om de laatste stappen in de voorbereiding op de inwerkingtreding zorgvuldig te kunnen doorlopen, vragen de betrokken overheden de Kamers om een besluit over de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.

> Lees de brief aan de Eerste en Tweede Kamer

Waterschappen willen water en bodem ook sturend in Nationaal Programma Landelijk Gebied

25 januari 2023

Op 1 februari is in de Tweede Kamer een commissiedebat over het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De waterschappen hebben hun visie op het NPLG naar de Kamer gestuurd.



De overheid wil vóór 2030 de natuur ruimte bieden voor herstel en versterking, de kwaliteit van water en bodem verbeteren, en meer doen tegen klimaatverandering. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) gaat op zoek naar oplossingen per gebied. Dat doet het programma samen met provincies, waterschappen, gemeenten en maatschappelijke partners, (agrarisch) ondernemers, grondeigenaren en grondgebruikers.

Water en bodem als basis

De Unie van Waterschappen vindt dat de kaders van het rijk voor het water- en bodemsysteem de basis moeten vormen voor de inrichting van het landelijk gebied. Ze willen dat de vraagstukken rond grondwater, waterkwaliteit, verdroging, verzilting, wateroverlast en bodemdaling expliciet in de gebiedsprogramma’s worden meegenomen. Het in balans brengen van aan- en afvoer van (grond)water is daarbij erg belangrijk. De waterschappen zijn benieuwd of de minister kan garanderen dat ‘watervraagstukken’ in de gebiedsprogramma’s staan en dat hierop wordt getoetst.

Nationale kaders nodig

De waterschappen vinden het ook belangrijk dat maatregelen doelgericht en in samenhang worden gekozen. Ze zien als risico dat maatregelen voor het ene doel (stikstof), leiden tot achteruitgang op een ander doel (waterkwaliteit). De waterschappen rekenen op nationale kaders. Ze willen dan ook graag weten hoe de minister ervoor zorgt dat verandering van functiegebruik niet leidt tot een achteruitgang van de waterkwaliteit.

Doelen en kaders onduidelijk

De waterschappen vinden het jammer dat het rijk nog geen duidelijkheid geeft over bijvoorbeeld de verdeling van doelen per provincie en kaders die voortkomen uit het landbouwakkoord. Waterschappen ervaren de tijdsdruk die hieruit voortkomt als groot probleem. De processen moeten zorgvuldig zijn, maar doelen zoals die van de Kaderrichtlijn Water (KRW) moeten wel gehaald worden. De waterschappen hopen dan ook dat de minister snel duidelijkheid kan geven over de doelen en kaders.

KRW-doelen en de landbouw

De implementatie van de maatregelen uit het 7de Nitraatactieprogramma (NAP) en addendum zijn een stap in de goede richting. Maar ze geven niet de garantie dat de KRW-doelen vanuit de landbouw ook worden gehaald. De waterschappen zijn dan ook benieuwd of de minister kan garanderen dat de maatregelen uit het addendum worden uitgevoerd voor 2027.

Lees de hele inbreng

Overheden moeten haalbaarheid van het beleid toetsen

Ministeries, gemeenten, provincies en waterschappen kunnen sinds januari 2023 gebruik maken van de Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO). Deze toets bevat vragen over de uitvoerbaarheid van wet- en regelgeving.



Bijvoorbeeld: hoe kunnen gemeenten, provincies en/of waterschappen dit beleid goed uitvoeren? Sluit de taak aan op hun bestaande takenpakket en hun deskundigheid? En krijgen ze er genoeg middelen voor van de Rijksoverheid? Een ministerie moet de UDO samen met de betrokken overheden doorlopen.

Niet vrijblijvend

Zijn er voorstellen die de taken en bevoegdheden van gemeente-, provincie- en waterschapsbesturen raken? Dan moet hun oordeel worden gevraagd. En dan is het ook verplicht de gevolgen van het voorstel te beschrijven. Dit gaat over financiële gevolgen én over gevolgen voor de inrichting en werking van de overheden die door dat beleid worden geraakt.

Uitvoerbaarheid van beleid

De toets moet bijdragen aan de uitvoerbaarheid van beleid. De Unie van Waterschappen, IPO en VNG hadden bij de vorming van dit kabinet al aangegeven behoefte te hebben aan een uitvoeringstoets.

Sterk bestuur

De UDO is een van de onderdelen van de Actieagenda Sterk Bestuur, die minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Verbeteren van samenwerking

De Actieagenda bevat meerdere onderdelen die gericht zijn op het verbeteren van de samenwerking tussen Rijksoverheid en de decentrale overheden. Het bevat een geactualiseerde versie van de Code Interbestuurlijke Verhoudingen, waarin de overheden vastleggen hoe ze samenwerken. In het ontwikkelen van beleid helpt een nog op te zetten beleidskader decentraal bestuur bij het bepalen van welke overheid welke taak op zich neemt.

> Bekijk de Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO)

Informatie over de waterschappen op Europese website

24 januari 2023

Europese burgers en bedrijven hebben toegang tot digitale overheidsdienstverlening in de Europese Unie. Dat regelt de Europese verordening Single Digital Gateway (SDG). Hieraan moeten de rijksoverheid en alle waterschappen, gemeentes en provincies voldoen.

dijken en rivieren met rioolwaterzuivering vanuit de lucht gezien

Daarvoor is het portaal Your Europe ingericht. Deze centrale toegangspoort verwijst gebruikers die in een land van de Europese Unie willen wonen, werken of studeren door naar de juiste websites in de verschillende lidstaten. Ze vinden daar betrouwbare informatie over diensten, producten en procedures van alle overheden in Europa.

Doorverwijzing naar nationale portalen

Overheden kunnen informatie over producten en diensten ontsluiten via YourEurope. Bezoekers worden via deze toegangspoort doorverwezen naar de nationale portalen NederlandWereldwijd.nl en Ondernemersplein.nl en hun Engelse versies NetherlandsWorldwide.nl en Business.gov.nl.

Watervergunning en waterschapsbelasting

De waterschappen hebben onder leiding van Het Waterschapshuis de afgelopen maanden hard gewerkt aan het beschikbaar maken van informatie voor het aanvragen van een watervergunning en het betalen van waterschapsbelasting. Vanaf 25 januari staat deze informatie op de nationale portalen.

Toegang tot online procedures

De tweede stap van Single Digital Gateway is dat EU-burgers en bedrijven toegang hebben tot online procedures. Ook krijgen burgers en bedrijven het recht om overheden toestemming te geven om onderling digitaal bewijsstukken uit te wisselen. De deadline hiervoor is december 2023. Op dit moment wordt onderzocht hoe dit ook op een centrale manier kan worden ingericht.

Meer muskusratten gevangen, beverratvangsten fors afgenomen

In 2022 zijn er in totaal 48.447 muskusratten gevangen. Dat is een stijging van 8 procent ten opzichte van 2021. Muskus- en beverratten vormen een risico voor dijken (en dus de waterveiligheid) en de natuur. Daarom vangen de waterschappen deze dieren, die van nature ook niet in Nederland voorkomen. Het doel is om in 2034 in het binnenland van Nederland geen levensvatbare populatie muskusratten meer te hebben. Dat is het geval als er minder dan 500 muskusratten per jaar worden gevangen.

Erik-Blokland_muskusrattenbestrijder

Landelijk zijn er in 2022 meer muskusratten gevangen dan in 2021. Daarbij zijn er grote regionale verschillen. In gebieden met veel muskusratten zijn de vangsten toegenomen door extra inzet van de muskusrattenbestrijders. Om in deze gebieden uiteindelijk ook een daling in de muskusratpopulatie te bereiken, moeten hier eerst zoveel mogelijk muskusratten worden gevangen. Met een tijdelijke stijging in vangsten tot gevolg. In andere gebieden zet de ingezette daling van muskusratvangsten juist door. Langs de landsgrens proberen de waterschappen de instroom van muskusratten direct weg te vangen. Zo wordt geprobeerd het binnenland uiteindelijk vrij van muskusratten te krijgen.

Afname instroom beverratten

Bij de beverrat is het al gelukt om hem terug te dringen naar de landsgrens. Nederland heeft geen eigen populatie beverratten. Ruim 95 procent van de vangsten vindt plaats direct langs de grens met Duitsland. Als gevolg van opeenvolgende zachte winters en een minder goed georganiseerde bestrijding is de beverratpopulatie in Duitsland nog steeds omvangrijk. Door lokale inzet in Duitsland is de instroom van beverratten naar Nederland regionaal afgenomen. Het aantal beverratvangsten in Nederland is met 17 procent afgenomen: in 2022 werden er 1.131 beverratten gevangen. Door de beverratten direct langs de grens te vangen, wordt voorkomen dat ze zich opnieuw over het hele land verspreiden.

Schade aan dijken

Muskus- en beverratten komen van nature niet voor in Nederland, ze zijn hier door menselijk handelen beland. Ook hebben de dieren bij ons nauwelijks natuurlijke vijanden. De dieren worden bestreden omdat ze schade brengen aan waterkeringen en oevers, door holen en gangen in dijken te graven. Ook maken ze nestkommen met uitgebreide ondergrondse gangenstelsels. Zo veroorzaken ze verzakkingen in dijken en kades. In het ergste geval kan een dijk of kade doorbreken en een polder onder water lopen.

Bedreiging biodiversiteit

De muskus- en beverratten vormen ook een bedreiging voor de biodiversiteit. De dieren staan daarom allebei op de Europese lijst van Invasieve soorten. Ze eten planten als riet en lisdodde weg, en verdringen daardoor inheemse diersoorten zoals de zwarte stern, de roerdomp en de kleine karekiet. Deze vogels leven in het riet, waar ook de muskus- en beverratten hun leefomgeving hebben.

Gespecialiseerde muskus- en beverratbestrijders

De waterschappen hebben bijna 400 gespecialiseerde muskus- en beverratbestrijders in dienst. Zij assisteren naast hun bestrijdingswerkzaamheden steeds vaker bij het herstellen van schade door graverij van bevers in dijken. Ook leveren ze een bijdrage aan de inventarisatie van de verspreiding van invasieve exoten voor de waterschappen.