Vijf moties uit tweeminutendebat Water aangenomen 

14 mei 2025

Verschillende Kamerleden dienden tijdens het tweeminutendebat Water moties in. Op 13 mei stemde de Tweede Kamer over deze moties en nam een aantal moties aan die relevant zijn voor het werk van de waterschappen. Om welke moties gaat het en hoe denken de waterschappen daarover?

water met blauwe lucht erboven

Doorlooptijd waterveiligheidsprojecten 

Op het gebied van waterveiligheid was er de motie van Pieter Grinwis (ChristenUnie) over de doorlooptijd van waterveiligheidsprojecten. Hij verzocht de regering om samen met de waterschappen en de sector een verkenning uit te voeren van mogelijkheden om de doorlooptijd van waterveiligheidsprojecten te verkorten. Hierbij gaat het met name om projecten binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Deze verkenning moet zich richten op een vereenvoudiging van de vergunningverlening, aanbesteding en governance van dergelijke projecten. In het najaar van 2025 moet de Kamer geïnformeerd worden over de resultaten. 

De waterschappen zijn, zoals de motie Grinwis benoemt, zeker voor kortere doorlooptijden. Maar dit is niet makkelijk te realiseren. De lange doorlooptijd komt met name door de koppeling aan de wet- en regelgeving met oog op de Omgevingswet, aanbestedingswetgeving en onderzoeken ten behoeve van vergunningverlening. Het is niet makkelijk om de winst in projecten te halen en zal leiden tot aanpassing van (Europese) wet- en regelgeving. 

Impact riooloverstorten op waterkwaliteit 

Cor Pierik (BBB) diende drie moties in. De eerste motie, over de impact van riooloverstorten op de waterkwaliteit, diende hij samen met Aant Jelle Soepboer (NSC) in. Ze verzochten de regering om in kaart te brengen waar overstorten plaatsvindt in wateren die vallen onder de Kaderrichtlijn Water (KRW), en om het effect op de waterkwaliteit te onderzoeken aan de hand van metingen.

Volgens de waterschappen is de vervuiling van riooloverstorten vooral een tijdelijk effect van hevige regenval. In het algemeen blijkt uit berekeningen dat overstorten landelijk hooguit voor een paar procent van de totale fosfaat- en stikstofbelasting zorgt. In stedelijk water kan het aandeel groter zijn. Daarom is het belangrijk om ze goed te monitoren en waar mogelijk terug te dringen. 

Coördinerend functionaris waterkwaliteit 

De tweede motie van Pierik ging over de aanstelling van een coördinerend functionaris waterkwaliteit. Pierik verzoekt de regering om te onderzoeken of en hoe een coördinerend functionaris kan worden aangesteld. Deze moet zorgdragen voor de afstemming tussen de verschillende departementen en decentrale overheden op het gebied van waterkwaliteit.

De waterschappen staan positief tegenover deze motie. In de praktijk is de verdeling van verantwoordelijkheden op het gebied van waterkwaliteit over meerdere partijen vaak complex. Ook de waterschappen lopen er regelmatig tegen aan dat partijen langs elkaar werken. Dat is niet effectief met het oog op het behalen van de waterkwaliteitsdoelen. Het werkt soms zelfs ondermijnend.    
Een coördinerend functionaris kan de afstemming tussen de verschillende departementen en decentrale overheden op het gebied van waterkwaliteit verbeteren. Maar deze moet wel voldoende vrijheid, ruimte en tijd krijgen om deze rol goed uit te kunnen oefenen. 

Effect invasieve exoten 

Ook bracht Pierik een motie in over de invloed van invasieve exoten, waaronder de Amerikaanse rivierkreeft, en of die de doelstellingen van de KRW belemmeren. Hierin verzoekt hij de regering om dit per waterschap in beeld te brengen.

Voor de waterschappen is het erg lastig om precies in beeld te brengen wat het exacte effect van invasieve exoten op het halen van de KRW-doelen is. Want vaak bepaalt een samenspel van diverse factoren de waterkwaliteit. Het isoleren van de bijdrage van invasieve exoten in dit proces is dan ook niet eenvoudig. De waterschappen proberen dit zo goed mogelijk inzichtelijk te krijgen. 

Extra inzet vergunningen 

Tot slot de motie van Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA) en Aant Jelle Soepboer (NSC) over extra inzet voor het overzichtelijk maken, herzien en actualiseren van lozings- en onttrekkingsvergunningen. Vóór de zomer moet de regering rapporteren over waar de extra inzet uit gaat bestaan.

De waterschappen wijzen erop dat waterbeheerders al bezig zijn met het bezien en herzien van de lozingsvergunningen. Hierbij is er extra aandacht en prioriteit voor de KRW-relevante vergunningen. 

Tussentijdse evaluatie KRW tijdens Commissiedebat Water 

27 maart 2025

Op 26 maart vond in de Tweede Kamer het Commissiedebat (CD) Water plaats. Het debat ging vooral over de tussenevaluatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Namens de Kamer gingen Ines Kostić (Partij voor de Dieren), Hidde Heutink (PVV), Geert Gabriëls (GL-PvdA), Cor Pierik (BBB), Aant Jelle Soepboer (NSC), Martijn Buijsse (VVD) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) in debat met elkaar en met Barry Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat. 

Foto van een WGO water van november 2024

Ter illustratie een foto van WGO water van november 2024

Waterkwaliteit 

Een groot deel van het debat ging over de tussenevaluatie van de KRW. De deadline voor het behalen van de KRW-doelen is 2027, maar minister Madlener gaf aan dit niet te redden. De afgelopen jaren verbeterde de waterkwaliteit in Nederland weliswaar aanzienlijk, maar het lukt niet om alle doelen te halen. Dit kan leiden tot juridische procedures vanuit de Europese Unie (EU). Daarom deed de minister de toezegging aan de Kamer dat hij een brief met een juridische analyse stuurt als Nederland de doelen niet haalt. Als Nederland hiervoor gegronde redenen kan geven, hoopt de minister dat de EU een uitzondering maakt. 

Voor de verbetering van de waterkwaliteit moet niet alleen naar de EU of buurlanden worden gekeken, benadrukten Ines Kostić en Geert Gabriëls tijdens het debat. Juist nationale oplossingen kunnen hieraan bijdragen. Zoals een totaalverbod op PFAS(-lozingen), het bestrijden van de Amerikaanse rivierkreeft, het behoud van grasland, en watervriendelijke natuurherstelmaatregelen. Daarnaast noemde Cor Pierik de mogelijkheid van een speciale KRW-commissaris. Ook gaf de minister aan dat hij de waterkwaliteit gaat bespreken in de speciaal opgerichte Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel. 

Waterveiligheid 

Daarnaast kwam in het debat het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) ter sprake. ChristenUnie en VVD vroegen de minister naar de status van de extra investeringen die nodig zijn voor het versterken van 1.400 kilometer aan dijken. De waterschappen hebben al 1,25 miljard euro extra beschikbaar gesteld, maar het Rijk nog niet. De minister kon dit bedrag niet toezeggen, maar gaf opnieuw aan dat “het Rijk staat voor zijn verantwoordelijkheid”. Dit komt terug in de Voorjaarsnota.  

Tenslotte reageerde de minister op vragen van ChristenUnie en NSC dat waterschappen verantwoordelijk blijven voor de (centrale) regie bij het onderhoud van dijken. Verschillende betrokken partijen kijken naar de bundeling en standaardisatie van dijkversterkingsprojecten om waar mogelijk efficiënter te werken.  

Tweeminutendebat 

Aan het einde van het commissiedebat vroeg de Partij voor de Dieren een tweeminutendebat aan, een plenair vervolg op een commissiedebat waar moties worden ingediend. De datum voor dit debat volgt binnenkort. Het volgende CD Water staat op de planning voor 17 juni. 

Kamer verder met behandeling wetsvoorstel geborgde zetels

13 mei 2022

Op 18 mei gaat de Tweede Kamer verder met de plenaire behandeling van het initiatiefwetsvoorstel over geborgde zetels in de waterschapsbesturen.



Op 21 april startte de plenaire behandeling met vragen en opmerkingen van de fracties aan Laura Bromet (Groen Links) en Tjeerd de Groot (D66). Zij zijn de initiatiefnemers van dit wetsvoorstel. Na dat debat was er nog geen duidelijke meerderheid voor of tegen het wetsvoorstel.

Antwoorden

Op 18 mei gaat het debat verder met de antwoorden van Bromet en De Groot op alle vragen en opmerkingen van de 11 sprekers. Ook komt minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat aan het woord.

Vervolg

Na dit vervolgdebat stemt de Tweede Kamer over het wetsvoorstel. Als het wordt aangenomen, gaat het voor verdere behandeling naar de Eerste Kamer. Als de Tweede Kamer het wetsvoorstel verwerpt, gaat het wetsvoorstel niet verder.

Overgangsregeling

De initiatiefnemers hebben overgangsrechtelijke bepalingen toegevoegd aan hun wetsvoorstel. Via een ‘nota van wijziging’ stellen ze voor dat de huidige regels blijven gelden voor de zittende waterschapsbestuurders tot aan hun aftreden. Ook na inwerkingtreding van de wet dus.