Waterschappen zetten vol in op impactvol, professioneel en slim inkopen

3 juli 2025

‘Professioneel inkopen met maatschappelijke impact’. Zo heet het nieuwe inkoopbeleid van de 21 Nederlandse waterschappen. Waterschappen geven jaarlijks circa 4,5 miljard euro uit aan infrastructurele projecten, diensten en werkzaamheden voor beheer en onderhoud van assets in het waterbeheer. Het uitgangspunt is het creëren van maatschappelijke impact; bijdragen aan een innovatieve, veilige en duurzame samenleving.



Vincent Lokin, bestuurslid Unie van Waterschappen met onder meer de portefeuille inkoop en aanbesteding: “Wij willen als professionele opdrachtgevers effectief en efficiënt omgaan met belastinggeld. We realiseren ons dat ons inkoop- en aanbestedingsbeleid maatschappelijke impact heeft op thema’s die onlosmakelijk verbonden zijn met onze wateropgaven, zoals klimaat, grondstoffenzekerheid en biodiversiteit. Wij kijken als waterschappen vooruit en doen niet alleen wat in het hier en nu strikt noodzakelijk is. Door onze diensten en producten aan te besteden vanuit dezelfde uitgangspunten, weten marktpartijen wat ze mogen verwachten van de waterschappen.”

Stabiele programmering

Harry Wisse van Bouwend Nederland, namens de werkgroep Samenwerking Waterschapswerken (SWW): ”Marktpartijen hebben sterk behoefte aan een stabiele programmering en eenduidige uitvraag; de waterschappen laten met deze herijking van het gezamenlijk inkoopbeleid zien dit serieus te nemen. Dit draagt bij aan het aantrekkelijk zijn als opdrachtgever. Bouwend Nederland juicht elke stap in deze goede richting toe in de gezamenlijke maatschappelijke opgave die we hebben.”

Toekomstbestendig

Sander Mager, bestuurslid Unie van Waterschappen met onder meer de portefeuille duurzaamheid: “Inkopen en aanbesteden is niet alleen een verantwoordelijkheid, maar ook een kans. Toekomstbestendigheid is daarbij het sleutelwoord: als we Nederland ook in de toekomst willen voorzien van droge voeten, schoon en voldoende water, dienen wij met ons inkoop- een aanbestedingsbeleid ook bij te dragen aan de grote maatschappelijke uitdagingen. Inkopen kan niet los worden gezien van schaarser en duurder wordende primaire grondstoffen en het tegengaan van ongelijkheid in de wereld.”

Doelen

De doelen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid zijn:

  • Uniforme marktbenadering: het hanteren van gezamenlijke uitgangspunten zodat marktpartijen weten waar ze aan toe zijn.
  • Optimalisatie van prijs en kwaliteit: streven naar een goede balans tussen kosten en het waarborgen van hoge kwaliteit van inkoop.
  • Transparantie en navolgbaarheid: helder en begrijpelijk handelen richting marktpartijen en zo het vertrouwen en de samenwerking bevorderen.
  • Rechtmatig handelen: werken binnen de wet- en regelgeving en deze toepassen op transparante en zorgvuldige wijze
  • Professioneel opdrachtgeverschap: het belastinggeld zo efficiënt en doeltreffend mogelijk besteden, als betrouwbare partners voor marktpartijen
  • Maatschappelijke impact: met aanbestedingen en inkopen bijdragen aan innovatie, veiligheid en duurzaamheid en een sociale en inclusieve samenleving.

Uitvoering is maatwerk

Het herziene beleid bouwt voort op het eerdere Inkoop- en aanbestedingsbeleid waterschappen 2016. Het biedt elk waterschap ruimte om de implementatie van het beleid in een eigen uitvoeringskader uit te werken. De doelen staan vast, de uitvoering is maatwerk. Elk waterschap kan zelf bepalen hoe hoog zij de lat legt, met welke focus en tempo.

Ambities

De ambities en doelen waaraan de waterschappen met dit inkoopbeleid willen bijdragen zijn vastgelegd in diverse andere akkoorden en beleidsafspraken. Denk bijvoorbeeld aan het Klimaatakkoord en het Grondstoffenakkoord. Maar ook de Stikstofaanpak, het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen en het Convenant met Routekaart Schoon en Emissieloos Bouwen. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid is bedoeld voor medewerkers van de waterschappen, marktpartijen die voor de waterschappen werken en andere geïnteresseerden.

> Lees hier ‘Professioneel inkopen met maatschappelijke impact’.

Waterschappen ondertekenen Bestuurlijk Akkoord SKD

4 juni 2025

Op woensdag 4 juni ondertekenen verschillende overheden samen met andere ketenpartners het Bestuurlijk Akkoord Stroomlijning Keten voor Derdenbeslag (SKD) bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Den Haag. Dit akkoord markeert een belangrijke stap in de bescherming van het bestaansminimum van mensen met schulden.

laptop, briefgeld, rekenmachine en bril op een bureau

Beslagvrije voet 

Jaarlijks krijgen 400.000 mensen te maken met schulden waarbij meerdere partijen tegelijkertijd beslag leggen of verrekenen. Hierdoor komen 60.000 tot 70.000 mensen onder de zogenoemde beslagvrije voet terecht en houden onvoldoende middelen over om in hun levensonderhoud te voorzien. 

Gegevensuitwisseling tussen ketenpartners  

De Unie van Waterschappen is een voorstander van de Wet stroomlijning keten voor derdenbeslag (Wskd). Het Wskd-traject zorgt ervoor dat mensen niet onder een minimum bestaansniveau terechtkomen. Namens de Unie van Waterschappen ondertekent bestuurder Vincent Lokin het bestuursakkoord.  

De waterschappen leggen jaarlijks ongeveer 124.000 keer beslag bij inwoners vanwege onbetaalde waterschapsbelasting. Omdat de verschillende schuldeisers geen inzicht hebben in elkaars beslagen, kan er sprake zijn van stapeling. Het programma SKD moet dit voorkomen door gegevensuitwisseling tussen ketenpartners mogelijk te maken – met inachtneming van de privacywetgeving. Het ministerie van SZW ontwikkelt hiervoor een veilige applicatie. Dit gebeurt op basis van een nieuwe wettelijke grondslag. 

Verantwoorde schuldinning  

Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Als overheden hebben we de plicht om verantwoord om te gaan met schuldinning. Door samen te werken aan meer inzicht en betere afstemming voorkomen we dat mensen onder het bestaansminimum komen.” 

De ondertekening van het akkoord volgt op een eerder getekende intentieverklaring en het gezamenlijk opgestelde programmaplan. In de laatste Commissie Bestuurszaken, Digitalisering en Financiën (CBDF) stemden de waterschappen unaniem in met het ondertekenen van het akkoord. 

Wet aanpassing belastingstelsel waterschappen gepubliceerd

24 april 2025

De wet die het belastingstelsel van de waterschappen op een aantal belangrijke onderdelen aanpast, is op 14 maart in het Staatsblad gepubliceerd. De wet treedt op 1 januari 2026 in werking.

waterschapsbelasting: illustratie van huizen met bewoners en geldzakjes

De publicatie in het Staatsblad leest u hier. De inwerkingtreding is geregeld bij Koninklijk Besluit. De bepaling die de teruggang regelt van de bestuurlijke ruimte bij de kostentoedeling van maximaal +/- 30 procent naar maximaal +/- 25 procent, treedt op 1 januari 2028 in werking.

Modelverordeningen

In verband met de aanpassing van het belastingstelsel heeft de Unie de model-belastingverordeningen herzien. De ledenvergadering heeft de nieuwe modelverordeningen op 11 april vastgesteld. De modelverordeningen worden door de Unie van Waterschappen naar de waterschappen gestuurd.

> Themapagina Aanpassing belastingstelsel

Uitdagingen in het waterbeheer leiden tot hogere investeringen waterschappen

31 maart 2025

De waterschappen gaan gezamenlijk 3,1 miljard euro per jaar investeren in de periode 2025-2029, in totaal dus ruim 15 miljard euro. Dat blijkt uit een inventarisatie van de Unie van Waterschappen. Er zijn met name meer investeringen nodig in de veiligheid van de dijken en het verbeteren van de rioolwaterzuivering.

waterschapsbelasting: illustratie van huizen met bewoners en geldzakjes

Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De uitdagingen waar we momenteel voor staan, zorgen voor volle investeringsagenda’s bij alle 21 waterschappen. Onze dijken krijgen het steeds zwaarder door onder andere vaker voorkomende hoogwaterperiodes. En uit het afvalwater moeten we steeds meer en specifiekere vervuiling halen, en dat ook nog voor meer inwoners. De ontwikkeling van onze belastingen wordt vooral door onze investeringen bepaald. Dus dit alles leidt ook tot hogere tarieven. Geen leuke boodschap, maar het is gewoonweg onvermijdelijk en hard nodig om in Nederland veilig te kunnen blijven wonen, werken en ondernemen in een gezonde leefomgeving.”

Verbeteren infrastructuur

Met de investeringen verbeteren en vervangen waterschappen de infrastructuur waarmee ze hun taken uitvoeren. Dat geld besteden de waterschappen onder meer aan het versterken van dijken en het aanpassen van het watersysteem. Ook renoveren en verbeteren ze hun rioolwaterzuiveringsinstallaties, zodat deze goed blijven functioneren en aan de hogere eisen uit onder andere Europa blijven voldoen. Van de 3,1 miljard euro per jaar gaat 1.250 miljoen euro naar waterkeringen, 605 miljoen euro naar het watersysteem, 1.085 miljoen euro naar rioolwaterzuivering en 130 miljoen euro betreft overige investeringen.

Publicatie

De Unie van Waterschappen heeft een publicatie gemaakt die met cijfers en achtergrondinformatie inzicht geeft in de waterschapsbelastingen in 2025: ‘Waterschapsbelastingen 2025- Het hoe en waarom’.

Eerste Kamer neemt wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel aan

4 februari 2025

De waterschappen zijn blij dat de Eerste Kamer op 4 februari het wetsvoorstel voor aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen heeft aangenomen. Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Dit is een hele mooie stap. Het zal leiden tot meer draagvlak voor de waterschapsbelastingen en tot beter uitlegbare tarieven. De wet treedt per 1 januari 2026 in werking. De waterschappen zijn er klaar voor.”

stemming-waterschapsbelastingen

Vincent Lokin: “Dit wetsvoorstel is een eerste, belangrijke verbetering van het belastingstelsel van de waterschappen. Het lost de urgente knelpunten op en helpt de waterschappen bij het realiseren van de opgaven waar Nederland voor staat. Bovendien zorgt het ervoor dat waterschappen in hun werk minder mens- en milieubelastende stoffen hoeven te gebruiken. Ook wordt via een wijziging in de Waterschapswet geregeld dat waterschappen meer hernieuwbare energie mogen opwekken dan ze voor hun wettelijke taken nodig hebben, zodat ze klimaatneutraliteit kunnen bereiken. Het is fijn dat meerdere Kamerleden waardering uitspreken voor het werk van de waterschappen. Er is brede steun voor het uitgangspunt van het wetsvoorstel: hoe meer profijt je van het werk van het waterschap hebt, hoe meer je betaalt.”

Stemming over motie

Naast de stemming over het wetsvoorstel, stemde de Eerste Kamer vanmiddag ook over de motie Van Langen-Visbeek (BBB) c.s. over uitstel van de invoering van de verplichte twee tarieven binnen de watersysteemheffing gebouwd. Deze motie is niet aangenomen. De waterschappen zijn daarom verplicht om straks twee verschillende tarieven te hanteren voor woningeigenaren en bedrijven. Dit onderdeel van het wetsvoorstel is bedoeld om de onredelijke invloed die de waardeontwikkeling van woningen en bedrijfspanden heeft op de lastenverdeling tussen deze twee groepen een halt toe te roepen.

Vervolgproces

Het wetsvoorstel gaat nu voor ondertekening naar de koning en minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat. Daarna wordt de wet gepubliceerd in het Staatsblad. De wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De waterschappen gaan ervan uit dat zij het nieuwe stelsel met ingang van 1 januari 2026 kunnen toepassen.

> Lees meer over de aanpassing van het belastingstelsel

Eerste Kamer bespreekt aanpassing belastingstelsel waterschappen

29 januari 2025

Op 28 januari behandelde de Eerste Kamer plenair het wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel waterschappen. De Eerste Kamerleden stelden veel vragen aan minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat, bijna 70. Op 4 februari volgen de stemmingen. De waterschappen hopen op snelle besluitvorming om genoeg tijd te hebben om zich voor te bereiden op de invoering.

waterschapsbelasting: illustratie van huizen met bewoners en geldzakjes

Minister Madlener beantwoordde de vragen in een eerste en tweede termijn. BBB diende tijdens de behandeling een motie in om de invoering van de verplichte twee tarieven binnen de watersysteemheffing gebouwd uit te stellen tot na de evaluatie over vijf jaar. Minister Madlener heeft die motie ontraden. In het debat was er veel waardering voor het werk wat de waterschappen doen.

Profijtbeginsel

Tijdens de plenaire behandeling stelden de Kamerleden onder meer vragen over het gebruik van de gebiedskenmerken bij het verdelen over de belastingbetalers van de kosten van het watersysteem. Dit gaat over de watersysteemheffing, waarmee het geld wordt opgehaald voor waterveiligheid, voldoende en schoon oppervlaktewater. Volgens de huidige systematiek moeten de waterschappen de kosten voor een belangrijk deel verdelen op basis van de waarde van gebouwen, grond en natuurterreinen. Het belangrijkste knelpunt van deze systematiek is dat de bijdrage kan toe- of afnemen, zonder dat daar meer of minder profijt tegenover hoeft te staan. Het wetsvoorstel gaat uit van een model waarin de kosten niet meer op basis van waarde maar op basis van gebiedskenmerken worden verdeeld. De Kamerleden willen graag dat de minister monitort hoe de waterschappen invulling geven aan de toepassing van het profijtbeginsel.

Scheefgroei huishoudens en bedrijven 

Er was ook veel aandacht voor de scheefgroei in de lastenverdeling tussen huishoudens en bedrijven en of die voldoende wordt gerepareerd met het wetsvoorstel. Op dit moment moeten de waterschappen voor woningen en bedrijfspanden hetzelfde tarief gebruiken. De WOZ-waarden van woningen zijn de afgelopen jaren veel harder gestegen dan de WOZ-waarden van bedrijfspanden. Hierdoor zijn woningeigenaren een steeds groter deel van de lasten gaan dragen zonder dat daar direct een hoger voorzieningenniveau tegenover stond. Een onderdeel van het wetsvoorstel zorgt voor een gelijkmatiger ontwikkeling van de lasten voor huishoudens en bedrijven. In de motie van de BBB wordt verzocht om de invoering van dit onderdeel uit te stellen, omdat een verplichting volgens hen geen recht doet aan de verschillen tussen de waterschappen.

Vervolgtraject

Tot slot waren er diverse vragen over het vervolgtraject. In dat traject moeten onderwerpen aan bod komen die in dit wetsvoorstel niet zijn meegenomen. De Kamerleden noemden onder meer een verdere uitwerking van het principe ‘de vervuiler betaalt’ en het belonen van goed gedrag. Het vervolgtraject gaat niet alleen over het belastingstelsel van de waterschappen, maar over een bredere aanpak om de bekostiging van het Nederlandse waterbeheer toekomstbestendiger te maken. De minister heeft toegezegd dat hij de Tweede Kamer voor de zomer nader informeert over dit traject.

> lees de samenvatting van het debat op de website van de Eerste Kamer

> Lees meer over de aanpassing van het belastingstelsel.

Waterschapsbelastingen stijgen door uitdagingen in het waterbeheer

12 november 2024

Als in 2025 de rekening voor de waterschapsbelastingen op de mat valt, betalen gezinnen met een eigen huis gemiddeld 35 euro meer. Voor eenpersoonshuishoudens in een huurwoning is de aanslag gemiddeld 15 euro hoger. Waterschappen moeten steeds meer investeren in veilige dijken, het opvangen van piekbuien en droge periodes en het zuiveren van rioolwater.

waterschapsbelastingen

Een gezin van vier personen met een eigen huis met een WOZ-waarde van 370.000 euro betaalt in 2024 gemiddeld 448 euro. In 2025 wordt dat gemiddeld 483 euro. De waterschapsbelasting van een alleenstaande huurder stijgt gemiddeld van 188 euro dit jaar naar 203 euro in 2025.

Grotere opgaven

Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De ramp die zich recent in de regio Valencia in Spanje heeft voltrokken laat zien dat weersextremen tegenwoordig groter zijn en vaker voorkomen. Ook in Nederland zien we steeds meer piekbuien en perioden van droogte en watertekort. We lopen als waterschappen tegen grote uitdagingen aan bij al onze taken. De dijken in Nederland zijn berekend op het huidige klimaat en moeten worden versterkt. Het zuiveren van rioolwater en maatregelen voor schoon en gezond water in beken en rivieren vragen steeds meer. Het aanpassen aan al deze veranderingen kost geld. Ik verwacht dan ook dat de belastingen in de komende jaren zullen blijven stijgen. Daar ontkomen we niet aan, want goed waterbeheer is essentieel om in Nederland te kunnen blijven wonen, werken en ondernemen.”

Verschillen per waterschap

Het bedrag van de waterschapsbelastingen verschilt van waterschap tot waterschap. Dat komt vooral doordat de gebieden van elkaar verschillen. Het maakt bijvoorbeeld uit of een gebied laag of hoog ligt, of het stedelijk of landelijk gebied is, of er kwetsbare natuur is en of er veel of weinig dijken in het gebied zijn. Al die factoren hebben invloed op de hoogte van de belastingaanslag.
Vincent Lokin: “Daar komt nog bij dat ook alles wat de waterschappen inkopen duurder wordt. De verhoging komt landelijk uit op gemiddeld 8 procent. Datzelfde percentage geldt voor agrarische en andere bedrijven. We begrijpen dat een hogere rekening geen fijne boodschap is. Voor mensen die de aanslag niet kunnen betalen, hebben de waterschappen mogelijkheden voor kwijtschelding en betalingsregelingen.”

Definitieve tarieven waterschapsbelastingen

De verwachting van de Unie van Waterschappen volgt uit een inventarisatie onder de 21 waterschappen en is gebaseerd op de tariefvoorstellen die de waterschapsbesturen nu bespreken. Zij nemen in de komende weken een besluit over de uiteindelijke belastingtarieven voor volgend jaar. Rond 1 maart 2025 worden de meeste belastingaanslagen verstuurd.

> Lees verder op de themapagina Waterschapsbelastingen

Eerste Kamer heeft aanvullende vragen over aanpassing belastingstelsel

22 oktober 2024

Er is weer een stap gezet in de behandeling van het wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel waterschappen. Minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 17 oktober jl. in de nota naar aanleiding van het verslag vragen beantwoord die de Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving op 23 september over het wetsvoorstel stelde. Er zal nog een ronde met vragen volgen, voordat duidelijk wordt hoe de behandeling van het voorstel in de Eerste Kamer wordt afgerond.

waterschapsbelasting: illustratie van huizen met bewoners en geldzakjes

Op 22 oktober hebben twee fracties (GroenLinks/PvdA en OPNL) in de Eerste Kamer aangegeven onvoldoende antwoord op hun vragen te hebben gekregen. Op 5 november zullen deze vragen in een nieuw schriftelijk verslag aan de minister worden gesteld. Die vervolgens weer de tijd krijgt om hierop te reageren. De Unie van Waterschappen heeft contact met de fracties en ook met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om hen indien nodig van verduidelijkende informatie te voorzien.

Vervolg

Na beantwoording van deze vragen zal de Eerste Kamer besluiten hoe zij de behandeling van het wetsvoorstel tot aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen wil afronden. Willen ze het plenair behandelen of door laten gaan als hamerstuk?

Over het wetsvoorstel

Het huidige belastingstelsel kent een aantal knelpunten. De Unie van Waterschappen heeft daarom in december 2020 een aanpassingsvoorstel aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat voorgelegd. De voorstellen van de waterschappen zijn gedaan om de knelpunten op te lossen en de waterschappen tegelijk ruimte te geven om meer te kunnen bijdragen aan de opgaven op het gebied van klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie. De minister is daarop een wetgevend traject gestart.

Het wetsvoorstel wijzigt drie belastingen van de waterschappen: de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. De waterschappen zijn blij met het wetsvoorstel en hopen dat zij snel met het nieuwe stelsel kunnen werken. De voorstellen voor de watersysteemheffing zorgen voor een beter uitlegbare aanslag en een gelijkmatiger lastenontwikkeling voor alle belastingbetalers. Met de voorstellen om de zuiverings- en verontreinigingsheffing aan te passen bereiken we dat waterschappen en bedrijven in hun werk minder mens- en milieubelastende stoffen hoeven te gebruiken.

Uitleg

In de inbreng die de Unie van Waterschappen eerder leverde worden de wijzingen in deze drie belastingen uitgebreid toegelicht. De Unie van Waterschappen heeft ook een toelichtend filmpje gemaakt over het wetsvoorstel.

> Lees hier meer over de aanpassing van het belastingstelsel

> Lees hier de nota naar aanleiding van het verslag

Aanpassing belastingstelsel schriftelijk behandeld in Eerste Kamer

26 september 2024

Op maandag 23 september reageerde de vaste Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) met een schriftelijk verslag op het wetsvoorstel voor de aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen. De commissie stelt hierin een aantal vragen over het wetsvoorstel.

waterschapsbelasting: illustratie van huizen met bewoners en geldzakjes

Vervolgproces

Het is nu aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat om deze vragen te beantwoorden. Deze beantwoording kan enkele weken duren. Meestal kan een wetsvoorstel na één schriftelijke vragenronde plenair worden behandeld; soms wordt om een tweede schriftelijke ronde gevraagd.

Achtergrond

Op 23 april is het wetsvoorstel aangenomen in de Tweede Kamer. De behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer startte op 14 mei. Op 9 juli was er in de Eerste Kamer al een technische briefing van de Commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO).

> Lees hier het verslag van 23 september
> Lees hier meer over de aanpassing van het belastingstelsel

Waterschappen leveren inbreng wetsvoorstel herziening belastingstelsel

5 september 2024

Tot 10 september kunnen leden van de Eerste Kamer schriftelijk inbreng leveren voor de behandeling van de herziening van het belastingstelsel. Er kan inbreng geleverd worden op de Wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten.



De Unie van Waterschappen heeft enkele punten onder de aandacht van de Kamerleden gebracht. Na de technische briefing op 9 juli jl. heeft de Unie van Waterschappen ook een toelichtend filmpje gemaakt over het wetsvoorstel.

Aanleiding wetsvoorstel

Het huidige belastingstelsel kent een aantal knelpunten. De Unie van Waterschappen heeft daarom in december 2020 een aanpassingsvoorstel aan de minister van IenW voorgelegd. De minister is daarop een wetgevend traject gestart, waarbij de voorstellen van de waterschappen zijn gebruikt om de knelpunten op te lossen en de waterschappen tegelijk ruimte te geven om meer te kunnen bijdragen aan de opgaven op het gebied van klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie.

Het wetsvoorstel wijzigt drie belastingen van de waterschappen: de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing. In de inbreng worden de wijzingen in deze drie belastingen uitgebreid toegelicht.

Aanpassingen

De waterschappen zijn blij met de voorgestelde aanpassingen in het wetsvoorstel. De voorstellen voor de watersysteemheffing zorgen voor een beter uitlegbare aanslag en een gelijkmatiger lastenontwikkeling voor alle belastingbetalers. Met de voorstellen om de zuiverings- en verontreinigingsheffing aan te passen bereiken we dat waterschappen en bedrijven in hun werk minder mens- en milieubelastende stoffen hoeven te gebruiken.

>  Lees de volledige inbreng wetsvoorstel aanpassing belastingstelsel waterschappen