De Unie van Waterschappen heeft namens de 21 waterschappen gereageerd op de consultatie van het Cyberbeveiligingsbesluit (Cbb) en het Besluit Weerbaarheid Kritieke Entiteiten (Bwke). Hoewel de Unie de doelstellingen van deze nieuwe wetgeving ondersteunt, zijn er belangrijke zorgen geuit over de uitvoerbaarheid ervan en de impact op de waterschappen.
Meer praktijkgericht
In de brief aan minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) worden diverse aandachtspunten benoemd. Ten eerste maken de waterschappen zich zorgen over de eisen rond cyberveiligheid. De huidige formuleringen in de Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) in het Cbb staan volgens de waterschappen nog te ver af van de praktijk. Er is behoefte aan duidelijke richtlijnen en standaarden om effectieve beleidsvoering te waarborgen.
Heldere terminologie
Een ander belangrijk punt is de onduidelijkheid over terminologie, vooral in verband met meldplichten. De waterschappen pleiten ervoor om snel meer helderheid te krijgen over wat wordt verstaan onder significante incidenten en andere relevante termen.
Uitvoerbaarheid en betaalbaarheid
De administratieve en financiële lasten van de nieuwe regelgeving vormen ook een zorg. Het opstellen van beleid en plannen vergt veel tijd en middelen, zonder dat dit altijd leidt tot een verbeterde weerbaarheid. De Unie vraagt om een balans tussen verplichtingen en praktische uitvoerbaarheid.
Aansluiten bij bestaande wetten
Met betrekking tot het Bwke hebben de waterschappen vergelijkbare zorgen. Ze vragen om duidelijke richtlijnen over de fysieke weerbaarheid en de verhouding tot bestaande wetgeving, zoals de Arbowet. Ook hier is er behoefte aan heldere standaarden die de uitvoering van veiligheidsmaatregelen ondersteunen.
Duidelijkheid over planning
Daarnaast is er verwarring over de termijn voor compliance met de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke) en Bwke. Waar aanvankelijk werd aangenomen dat de waterschappen tot begin 2027 de tijd hadden om te voldoen aan de eisen, blijkt nu dat dit mogelijk al in augustus 2026 moet gebeuren. Dat brengt aanzienlijke druk met zich mee.
Snel helderheid
De Unie benadrukt dat het essentieel is om de nog ontbrekende ministeriële regelingen snel te publiceren, zodat de waterschappen weten waar ze aan toe zijn. Tot slot wordt er waardering uitgesproken voor de inspanningen van de ministeries om de NIS2- en CER-richtlijnen om te zetten in nationale wetgeving, met de oproep om de samenwerking te versterken bij het vormgeven van concrete normen en richtlijnen.
De waterschappen gaan gezamenlijk 3,1 miljard euro per jaar investeren in de periode 2025-2029, in totaal dus ruim 15 miljard euro. Dat blijkt uit een inventarisatie van de Unie van Waterschappen. Er zijn met name meer investeringen nodig in de veiligheid van de dijken en het verbeteren van de rioolwaterzuivering.
Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De uitdagingen waar we momenteel voor staan, zorgen voor volle investeringsagenda’s bij alle 21 waterschappen. Onze dijken krijgen het steeds zwaarder door onder andere vaker voorkomende hoogwaterperiodes. En uit het afvalwater moeten we steeds meer en specifiekere vervuiling halen, en dat ook nog voor meer inwoners. De ontwikkeling van onze belastingen wordt vooral door onze investeringen bepaald. Dus dit alles leidt ook tot hogere tarieven. Geen leuke boodschap, maar het is gewoonweg onvermijdelijk en hard nodig om in Nederland veilig te kunnen blijven wonen, werken en ondernemen in een gezonde leefomgeving.”
Verbeteren infrastructuur
Met de investeringen verbeteren en vervangen waterschappen de infrastructuur waarmee ze hun taken uitvoeren. Dat geld besteden de waterschappen onder meer aan het versterken van dijken en het aanpassen van het watersysteem. Ook renoveren en verbeteren ze hun rioolwaterzuiveringsinstallaties, zodat deze goed blijven functioneren en aan de hogere eisen uit onder andere Europa blijven voldoen. Van de 3,1 miljard euro per jaar gaat 1.250 miljoen euro naar waterkeringen, 605 miljoen euro naar het watersysteem, 1.085 miljoen euro naar rioolwaterzuivering en 130 miljoen euro betreft overige investeringen.
Publicatie
De Unie van Waterschappen heeft een publicatie gemaakt die met cijfers en achtergrondinformatie inzicht geeft in de waterschapsbelastingen in 2025: ‘Waterschapsbelastingen 2025- Het hoe en waarom’.
Op 31 maart organiseerde de Unie van Waterschappen de Steenwegsessie AI voor waterschapsbestuurders. In deze interactieve debatavond stond het gebruik van kunstmatige intelligentie door de waterschappen centraal: waar liggen de kansen voor de waterschappen? En wanneer mag AI de besluitvorming bij een waterschap beïnvloeden?
Steenwegsessie
De Steenwegsessie is een informele bijeenkomst voor waterschapsbestuurders waar de Unie van Waterschappen op laagdrempelige wijze actuele onderwerpen agendeert. Nu ging het onder leiding van dagvoorzitter Gijs Nillessen om het gebruik van artificiële intelligentie (AI). AI-expert Bart Ensink gaf een introductie waarin hij aangaf waar AI nu al in terug te vinden is, hoe het zich gaat ontwikkelen en wat dit betekent voor organisaties. Ensink: “Er is een cultuurverandering nodig om de kansen te kunnen benutten en om bij te blijven in deze snel veranderende wereld.”
Kansengericht
Na deze introductie werden de deelnemers verdeeld in groepjes waarin verschillende vragen werden besproken. Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, trapte de eerste discussieronde af met een betoog over kansengericht omgaan met AI en lichtte daarbij het AI-kompas voor de waterschappen toe. Lokin: “AI staat nog in de kinderschoenen. We zitten in het stadium van de zwart-wit tv en weten zeker dat de ontwikkeling richting kleurentelevisie en meer gaat. We moeten daar nu op anticiperen.”
Efficiëntie
In de discussieronde die volgde deelden de deelnemers hun ideeën over hoe AI de uitvoering van de wettelijke taken van de waterschappen kan verbeteren. In veel groepjes ging het om het efficiënter inrichten van processen door middel van AI. “Een belangrijk instrument om de kostenstijgingen enigszins te kunnen beteugelen en de tariefstijging beperkt te houden,” aldus een deelnemer.
Mensenwerk
In de volgende ronde stond de ethische kant van het gebruik van AI centraal. Joost Klein Entink, beleidsadviseur bij de Unie van Waterschappen, leidde dit onderwerp in: “Als het technisch kan en juridisch mag: moet je het dan ook willen? Wanneer mag AI bijvoorbeeld besluitvorming beïnvloeden?” In verschillende groepjes werd als antwoord op deze vraag verkend waar de grens ligt voor het gebruik van AI. Veel groepjes trokken de conclusie dat het maken van politieke keuzes mensenwerk blijft en dat het gebruik van AI altijd heel transparant moet zijn en met daarbij duidelijk aangegeven welke bronnen als input hebben gediend.
Vervolg AI en waterschappen
Momenteel werkt de Unie van Waterschappen aan een verkenning op het gebied van ethiek en AI. In juli wordt de opbrengst hiervan besproken in de bestuurlijke commissie. Het Rijk heeft daarnaast een handreiking AI gemaakt die ook handvatten biedt voor de waterschappen. De Unie van Waterschappen levert ook binnenkort een impactanalyse over AI-wetgeving voor de waterschappen.
Zsolt Szabó, staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering, bezocht op 10 maart de Unie van Waterschappen. Hier ging hij in gesprek met waterschapsbestuurders. De ontwikkeling van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) en de samenwerking tussen overheden op het gebied van digitalisering stonden centraal.
Digitale weerbaarheid
Tijdens het beraad spraken waterschapsbestuurders met digitalisering in de portefeuille over de prioriteiten voor de waterschappen voor de NDS. Hierbij is benadrukt dat digitale weerbaarheid een belangrijk onderwerp is. Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De waterschappen zijn blij dat ook de staatssecretaris digitale weerbaarheid hoog op de agenda heeft staan. We zijn bereid om samen met de staatssecretaris te kijken naar de mogelijkheden om de gestelde ambities waar te maken.”
Samenwerking tussen overheden
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt onder leiding van staatssecretaris Szabó met de NDS aan een Nederlandse strategie om een duidelijke richting te geven aan het digitaliseringsbeleid voor de komende jaren. De staatssecretaris heeft als doel om Nederland als één overheid te bedienen. Betere samenwerking tussen verschillende overheden is hierbij cruciaal. “De digitale transformatie is van groot belang voor de uitvoeringskracht van overheden”, zegt Vincent Lokin. “Het is essentieel dat we als overheden onderling van elkaar leren en elkaar inspireren. Samenwerken is noodzakelijk voor effectiviteit en efficiëntie.”
Nieuwe wet- en regelgeving
Voor de waterschappen is daarbij een realistische en pragmatische aanpak belangrijk. Vincent Lokin: “Implementatie van nieuwe wet- en regelgeving rond digitalisering kost tijd en moeite. De waterschappen hebben daarom helderheid nodig vanuit het Rijk en ondersteuning waar nodig.”
De Unie van Waterschappen presenteerde ook de Vaarkaart – Digitaal op koers, het visiedocument van de waterschappen met betrekking tot digitale transformatie. Vincent Lokin stelt: “Om optimaal te profiteren van de mogelijkheden die de informatiesamenleving biedt, moeten de waterschappen wendbaarder worden in het omgaan met de constante veranderingen in de digitale wereld.”
Nederlandse digitaliseringsstrategie
De NDS heeft als doel om samen, als één overheid, te werken aan zes sectoroverstijgende ambities op het gebied van digitalisering.
Om waterschappen meer van elkaar te laten leren en hen te ondersteunen bij het in beeld brengen van de financiële impact van hun opgaven tot 2050, heeft de Unie van Waterschappen de ‘Leerkring inhoudelijk en financieel (meer) vooruitkijken’ georganiseerd. Deze leerkring heeft geresulteerd in ondersteunende producten waarmee waterschappen een beter beeld kunnen krijgen van de ontwikkelingen die op middellange en lange termijn op hen afkomen en de financiële gevolgen daarvan. Die resultaten zijn nu gebundeld in een publicatie.
“De opgaven van de waterschappen zijn groot. Denk aan de dijkversterkingsopgave en het vervangen van de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Voor veel waterschappen is dit aanleiding om de horizon die qua opgaven en financiële consequenties in beeld wordt gebracht te verleggen van de traditionele meerjarenperiode van vijf jaar, naar 10 tot 25 jaar. Ieder waterschap is daar nu op eigen wijze mee bezig en is daarbij op zoek naar een manier om meer gevoel te krijgen bij wat er op de organisatie af komt en wat daarvan de implicaties zijn voor de financiën. Die behoefte was voor ons als Unie aanleiding om deze leerkring te starten.”, aldus Vincent Lokin, lid van het bestuur van de Unie van Waterschappen.
De leerkring
In de leerkring hebben zo’n 40 medewerkers van waterschappen kennis en ervaringen uitgewisseld op dit terrein. Ook hebben ze met elkaar in beeld gebracht welke ontwikkelingen er in de komende 25 jaar op de waterschappen afkomen. Daarnaast verdiepten zij zich in het ontwikkelen van scenario’s om mogelijke toekomstige ontwikkelingen inzichtelijk te maken. In het laatste deel van de leerkring hebben zij samengewerkt aan de ontwikkeling en eerste toepassing van twee methodes om meer gevoel te krijgen bij de (financiële) toekomst van de waterschappen. Dit zijn de TNO-methode en de FFT-methode. Beide methoden zijn tijdens de leerkring ontwikkeld en toegepast door drie waterschappen.
TNO-methode
De TNO-methode, genoemd naar het gelijknamige instituut, is een op de waterschappen toegesneden toepassing van de methodiek zoals die door TNO in 2023 is gehanteerd bij het uitvoeren van de studie ‘Vernieuwingsopgave infrastructuur’. Deze methode kent assetmanagement als basis, waarbij vanuit het bestaande areaal via kostenkengetallen en referentielevensduren wordt berekend wat de financiële impact van 1-op-1 vervanging van de bestaande infrastructuur is.
FFT-methode
FFT staat voor Financieel Fit voor de Toekomst. Met deze methode worden aan de hand van een beleidsanalyse ontwikkelingen in kaart gebracht die geclusterd zijn in varianten die verschillen in de mate van waarschijnlijkheid. Vervolgens worden die varianten financieel doorgerekend en worden relevante beleidsvragen vertaald naar een bestuurlijke agenda.
Publicatie
De publicatie die naar aanleiding van de leerkring is opgesteld, maakt de inzichten en methodes beschikbaar voor geïnteresseerden binnen en buiten de waterschapssector. In de publicatie is onder meer een praktische beschrijving opgenomen van de twee zojuist genoemde methoden die waterschappen kunnen ondersteunen bij het inhoudelijk en financieel verder vooruit kijken.
Op 4 februari heeft de vaste commissie Digitalisering van de Eerste Kamer kennisgemaakt met gemeenten, provincies, waterschappen en diverse (digitale) toezichthouders. De commissie is bijgepraat over hoe de waterschappen invulling geven aan de digitale transformatie en hoe ze omgaan met artificiële intelligentie (AI).
Digitalisering en de waterschappen
Een belangrijk vraagstuk van de commissie was de borging van publieke waarden, fundamentele rechten en digitale uitvoerbaarheid. Namens de waterschappen vertelde Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, hoe digitalisering speelt in de sector. “Het waterpeilbeheer, de rioolwaterzuivering, dijkmonitoring en waterkwaliteitscontroles zijn al vergaand gedigitaliseerd. Er liggen nog kansen om bijvoorbeeld extreem weer beter te voorspellen, biodiversiteit beter te monitoren en onderhoud, maar bijvoorbeeld ook besluitvorming, efficiënter in te richten met behulp van AI.”
Kansgericht
De waterschappen zien dus vooral kansen. Lokin: “Privacyrisico’s voor waterschappen zijn relatief beperkt vergeleken met bijvoorbeeld gemeenten of het Rijk. Ook omdat wij minder te maken hebben met persoonsgegevens. Hierdoor is de focus bij digitalisering meer kansgericht dan risicogericht. Maar ook wij moeten ons bewust zijn van het verantwoord en ethisch handelen bij digitale toepassingen.”
Vaarkaart en AI-kompas
Lokin presenteerde ook de Vaarkaart – Digitaal op koers, het visiedocument van de waterschappen op de digitale transformatie. In deze visie ligt de focus op organisatieverandering. Lokin: “Om alle kansen te grijpen die de informatiesamenleving de waterschappen biedt, zullen de waterschappen moeten leren zich sneller aan te passen aan de voortdurende veranderingen in de digitale wereld.” Ook was er speciale aandacht voor het gebruik van kunstmatige intelligentie en de afwegingen die daarbij komen kijken. De Unie van Waterschappen heeft hier een AI-kompas voor ontwikkeld.
Uitvoerbaarheid digitale transformatie
De Eerste Kamerleden waren vooral geïnteresseerd in wat er nodig is om de digitale transformatie goed te kunnen uitvoeren. Met name duidelijke regels en voldoende tijd voor implementatie bij de 21 waterschappen vinden zij daarbij essentieel. Ook willen ze graag kennis en capaciteit vergroten. Door de krappe arbeidsmarkt is het lastig om de juiste kennis in huis te halen of te houden. Daarnaast vroegen de Unie van Waterschappen, IPO en VNG aandacht voor de uitvoerbaarheid van de digitale wet- en regelgeving. Het implementeren en onderhouden van die veranderende regels kost veel capaciteit.
Op 30 januari debatteert de Tweede Kamer over de nieuwe Archiefwet. De VNG, IPO en Unie van Waterschappen hebben gezamenlijk inbreng geleverd voor dit debat. waarin zij aandacht vragen voor duurzame toegankelijkheid van overheidsinformatie en voldoende ruimte om de nieuwe wet te implementeren.
De Archiefwet
De Archiefwet regelt de duurzame toegankelijkheid van overheidsinformatie en is een belangrijk kader voor het op orde brengen van de informatiehuishouding, en publieke verantwoording aan de inwoner op langere termijn. Gemeenten, provincies en waterschappen vragen aandacht voor een aantal punten om de toegankelijkheid van overheidsinformatie ook in de toekomst op peil te houden.
Helderheid over samenhang
De decentrale overheden adviseren de Kamer om de nieuwe Archiefwet vast te stellen en in te zetten op innovatie voor duurzame toegankelijkheid van overheidsinformatie. Ook vragen VNG, IPO en de Unie van Waterschappen helderheid over de samenhang van de nieuwe wet met de Woo, AVG en andere informatiewetten.
Ruimte en inspraak
Doordat er veel informatiewetten op de decentrale overheden af komen, willen zij de ruimte om zich goed voor te bereiden en de nieuwe regels goed te implementeren. Ook willen zij ruimte voor inspraak. Zo willen zij beslissingsruimte over waar en hoe informatie precies moet worden bewaard en voor hoe lang.
Compensatie voor extra kosten
De implementatie van onder meer de nieuwe Archiefwet brengt veel extra kosten mee voor de decentrale overheden. Zij zien daarom graag een compensatie van die kosten vanuit het Rijk.
Herstel van vertrouwen
De waterschappen zijn er voorstander van om meer en meer als één overheid op te treden, zeker als het gaat om digitale dienstverlening. In de Archiefwet draait het om toekomstbestendige toegankelijkheid van overheidsinformatie. In hun visiedocument op de digitale transformatie ‘De Vaarkaart – digitaal op koers’ geven de waterschappen daarbij aan dat er een aangetast vertrouwen in de overheid is, als het gaat om transparantie. De nieuwe Archiefwet zal dan ook verantwoord en bewust gebruik van informatie moeten borgen om dit vertrouwen te herstellen.
De Tweede Kamer heeft op 21 januari een motie aangenomen van Kamerlid Vermeer van BBB. De motie roept de regering op om regie te nemen over de effecten van een mogelijke AI-fabriek in Groningen op het landschap, het energiesysteem, het watergebruik en het benutten van restwarmte.
Wat staat er in de motie?
Tijdens een wetgevingsoverleg op 11 november gaf de Minister van Economische Zaken aan dat Groningen een mogelijke locatie is voor een AI-fabriek. Deze fabriek kan Nederland tot een koploper maken op het gebied van kunstmatige intelligentie en de concurrentiepositie van ons land versterken. De motie vraagt aandacht voor de neveneffecten van een AI-fabriek, zoals de impact op het landschap, het gebruik van energie en water, en de mogelijkheden om restwarmte te benutten.
De waterschappen zien de kansen die AI de maatschappij kan brengen. Wel benadrukken ze dat dit verantwoord en ethisch moet gebeuren. Energie- en watergebruik moeten dus op een verantwoorde manier worden meegewogen, zoals de waterschappen dat ook hebben onderschreven in de ambities uit het visiedocument ‘Vaarkaart – digitaal op koers’ en de uitgangspunten uit het AI-kompas.
Hoe nu verder?
De regering zal de Kamer begin 2025 verder informeren over de plannen voor de AI-fabriek. De Unie van Waterschappen blijft de ontwikkelingen volgen.
Twee wetsvoorstellen op het gebied van fysieke en digitale veiligheid zijn afgelopen week naar de Raad van State gestuurd voor advies. Het gaat om de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke) en de Cyberbeveiligingswet (Cbw). De wetsvoorstellen bevatten een aantal aandachtspunten van de waterschappen.
Allereerst komt de eindverantwoordelijkheid voor de Cyberbeveiligingswet niet bij de ambtelijke leiding te liggen, maar bij het bestuur. Deze wijziging zorgt ervoor dat de eindverantwoordelijkheid bij degene ligt die ook de besluiten over cyberbeveiliging in de organisatie neemt. Dit betekent dat bestuursleden over de benodigde kennis op dit vakgebied moeten beschikken. Het gaat hierbij om het herkennen van risico’s voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen, het beoordelen van risicobeheersmaatregelen op het gebied van cyberbeveiliging en de gevolgen van de risico’s van die maatregelen.
Toezichthouder
Het tweede punt is dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de bevoegde autoriteit voor de waterschappen wordt en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) de toezichthouder. Voor de waterschappen is het prettig dat dit bij hun moederministerie wordt belegd en niet bij het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Vervolg
De Raad van State is om spoed gevraagd en zal naar verwachting op 20 januari advies uitbrengen. Daarnaast worden onderdelen uit beide wetten momenteel door de betrokken ministeries nader uitgewerkt in Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s). Zo komen in de AMvB’s voor de Cyberbeveiligingswet bijvoorbeeld criteria te staan voor het melden van incidenten en nadere eisen aan de opleiding voor bestuurders.
De planning is dat de AMvB’s in februari 2025 in consultatie gaan. Net als een halfjaar geleden zal de Unie van Waterschappen de leden dan wederom op deze consultatie attenderen, alle reacties vanuit de waterschappen verzamelen en per brief met de betrokken ministeries delen.
Op woensdag 11 december vond de IBDS Stelseldag plaats: een landelijk congres over de interbestuurlijke samenwerking op het gebied van data. De waterschappen verzorgden een aantal sessies en Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, was de dagvoorzitter.
Meer interbestuurlijke samenwerking
Tijdens de IBDS Stelseldag werd ook een intentieverklaring getekend voor meer interbestuurlijke samenwerking in het omgaan met data. De ondertekenaars onderstreepten het belang van een uniforme, overheidsbrede gegevenshuishouding. Staatssecretaris Zsolt Zsabo zei in zijn speech op het congres: “Inmiddels hebben we met de IBDS en interbestuurlijke partners al veel ontwikkeld kennisproducten ontwikkeld, handreikingen opgesteld, ondersteuning ingericht. Maar ik ben zelf van het doorpakken. Dat gaan we nu dus echt doen: interbestuurlijk samenwerken en zoveel mogelijk over de verschillende loketten heen kijken.”
Ook de Unie van Waterschappen ondetekende de intentieverklaring. “We werken steeds meer met data, denk aan meetgegevens, vergunningverlening, geodata en dergelijke”, aldus ondertekenaar Vincent Lokin namens de Unie van Waterschappen. “Deze data zijn essentieel voor ons werk. Maar het levert ook veel vragen op: hoe te verzamelen, ontsluiten en archiveren? Die vragen spelen bij alle overheden. Het is dan ook een gezamenlijke opgave die vraagt om duidelijke richtlijnen. We kunnen elkaar ook helpen en elkaars data verrijken.”
De datastrategie van de waterschappen
In een van de break-outsessies vertelden Andreas Hoogeveen (Unie van Waterschappen) en Roland van de Boel (het Waterschapshuis) over de digitale transformatie bij de waterschappen. De waterschappen hebben een ‘Vaarkaart‘ opgesteld die de ambities met betrekking tot datagedreven werken in kaart brengt. Dit om invulling te geven aan de steeds grotere opgaven waarvoor waterschappen staan. De bestuurlijke ambitie wordt nu voor verschillende onderdelen uitgewerkt, waaronder in de vorm van een datastrategie. In de sessie werd ingegaan op de totstandkoming van de datastrategie, hoe zowel besturen als werkvloer zijn meegenomen en welke keuzes daarin zijn gemaakt.
Waterschappen en AI
In een andere break-outsessie gaven Joost Klein Entink en Lennart Heijman (Unie van Waterschappen) inzicht in hoe de waterschappen omgaan met artificiële intelligentie (AI). Ze presenteerden hierbij het AI-kompas van de waterschappen: hoe weeg je bestuurlijke risico’s en ethische dilemma’s af voordat je AI inzet? Ook was er ruimte om AI-ervaringen onderling uit te wisselen.
IBDS Stelseldag
De Interbestuurlijke Datastrategie (IBDS) werkt samen met het Rijk, provincies, gemeenten, uitvoeringsorganisaties en waterschappen aan uitdagingen op het gebied van datagebruik. Jaarlijks organiseert het programma Realisatie IBDS met haar partners een congres om te markeren wat de huidige stand van zaken is en hoe de volgende stappen kunnen worden gezet.