Publicatie ‘Leerkring inhoudelijk en financieel (meer) vooruitkijken’

24 februari 2025

Om waterschappen meer van elkaar te laten leren en hen te ondersteunen bij het in beeld brengen van de financiële impact van hun opgaven tot 2050, heeft de Unie van Waterschappen de ‘Leerkring inhoudelijk en financieel (meer) vooruitkijken’ georganiseerd. Deze leerkring heeft geresulteerd in ondersteunende producten waarmee waterschappen een beter beeld kunnen krijgen van de ontwikkelingen die op middellange en lange termijn op hen afkomen en de financiële gevolgen daarvan. Die resultaten zijn nu gebundeld in een publicatie.

Cover van publicatie Leerkring inhoudelijk en financieel meer vooruitkijken

“De opgaven van de waterschappen zijn groot. Denk aan de dijkversterkingsopgave en het vervangen van de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Voor veel waterschappen is dit aanleiding om de horizon die qua opgaven en financiële consequenties in beeld wordt gebracht te verleggen van de traditionele meerjarenperiode van vijf jaar, naar 10 tot 25 jaar. Ieder waterschap is daar nu op eigen wijze mee bezig en is daarbij op zoek naar een manier om meer gevoel te krijgen bij wat er op de organisatie af komt en wat daarvan de implicaties zijn voor de financiën. Die behoefte was voor ons als Unie aanleiding om deze leerkring te starten.”, aldus Vincent Lokin, lid van het bestuur van de Unie van Waterschappen.

De leerkring

In de leerkring hebben zo’n 40 medewerkers van waterschappen kennis en ervaringen uitgewisseld op dit terrein. Ook hebben ze met elkaar in beeld gebracht welke ontwikkelingen er in de komende 25 jaar op de waterschappen afkomen. Daarnaast verdiepten zij zich in het ontwikkelen van scenario’s om mogelijke toekomstige ontwikkelingen inzichtelijk te maken. In het laatste deel van de leerkring hebben zij samengewerkt aan de ontwikkeling en eerste toepassing van twee methodes om meer gevoel te krijgen bij de (financiële) toekomst van de waterschappen. Dit zijn de TNO-methode en de FFT-methode. Beide methoden zijn tijdens de leerkring ontwikkeld en toegepast door drie waterschappen.

TNO-methode

De TNO-methode, genoemd naar het gelijknamige instituut, is een op de waterschappen toegesneden toepassing van de methodiek zoals die door TNO in 2023 is gehanteerd bij het uitvoeren van de studie ‘Vernieuwingsopgave infrastructuur’. Deze methode kent assetmanagement als basis, waarbij vanuit het bestaande areaal via kostenkengetallen en referentielevensduren wordt berekend wat de financiële impact van 1-op-1 vervanging van de bestaande infrastructuur is.

FFT-methode

FFT staat voor Financieel Fit voor de Toekomst. Met deze methode worden aan de hand van een beleidsanalyse ontwikkelingen in kaart gebracht die geclusterd zijn in varianten die verschillen in de mate van waarschijnlijkheid. Vervolgens worden die varianten financieel doorgerekend en worden relevante beleidsvragen vertaald naar een bestuurlijke agenda.

Publicatie

De publicatie die naar aanleiding van de leerkring is opgesteld, maakt de inzichten en methodes beschikbaar voor geïnteresseerden binnen en buiten de waterschapssector. In de publicatie is onder meer een praktische beschrijving opgenomen van de twee zojuist genoemde methoden die waterschappen kunnen ondersteunen bij het inhoudelijk en financieel verder vooruit kijken.

> de publicatie ‘Leerkring inhoudelijk en financieel (meer) vooruitkijken’

> de bedrijfsvergelijkingen op waterschapsspiegel.nl

Unie van Waterschappen maakt kennis met Digi-commissie Eerste Kamer

5 februari 2025

Op 4 februari heeft de vaste commissie Digitalisering van de Eerste Kamer kennisgemaakt met gemeenten, provincies, waterschappen en diverse (digitale) toezichthouders. De commissie is bijgepraat over hoe de waterschappen invulling geven aan de digitale transformatie en hoe ze omgaan met artificiële intelligentie (AI).

kennismaking-digi-commissie-eerste-kamer-unie-van-waterschappen

Digitalisering en de waterschappen

Een belangrijk vraagstuk van de commissie was de borging van publieke waarden, fundamentele rechten en digitale uitvoerbaarheid. Namens de waterschappen vertelde Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, hoe digitalisering speelt in de sector. “Het waterpeilbeheer, de rioolwaterzuivering, dijkmonitoring en waterkwaliteitscontroles zijn al vergaand gedigitaliseerd. Er liggen nog kansen om bijvoorbeeld extreem weer beter te voorspellen, biodiversiteit beter te monitoren en onderhoud, maar bijvoorbeeld ook besluitvorming, efficiënter in te richten met behulp van AI.”

Kansgericht

De waterschappen zien dus vooral kansen. Lokin: “Privacyrisico’s voor waterschappen zijn relatief beperkt vergeleken met bijvoorbeeld gemeenten of het Rijk. Ook omdat wij minder te maken hebben met persoonsgegevens. Hierdoor is de focus bij digitalisering meer kansgericht dan risicogericht. Maar ook wij moeten ons bewust zijn van het verantwoord en ethisch handelen bij digitale toepassingen.”

Vaarkaart en AI-kompas

Lokin presenteerde ook de Vaarkaart – Digitaal op koers, het visiedocument van de waterschappen op de digitale transformatie. In deze visie ligt de focus op organisatieverandering. Lokin: “Om alle kansen te grijpen die de informatiesamenleving de waterschappen biedt, zullen de waterschappen moeten leren zich sneller aan te passen aan de voortdurende veranderingen in de digitale wereld.” Ook was er speciale aandacht voor het gebruik van kunstmatige intelligentie en de afwegingen die daarbij komen kijken. De Unie van Waterschappen heeft hier een AI-kompas voor ontwikkeld.

Uitvoerbaarheid digitale transformatie

De Eerste Kamerleden waren vooral geïnteresseerd in wat er nodig is om de digitale transformatie goed te kunnen uitvoeren. Met name duidelijke regels en voldoende tijd voor implementatie bij de 21 waterschappen vinden zij daarbij essentieel. Ook willen ze graag kennis en capaciteit vergroten. Door de krappe arbeidsmarkt is het lastig om de juiste kennis in huis te halen of te houden. Daarnaast vroegen de Unie van Waterschappen, IPO en VNG aandacht voor de uitvoerbaarheid van de digitale wet- en regelgeving. Het implementeren en onderhouden van die veranderende regels kost veel capaciteit.

Decentrale overheden brengen aandachtspunten in voor debat over Archiefwet

27 januari 2025

Op 30 januari debatteert de Tweede Kamer over de nieuwe Archiefwet. De VNG, IPO en Unie van Waterschappen hebben gezamenlijk inbreng geleverd voor dit debat. waarin zij aandacht vragen voor duurzame toegankelijkheid van overheidsinformatie en voldoende ruimte om de nieuwe wet te implementeren.

De stoelen en banken in de Tweede Kamer

De Archiefwet

De Archiefwet regelt de duurzame toegankelijkheid van overheidsinformatie en is een belangrijk kader voor het op orde brengen van de informatiehuishouding, en publieke verantwoording aan de inwoner op langere termijn. Gemeenten, provincies en waterschappen vragen aandacht voor een aantal punten om de toegankelijkheid van overheidsinformatie ook in de toekomst op peil te houden.

Helderheid over samenhang

De decentrale overheden adviseren de Kamer om de nieuwe Archiefwet vast te stellen en in te zetten op innovatie voor duurzame toegankelijkheid van overheidsinformatie. Ook vragen VNG, IPO en de Unie van Waterschappen helderheid over de samenhang van de nieuwe wet met de Woo, AVG en andere informatiewetten.

Ruimte en inspraak

Doordat er veel informatiewetten op de decentrale overheden af komen, willen zij de ruimte om zich goed voor te bereiden en de nieuwe regels goed te implementeren. Ook willen zij ruimte voor inspraak. Zo willen zij beslissingsruimte over waar en hoe informatie precies moet worden bewaard en voor hoe lang.

Compensatie voor extra kosten

De implementatie van onder meer de nieuwe Archiefwet brengt veel extra kosten mee voor de decentrale overheden. Zij zien daarom graag een compensatie van die kosten vanuit het Rijk.

Herstel van vertrouwen

De waterschappen zijn er voorstander van om meer en meer als één overheid op te treden, zeker als het gaat om digitale dienstverlening. In de Archiefwet draait het om toekomstbestendige toegankelijkheid van overheidsinformatie. In hun visiedocument op de digitale transformatie ‘De Vaarkaart – digitaal op koers’ geven de waterschappen daarbij aan dat er een aangetast vertrouwen in de overheid is, als het gaat om transparantie. De nieuwe Archiefwet zal dan ook verantwoord en bewust gebruik van informatie moeten borgen om dit vertrouwen te herstellen.

> Lees de volledige inbreng van de decentrale overheden



Motie aangenomen over AI-fabriek in Groningen

22 januari 2025

De Tweede Kamer heeft op 21 januari een motie aangenomen van Kamerlid Vermeer van BBB. De motie roept de regering op om regie te nemen over de effecten van een mogelijke AI-fabriek in Groningen op het landschap, het energiesysteem, het watergebruik en het benutten van restwarmte.

voorgevel Tweede Kamer

Wat staat er in de motie?

Tijdens een wetgevingsoverleg op 11 november gaf de Minister van Economische Zaken aan dat Groningen een mogelijke locatie is voor een AI-fabriek. Deze fabriek kan Nederland tot een koploper maken op het gebied van kunstmatige intelligentie en de concurrentiepositie van ons land versterken. De motie vraagt aandacht voor de neveneffecten van een AI-fabriek, zoals de impact op het landschap, het gebruik van energie en water, en de mogelijkheden om restwarmte te benutten.

> bekijk de volledige motie op de website van de Tweede Kamer

Wat vinden de waterschappen?

De waterschappen zien de kansen die AI de maatschappij kan brengen. Wel benadrukken ze dat dit verantwoord en ethisch moet gebeuren. Energie- en watergebruik moeten dus op een verantwoorde manier worden meegewogen, zoals de waterschappen dat ook hebben onderschreven in de ambities uit het visiedocument ‘Vaarkaart – digitaal op koers’ en de uitgangspunten uit het AI-kompas.

Hoe nu verder?

De regering zal de Kamer begin 2025 verder informeren over de plannen voor de AI-fabriek. De Unie van Waterschappen blijft de ontwikkelingen volgen.

Wetsvoorstellen fysieke en digitale veiligheid naar Raad van State

23 december 2024

Twee wetsvoorstellen op het gebied van fysieke en digitale veiligheid zijn afgelopen week naar de Raad van State gestuurd voor advies. Het gaat om de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke) en de Cyberbeveiligingswet (Cbw). De wetsvoorstellen bevatten een aantal aandachtspunten van de waterschappen.



Reactie waterschappen op wetsvoorstel

De wetsvoorstellen zijn beschikbaar in de Wetgevingskalender van de overheid. De Cyberbeveiligingswet bevat twee belangrijke punten die de Unie van Waterschappen eerder inbracht via de consultatie. De consultatiereacties staan ook in de wetsvoorstellen en de bijbehorende memories van toelichting.

Eindverantwoordelijkheid

Allereerst komt de eindverantwoordelijkheid voor de Cyberbeveiligingswet niet bij de ambtelijke leiding te liggen, maar bij het bestuur. Deze wijziging zorgt ervoor dat de eindverantwoordelijkheid bij degene ligt die ook de besluiten over cyberbeveiliging in de organisatie neemt. Dit betekent dat bestuursleden over de benodigde kennis op dit vakgebied moeten beschikken. Het gaat hierbij om het herkennen van risico’s voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen, het beoordelen van risicobeheersmaatregelen op het gebied van cyberbeveiliging en de gevolgen van de risico’s van die maatregelen.

Toezichthouder

Het tweede punt is dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de bevoegde autoriteit voor de waterschappen wordt en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) de toezichthouder. Voor de waterschappen is het prettig dat dit bij hun moederministerie wordt belegd en niet bij het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Vervolg

De Raad van State is om spoed gevraagd en zal naar verwachting op 20 januari advies uitbrengen. Daarnaast worden onderdelen uit beide wetten momenteel door de betrokken ministeries nader uitgewerkt in Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s). Zo komen in de AMvB’s voor de Cyberbeveiligingswet bijvoorbeeld criteria te staan voor het melden van incidenten en nadere eisen aan de opleiding voor bestuurders.

De planning is dat de AMvB’s in februari 2025 in consultatie gaan. Net als een halfjaar geleden zal de Unie van Waterschappen de leden dan wederom op deze consultatie attenderen, alle reacties vanuit de waterschappen verzamelen en per brief met de betrokken ministeries delen.

Waterschappen goed vertegenwoordigd op IBDS Stelseldag

12 december 2024

Op woensdag 11 december vond de IBDS Stelseldag plaats: een landelijk congres over de interbestuurlijke samenwerking op het gebied van data. De waterschappen verzorgden een aantal sessies en Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, was de dagvoorzitter.

Vincent Lokin op podium

Meer interbestuurlijke samenwerking

Tijdens de IBDS Stelseldag werd ook een intentieverklaring getekend voor meer interbestuurlijke samenwerking in het omgaan met data. De ondertekenaars onderstreepten het belang van een uniforme, overheidsbrede gegevenshuishouding. Staatssecretaris Zsolt Zsabo zei in zijn speech op het congres: “Inmiddels hebben we met de IBDS en interbestuurlijke partners al veel ontwikkeld kennisproducten ontwikkeld, handreikingen opgesteld, ondersteuning ingericht. Maar ik ben zelf van het doorpakken. Dat gaan we nu dus echt doen: interbestuurlijk samenwerken en zoveel mogelijk over de verschillende loketten heen kijken.”

Intentieverklaring samenwerking gegevenshuishouding

Ook de Unie van Waterschappen ondetekende de intentieverklaring. “We werken steeds meer met data, denk aan meetgegevens, vergunningverlening, geodata en dergelijke”, aldus ondertekenaar Vincent Lokin namens de Unie van Waterschappen. “Deze data zijn essentieel voor ons werk. Maar het levert ook veel vragen op: hoe te verzamelen, ontsluiten en archiveren? Die vragen spelen bij alle overheden. Het is dan ook een gezamenlijke opgave die vraagt om duidelijke richtlijnen. We kunnen elkaar ook helpen en elkaars data verrijken.”

De datastrategie van de waterschappen

In een van de break-outsessies vertelden Andreas Hoogeveen (Unie van Waterschappen) en Roland van de Boel (het Waterschapshuis) over de digitale transformatie bij de waterschappen. De waterschappen hebben een ‘Vaarkaart‘ opgesteld die de ambities met betrekking tot datagedreven werken in kaart brengt. Dit om invulling te geven aan de steeds grotere opgaven waarvoor waterschappen staan. De bestuurlijke ambitie wordt nu voor verschillende onderdelen uitgewerkt, waaronder in de vorm van een datastrategie. In de sessie werd ingegaan op de totstandkoming van de datastrategie, hoe zowel besturen als werkvloer zijn meegenomen en welke keuzes daarin zijn gemaakt.

Waterschappen en AI

In een andere break-outsessie gaven Joost Klein Entink en Lennart Heijman (Unie van Waterschappen) inzicht in hoe de waterschappen omgaan met artificiële intelligentie (AI). Ze presenteerden hierbij het AI-kompas van de waterschappen: hoe weeg je bestuurlijke risico’s en ethische dilemma’s af voordat je AI inzet? Ook was er ruimte om AI-ervaringen onderling uit te wisselen.

IBDS Stelseldag

De Interbestuurlijke Datastrategie (IBDS) werkt samen met het Rijk, provincies, gemeenten, uitvoeringsorganisaties en waterschappen aan uitdagingen op het gebied van datagebruik. Jaarlijks organiseert het programma Realisatie IBDS met haar partners een congres om te markeren wat de huidige stand van zaken is en hoe de volgende stappen kunnen worden gezet.

Waterschappen praten Kamerleden bij over digitalisering

6 december 2024

Tijdens een lunchsessie op vrijdag 6 december informeerde de Unie van Waterschappen Eerste en Tweede Kamerleden over de digitale transformatie en informatieveiligheid bij de waterschappen. Lunchsessies worden regelmatig georganiseerd om Kamerleden bij te praten over actuele onderwerpen.

Vincent Lokin spreekt tijdens lunchsessie

Kansen en risico’s van digitalisering

De ontwikkelingen op het gebied van digitalisering gaan razendsnel, ook binnen de (decentrale) overheid. Provincies, gemeenten en waterschappen werken hard om de kansen van digitalisering te benutten en de bijbehorende risico’s te beheersen. Daarom organiseerde de Unie van Waterschappen samen met het IPO en de VNG een informele lunchbijeenkomst om kennis te maken met de Eerste en Tweede Kamerleden die digitalisering in hun portefeuille hebben. Onder meer Tweede Kamerleden Jesse Six Dijkstra (NSC) en Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA) waren aanwezig.

Kansen van AI

Het IPO besprak de kansen van kunstmatige intelligentie (AI) voor provincies. AI is voor hen een onmisbaar hulpmiddel: het stelt ze in staat om natuurmonitoring, verkeersdoorstroming en de integratie van een nieuw energiesysteem efficiënter en nauwkeuriger aan te pakken.

Datagedreven werken

Vervolgens sprak de VNG over datagedreven werken en gegevensuitwisseling. Hierbij ging het vooral over praktische belemmeringen om data te delen. De systemen die overheidsbreed worden gehanteerd, zijn niet altijd op elkaar afgesteld. Ook is de informatiehuishouding niet altijd op orde, wat de kwaliteit van data in het geding brengt. Overheidsbreed regisseren, investeren en standaardiseren is daarom van groot belang om maatschappelijke opgaven aan te pakken, aldus de gemeenten.

Informatieveiligheid

De Unie van Waterschappen ging tenslotte in op het belang van informatieveiligheid. De waterschappen worden steeds afhankelijker van goed werkende ICT-systemen. Bovendien komen cyberaanvallen steeds vaker voor. Om voorbereid te zijn op digitale dreigingen en afhankelijkheden is het voor de decentrale overheden belangrijk om informatieveiligheid goed in te richten als continu proces. Dit maakt onderdeel uit van de implementatie van de Europese NIS2-richtlijn en de vertaling daarvan in de Nederlandse Cyberbeveiligingswet.

Voor de decentrale overheden is het belangrijk dat overheden hierin samenwerken en dat het Rijk regie neemt. “De waterschappen zijn al ruim tien jaar bezig met het verbeteren van hun informatieveiligheid. Het zijn processen van de lange adem,” zei Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen. “Ons aanpassen naar nieuwe wet- en regelgeving zal dan ook niet van de een op andere dag kunnen plaatsvinden. Maar omdat het belang groot is en dagelijks groeit, zitten de waterschappen er bovenop.”

Unie van Waterschappen, IPO en VNG leveren gezamenlijk inbreng Wetgevingsoverleg Digitalisering

8 november 2024

Maandag 11 november vindt het Wetgevingsoverleg Digitalisering plaats in de Tweede Kamer. De ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Justitie en Veiligheid en Economische Zaken bespreken hierin hun begrotingen voor digitalisering. Samen met de gemeenten en provincies sturen de waterschappen enkele aandachtspunten naar de Kamerleden.

tweede-kamer-nieuw-lege-plenaire-zaal-bron-Tweede-Kamer-der-Staten-Generaal

Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS)

De koepelorganisaties vinden dat het huidige regeerprogramma te weinig aandacht besteedt aan digitalisering. De medeoverheden blijven graag samenwerken aan een transparante overheid, versterkte cyberweerbaarheid, verantwoorde inzet van AI en data, en de versterking van digitale open strategische autonomie. Daarbij benadrukken ze het belang van zorgvuldige implementatie van nationale en Europese digitale wet- en regelgeving.

Onder leiding van de staatssecretaris van BZK werken de koepels nauw samen met de betrokken ministeries bij de totstandkoming van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS). Ze waarderen de overheidsbrede aanpak van de staatssecretaris en zetten deze samenwerking graag door. In het kader van de NDS hebben de koepels drie aandachtspunten.  

Standaardisering voor betere informatiepositie

De koepels vinden vergaande standaardisering essentieel voor effectieve en efficiënte samenwerking tussen verschillende bestuurslagen, en om het werken aan de gezamenlijke opgaven te versnellen. Het digitale Huis van Thorbecke verdient grondig onderhoud. Dit vereist onder meer uniforme werkwijzen en heldere afspraken over gegevensuitwisseling.

Nationale en Europese digitaliseringswetgeving

De Europese Unie heeft een toenemende invloed op het nationale digitaliseringsbeleid. De koepels pleiten daarom voor een gezamenlijke aanpak richting Europa om de belangen van lokale uitvoering te waarborgen en kansen te benutten. Daarnaast vragen ze aandacht voor de uitvoerbaarheid van zowel Europese als nationale digitaliseringswetgeving.

Uitvoerbaarheid NDS

Tot slot maken de koepels zich zorgen over de uitvoerbaarheid van de NDS. Hiervoor zijn onvoldoende financiële middelen op de begroting gereserveerd. Ze zien daarom een risico op onvoldoende middelen voor belangrijke thema’s, zoals data-gedreven werken, verantwoorde inzet van AI en de uitvoerbaarheid van de grote hoeveelheid digitaliseringswetten.

> Bekijk de volledige inbreng

Deadline Europese cyberrichtlijn voor Nederland verstreken

25 oktober 2024

Per 17 oktober moeten EU-landen de Network and Information Security Directive (NIS2-richtlijn) hebben omgezet in nationale wetgeving. De richtlijn heeft belangrijke implicaties voor overheden als het gaat om informatiebeveiliging en de meld- en zorgplicht rondom (cyber)incidenten.

toetsenbord met daarop een klein cijferhangslot

Haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar

De richtlijn moet door EU-lidstaten worden omgezet in nationale wetgeving. In Nederland gebeurt dit via de Cyberbeveiligingswet. De wet is deze zomer in consultatie geweest en zal medio 2025 van kracht worden. Voor de decentrale overheden staan de haalbaarheid, betaalbaarheid en uitvoerbaarheid van de wet voorop.

Vragen over de implementatie

Voor de periode dat de richtlijn van kracht is maar de wet nog niet, geldt dat organisaties die onder de richtlijn vallen al wel rechten hebben, maar nog geen wettelijke plichten. Nog niet alle plichten uit de nieuwe wet zijn duidelijk. Samen met VNG en IPO is de Unie van Waterschappen hierover voortdurend in contact met het Rijk. De ministeries van Binnenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid, Infrastructuur en Waterstaat en Volksgezondheid, Welzijn en Sport stellen nadere regels. Denk hierbij bijvoorbeeld aan verkeer, weg- en waterbeheer. Deze processen staan in de NIS2-richtlijn en zijn in Nederland lokaal georganiseerd. De exacte scope van deze deze nadere regelgeving is nog niet duidelijk, en dus ook niet wat de impact op voor decentrale overheden zal zijn.

Medeoverheden: samen optrekken

Vraagstukken als toezicht, meldplicht, zorgplicht en vitaal verklaringen van de sector zijn relevant. Deze kunnen niet zonder de betrokkenheid van de medeoverheden uitgedacht en geïmplementeerd worden. De Unie van Waterschappen wenst daarbij een duidelijke tijdslijn voor implementatie in nationale wet- en regelgeving en pleit voor helderheid en tijdigheid. Ook vinden de waterschappen het belangrijk dat alle overheden hierin samen optrekken. Alleen zo kan er immers gewerkt worden aan een weerbaar Nederland, een veilige overheid en een sterke informatiebeveiliging in de sector.

> Lees meer over cybersecurity in de watersector

Heidag digitalisering decentrale overheden

17 oktober 2024

Hoe kunnen decentrale overheden beter samenwerken aan digitalisering? Die vraag stond centraal op een gezamenlijke heidag van de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Op woensdag 9 oktober kwamen vertegenwoordigers van de drie koepelorganisaties bij elkaar om te praten over digitalisering. Ze stelden gezamenlijke prioriteiten en maakten werkafspraken in het versterken van elkaars ambities.



Informatiehuishouding, data en transparantie

Tijdens de heidag spraken de koepels onder meer over het op orde krijgen van de informatiehuishouding, het optimaal inzetten van data en het bieden van transparantie als overheid. Een van de conclusies luidde dat het altijd goed is om eerst te bekijken of het mogelijk is om bepaalde zaken gezamenlijkheid op te pakken. Dit om het werk beter te verdelen en van elkaar te leren. Ook werd het belang onderstreept van elkaar transparant informeren.

Samen optrekken in lobby

Concreet spraken de Unie van Waterschappen, IPO en VNG af dat zij als koepels samen optrekken in de lobby over betaalbaarheid van datastelsels. “De baten van de datastelsels komen op een andere plek dan de claims voor financiering,” legt Meindert Smallenbroek, algemeen directeur van de Unie van Waterschappen, uit. “Dit speelt bijvoorbeeld bij het handelsregister en bij het beeldmateriaal, en is niet houdbaar voor de koepelorganisaties en achterban.”

Ruimte voor kennisdeling

De koepelorganisaties willen samenwerken aan concrete casussen waar digitalisering wordt ingezet voor de opgaven, bijvoorbeeld in het ruimtelijke domein. Ook willen ze meer samen optrekken om het werk te verdelen dat vanuit het Rijk en Europa op hen afkomt. Het streven is om dit overleg in de toekomst vaker te laten plaatsvinden, om de voortgang van de besproken werkafspraken te monitoren en ruimte te maken voor kennisdeling op dit thema.