Steun voor centrale rol van water bij ruimtelijke plannen

25 november 2022

Op 25 november heeft minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) met een brief aan de Tweede Kamer de nationale kaders gepresenteerd voor ruimtelijke plannen: water en bodem sturend. Het kabinet geeft hiermee invulling aan de afspraak in het coalitieakkoord.



De Kamerbrief komt tegemoet aan het pleidooi van de waterschappen voor landelijke kaders op dit gebied. De waterschappen gaan, vanuit hun kennis van en verantwoordelijkheid voor het watersysteem, meewerken aan een regionale uitwerking van dit beleid in gebiedsprocessen en de verschillende ruimtelijke plannen.

Integrale aanpak en Rijkskaders voorwaardelijk

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Met de Kamerbrief water en bodem sturend wordt ons pleidooi landelijk concreet gemaakt. We blijven wel aandringen op een snelle verankering op landelijke wetgeving en op regionale borging in de gebiedsprogramma’s van het Nationaal Programma Landelijk gebied (NPLG). Dat doen we ook in andere ruimtelijke plannen voor bijvoorbeeld woningbouw en energie, waarin de provincies een stevige rol krijgen. Hiervoor is een integrale aanpak een vereiste. Een mogelijke versnelling op thema’s zoals stikstof en woningbouw mag geen aanleiding zijn om van dit principe af te stappen. Er is tegelijkertijd een waterkwaliteitsvraagstuk op te lossen”.

Een samenhangend pakket voor het landelijk gebied

Naast de Kamerbrief water en bodem sturend heeft het kabinet ook (proces)brieven over stikstof en landbouw naar de Kamer gestuurd, als een samenhangend pakket over de grote opgaven in het landelijk gebied. De nationale kaders over water en bodem sturend zijn daarvoor randvoorwaardelijk. “Het aanpakken van de achteruitgang van de natuur, de waterkwaliteit en de aanpak van klimaatverandering dulden geen uitstel meer. Tegelijkertijd lukt dat alleen als de landbouwsector, als belangrijke partner in het gebied, perspectief op korte en lange termijn heeft en kan bijdragen aan de transitie van het landelijk gebied. Het is nodig dat daarbij uitgegaan wordt van de basis, het water- en bodemsysteem. De kabinetsplannen bieden een bemoedigende basis, het is een complexe puzzel en het past om hierin gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen”.

Water en bodem sturend

Nederlanders ervaren steeds meer dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt. Dat komt door de gevolgen van klimaatverandering én doordat we ons land steeds intensiever gebruiken. Om te voorkomen dat we onszelf klem zetten, moet het belang van een gezond water- en bodemsysteem voorop staan en moeten we nu al rekening houden met de ruimtelijke randvoorwaarden die voor Nederland nodig zijn. In plaats van ons water- en bodemsysteem aan te passen aan onze wensen, is het nodig dat wij ons gaan aanpassen aan de grenzen die water en bodem aan ons stellen. Zodat we ook in de toekomst, met een ander en grillig klimaat kunnen blijven leven, wonen en werken.

Unie van Waterschappen pleit voor stikstofvrijstelling voor waterveiligheidsprojecten

2 november 2022

De Raad van State heeft op 2 november geoordeeld dat de bouw niet mag worden vrijgesteld van de stikstofregels. Ook bij projecten die alleen tijdelijk stikstof uitstoten, moet het effect op de natuur worden onderzocht. De Unie van Waterschappen is teleurgesteld over deze uitspraak, omdat dit voor de waterschappen leidt tot vertraging van projecten en extra kosten.



De Raad van State ziet te weinig voortgang in de maatregelen die bij moeten dragen aan het verminderen van stikstofuitstoot. Daarom oordeelt de Raad dat er ook voor de meest noodzakelijke bouwprojecten geen uitzondering mag worden gemaakt.

Opgave duldt geen uitstel

Dit betekent dat ook de vrijstelling voor de projecten van de waterschappen komt te vervallen en dat projecten rond de waterveiligheid in Nederland mogelijk vertragen. Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Werken aan een veilig Nederland moet altijd door kunnen gaan. Het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering, het verbeteren van de waterkwaliteit en het versterken van onze dijken zijn opgaven die geen vertraging dulden.”

Vrijstelling voor tijdelijke uitstoot moet blijven bestaan

De waterschappen hadden voor hun projecten vrijstelling gekregen omdat er sprake is van een tijdelijke stikstofuitstoot. Schoonman: “Een dijkversterking brengt bijvoorbeeld eenmalig uitstoot met zich mee. Een vrijstelling voor dit soort tijdelijke uitstoot zou wat ons betreft moeten blijven bestaan.”

Doorgang projecten noodzakelijk

De Unie van Waterschappen benadrukt het belang van de doorgang van de waterbeheerprojecten. Schoonman: “De waterschappen bieden met hun werkzaamheden randvoorwaarden voor een leefbaar Nederland. De wettelijke taken van het waterschap kunnen worden beschouwd als het noodzakelijke beheer en onderhoud, en zijn een randvoorwaarde voor andere gebruiksfuncties in Nederland. Ook voor natuur. De voortgang van deze cruciale werkzaamheden van de waterschappen aan waterveiligheid en het watersysteem zouden daarom niet geraakt mogen worden door deze uitspraak.”

Emissieloos werken

De waterschappen vinden verder dat het terugdringen van de uitstoot dé manier is om aan het werk te kunnen. Voor het versterken van de dijken, de aanleg van gebieden waar water kan worden opgeslagen en bijvoorbeeld renovaties van rioolwaterzuiveringsinstallaties streven waterschappen ernaar om zo min mogelijk energie te verbruiken, transport te beperken en de inzet van emissieloos materieel door aannemers aan te jagen. Schoonman: “Dit gebeurt al bij steeds meer projecten, maar op dit moment is het nog niet mogelijk om in alle projecten van de waterschappen volledig emissieloos te werken. Daarom blijft een vrijstelling voor onze projecten nodig.”

Zicht op natuurherstel

Daarnaast wordt bij waterschapsprojecten gekeken naar de mogelijkheden voor natuurherstel. Hiermee werken de waterschappen aan perspectief voor volgende generaties. De waterschappen sporen het rijk daarom ook aan om met beleid te komen dat snel zicht geeft op natuurherstel.

Waterschappen vragen om integrale uitvoering advies Remkes

11 oktober 2022

Op 11 oktober heeft de Unie van Waterschappen een brief gestuurd naar minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) en minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit). In die brief reageert de Unie op het stikstofadviesrapport 'Wat wel kan' dat Johan Remkes op 6 oktober presenteerde.



De waterschappen zijn positief over het advies. Ze zien een aantal belangrijke aandachtspunten voor de uitvoering en bieden hun slagkracht en kennis in de regio aan voor de uitvoering van de plannen.

Urgentie

De Unie van Waterschappen onderschrijft de urgentie die Johan Remkes met zijn advies ‘Wat wel kan’ uitdraagt. De aangedragen oplossingen zijn onontkoombaar. De uitstoot moet naar beneden en de natuur moet worden hersteld. Ook moet de draagkracht van het water en bodemsysteem – inclusief de waterkwaliteit – leidend zijn bij het bepalen van ‘wat waar wel kan’. Verder kan de Unie zich vinden in de conclusie van Johan Remkes dat een robuust natuurlijk systeem alleen kan worden gerealiseerd als het rijk het beleid aanscherpt.

Samenhang

De Unie prijst het samenhangende geheel van Remkes’ adviezen en waarschuwt voor selectief te werk gaan bij het overnemen van de voorgestelde aanpak. De waterschappen roepen de minister dan ook op het advies integraal uit te voeren.

Niet langer dweilen met de kraan open

Roger van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, schrijft in de brief: “We kunnen niet langer ‘dweilen met de kraan open’. De waterschappen ervaren dat de grenzen van het watersysteem – de voorwaarde voor de klimaatbestendigheid en vruchtbaarheid van onze delta – zijn bereikt. Het stemt de waterschappen dan ook positief dat in het advies een centrale rol is toebedeeld aan de principes van water en bodem sturend. Dit geldt zowel voor de waterbeschikbaarheid als de waterkwaliteit.”

Nieuwe impasse voorkomen

Natuur en stikstof is één van de onderwerpen waar Nederland tegen de fysieke grenzen is aangelopen. Van der Sande: “Het stikstofdossier is pas politiek urgent geworden door een gerechtelijke uitspraak en een stokkende vergunningverlening. Ditzelfde dreigt ook met de Europese Nitraatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water, die Nederland verplicht om in 2027 de waterkwaliteit op orde te hebben. De waterschappen werken hard aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Ook wij willen voorkomen dat waterkwaliteit het volgende stikstofdossier wordt. Daarbij hebben we andere overheden nodig om dit voor elkaar te krijgen.”

> Lees de brief van de Unie van Waterschappen

Remkes ondersteunt ‘Water en Bodem sturend’ in stikstofadvies

5 oktober 2022

Op 5 oktober heeft Johan Remkes zijn advies om de stikstofcrisis vlot te trekken gepresenteerd aan minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof). In zijn advies stelt Remkes dat het noodzakelijk is om op zeer korte termijn veel minder stikstof te gaan uitstoten om natuurherstel mogelijk te maken. Ook geeft hij aan dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend moet zijn voor het soort functie dat een gebied aan kan. In een eerste reactie is de Unie van Waterschappen blij deze geuite wens terug te zien in het rapport.



De waterschappen gaan het advies van Remkes bestuderen en komen op korte termijn met een inhoudelijke reactie. Remkes geeft in zijn advies aan dat de consequenties groot zijn als nu niet op korte termijn de stikstofuitstoot omlaag gaat. Er is volgens hem een gerichte aanpak nodig. Remkes stelt onder meer voor binnen een jaar 500 tot 600 piekbelasters (zowel uit de agrarische sector als uit het bedrijfsleven) uit te kopen en de natuur veel centraler te stellen bij de verschillende opgaven die Nederland kent.

Geen uitstel

De Unie van Waterschappen vindt de oproep voor een versnelde aanpak passend. Eerder riepen ze in augustus bij hun gesprek met Remkes op om met heldere keuzes te komen. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Het aanpakken van de achteruitgang van de natuur en daarmee ook de waterkwaliteit, de beschikbaarheid van (zoet) water en de waterveiligheidsvraagstukken door klimaatverandering dulden immers geen verder uitstel meer.”

Water en bodem sturend

Die snelle aanpak is dus nodig. Een zorgvuldige aanpak blijft desondanks ook essentieel. “We moeten ingrijpende, ruimtelijke keuzes maken. Afgesproken is dat water en bodem daarbij sturend moeten zijn. Want deze opgave moet ook bijdragen aan het beter vasthouden van water en het reserveren van ruimte voor water om ons te wapenen tegen extreme weersomstandigheden en zeespiegelstijging. Dat sturende principe van water en bodem moet ook bij meer snelheid op de korte termijn overeind blijven.”

De waterschappen zijn daarom blij met deze passage uit het rapport van Remkes: ‘Zowel vanuit autonome ontwikkelingen als vanuit vastliggende juridische kaders ligt het voor de hand om water en bodem leidend te laten zijn in de zonering. Dat betekent dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend is voor het soort functie dat het gebied aan kan.’ Hieruit blijkt dat het principe ‘water en bodem sturend’ wel de gewenste centrale plek krijgt.

Samenhangende aanpak

Ook onderstreept de Unie van Waterschappen het belang dat Remkes hecht aan een samenhangende aanpak. In augustus riepen de waterschappen bij hun gesprek met Remkes al op de stikstofaanpak hand in hand te laten gaan met het verbeteren van de waterkwaliteit en het klimaatbestendig maken van Nederland. “Met een goede stikstofaanpak kunnen we een volgende crisis rond waterkwaliteit op tijd voorkomen,” aldus Van der Sande. “Wij pleiten voor een gelijkwaardige aanpak van stikstof, waterkwaliteit en klimaatadaptatie.”

Perspectief voor agrariërs

Voor de waterschappen is het daarnaast belangrijk dat tegelijk een perspectief geschetst wordt voor de agrariërs die willen bijdragen aan het oplossen van deze ingewikkelde puzzel en binnen de grenzen van het natuurlijke systeem kunnen opereren. Voor het regionaal waterbeheer zijn de agrariërs als terreinbeheerders een belangrijke partner.

Waterschappen tegen Remkes: Zorg dat waterkwaliteit niet de volgende stikstofcrisis wordt

22 augustus 2022

Op 22 augustus zijn de koepelorganisaties van de provincies, gemeentes en waterschappen op gesprek geweest bij stikstofbemiddelaar Johan Remkes. De Unie van Waterschappen bepleitte in het gesprek het belang om de stikstofaanpak hand in hand te laten gaan met het verbeteren van de waterkwaliteit en het klimaatbestendig maken van Nederland. “Met een goede stikstofaanpak kunnen we een volgende crisis rond waterkwaliteit op tijd voorkomen,” aldus Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen.



Van der Sande: “Natuur en stikstof is één van de onderwerpen waar Nederland tegen de grenzen is aangelopen. Het stikstofdossier is pas politiek urgent geworden vanwege een gerechtelijke uitspraak en stokkende vergunningverlening. Ditzelfde dreigt ook met de Europese Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water, die Nederland verplicht om in 2027 de waterkwaliteit op orde te hebben. Waterschappen werken hier hard aan. Ze hebben tegelijk andere overheden en de landbouwsector nodig om deze doelstelling te halen.”

Blij met voornemen integrale aanpak

In het coalitieakkoord is afgesproken om in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) het natuur- en stikstofdossier op te lossen in samenhang met de Europese doelstellingen voor klimaat en waterkwaliteit. De waterschappen zijn blij met deze uitgesproken intentie. Ze willen er op deze manier samen met het Rijk en andere partners voor zorgen dat waterkwaliteit niet het volgende stikstofdossier wordt.

Ingrijpende keuzes nodig

Verder zei de Unie van Waterschappen in het gesprek met Remkes dat ook de toenemende weersextremen zorgen voor ruimtelijke uitdagingen. De extreme droogte van deze zomer legt deze problematiek extra bloot. Van der Sande: “We moeten Nederland anders inrichten om water beter vast te houden en ons te wapenen tegen extreme hoosbuien en zeespiegelstijging. Dat vraagt om ingrijpende, ruimtelijke keuzes. Water en bodem moeten daarbij sturend zijn, zoals ook is afgesproken in het coalitieakkoord.”

Perspectief voor de landbouwsector

De waterschappen willen graag meewerken in de stikstofaanpak. Met hun gebiedskennis kunnen ze waardevolle partners zijn voor de gebiedsgerichte aanpak. Voor de reductie van stikstofuitstoot speelt daarnaast de agrarische sector een cruciale rol. Van der Sande: “Het is voor de waterschappen erg belangrijk dat de landbouwsector, als belangrijke partner in het gebied, perspectief krijgt en kan bijdragen aan de transitie van het landelijk gebied. De waterschappen vinden dan ook dat de focus van de gebiedsgerichte aanpak moet liggen op het samen tot stand brengen van de benodigde maatregelen om de natuur te verbeteren, de waterbeschikbaarheid te vergroten en te zorgen dat de waterkwaliteitsdoelen worden gehaald.”

> Lees de inbreng van de waterschappen voor het gesprek

Nieuwe subsidieregeling voor ontwikkelen stikstofgevoelige natuur

19 augustus 2022

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) stelt subsidie beschikbaar voor het inrichten van gebieden met stikstofgevoelige natuur. De waterschappen kunnen van deze regeling gebruikmaken. Met de natuurmaatregelen wordt een Natuurcompensatiebank gevuld waarmee waterschappen en de rijksoverheid op termijn de stikstofuitstoot van hun projecten kunnen compenseren.



De natuur die zo ontstaat, wordt toegevoegd aan het Natura 2000-gebied. Deze natuur kan gebruikt worden als compensatie voor (water)veiligheidsprojecten die alleen met een ADC-toets aan een Wet Natuurbescherming-vergunning kunnen komen.

Waarom is dit voor waterschappen relevant?

Waterschappen kunnen deze regeling gebruiken voor hun biodiversiteitsdoelen, al dan niet in combinatie met bijvoorbeeld dijkversterkingen. Waterschappen zijn ook bezig met de bossenstrategie. Veel (natte) boomsoorten zijn stikstofgevoelig. Stel dat een waterschap bijvoorbeeld in beekdalen een broekbos, een permanent nat bos, wil aanleggen. Dan kunnen de kosten hiervan mogelijk worden gefinancierd uit de Natuurcompensatiebank.

Partiële bouwvrijstelling

De Natuurcompensatiebank zélf is voor de waterschappen ook relevant. Er zijn waterveiligheidsprojecten die geen beroep kunnen doen op de partiële bouwvrijstelling, de stikstofvrijstelling voor bouw-, sloop- en eenmalige aanlegactiviteiten. Dat komt omdat die projecten ook gedurende de gebruiksfase stikstofemissie kennen. Denk bijvoorbeeld aan de aanleg van een extra fietspad of de verbreding van een weg. Bovendien is er een kans dat de partiële bouwvrijstelling op termijn verdwijnt.

Om wat voor soort gebieden gaat het?

Het gaat om het creëren van extra stikstofgevoelige natuur, die een Natura 2000 status krijgt. Deze natuur ligt in of dichtbij een Natura 2000-gebied. De regeling kan ook gelden voor natuur op grotere afstand, meer dan een kilometer. Maar alleen als de te creëren natuur een netwerkfunctie kan vervullen.

Hoe werkt het?

De regeling die nu wordt opengesteld is bedoeld voor onderzoek naar de haalbaarheid van een natuurinrichtingsvoorstel. Alle kosten worden daarin gesubsidieerd. Deze regeling voor het haalbaarheidsonderzoek staat open vanaf 3 oktober. Het is het eerste deel van 3 modules voor de subsidieregeling. In 2023 volgen de modules van de subsidieregeling voor de daadwerkelijke realisatie van de natuur, en voor het beheer.

Webinar

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) organiseert op donderdag 22 september van 11.00 tot 12.15 uur een webinar over de subsidieregeling Natuurcompensatiebank.

> Flyer Natuurcompensatiebank
> Toelichting Natuurcompensatiebank
> Subsidieregeling Natuurcompensatiebank

Subsidie voor meer schone en emissieloze machines in de (water)bouw

7 december 2021

Aannemers en loonbedrijven die voor waterschappen werken, kunnen vanaf het voorjaar subsidie aanvragen om schoon bouwmaterieel te kopen. Bijvoorbeeld mobiele kranen, graafmachines, shovels en bouwaggregaten

Graafmachine laadt zand in een vrachtwagen

Ook kunnen ze subsidie krijgen voor de ombouw of aanpassing van hun materieel van diesel naar waterstof of elektrisch. Dat is goed in de strijd tegen de stikstofproblemen die de bouw soms stilleggen. En voor onze gezondheid en het milieu.

270 miljoen tot 2030

In 2022 is er 20 miljoen euro beschikbaar. Het kabinet trekt er tot 2030 in totaal 270 miljoen euro voor uit. Het kabinet wil immers dat de bouw 60 procent minder stikstof en 0,4 megaton minder CO2 uitstoot in 2030. Dat is vastgelegd in de Aanpak Stikstof en het Klimaatakkoord. Deze subsidieregeling draagt daar aan bij.

Steun ambities waterschappen

De waterschappen zijn blij met deze subsidieregeling van de Rijksoverheid. Zij willen hun infrastructurele projecten, zoals dijkversterkingen en baggerprojecten, steeds schoner en met minder uitstoot uitvoeren. De regeling is een enorme steun voor deze ambities.

Breed pakket stikstofmaatregelen

Het geld voor deze regeling voor de bouw komt uit het brede pakket aan stikstofmaatregelen, dat het kabinet al eerder aankondigde.

Meer informatie op de website van de Rijksoverheid

Voorbeeld: Rijnland baggert groen (magazine Het Waterschap)

Unie maakt kennis met nieuwe minister en met waterwoordvoerder

19 januari 2022

Nu het nieuwe kabinet is beëdigd, wil de Unie van Waterschappen graag kennismaken met nieuwe ministers en staatssecretarissen die een deel van het brede werkterrein van de waterschappen in hun portefeuille hebben. Maar liefst 10 bewindspersonen hebben raakvlakken met het werk van de waterschappen.



Christianne van der Wal (minister voor Natuur en Stikstof)

Rogier van der Sande en Dirk-Siert Schoonman maakten op 17 januari kennis met minister Van der Wal (Natuur en Stikstof). Zij bespraken de rol van de waterschappen in de integrale aanpak van het stikstofdossier. De waterschappen juichen toe dat het nieuwe kabinet de stikstofopgave wil koppelen aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Zo vinden ze dat elke euro voor stikstofreductie er ook één van waterkwaliteit moet zijn.

Fahid Minhas (nieuwe waterwoordvoerder VVD)

Enkele Kamerleden werden minister of staatssecretaris en dat betekent dat er nieuwe Kamerleden in de Kamer komen. Soms wisselen de portefeuilles binnen de Kamerfractie dan ook. Bij de VVD was zo’n wissel: Fahid Minhas (foto) nam de waterportefeuille over van Rudmer Heerema. Rogier van der Sande maakte op 18 januari kennis met Minhas. De nieuwe waterwoordvoerder toonde zich geïnteresseerd in water in relatie tot ruimtelijke ordening. Er wordt binnenkort een werkbezoek voor hem georganiseerd.

Oproep om concrete plannen na debat stikstof

28 juni 2022

Op 23 juni debatteerde de Tweede Kamer over de plannen van het kabinet om de stikstofuitstoot te verminderen. De plannen van minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof riepen veel vragen op. Tijdens dit debat zijn tientallen moties ingediend waar op 28 juni over werd gestemd.

Polder landschap met weide, water en natuur- stikstof

Veel Kamerleden vroegen om meer concrete plannen. Op basis van deze wens is er een motie ingediend met de oproep aan de ministers van Natuur en Stikstof en van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV) om ruim voor Prinsjesdag met een toekomstperspectief voor boeren te komen. Deze motie is aangenomen.

Kringlooplandbouw

Er zijn ook andere moties ingediend. Mogelijke oplossingen voor de water-, natuur- en klimaatproblemen liggen volgens minister Staghouwer van LNV gedeeltelijk in de kringlooplandbouw. D66 kwam in lijn met deze denkwijze met meerdere moties. Daarin stond dat de transitie naar kringlooplandbouw moet worden verduidelijkt, ondersteund en gestimuleerd. Deze moties werden aangenomen.

Rol provincies

Er was ook een motie om provincies de regie te geven in de vormgeving van het stikstofbeleid zolang dit maar leidt tot 50 procent stikstofreductie in 2030 en de opgaven op het gebied van water en klimaat Worden gehaald. Deze motie werd aangenomen.

Stikstof en waterkwaliteit

Meerdere partijen noemden de link tussen stikstofuitstoot en waterkwaliteit. Woordvoerders van het hele politiek spectrum noemden water, natuur en klimaat vaak in een adem. Kamerlid Pieter Omtzigt riep dan ook op tot integraal beleid om al deze problemen gezamenlijk te kunnen aanpakken.

Waterschappen positief over klimaatbestendige keuzes in coalitieakkoord

15 december 2021

Het nieuwe kabinet laat met het coalitieakkoord zien in de ruimtelijke inrichting van Nederland rekening te houden met klimaatverandering door water en bodem sturend te laten zijn. De Unie van Waterschappen is blij dat het nieuwe kabinet hiermee een klimaatbestendige en waterbewuste weg inslaat. Ook de ambitieuze plannen voor de stikstofaanpak en de uitvoering van het Klimaatakkoord worden door de waterschappen aangemoedigd.



Uit het coalitieakkoord blijkt dat het nieuwe kabinet wil werken aan vernieuwde deltabeslissingen voor een waterveilig land met voldoende zoet water en een toekomstbestendige inrichting. “Water en bodem worden sturend bij ruimtelijke planvorming. Om die reden worden waterschappen daarbij eerder betrokken en krijgt de watertoets een dwingender karakter”, aldus de nieuwe coalitie.

Slimme, waterbewuste keuzes in ruimtelijke ordening

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Een Nederland waarin we schade door weersextremen weten te beperken begint bij een cultuuromslag, waarin we accepteren dat we land, water en bodem niet meer volledig naar onze hand kunnen zetten. We moeten Nederland niet op de oude manier vol bouwen, maar slimme en waterbewuste keuzes maken.”

“Daarnaast moeten we ingrijpende keuzes in het landelijk gebied niet langer vooruitschuiven. Met het dwingender maken van de watertoets onderstreept de nieuwe coalitie de urgentie hiervan. Met deze passage in het coalitieakkoord is de eerste stap in de goede richting gezet. Een logische vervolgstap is het aanscherpen van wet- en regelgeving door het Rijk om te borgen dat het niet alleen bij mooie woorden blijft.”

Waterkwaliteit slim combineren met stikstofaanpak

Ook is de Unie van Waterschappen positief over de ambitieuze stikstofaanpak die in het coalitieakkoord wordt gepresenteerd, waarbij een versnelling van het behalen van doelen en een transitiefonds tot 25 miljard euro worden aangekondigd.

Van der Sande: “We zijn blij in het coalitieakkoord te lezen dat de stikstofaanpak zich niet alleen richt op het verminderen van stikstofuitstoot, maar ook oog heeft voor samenhangende opgaven rond waterkwaliteit, klimaat en natuur en dat daar veel geld voor wordt uitgetrokken. Met de visie van een nieuw kabinet en de uitvoeringskracht en gebiedskennis van de waterschappen kunnen we het verschil maken in het verduurzamen van Nederland, het oplossen van het tekort aan woningen, het herstellen van de natuur, de transitie van de landbouw, het verbeteren van de waterkwaliteit én het verder voorkomen van schade en overlast door extreem weer.”

Dweilen met de kraan dicht

Daarnaast valt op dat in het coalitieakkoord veel nadere uitvoering in het behalen van de doelen uit Klimaatakkoord is terug te vinden. Daarbij worden ook de potentie van aquathermie en groen gas als hernieuwbare energiebronnen genoemd. Van der Sande: “Waar enerzijds aandacht is voor het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering, moeten we anderzijds vol inzetten op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen om verdere klimaatverandering te beperken. Het nieuwe kabinet laat zien hier bijzonder ambitieus in te zijn en dat moedigen wij aan.”

“Wij dweilen graag met de kraan dicht en nemen ook onze verantwoordelijkheid door met energiebesparing, duurzaam inkopen en het opwekken van duurzame energie toe te werken naar klimaatneutraliteit. Hierbij is aquathermie een aantrekkelijk alternatief voor aardgas en zijn de waterschappen potentieel grote leveranciers van groen gas. We hopen dat het nieuwe kabinet daarom ook financiële en juridische belemmeringen voor het optimaal benutten van deze potentie wegneemt.”

Evenwichtige bestuurlijke en financiële verhoudingen

Waterschappen benadrukken wel het belang van een goede samenwerking tussen het Rijk en de decentrale overheden om de grote maatschappelijke opgaven die in het coalitieakkoord centraal staan in samenhang aan te pakken. Om de enorme vraag naar woningen, de strijd tegen klimaatverandering en de transitie naar duurzame energie te realiseren, is het nodig deze slim te combineren met een gezamenlijke aanpak in de regio.

Gemeenten, provincies en waterschappen bundelen graag de krachten met het Rijk, maar stellen daarbij een aantal voorwaarden, zoals evenwichtige bestuurlijke verhoudingen. Het is belangrijk dat nieuw beleid en wetgeving eerst getoetst worden op uitvoerbaarheid. En dat er een evenwicht is tussen taken, bevoegdheden en financiële middelen voor alle bestuurslagen. Dit ontbreekt nog in het op 15 december gepresenteerde coalitieakkoord.

Het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar en vooruitkijken naar de toekomst’