Op 18 november staat een commissiedebat Circulaire Economie gepland in de Tweede Kamer. De waterschappen hebben een aantal aandachtspunten geleverd voor dit debat.
Zo roepen de waterschappen het kabinet op om meer tempo te maken om de doelen van Nederland circulair in 2050 te halen. De waterschappen winnen 18 verschillende grondstoffen terug uit het rioolwater. Maar daarbij lopen ze tegen afvalwet- en regelgeving aan die stamt uit de jaren 70.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is gestart met de voorbereidingen voor specifieke ministeriële regelingen om ervoor te zorgen dat struviet en cellulose niet meer worden aangemerkt als afval. Daarmee kunnen de waterschappen verder geholpen worden, maar dit mag niet zolang gaan duren als de procedure voor het rechtsoordeel, die bijna 6 jaar duurt. De circulaire ambities van de waterschappen worden gedempt door gebrek aan ambitie bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Daarnaast vinden de waterschappen dat er meer aandacht moet komen voor biogrondstoffen en biogebaseerde kunststoffen die uit het rioolwater worden gehaald.
De Tweede Kamer heeft de signalen van de watersector over de wetswijziging gewasbeschermingsmiddelen goed opgepakt. Het verslag van de Tweede Kamer over het wetsvoorstel sluit aan bij het standpunt van de drinkwaterbedrijven en waterschappen.
Eerder was er al een verbod op gewasbeschermingsmiddelen buiten de land- en tuinbouw, maar door een uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag was het sinds vorig jaar weer mogelijk buiten de land- en tuinbouw bestrijdingsmiddelen te gebruiken. De Tweede Kamer wil deze uitspraak met een wetswijziging nu terugdraaien.
Debat in de Kamer
De watersector roept op ook aanvullende beperkingen op te leggen voor particulier gebruik. In het algemeen vindt de commissie het wetsvoorstel nu voldoende voorbereid. Er kan binnenkort in een plenaire vergadering over gedebatteerd worden en later stemt de Kamer over het wetsvoorstel
Te hoge concentraties in oppervlaktewater
De drinkwaterbedrijven en waterschappen roepen de staatssecretaris op deze wetswijziging zo snel mogelijk in werking te stellen. Op de helft van de meetlocaties in oppervlaktewater worden gewasbeschermingsmiddelen in te hoge concentraties aangetroffen. Bovendien staat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw haaks op de afspraak die 10 partijen uit de land- en tuinbouw, fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen, watersector en natuur- en milieubescherming vorig jaar met de overheid hebben gemaakt.
Gebruik door particulieren
De wijziging in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden biedt ook een basis voor het gebruik van dergelijke middelen door particulieren. Zij zijn vaak niet goed op de hoogte van de risico’s voor mens, dier en milieu en de voorschriften voor zorgvuldig gebruik. De waterschappen en drinkwaterbedrijven zijn daarom voorstander van een verbod voor particuliere gebruikers.
Een goede kwaliteit van het oppervlakte-, grond- en drinkwater is van levensbelang voor de gezondheid van mens en natuur. De afgelopen decennia is de waterkwaliteit in Nederland verbeterd. Maar volgens de rapportage de Staat van Ons Water 2021 is het een uitdaging om de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen.
De Staat van Ons Water is de rapportage waarmee de minister van Infrastructuur en Waterstaat elk jaar in mei de Tweede Kamer informeert over de ontwikkelingen in het waterbeleid. Het rapport over 2021 is deze week gepubliceerd.
Kaderrichtlijn Water
Het doel van de Kaderrichtlijn Water (KRW) is om in 2027 chemisch schoon en ecologisch gezond oppervlaktewater en grondwater te hebben. Op grond van de KRW worden iedere 6 jaar stroomgebiedbeheerplannen opgesteld. In deze plannen staan de doelen, het waterkwaliteitsbeeld en de maatregelen van Rijk en regionale overheden om de waterkwaliteit verder te verbeteren.
Synergie
In 2021 is de uitvoering van de maatregelen uit de stroomgebiedbeheerplannen 2016-2021 afgerond. Bij de uitvoering van de maatregelen hebben waterbeheerders synergie gezocht met andere opgaven. Denk aan de aanleg van natuur, zoetwaterbeschikbaarheid, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Er is veel bereikt. De otter is weer terug en zowel het aantal waterinsecten als de biodiversiteit ervan is licht gestegen. Zo staat in de Staat van Ons Water 2021. Toch is het een uitdaging om de doelen van de KRW te halen. Intensief grondgebruik leidt tot hoge milieudruk op water, natuur en bodem.
Wat doen de waterschappen?
Om ervoor te zorgen dat de waterkwaliteit verbetert, investeren de waterschappen flink. Bijvoorbeeld in het herstel van leefgebieden van planten en dieren. En in betere en efficiëntere zuivering van rioolwater. Maar ook landbouw, industrie en het Rijk moeten hun steentje bijdragen. Daarom vragen waterschappen om landelijke afspraken die het gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen verder terugdringen.
Totaalverbod PFAS
Om ervoor te zorgen dat ook gevaarlijke en chemische stoffen niet in het water terecht komen, vragen de waterschappen het kabinet om strakke regelgeving voor de industrie en handhaving daarvan. Belangrijk is de aanpak van medicijnresten, microplastics, zware metalen en van zeer zorgwekkende stoffen. De Unie van Waterschappen pleit samen met de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland (Vewin) voor een totaalverbod op PFAS.
Waterpoort
Op maandag 30 mei organiseren Vewin en de Unie van Waterschappen de eerste Waterpoort, een debatavond in Perscentrum Nieuwspoort. Het thema is de Kaderrichtlijn Water. Hoe staan we ervoor? Wat is er nodig van de politiek om de doelen te halen? En hoe voorkomen we dat de KRW een tweede stikstofdossier wordt? Daarover debatteren panelleden Fahid Minhas, Tweede Kamerlid VVD, Sander Mager, bestuurslid Unie van Waterschappen en Wim Drossaert, bestuurslid Vewin.
De Staat van Ons Water is een gezamenlijke rapportage van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Unie van Waterschappen, de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Door een uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag was het sinds vorig jaar weer mogelijk om buiten de land- en tuinbouw gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. De Tweede Kamer wil deze uitspraak met een wetswijziging terugdraaien. De waterschappen en drinkwaterbedrijven steunen dit van harte.
Op 1 november kunnen Kamerleden inbreng leveren op de wetswijziging Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Voorstel is om het verbod voor professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de land- en tuinbouw opnieuw in te stellen.
Te hoge concentraties in oppervlaktewater
De waterschappen en de drinkwaterbedrijven roepen de staatssecretaris op om deze wetswijziging zo snel mogelijk in werking te stellen. Op de helft van de meetlocaties worden gewasbeschermingsmiddelen in te hoge concentraties in het oppervlaktewater gevonden. Bovendien staat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw haaks op de afspraak die 10 verschillende partijen uit de land- en tuinbouw, fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen, watersector en natuur- en milieubescherming vorig jaar met de overheid hebben gemaakt.
Gebruik door particulieren
De wijziging in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wil ook een basis bieden voor het gebruik van dergelijke middelen door particulieren. Zij zijn vaak niet goed op de hoogte van de risico’s voor mens, dier en milieu en de voorschriften voor zorgvuldig gebruik. De waterschappen en drinkwaterbedrijven zijn daarom voorstander van een verbod voor particuliere gebruikers.
De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hebben onderzoek laten doen naar de concentraties PFAS in het afvalwater van 8 rioolwaterzuiveringen. Het onderzoek laat zien dat PFAS met biologische zuivering niet uit het water verwijderd wordt. De onderzoekers concluderen dat nader bronnenonderzoek nodig is.
PFAS zijn chemische stoffen die een risico vormen voor de gezondheid van mens en milieu. Eenmaal in het milieu breken PFAS niet of nauwelijks af. Nederland werkt samen met een aantal andere Europese landen aan een Europese restrictie voor alle PFAS. Ook lopen er verschillende onderzoeken om de bronnen en routes van PFAS beter in beeld te krijgen en aan te kunnen pakken. Dit onderzoek is er één van.
Metingen
In het onderzoek zijn 9 dagen lang op 8 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) metingen gedaan in het binnenkomende afvalwater (influent) en het uitgaande afvalwater (effluent) en in het zuiveringsslib. In alle onderzochte monsters van alle 8 rwzi’s zijn concentraties PFAS aangetroffen in het influent én het effluent.
PFAS-verwijdering
De onderzoekers hebben de concentraties PFAS in binnenkomend en uitgaand afvalwater ook met elkaar vergeleken. Daaruit bleek dat de PFAS met de biologische zuivering van het afvalwater niet uit het water verwijderd wordt. Volgens de onderzoekers is het met de huidige kennis ook niet duidelijk of verwijdering van PFAS op rioolwaterzuiveringinstallaties met betere technieken haalbaar is.
Stabiele en niet-stabiele PFAS
In het binnenkomende afvalwater zijn naast bekende PFAS-verbindingen ook onbekende PFAS-verbindingen aanwezig. Dit zijn verbindingen die nog niet kunnen worden aangetoond en gemeten. Dit worden PFAS-precursors genoemd. Deze niet-stabiele, niet aangetoonde PFAS-precursors worden volgens de onderzoekers in de zuivering deels omgezet in stabiele PFAS die wel kunnen worden gemeten. Dit leidt tot de hogere gemeten concentraties van bekende PFAS in het gezuiverde afvalwater. Deze bevindingen worden bevestigd door buitenlands onderzoek.
Bronnen moeten beter in beeld
De verschillen tussen de hoeveelheid PFAS in het binnenkomende en het gezuiverde afvalwater betekent dat er meer bronnen moeten zijn dan we tot nu weten, zo denken de onderzoekers. Het is daarom belangrijk om deze PFAS-precursors beter in beeld te krijgen en aan te pakken. Als de hoeveelheid PFAS-precursors niet wordt teruggebracht, is het volgens de onderzoekers ook niet goed mogelijk om de hoeveelheid stabiele PFAS in het milieu terug te brengen. Nader bronnenonderzoek is dus nodig.
Wat vindt de Unie?
De Unie van Waterschappen maakt zich zorgen over de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu. De enige manier om PFAS aan te pakken is aanpak aan de bron, dus vóór het de rioolwaterzuivering bereikt.
Totaalverbod
Uiteindelijk moet het doel zijn: de uitstoot van PFAS naar nul. De Unie pleit daarom nadrukkelijk al langer voor een totaalverbod op PFAS. Het stemt de Unie hoopvol dat dit standpunt ook weerklinkt in Den Haag. Zo nam de Tweede Kamer onlangs meerdere moties aan om paal en perk te stellen aan deze stoffen.
Bronaanpak
Voor nu is het cruciaal dat alle bronnen en de aanvoerroutes voor PFAS in beeld komen. Dit onderzoek onderstreept dat dat nog niet geval is. Daarom roept de Unie op tot gezamenlijke inzet van het bedrijfsleven en de bevoegde gezagen die op deze lozingen toezien. Kritisch doorlichten van bestaande lozingsvergunningen op PFAS is een belangrijke component. Net als alertheid op aanwezigheid van PFAS bij nieuwe vergunningsaanvragen. Met als doel om bij producenten al grip te hebben op gevaarlijke stoffen zoals PFAS en te voorkomen dat deze stoffen in het milieu terechtkomen. De Unie van Waterschappen en de waterschappen dragen hieraan bij, delen hun kennis en werken actief mee aan onderzoeken van andere organisaties en koepels.
Medewerkers van riool- en afvalwaterzuiveringsinstallaties in Nederland en Duitsland zijn niet vaker drager van antibioticaresistente bacteriën dan andere mensen. In Roemenië is dat wel het geval. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.
Het onderzoek vond plaats tussen 2018 en 2020 in Nederland, Duitsland en Roemenië. In de 3 landen hebben medewerkers van riool- en afvalwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s en awzi’s) een monster van hun ontlasting ingeleverd. Ook vulden ze een vragenlijst in. Inwoners van de regio’s waar de zuiveringsinstallaties staan, deden hetzelfde. De resultaten van beide groepen zijn vergeleken.
Antibioticaresistente bacteriën in rioolwater
In rioolwater kunnen veel bacteriën zitten die resistent zijn voor antibiotica. Infecties met zo’n bacterie zijn moeilijk te behandelen. De bacteriën komen in het rioolwater terecht via de ontlasting van mensen. Medewerkers van rwzi’s en awzi’s zouden die bacteriën tijdens hun werk binnen kunnen krijgen. Bijvoorbeeld door kleine waterdruppeltjes in te ademen. Of doordat de bacteriën ongemerkt met rioolwater op de handen komen en vervolgens per ongeluk in de mond.
Nederlanders geen grotere kans
Uit het onderzoek blijkt dat in Nederland en Duitsland zuiveringsmedewerkers geen grotere kans hebben om antibioticaresistente bacteriën bij zich te hebben dan andere mensen. In Roemenië was dat anders. Daar bleken zuiveringsmedewerkers een 2 keer zo grote kans te hebben om zo’n bacterie bij zich te hebben dan inwoners van dezelfde regio.
Verder onderzoek nodig
De resultaten tussen Roemenië en Nederland/Duitsland verschilden dus sterk. Wat hier precies de oorzaak van is, is niet bekend. Daar is verder onderzoek voor nodig.
Veilig werken met afvalwater
Om veilig met afvalwater te werken, dragen waterschapsmedewerkers verplicht persoonlijke beschermingsmiddelen die bij de werkzaamheden passen. Denk aan beschermende buitenkleding, handschoenen, laarzen, veiligheidsbril, masker of gezichtsbescherming.
Medicijnen over? Laat het milieu niet in de steek, lever ze in bij de apotheek! Dat is de boodschap van de geneesmiddelen- en watersector tijdens de Week van Ons Water (16 – 31 oktober 2021). Medicijnresten in het oppervlaktewater vormen een bedreiging voor de dieren en planten die in het oppervlaktewater leven en bemoeilijken het maken van schoon drinkwater.
Het komt geregeld voor dat mensen thuis medicijnen overhouden. Helaas worden deze overgebleven medicijnen vaak weggegooid of door de gootsteen gespoeld. Maar medicijnresten horen niet tussen het gewone huisafval en moeten zeker niet worden weggespoeld via gootsteen of toilet. Om dit probleem aan te pakken moeten in de hele medicijnketen – van productie, gebruik, inzameling en zuivering – stappen worden gezet.
Medicijnafval inleveren
Tijdens de Week van Ons Water doen de water- en geneesmiddelensector een beroep op het publiek om overgebleven medicijnen in te leveren bij de apotheek. Medicijnresten vormen een lastig probleem voor de waterkwaliteit en bij de bereiding van schoon drinkwater. Door medicijnafval in te leveren bij de apotheek helpen mensen mee om ons water zo schoon mogelijk te houden. De apotheker zorgt, samen met de gemeente, voor een verantwoorde afvoer.
Waterschappen werken aan oplossingen
Hoewel het dus belangrijk is dat iedereen zijn medicijnresten inlevert, werken de waterschappen ook aan oplossingen voor medicijnresten in het rioolwater. Want die resten komen niet alleen via de gootsteen in het rioolwater, maar ook via de ontlasting en urine.
Testfabriek
Zo wordt er in Garmerwolde in Groningen een testfabriek gebouwd. Daar onderzoekt waterschap Noorderzijlvest straks wat de beste methode is om medicijnresten uit het water te krijgen. Alleen al in Garmerwolde gaat het elke dag om 7 kilo medicijnresten, die via het Eemskanaal in de Waddenzee terechtkomen. De verwachting is dat de testfabriek in Garmerwolde in 2022 gaat draaien.
Samenwerken
Gelukkig is de aanpak van medicijnresten niet alleen iets waar de waterschappen mee bezig zijn. Waterschappen, de drinkwaterbedrijven, gemeenten, de farmaceutische industrie en partijen uit de zorgsector werken samen aan het terugdringen van medicijnresten in oppervlakte- en grondwater.
Op 12 oktober heeft de Tweede Kamer 3 moties aangenomen over PFAS. De Kamer wil dat Nederland in Brussel gaat inzetten op een totaalverbod op PFAS.
De motie van Kamerleden Kauthar Bouchallikht (GroenLinks) en Eva van Esch (PvdD) vroeg om inzet van de Nederlandse regering binnen Europa voor het zo snel mogelijk realiseren van een volledig verbod op PFAS.
Aanpak bestaande lozingen
De tweede aangenomen motie gaat over PFAS-hotspots. Bouchallikht, Hagen (D66) en Beckerman (SP) verzochten de regering om een voortvarende aanpak van bestaande lozingen. De regering gaat met de gemeentes vóór de zomer PFAS-hotspots in kaart brengen, inclusief bijbehorende beheersmaatregelen en tijdspad.
Minimaliseren via vergunningverlening
Ook de motie van Bouchallikht, Van Esch en Beckerman is aangenomen. Zij vroegen de regering zo snel mogelijk alle directe en indirecte lozingen van PFAS op oppervlaktewater te identificeren en te minimaliseren via vergunningverlening.
De Unie van Waterschappen is blij dat deze motie is aangenomen, want zij pleit al langer voor een totaalverbod op PFAS, ook voor de zogenoemde essentiële toepassingen. Volgens de waterschappen is aanpak aan de bron de enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren.
Onlangs hebben VVD-Kamerleden Fahid Minhas en Thom van Campen schriftelijke vragen gesteld aan minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. De vragen gingen over waterkwaliteit. De minister heeft de vragen nu beantwoord.
Aanleiding voor de vragen was het artikel ‘Schoon water is in Nederland nog ver weg’ in de NRC van 18 maart. In dat artikel staat dat slechts minder dan 1 procent van de beschermde wateren in Nederland voldoet aan de Europese eisen voor de waterkwaliteit, de Kaderrichtlijn Water (KRW). Dit artikel is gebaseerd op de Kamerbrief van 16 november 2021 en de derde stroomgebiedbeheerplannen. Minhas en Van Campen vroegen de minister wat hij van de conclusie in het artikel vindt.
Ingewikkelde boordelingsmethode
De minister zegt dat de KRW een ingewikkelde beoordelingsmethode gebruikt voor vaststelling van de waterkwaliteit. De KRW-methodiek gaat uit van het principe dat een waterlichaam pas wordt beoordeeld als ‘in goede toestand’ als alle kenmerken van dat water de klasse ‘goed’ hebben. Dit betekent dat een waterlichaam het KRW-doel niet heeft gehaald als alle kenmerken in orde zijn op één na. Er zijn op dit moment vrijwel geen waterlichamen die aan alle normen voldoen, maar het beeld dat de waterkwaliteit op alle onderdelen niet goed is, deelt de minister niet.
Ecologische toestand
De Kamerleden zijn ook benieuwd wat de ecologische toestand van deze wateren op dit moment is. Volgens de minister wordt in 30 tot 50 procent van de waterlichamen voldaan aan de biologische kenmerken (algen, waterflora, waterinsecten en vis). Het aantal waterlichamen dat voldoet aan de norm voor stikstof en voor fosfor is rond de 55 procent.
Grond- en oppervlaktewater
Verder vroegen Minhas en Van Campen de minister op welke manier industrie, landbouw, natuur en verstedelijking invloed hebben op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. De minister antwoordt dat deze sectoren zeker invloed hebben. En die invloed is volgens hem voldoende in beeld. In de Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 staat per bron wat de belasting met chemische stoffen en nutriënten is.
Ecologische toestand
Hoe gaan we ervoor zorgen dat de kwaliteit van de 745 grotere wateren in Nederland in 2027 voldoet aan de eis van de Europese Unie voor een goede ecologische toestand? Daar zijn de 2 VVD’ers ook benieuwd naar. Volgens de minister is gebleken dat met de maatregelen uit de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 de waterkwaliteit de komende jaren verder verbetert. Al is dat volgens hem nog niet genoeg om overal in Nederland de doelen te halen.
25 miljard
De minister is blij dat in het coalitieakkoord 25 miljard euro extra beschikbaar is gekomen voor een transitie van het landelijk gebied met het oog op vermindering van de stikstof-depositie, klimaatmitigatie en het behalen van de KRW doelen. Ook peilverhoging in het veenweidegebied pakt op termijn gunstig uit voor de waterkwaliteit. De minister streeft ernaar de goede ecologische toestand zo snel mogelijk na 2027 te halen.
Wat vinden de waterschappen?
De waterschappen zetten alles op alles om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. Maar ook de industrie, landbouw en lokale en landelijke overheid moeten zich inspannen. En die extra inspanningen zijn niet alleen nodig in de landbouwsector. Ook aanpak van stoffen die niet in het water horen, is cruciaal. Denk aan medicijnresten, metalen en zeer zorgwekkende stoffen zoals PFAS. Daarnaast trekken steeds extremere hitte en droogte een zware wissel op het watersysteem, zeker in stedelijk gebied. Er is geen keuze waar maatregelen moeten worden uitgevoerd: alle sectoren moeten aan de slag.
Op 12 oktober heeft waterschap Amstel, Gooi en Vecht een groengasinstallatie geopend op het terrein van de rioolwaterzuivering in het westelijk havengebied van Amsterdam. Hiermee levert het waterschap een belangrijke bijdrage aan de transitie om van fossiele brandstoffen af te komen en aan de circulaire economie.
Na het schoonmaken van rioolwater blijft zuiveringsslib over. Dit slib wordt vergist, waarbij biogas vrij komt. Biogas bestaat uit methaangas en CO2. De groengasinstallatie haalt het CO2 uit het methaangas en voegt stikstof toe aan het methaangas. Hierdoor blijft er uiteindelijk groen gas over dat dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Het is geschikt om aan het aardgasnet te leveren en kan gebruikt worden als brandstof voor (vracht)auto’s.
Vanuit kerntaak een bijdrage leveren
Sander Mager, bestuurder van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht: “De groengasinstallatie is een mooi voorbeeld hoe waterschappen rioolwater gebruiken als bron voor grondstoffen en energie. Door de productie van groen gas leveren we, vanuit één van onze kerntaken, een belangrijke bijdrage aan de energietransitie en de circulaire economie. Onze groengasinstallatie levert 5% van het Nederlandse groen gas. Deze installatie laat opnieuw zien dat water een toonaangevende rol speelt in de transitie naar een circulaire samenleving.”
Groen gas is essentieel voor de energievoorziening van de toekomst. In het Klimaatakkoord zijn ambitieuze afspraken gemaakt met groen gas partijen over de opschaling van de groengasproductie naar 2 miljard kuub. Waterschappen zijn één van de grootste producenten van biogas en overwegen om het biogas maatschappelijk in te zetten als groen gas. Een bijmengverplichting voor gasleveranciers aan de gebouwde omgeving zou deze ontwikkeling kunnen versnellen.
Energie- & Grondstoffenfabriek
Het winnen van energie en grondstoffen uit afvalwater is een belangrijk doel voor de waterschappen. De Energie- & Grondstoffenfabriek (EFGF) is een broedplaats van innovatie, samenwerking en kennisdeling Vanuit alle waterschappen zijn experts betrokken. Zo is laatst ook een challenge gestart voor het klimaatpositief zuiveren van rioolwater.