Tussenevaluatie KRW: water wordt schoner, maar er zijn nog grote uitdagingen

20 december 2024

Op vrijdag 20 december publiceerde het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een landelijke tussenevaluatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze laat zien dat de afgelopen decennia veel is bereikt, maar dat extra inspanningen nodig zijn om de waterkwaliteit in Nederland verder te verbeteren. De waterschappen blijven zich inzetten voor en investeren in schoner en gezonder water, maar hebben hierbij ook de landbouw, industrie, inwoners en het Rijk nodig. Schoon en gezond water is van levensbelang, maar geen vanzelfsprekendheid.

water met blauwe lucht erboven

“Deze tussenstand laat zien dat de Nederlandse inzet niet voor niets is”, reageert Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen over de evaluatie. “We zien dat maatregelen zich uitbetalen en dat werken aan gezond water wérkt. Toch moet er nog veel gebeuren. Actie is dus geboden, simpelweg omdat de waterkwaliteit echt nog beter moet voor mens en natuur, dat is waar de KRW over gaat.”

Knelpunten

De tussenevaluatie laat onder meer zien dat naar verwachting in 2027 driekwart van de regionale wateren voldoet aan de norm voor nutriënten (stikstof of fosfor). De concentraties hiervan zijn afgenomen, maar blijven in bepaalde gebieden boven de gewenste niveaus. Aanvullende maatregelen zijn nodig om deze concentraties verder te verlagen. Ook de aanwezigheid van bepaalde chemische stoffen, medicijnresten, microplastics, zware metalen en gewasbeschermingsmiddelen vormt nog steeds een uitdaging voor het behalen schoon en gezond water.

Wat is er nodig?

Het huidige beleid en de geplande maatregelen zijn onvoldoende om alle KRW-doelen in 2027 te halen, blijkt uit de tussenevaluatie. Waterkwaliteitsdoelen moeten beter worden meegenomen in andere beleidsgebieden, zoals landbouw en ruimtelijke ordening. De praktijk vraag daarnaast om extra en snellere acties, zoals aanpak van riooloverstorten, terugdringen van industriële lozingen en het tegengaan van emissies van zware metalen zoals zink, koper en lood. Ook is meer aandacht nodig voor vergunningverlening, toezicht en handhaving: er moet meer geld beschikbaar komen voor de omgevingsdiensten, die toezien op lozingen van stoffen via de riolering.

Verder is het belangrijk dat Nederland blijft samenwerken met buurlanden om vervuiling die via de rivieren ons land binnenkomt aan te pakken. Internationale samenwerking is ook onmisbaar om de waterkwaliteit te verbeteren.

Wat doen en willen de waterschappen?

De waterschappen nemen veel maatregelen om bij te dragen aan verbetering van de waterkwaliteit, en zuiveren het rioolwater steeds beter en steeds efficiënter. Ook de komende jaren investeren waterschappen veel in onder meer extra zuiveringsstappen voor medicijnresten en andere schadelijke stoffen.

Ze pleiten nadrukkelijk voor een mestbeleid dat in overeenstemming is met de KRW. Een bronaanpak is essentieel, met een strenger toelatingsbeleid voor stoffen. Zo blijven de waterschappen zich inzetten voor een PFAS-totaalverbod.

Waterkwaliteit significant verbeteren

Mager: “Voor de waterschappen is dit alle reden om alles op alles te zetten om de doelen zo dicht mogelijk te benaderen. En om in ieder geval de maatregelen uit te voeren die ervoor nodig zijn om de waterkwaliteit significant te verbeteren. Een gezamenlijke inspanning van overheden, bedrijven en bewoners is voorwaarde om de waterkwaliteit te verbeteren en de KRW-doelen te bereiken. Want ook na 2027 moet verbetering van de waterkwaliteit gewoon doorgaan – het gaat er uiteindelijk om dat we schoon en gezond water hebben voor bewoners, boeren en bedrijven, voor dieren en voor de natuur.”

Bekijk het bericht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over de tussenevaluatie.

Visie op de waterketen vastgesteld

16 december 2024

In het bestuurlijk overleg Water van woensdag 11 december hebben het Rijk, provincies, waterschappen, drinkwaterbedrijven en gemeenten de ‘visie op de waterketen’ vastgesteld. De visie biedt een inventarisatie van de ontwikkelingen die de komende decennia op de partijen in de watersector afkomen.



Gedeelde uitdagingen

De grootste uitdagingen zijn onder meer de aanhoudende bevolkingsgroei en druk op de openbare ruimte, nieuwe verontreinigingen, klimaatverandering, de noodzaak om circulair en klimaatneutraal te worden en het tekort aan drinkwaterbronnen. Onvermijdelijk vragen deze uitdagingen om forse extra investeringen. Het visiedocument beschouwt de verschillende opgaven integraal vanuit de volledige waterketen, en vormt een stap om de samenwerking op deze uitdaging te versterken.

Verdiepingsvragen

De partners die de visie hebben opgesteld, constateren dat de capaciteit bij de marktpartijen en op de arbeidsmarkt krap is. Ze zijn daarover in gesprek met marktpartijen. Bij het opstellen van de visie spraken de partners ook veel over strategische ontwikkelingen die om verdere verdieping vragen. Het gaat dan om onderwerpen als het meer circulair en energieneutraal worden van de watersector, het concreter inzetten op reductie van emissies vanuit de waterketen, en het veilig en duurzaam afkoppelen van meer schoon regenwater.

Intensiever samenwerken

De belangrijkste conclusie van het visietraject is dat er veel goed gaat. De partners borgen het huidige kwaliteitsniveau van de samenwerking en willen de afgesproken, wettelijk vastgelegde ambities waarmaken. Intensievere samenwerking binnen de waterketen kan hierbij helpen. Tegelijkertijd blijft, naast de acute opgaven, aandacht nodig voor meer systeem- en organisatie-overstijgende oplossingen. Voor deze verdieping gaan de partijen een ontwikkelagenda opstellen: een combinatie van langetermijnonderzoek en implementatie.

> Download de visie op de waterketen

Waterschappen betreuren intrek wetsvoorstel gewasbeschermingsmiddelen

11 december 2024

Het kabinet heeft op dinsdag 10 december een wetsvoorstel ingetrokken dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de land- en tuinbouw zou inperken. De waterschappen hadden het verbod graag juridisch verankerd gezien.

Een veld bloembollen aan het water

Negatieve effecten op waterkwaliteit

De Nederlandse waterkwaliteit staat onder druk en er is veel werk aan de winkel om die te verbeteren, reageert de Unie van Waterschappen. Dit vraagt om verantwoordelijkheid van alle partijen. Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verharde en onverharde terreinen buiten de land- en tuinbouw vormt een probleem voor de waterkwaliteit van het oppervlaktewater. Ook voor planten en dieren die in het water leven heeft het negatieve effecten.

De waterschappen pleiten er daarom voor om zoveel mogelijk maatregelen ten aanzien van gewasbeschermingsmiddelen met betrekking tot gebruik buiten de landbouw in landelijke wetgeving en beleid op te nemen. Dat het kabinet nu dit wetsvoorstel voor het terugdringen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw terugtrekt, vindt de Unie van Waterschappen dan ook teleurstellend.

Wet ruim twee jaar geleden van kracht

In de zomer van 2022 werd het gebruiksverbod van gewasbeschermingsmiddelen voor professionals buiten de land- en tuinbouw van kracht door een uitspraak van de Hoge Raad. De waterschappen steunden het wetsvoorstel, dat het verbod definitief in de wetgeving zou verankeren. Het ingetrokken wetsvoorstel zou het gebruik door particulieren inperken. Dat is nu dus helaas van tafel.

> Lees het standpunt van de waterschappen over gewasbeschermingsmiddelen

Oproep tot Europees verbod op plastic in vochtige doekjes

10 december 2024

Stichting RIONED, de Unie van Waterschappen en partners in de afvalwatersector overhandigden op dinsdag 10 december een petitie aan de Tweede Kamer met de oproep om vochtige toiletdoekjes plasticvrij te maken. Vochtige doekjes die plastic bevatten zijn zo stevig dat ze ernstige rioolproblemen en milieuvervuiling veroorzaken. Dit leidt tot tientallen miljoenen euro’s per jaar aan onnodige kosten.

groep mensen in hal Tweede Kamer met bord "De bal ligt bij jullie"

Symbolische bal vochtige doekjes

Onder het motto ‘De bal ligt bij jullie: maak vochtige doekjes plasticvrij’ presenteerden de partners een enorme bal van vochtige doekjes aan de vaste Kamercommissie van Infrastructuur en Waterstaat. De bal symboliseert de zogeheten ‘schapen’: proppen die in het riool ontstaan door doekjes die plastic bevatten. Kamerleden Cor Pierik (BBB), Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA), Willem Boutkan (PVV), Natascha Wingelaar (NSC) en Martijn Buijsse (VVD) namen de petitie in ontvangst.

Miljoenen euro’s schade

Vochtige doekjes met plastic die door de wc gespoeld worden veroorzaken jaarlijks miljoenen euro’s aan schade in het rioolstelsel. Ook bij de rioolgemalen en zuiveringen van de waterschappen ontstaan verstoppingen. Dit leidt tot aanzienlijke milieuproblemen en forse kosten. De extra beheerkosten bedragen in Nederland 22 tot 26 miljoen euro per jaar. Dat is een flink deel van de totale rioleringsuitgaven van 600 miljoen euro voor alle Nederlandse gemeenten. Op Europees niveau komt het neer op zo’n 300 miljoen euro aan extra kosten per jaar.

Europees verbod

Met de petitie pleiten de aanbieders voor een Europees verbod onder de Single Use Plastics Directive. Het initiatief wordt dan ook breed gesteund door organisaties die dagelijks de impact van dit probleem ondervinden. Naast initiatiefnemers RIONED en de Unie van Waterschappen zijn dat Techniek Nederland en de Vereniging van Zuiveringsbeheerders. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ondersteunt het initiatief.

Samenwerken aan veiligheid: campagne ‘Varen doe je Samen!’ tot 2030 verlengd

28 november 2024

Op maandag 25 november hebben de samenwerkende partijen aan de veiligheidscampagne ‘Varen doe je Samen!’ een nieuw convenant ondertekend. Daarmee kan de campagne tot 2030 vooruit. Met de ondertekening onderstrepen alle partners – waaronder de Unie van Waterschappen- het belang van de campagne en de samenwerking.

varendoejesamen-convenant-2025-unievanwaterschappen

Varen doe je Samen!

De voorlichtingscampagne Varen doe je Samen! loopt al sinds 2007. Sinds de oprichting van de veiligheidscampagne in 2007 is er veel veranderd, maar het doel blijft hetzelfde: het vergroten van het veiligheidsbewustzijn op het water. Tijdens de ceremonie onderstreepte ‘Varen doe je Samen!’ dat de centrale boodschap zich blijft ontwikkelen en met de tijd en omgeving meebeweegt. Zo kunnen de beroepsvaart, recreatievaart en andere waterrecreanten veilig gebruik blijven maken van de Nederlandse wateren.

Waterschappen en waterrecreatie

De waterschappen doen mee aan ‘Varen doe je Samen!’ omdat waterschappen steeds vaker vaarwegbeheerder zijn en het belangrijk vinden dat recreatie- en beroepsvaart zich bewust is van gevaren. Bij het vergroten van dat bewustzijn kan ‘Varen doe je Samen!’ helpen. Daarnaast gaat het goed met de waterrecreatie in Nederland. Als het drukker wordt op en in het water is het des te belangrijker dat er rekening wordt gehouden met elkaar en dat de kwaliteit van het water en de werking van het watersysteem geen hinder ondervinden. De Unie van Waterschappen wil via de campagne meer aandacht vragen voor duurzaamheid en het platform gebruiken om in contact te komen met de waterrecreatiesector, particuliere organisaties en de recreanten zelf.

Ceremoniële ondertekening

De ondertekening van het convenant vond plaats in de Passenger Terminal te Amsterdam. Na een terugblik op de afgelopen jaren van de campagne, werd er vooral ook vooruitgekeken. Namens de Unie van Waterschappen was beleidsadviseur Mark van Kruining aanwezig. Na een korte speech van alle partners volgde de ceremoniële ondertekening van het nieuwe convenant.

varendoejesamen-convenant-2025-unievanwaterschappen-linkedin-mark-van-kruining

Samenwerkende partners

Voor de convenantperiode 2025 tot 2030 nemen de volgende partijen deel: Rijkswaterstaat, 9 provincies, politie, Unie van Waterschappen, Port of Amsterdam, Havenbedrijf Rotterdam, KNRM, Reddingsbrigade, Koninklijke Binnenvaart Nederland, Dienst der Hydrografie, HISWA-RECRON, CBR, Sportvisserij Nederland, Watersportverbond, KNMC en Netwerk Waterrecreatie. De uitvoering van de campagne is belegd bij Waterrecreatie Nederland.

> Lees meer op de website van Varen doe je Samen!

Moties uit Wetgevingsoverleg en Commissiedebat Water aangenomen

26 november 2024

De Tweede Kamer heeft vandaag vijf moties aangenomen die werden ingediend tijdens het wetgevingsoverleg Water van maandag 18 november, en een uit het Commissiedebat Water van september. De moties gaan over het prioriteren van waterveiligheid, het voldoen aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW), grenswaarden voor PFAS-lozingen in Duitsland, waterrobuuste woningbouw en het droogmalen van bouwputten.

voorgevel Tweede Kamer

Prioriteit aan versterken dijken voor waterveiligheid 

In een aangenomen motie vraagt Kamerlid Grinwis om binnen de vrije investeringsruimte van het Deltafonds prioriteit te geven aan het versterken van dijken voor waterveiligheid. Door onder andere stijgende kosten is van beide alliantiepartners van het Hoogwaterbeschermingsprogramma extra geld nodig: € 1,25 miljard van de waterschappen en € 1,25 miljard van het Rijk (beide partijen financieren 50 procent). De Unie van Waterschappen vraagt actief om commitment van het Rijk om in de Voorjaarsnota geld te reserveren voor het Rijksdeel om grote Nederlandse dijkversterkingen voor waterveiligheid op koers te houden.  

> Bekijk de motie 

> Lees het standpunt van de waterschappen 

Alles op alles voor KRW-eisen 

Kamerlid Gabriëls (GroenLinks-PvdA) en medeondertekenaars Kostic (Partij voor de Dieren) en Bamenga (D66) vragen in hun motie om alles op alles te zetten om op tijd te voldoen aan de KRW-eisen. En een dwingender instrumentarium daarbij niet uit te sluiten.  

De motie is goed nieuws voor de waterschappen. Het lijkt er namelijk steeds meer op dat Nederland niet alle doelen van de Kaderrichtlijn Water gaat halen. Het is daarom alle hens aan dek om in ieder geval zoveel mogelijk maatregelen uit te voeren. Ook de waterschappen blijven zich keihard inzetten voor schoner en gezonder water. Niet om de KRW-doelen simpelweg af te vinken, maar omdat de waterkwaliteit echt fors beter moet voor mens en natuur. Waterschappen investeren de komende jaren flink, maar ook landbouw, industrie en het Rijk zijn aan zet. 

> Bekijk de motie

> Lees het standpunt van de waterschappen

Grenswaarden PFAS-lozingen Duitsland 

Kamerleden Soepboer (NSC) en Grinwis (ChristenUnie) dienden een motie in waarin ze bij de Duitse regering aandringen op het invoeren van grenswaarden voor PFAS-lozingen. Dit omdat de kwaliteit van het Nederlandse drinkwater onder druk komt te staan door PFAS-lozingen in de Rijn van Duitse industrie. En dit schadelijke gezondheidseffecten met zich meebrengt.  

Ook de waterschappen maken zich zorgen over de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu. De enige manier om PFAS aan te pakken is aanpak aan de bron, dus bij de producent. Uiteindelijk moet het doel zijn: de uitstoot van PFAS naar nul. Water houdt zich niet aan landsgrenzen, het is dus logisch om maatregelen op Europees niveau te nemen. Zo blijven de waterschappen zich ook inzetten op een PFAS-totaalverbod. Een striktere omgang met deze enorme groep schadelijke stoffen is belangrijk voor het beschermen van ons water, de natuur en de volksgezondheid. 

> Bekijk de motie 

> Lees wat de waterschappen willen in de PFAS-aanpak 

Waterrobuuste woningbouw en drijvend wonen 

Grinwis en De Groot (VVD) verzoeken de regering in hun motie om nieuwe waterrobuuste woningbouw en ‘drijvend wonen’ langs de randen van het Markermeer, Gouwzee, IJmeer, Gooimeer en Eemmeer niet uit te sluiten maar mogelijk te maken. Dit zonder te veel aantasting van de zoetwaterbufferfunctie.  

> Bekijk de motie 

Droogmalen bouwputten 

De vijfde aangenomen motie kwam van Grinwis en De Groot. Ze vragen de regering om ervoor te zorgen dat het droogmalen van bouwputten mogelijk blijft. Dit is in het belang van de voortgang van de woningbouw. Het niet halen van de KRW-doelen heeft mogelijk grote gevolgen voor het droogmalen van bouwputten, schrijven de Kamerleden in hun motie. Retourbemaling, waarbij het opgepompte water teruggepompt wordt in het grondwater, kan hiervoor uitkomst bieden. Met de motie willen ze belemmeringen hiertoe wegnemen.   

> Bekijk de motie 

Staalslakken en PFAS 

Er werd ook een motie aangenomen uit het Commissiedebat Water van 24 september. De leden Kostic en Soepboer doen hierin een voorstel om sterker te borgen dat vervuilers zelf de kosten betalen van schade ontstaan door PFAS en staalslakken. Dit ligt in lijn met de bronaanpak waarvoor de waterschappen pleiten.  

> Bekijk de motie 

Motie aangenomen voor overzicht lozingen PFAS en zeer zorgwekkende stoffen

13 november 2024

Op dinsdag 12 november is een motie van Tweede Kamerlid Bamenga (D66) aangenomen die de regering vraagt om een volledig overzicht te maken van alle lozingen van PFAS en zeer zorgwekkende stoffen.

Een handhaver van het waterschap meet de waterkwaltiteit in de sloot

Op dinsdag 12 november is een motie van Tweede Kamerlid Bamenga (D66) aangenomen die de regering vraagt om een volledig overzicht te maken van alle lozingen van PFAS en zeer zorgwekkende stoffen.

Kaderrichtlijn Water in gevaar

Op dit moment is er geen goed overzicht van het gebruik en de emissies van zeer zorgwekkende stoffen en PFAS. In 2022 zou hier al een beeld van zijn, maar dat is er nog niet. “De lozingen van deze stoffen brengen de doelen van de Kaderrichtlijn Water in gevaar”, schrijft Bamenga in de motie.

> Bekijk de motie

Brandbrief aan minister

Ook de waterschappen maken zich zorgen om de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu. Ze stuurden daarom een brandbrief aan minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat, waarin ze pleiten voor een totaalverbod op PFAS. Ze roepen het Rijk op om meer actie te ondernemen op het PFAS-dossier.

> Bekijk de brandbrief van de waterschappen

Waterschappen sturen brandbrief aan minister Madlener: meer actie PFAS-aanpak

Op woensdag 13 november stuurde de Unie van Waterschappen namens de Nederlandse waterschappen een brandbrief aan minister Madlener van Infrastructuur en Waterstaat. De waterschappen roepen hierin op tot hardere aanpak van de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu, en pleiten voor een totaalverbod op PFAS. Ze doen concrete voorstellen en roepen het Rijk op meer actie te ondernemen in de PFAS-aanpak.

testflesje met water in laboratorium

Bronaanpak

“De enige manier om PFAS effectief aan te pakken is zoals bij alle vervuilingen: aan de bron”, benadrukt Sander Mager, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen. “De aanwezigheid van PFAS in ons water legt een zware druk op mens, water en natuur en daarmee ook op de waterschappen. We willen bijdragen aan de oplossing, maar zonder duidelijke regels en landelijke aanpak blijven we met lege handen staan. Alleen samen en met stevige regie vanuit het Rijk kunnen we de verspreiding van PFAS effectief tegengaan en onze waterkwaliteit beschermen.” Hij vervolgt: “Duidelijk is dat PFAS-kraan dicht moet.  Er is strengere regelgeving en toezicht nodig en bestaande vervuiling moet voortvarender worden aangepakt.”

Gezamenlijk actieplan

De waterschappen doen zoveel mogelijk binnen hun mogelijkheden. Zo voeren ze onderzoek uit naar de aanwezigheid en herkomst van PFAS in oppervlaktewater, werken ze aan goede vergunningverlening en gedegen toezicht en handhaving. Maar het is niet genoeg om het regionale oppervlaktewater voldoende te beschermen. De waterschappen hebben weinig handelingsperspectief doordat ze niet bevoegd zijn om PFAS bij de bron aan te pakken. Mager: “Daarom is vanuit het Rijk hardere actie nodig. Een bronaanpak vraagt om een integraal en gezamenlijk actieplan; een plan dat recht doet aan de belangen van de waterschappen – en daarmee aan mens en natuur.”

Concrete oproep aan het Rijk

De waterschappen roepen het Rijk in hun brief op om de PFAS-kraan dicht te draaien, te zorgen voor duidelijke wet- en regelgeving rond PFAS en om handelingsperspectief te bieden voor de aanpak van PFAS-verontreiniging. Ze vragen het Rijk ook om de keten van vergunning, toezicht en handhaving (VTH) te versterken, kennis en innovatie op het gebied van PFAS te stimuleren en een concreet actieplan op te stellen om PFAS-vervuiling een halt toe te roepen. Tot slot adviseren ze de minister om de lessen uit dit PFAS-dossier te benutten om dezelfde problematiek met andere persistente, mobiele en toxische stoffen te voorkomen.

Waterschappen in de knel

Waterschappen komen dagelijks met PFAS in aanraking: op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi), bij het werken aan schoon water in sloten en plassen, bij het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW), het baggeronderhoud en bij inspanningen voor een circulaire waterketen. Daarnaast krijgen waterschappen net als drinkwaterbedrijven regelmatig vragen van inwoners met zorgen over de effecten van PFAS in het water. “De aanpak van de PFAS-problematiek is complex en slaagt alleen wanneer alle betrokken partijen hier maximaal de schouders onder zetten”, schrijven de waterschappen. “Snel handelen is dus geboden en wel op meerdere gebieden.”

> Bekijk de brief
> Lees meer over PFAS

Tiende editie Waterpoort: waterkwaliteit en KRW

6 november 2024

Op maandagmiddag 4 november stond perscentrum Nieuwspoort in het teken van waterkwaliteit. Samen met Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland, organiseerde de Unie van Waterschappen de tiende editie van Waterpoort. Met dit keer als hoofdvraag: hoe gaan we de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) halen, met nog maar twee jaar tot de deadline?

Sander Mager in gesprek met moderator op Waterpoort, ernaast Pieter Litjens

Waterkwaliteit van levensbelang

“Nog steeds komen er veel te veel schadelijke stoffen in het Nederlandse oppervlaktewater terecht”, opent moderator Maarten Bouwhuis het debat. “Denk aan PFAS, medicijnresten, microplastics, gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Pas als die minder of helemaal niet meer in het water terechtkomen, kan de waterkwaliteit in Nederland echt verbeteren. Een hoge waterkwaliteit is van levensbelang.”

Gedeelde verantwoordelijkheid

De opgave wordt steeds moeilijker, duurder en ingewikkelder, zegt Vewin-voorzitter Pieter Litjens. “Wat we uit het water halen, is niet zomaar weg en komt alsnog in het ecosysteem terecht. Daarom hebben we een strenger stelsel van vergunning, toezicht en handhaving nodig voor lozingen.” Sander Mager, bestuurder van de Unie van Waterschappen is het daarmee eens. “Het moet niet gaan over die deadline, maar over het feit dat het water niet schoon genoeg is. En dat komt doordat water te weinig prioriteit heeft in Den Haag. Het mestbeleid, landbouwbeleid en beleid voor vergunningen, toezicht en handhaving zijn allemaal nog niet KRW-proof. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we ons richten op de vraag: hoe kan het wél?”

Tessa Rötscheid, promovenda aan de Universiteit Utrecht: “De KRW is een resultaatverplichting; een gedeelde verantwoordelijkheid van het Rijk, de provincies, gemeenten en de waterschappen. Maar je ziet dat er nog te veel naar elkaar gewezen wordt. De vraag is: wie moet het doen?” Ze benoemt ook het KRW-impulsprogramma, dat is opgezet om de doelen ook echt te halen.

Meer verplichtende maatregelen

Na de openingsinterviews gingen zes sprekers aan de hand van twee stellingen met elkaar in debat in een opstelling gebaseerd op het Britse Lagerhuis. De eerste: De KRW vraagt nu echt om meer verplichtende maatregelen in het mestbeleid en bestrijdingsmiddelenbeleid. Geert Gabriëls, waterwoordvoerder GroenLinks-PvdA in de Tweede Kamer, was het daarmee eens. “Gezond drinkwater is zo belangrijk. Daarom moeten we verplichtende maatregelen aangaan. Het handhaven van de wet is niet activistisch.”

BBB-Kamerlid Cor Pierik: “Het klopt dat er maatregelen nodig zijn, maar in de landbouwsector gebeurt al veel. Alleen door meer te meten, kun je weten of de vervuilende stoffen wel echt uit de landbouw komen, en of kunstmest dat oplost.” Jennifer Bloemberg, dagelijks bestuurder bij waterschap Amstel, Gooi en Vecht, reageerde: “Het landbouwbeleid is nog steeds niet KRW-proof en er worden nog steeds nieuwe stoffen goedgekeurd die in het water terechtkomen. Vanuit de Rijksoverheid is daarom een strenger toelatingsbeleid nodig.” Ook Tanja Klip, Eerste Kamerlid namens de VVD, zei dat er veel stappen nodig zijn om de KRW-doelen te halen en dat het terugbrengen van de mestproductie een belangrijke eerste stap is. “De wijziging van het meststoffenbeleid ligt nu in de Eerste Kamer.”

Economische belangen vóór KRW-doelen?

De tweede stelling luidde: Het is onwenselijk dat economische belangen vóór maatregelen gaan om de KRW-doelen te halen. Pierik (BBB) noemde dat het voor de voedselzekerheid essentieel is om te blijven investeren in de landbouw. “Gezondheid staat voor ons op één.” Gabriels (GroenLinks-PvdA) ziet dat hij en Pierik het erover eens zijn dat de economie en ecologie in balans moeten blijven, totdat er concrete voorstellen komen. Zo is het PFAS-verbod dat hijzelf voorstelde afgezwakt naar een onderzoek naar zo’n verbod. “We moeten op zoek naar nieuwe verdienmodellen voor boeren; investeren in een nieuwe economie.”

Algemeen directeur van Evides Waterbedrijf gaf het voorbeeld van grote industriebedrijven in Amerika, die daar niet lozen omdat dat daar leidt tot rechtszaken. “Als bedrijven moeten, dan kunnen ze wel innoveren, en ecologie en economie laten samengaan.” Anke van Houten, beleidsadviseur bij de Unie van Waterschappen, onderstreept dat punt. “De industrie is juist gebaat bij een kader: het geeft concrete handvatten voor wat er van ze wordt verwacht.”

Daadkracht en regie

“We hebben daadkracht en regie nodig, zodat we de doelen ook echt gaan uitvoeren”, reageerde Jennifer Bloemberg van Amstel, Gooi en Vecht samenvattend. “Nu kijken we nog te veel naar elkaar, en daar wordt de waterkwaliteit niet beter van.”. “Hopelijk komen er concrete maatregelen uit de KRW-tussenevaluatie, en een goed toetsingsbeleid, zodat er geen zeer vervuilende stoffen meer worden toegelaten.” Dat komt overeen met het bronbeleid van de Unie van Waterschappen: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit.

> Lees meer over de KRW

> En wat de waterschappen doen op het gebied van waterkwaliteit

Herziening richtlijn stedelijk afvalwater is definitief

5 november 2024

De herziening van de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater is op 5 november definitief geworden, na instemming in de Raad van de Europese Unie. De herziene richtlijn omvat een pakket aan maatregelen dat moet leiden tot een betere bescherming van de waterkwaliteit en de volksgezondheid in Nederland en Europa.

rioolwaterzuivering vanuit de lucht gefotografeerd

Zo komen er strengere kwaliteitseisen voor de inzameling en behandeling van huishoudelijk afvalwater in heel Europa. Dit betekent meer inspanningen voor gemeenten (riolering) en waterschappen (zuivering van rioolwater). De richtlijn zal de komende jaren door het Rijk in de nationale wetgeving moeten worden opgenomen. De waterschappen investeren volop om op tijd aan alle nieuwe eisen te voldoen.

Opgaven voor waterschappen

Sander Mager, bestuurslid Unie van Waterschappen: “De herziene richtlijn is goed nieuws voor schoon water. Hoewel de waterschappen al op veel rioolwaterzuiveringen (rwzi’s) voldoen aan de nieuwe Europese normen, bevat de richtlijn toch een aantal serieuze opgaven. De lozing van fosfaat en stikstof moet nu overal worden teruggebracht. Dit kan een extra uitdaging zijn voor een aantal rwzi’s waar geen ruimte aanwezig is voor uitbreiding. Belangrijker is dat er op de meeste rwzi’s een aanvullende zuivering van medicijnresten zal moeten worden gerealiseerd. Dit zal tot forse investeringen en extra zuiveringskosten leiden, maar uiteraard ook tot een schoner oppervlaktewater. Uiteindelijk is dat waar we het voor doen: schoon en gezond water voor bewoners, ondernemers, planten en dieren.”

Rol voor industrie

De Nederlandse waterschappen hebben de afgelopen jaren al veel geïnvesteerd in de technologie voor aanvullende zuivering van medicijnresten. Er is al een aantal full scale installaties in werking. Sander Mager: “Belangrijk is dat de richtlijn bepalingen bevat die de farmaceutische en cosmetische industrie verplicht om een groot deel van de kosten van deze extra zuiveringstrap te betalen: de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid. Dat sluit aan bij ons standpunt dat producenten van vervuilende stoffen een grotere verantwoordelijkheid moeten hebben bij het voorkomen van verontreiniging van het water.”

Duurzaamheidseisen

De richtlijn stelt ook dat het zuiveren van afvalwater volledig energieneutraal moet gaan worden, met ruimte om tot 35 procent in de behoefte te voorzien door inkoop van duurzame energie. Ook op dit front zijn de waterschappen al een heel eind op weg. Wel zal de verplichte zuivering van medicijnresten leiden tot een grote extra energiebehoefte. En dat is spannend met de huidige netcongestie. De richtlijn stelt een aantal aanvullende monitoringseisen, zoals voor broeikasgassen en microplastics. De richtlijn wil ook hergebruik van afvalwater stimuleren en opent de mogelijkheid voor de Europese Commissie om in de toekomst de terugwinning van fosfaat uit afvalwater verplicht te stellen.

Verbetering van de waterkwaliteit

De lozing van gezuiverd rioolwater moet ook voldoen aan andere Europese wetgeving zoals de Kaderrichtlijn Water, de drinkwaterrichtlijn en de zwemwaterrichtlijn. Voor de gemeenten bevat de richtlijn een verplichting om een strategisch rioleringsplan op te stellen. Dit kan helpen om vervuiling door riooloverstorten planmatig te verminderen. Omdat de richtlijn ook van toepassing is in landen in de stroomgebieden van Rijn, Maas, Schelde en Eems zal het water dat ons land binnenstroomt in kwaliteit verbeteren. Dit heeft een positieve invloed op de kwaliteit van drinkwaterbronnen en de ecologische toestand van het Nederlandse oppervlaktewater.

Sander Mager: “De Nederlandse waterschappen staan klaar om hun bijdrage te leveren aan een betere waterkwaliteit en het voorkomen van klimaatverandering. De nieuwe Europese richtlijn is daarbij een belangrijke stok achter de deur. De komende jaren zal dit tot een fors investeringsprogramma leiden, wat niet vanzelf zal gaan. Mogelijke hindernissen zijn de beperkte stikstofruimte, netcongestie en de krapte op de markt voor aanbestedingen en personeel. Maar met een goede onderlinge afstemming moet het gaan lukken.”

> Lees de volledige tekst van de richtlijn (in het Nederlands)