Iedere dinsdag stemt de Tweede Kamer over verschillende moties. Op 17 oktober zijn 2 moties over invasieve exoten aangenomen. De motie Van der Plas (BBB) over een landelijke aanpak van invasieve exoten. En de motie Van Campen (VVD) over de wijze van bestrijding van de Amerikaanse rivierkreeft.
Beide moties werden ingediend tijdens het tweeminutendebat ‘Aantal ontwikkelingen op het gebied van soortenbeleid’ op 11 oktober.
Landelijke aanpak invasieve exoten
In de motie Van der Plas staat dat de bestrijding van invasieve exoten verplicht is gesteld door de Europese Unie. En dat de aanpak nu door het Rijk wordt uitgezet naar de provincies, wat wisselende uitkomsten geeft. Daarom is het verzoek om de bestrijding van invasieve exoten landelijk aan te gaan pakken.
Minister Van der Wal-Zeggelink voor Natuur en Stikstof gaf tijdens het debat aan dat de bestrijding van invasieve exoten formeel een taak van de provincies is. En dat de uitvoering van deze motie wel in nadrukkelijke samenspraak met de provincies moet worden gezien.
Wat vinden de waterschappen?
Een landelijke aanpak valt of staat met het beschikbaar stellen van voldoende middelen aan provincies of andere regionaal werkende partijen. Het Rijk heeft geen uitvoeringsorganisatie om een dergelijke taak uit te voeren. En met de aanpak van de rivierkreeftenproblematiek: inzet door beroepsvissers met als enige vergoeding de opbrengst, is laten zien dat deze beheermaatregel niet effectief is.
Overigens hoort bij een landelijke aanpak ook het aanspreken van buurlanden op de naleving van hun verplichtingen uit de invasieve exotenverordening. De waterschappen geven zo’n 3 miljoen euro per jaar uit om de instroom van muskus- en beverratten uit Duitsland weg te vangen langs de grens.
Aanpassing wetgeving Amerikaanse rivierkreeft
De motie Van Campen roept het kabinet op om de wet- en regelgeving rond de Amerikaanse rivierkreeft aan te passen. Zodat bevissing op verantwoorde wijze met fuik en kreeftenkorf, breder wordt toegestaan dan door alleen de beroepsvisserij. Bijvoorbeeld ook door sportvissers en agrariërs. Ook verzoekt de motie de regering om een ‘offensief invasieve exoten’ op te stellen. Zodat bedreiging van biodiversiteit, waterinfrastructuur en de waterkwaliteit wordt tegengaan.
De motie was eerder ontraden door de minister. Daarom verzoekt Kamerlid Van Campen het kabinet om een brief waarin staat hoe het kabinet van plan is invulling te geven aan de uitvoering van deze motie.
Wat vinden de waterschappen?
De waterschappen staan achter het idee om de wet- en regelgeving aan te passen zodat ook anderen dan beroepsvissers uitheemse rivierkreeften mogen bestrijden. Uitgangspunt hierbij zou moeten zijn er een vrijstelling komt voor de soorten op de Unielijst invasieve exoten. Daarnaast zouden de soorten van de Unielijst vrij bevisbaar/te vangen moeten zijn door specifieke partijen, waarbij toestemming van de visrechthebbende (de eigenaar) niet nodig zou hoeven zijn. Tenslotte zou de vrijstelling alleen moeten gelden voor bepaalde selectieve vangmiddelen (die alleen rivierkreeften vangen).
De innovatie Superkritisch Vergassen zet organisch materiaal, zoals zuiveringsslib, om in aardgas en vermindert de CO2- uitstoot. SCW Systems en hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier wonnen hiermee in 2021 de publieksprijs van de Waterinnovatieprijs. Deze innovatie bewijst zich dagelijks in de praktijk. Is jouw innovatie ook klaar voor de volgende fase? Doe dan mee aan de Waterinnovatieprijs 2023/24! Inzenden kan tot 5 november op Waterinnovatieprijs.nl of Winnovatie.nl.
Groen gas
We nemen een kijkje bij Hidde Rommens van SCW Systems. Hun innovatie won de publieksprijs in 2021. Hidde vertelt dat de prijs hen naast een hoop naamsbekendheid, ook het vertrouwen van waterschappen heeft gegeven. Ronald Koolen van hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier vertelt hoe bij STOWA een voorstel voor verder onderzoek is gehonoreerd. Daarmee is het onderzoek van superkritisch vergassen van zuiveringsslib een fase verder. Kortom, de Waterinnovatieprijs biedt kansen om jouw innovatie ook een stap verder te brengen.
Briljante oplossingen (van klein formaat)
Dagelijks bedenken waterschappers allerlei slimme, technische of praktische oplossingen om het werk voor schoon, voldoende en veilig water nog efficiënter te doen. Als vanzelfsprekend worden deze uitvindingen toegepast in de praktijk, maar eigenlijk verdienen ze veel meer aandacht. Ken jij zo’n kleine, maar succesvolle uitvinding van een collega waarvan andere waterschappen ook kunnen profiteren? Of heb je zelf een oplossing bedacht om waterschapswerk of een ondersteunende dienst beter, goedkoper of sneller uit te voeren? Meld ze aan voor de waterinnovatieprijs 2023/2024! Naast deze regionale briljantjes gaan we op zoek naar nieuwe oplossingen voor onze taken en wateropgaven voor goed waterbeheer. Binnen de categorieën ‘gezonde leefomgeving’, ‘de ‘dijken’ van de toekomst’ en ‘water en bodem sturend’ gaan we die verzamelen. Kijk op waterinnovatieprijs.nl of winnovatie.nl voor een uitgebreide uitleg over de 4 categorieën en hoe je kunt meedoen.
Waarom een innovatieprijs?
Door continu te innoveren worden de taken en opgaven voor voldoende, schoon en veilig water nog slimmer, beter en goedkoper opgelost. Op winnovatie.nl, met de Waterinnovatieprijs en het Waterinnovatiefestival wisselen de 21 waterschappen innovaties, kennis en ervaringen uit. Met elkaar en met en de bedrijven waarmee ze samenwerken. Zo leren ze van elkaar! De inschrijving voor de waterinnovatieprijs 2023-2024 is tot en met 5 november geopend. De prijs wordt op 1 februari uitgereikt op het Waterinnovatiefestival in Utrecht.
Op 12 oktober is het commissiedebat van de Tweede Kamercommissie Infrastructuur en Waterstaat over de Milieuraad op 16 oktober. Op de agenda van de Milieuraad staan 2 belangrijke richtlijnen: de richtlijn bodemgezondheid en de herziening van de richtlijn stedelijk afvalwater. De waterschappen geven de commissieleden graag een aantal aandachtspunten mee op beide EU-voorstellen.
Richtlijn bodemgezondheid
De waterschappen vinden het verbeteren van de bodemkwaliteit belangrijk. Een gezonde bodem speelt een belangrijke rol in de strijd tegen klimaatverandering: in tijden van droogte houdt een gezonde bodem goed water vast en een gezonde bodem kan goed water opvangen als er te veel water is (sponswerking). Op een gezonde bodem groeien planten, struiken en bomen graag, waardoor de temperatuur van de luchtlaag erboven tot wel 2 graden omlaag kan gaan. Een gezonde bodem zorgt voor een vergroting van de biodiversiteit zowel in als op de bodem. Een goede bodemkwaliteit is nodig voor een goede waterkwaliteit en om het oppervlaktewaterpeil goed te kunnen reguleren.
Lessons learned De waterschappen zouden de lessons learned van de Kaderrichtlijn Water graag meegenomen zien bij de uitvoering van de richtlijn. In plaats van het one-out-all-out principe dat nu in de richtlijn staat willen ze, net als het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, vooraf bepalen welke indicatoren echt cruciaal zijn voor de bodemgezondheid in een bepaalde regio. Dat is beter uitvoerbaar dan 1 set indicatoren voor alle bodems.
Nationaal oppakken De Tweede en Eerste Kamer vinden dat dit onderwerp niet Europees, maar nationaal behandeld moet worden. Mocht er geen EU-richtlijn komen, dan zouden de waterschappen graag zien dat het verbeteren van de bodemkwaliteit in Nederland goed nationaal wordt opgepakt.
Herziening richtlijn stedelijk afvalwater
De waterschappen steunen het voorstel voor aanvullende zuivering van microverontreinigingen op rioolwaterzuiveringen (rwzi’s). Ook steunen ze de door de Europese Commissie voorgestelde uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van de farmaceutische en cosmetica-industrie.
Water zuiveren De waterschappen zuiveren bijna al het Nederlandse huishoudelijk rioolwater op rioolwaterzuiveringen. De richtlijn stedelijk afvalwater stelt minimumeisen voor de zuivering van stedelijk afvalwater en daarom is het een belangrijk kader voor het uitvoeren van de zuiveringstaak door de waterschappen.
Ambitieniveau verhogen Het is positief dat de Europese Commissie het ambitieniveau van de oorspronkelijke richtlijn uit 1991 verhoogt en aanpast aan de nieuwste inzichten. Er komen immers steeds meer microverontreinigingen bij, zoals medicijnresten. Deze en andere schadelijke stoffen zien we ook terug in rioolwater en uiteindelijk het milieu.
Deadlines gelijk trekken Waterschappen vragen voldoende tijd om de nieuwe zuiveringseisen te halen. Daarom pleiten ze ervoor om de deadline voor de grote rwzi’s (2035) gelijk te trekken met de deadline van middelgrote rwzi’s (2040).
Kamerlid Van Haga (Groep Van Haga) stelde een reeks vragen aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Infrastructuur en Waterstaat, en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de mogelijke gevolgen van schadelijke stoffen voor de volksgezondheid en de waterkwaliteit in oppervlakte- en drinkwater.
In zijn vragen wijst Van Haga op recent onderzoek van het European Environment Agency (EEA). Uit het onderzoek blijkt dat Europeanen teveel Bisfenol A (BPA) in hun lichaam hebben. Hij vraagt of de ministers bekend zijn met dit onderzoek en met recente mediaberichtgeving hierover.
Schadelijke stoffen in oppervlaktewater
Daarnaast benadrukt Van Haga dat BPA en andere potentieel schadelijke stoffen, zoals medicijnresten, hormoonverstorende stoffen en micro- en nanoplastics, op grote schaal in onze samenleving aanwezig zijn. De bevolking krijgt deze stoffen stelselmatig binnen. Hij wil weten of de ministers op de hoogte zijn van deze aanwezigheid en wat de mogelijke gevolgen zijn voor de volksgezondheid, met name voor jonge kinderen en dieren.
Van Haga vraagt ook naar de mate waarin deze schadelijke stoffen in het Nederlandse oppervlakte- en drinkwater aanwezig zijn. En hoe de waterkwaliteit in Nederland wordt getoetst op de aanwezigheid van dergelijke stoffen. Hij vraagt naar lokaal inzicht in lozingen in oppervlaktewater en stelt de mogelijkheid van rapportageverplichtingen op gemeentelijk niveau voor.
Wat vindt de Unie van Waterschappen?
Een goede kwaliteit van het water in sloten en plassen is van levensbelang. Schadelijke stoffen, zoals medicijnresten en microplastics zijn een bedreiging voor de waterkwaliteit. Waterschappen pleiten voor aanpak bij de bron: bedrijven moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze stoffen niet in het milieu terecht komen. Ook is aanscherping van de huidige Europese toelating van stoffen nodig om meer en vroegtijdig inzicht te krijgen dat een stof gevaarlijk is voor milieu en gezondheid.
Van 20 tot en met 22 september vindt op Terschelling het duurzaamheidsfestival Springtij plaats. Deze 3 dagen gaan deelnemers uit politiek, overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten met elkaar in gesprek over duurzaamheid. Ook de waterschappen zijn van de partij. Zij vragen aandacht voor de rol van water in de grote transitieopgaven.
Water is randvoorwaardelijk voor onze leefbaarheid, natuur en economie. Water verbindt daarmee de verschillende opgaven aan elkaar. Daarom is water dit jaar helemaal geïntegreerd in de verschillende sessies op het festival.
Schaalniveaus
Er wordt onder andere verkend hoe wat in ‘Den Haag’ wordt bedacht, uitwerkt op het boerenerf. En andersom: hoe komt een initiatief dat lokaal goed werkt, tot de benodigde schaalsprong?
Casussen
Waterschappen brengen op het Springtijfestival ook casussen in. Zoals de casus ‘water in de veenweide’: hoe kwam Fryslân tot een breed gedragen visie op klimaatbestendigheid? Hoe wordt deze straks realiteit? En een ander voorbeeld: wat zijn de uitdagingen voor het watersysteem in de Oostvaardersplassen?
De ‘waterknop’
Er komen bijna 100 waterschappers naar Springtij. Beleidsadviseurs maar ook verschillende directeuren, dagelijks bestuurders en dijkgraven. Springtij wordt voor de watersector op woensdagavond afgetrapt met een waterborrel, waarin de ‘waterknop’ centraal staat: de potentie die water heeft om dé transitiemotor te zijn voor natuurherstel en een toekomstbestendige landbouw.
Watercoalitie
De waterschappen maken onderdeel uit van de watercoalitie. Ook enkele drinkwaterbedrijven, de Nederlandse Waterschapsbank (NWB), Rijkswaterstaat, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en kennisinstituut Deltares maken er deel van uit. Deze coalitie heeft zich voor 3 jaar als partner verbonden aan het festival.
Het demissionaire kabinet heeft op de derde dinsdag van september de Miljoenennota gepresenteerd. Voor de transitie van het landelijk gebied en het oplossen van de stikstofproblematiek lijkt te weinig geld beschikbaar. De Unie van Waterschappen ziet desondanks mogelijkheden om op de korte termijn natuur te herstellen en de landbouw toekomstperspectief te geven met waterbeheermaatregelen.
Er liggen grote opgaven in het ruimtelijk domein. In het landelijk gebied moeten oplossingen gevonden worden voor het opvangen van de gevolgen van extreem weer, een toekomstbestendige landbouw, het herstellen van de natuur en het verbeteren van de waterkwaliteit.
Oproep om door te gaan
Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Het gaat om grote vraagstukken waar de afgelopen jaren veel over is vergaderd. Het Rijk is met een goede integrale aanpak gekomen. Daar moeten we zeker mee door, maar het duurt te lang voordat we het praten omzetten in actie. Het is belangrijk dat we op deze dossiers niet stilstaan. Ondertussen verslechtert namelijk de natuur. En de enorme hoosbui zoals we die kennen van Limburg 2021 kan morgen weer vallen of een lange periode van droogte kan ook volgende zomer weer tot grote schade leiden. We moeten nu aan de slag.”
Profiteren van de ‘waterknop’
Van der Sande: “En we kunnen en zijn ook aan de slag! Overheden moeten voor sneller natuurherstel verder kijken dan stikstofreductie. Water verbindt landbouw en natuur. Draai daarom eerst aan de ‘waterknop’. Met relatief eenvoudige watermaatregelen kunnen we de veerkracht van de natuur vergroten en klimaatrisico’s van de landbouw verkleinen. Denk aan flexibel omgaan met peilbeheer, beekherstel, het bevorderen van de biodiversiteit bij slootkanten en extra stuwen om water langer vast te houden. We moeten met elkaar het gesprek aangaan over hoe alle partijen hieraan kunnen bijdragen en ervan kunnen profiteren.”
Oplossingen voor de lange termijn
Van der Sande: “Door te redeneren vanuit de draagkracht van het water- en bodemsysteem vinden we oplossingen die houdbaar zijn voor de lange termijn. We willen de problemen van nu niet afwentelen op toekomstige generaties. Wij vragen een nieuw kabinet daarom de ‘waterknop’ te benutten en te profiteren van de gebiedskennis en uitvoeringskracht van de waterschappen. Belangrijk is om hierbij ook de 811 miljoen die in het transitiefonds gelabeld is voor beekdalherstel te behouden en door te gaan met wettelijke verankering van het principe dat water en bodem sturend moeten zijn voor ruimtelijke plannen.”
Waterschappen en Lionsclubs Nederland slaan de handen ineen voor schoner water in Nederland. Op 16 september op World Cleaunup Day steken leden van Lionsclubs de handen uit de mouwen om water schoon te scheppen. Samen met de waterschappen gaat de grootste goededoelenorganisatie ter wereld (met circa 10.000 leden in Nederland) bij rivieren, beken en meren door heel Nederland aan de slag. Om vanaf de waterkant en soms vanaf het water afval uit het water te verwijderen.
Zwerfafval schadelijk voor mens en dier
Water zonder (zwerf)afval is beter voor zowel mensen als dieren. Vissen, vogels en andere waterdieren kunnen verstrikt raken in het afval of het inslikken. Zwerfafval kan ook giftige stoffen bevatten. Dat is slecht voor de waterkwaliteit en kan gezondheidsproblemen geven bij dieren, maar ook bij mensen. Plastic afval kan afbreken in kleine stukjes. Deze microplastics komen via de dieren in het water uiteindelijk in de voedselketen terecht.
Door heel Nederland
De acties van Lionsclubs en de waterschappen vinden onder andere plaats in:
Bergen op Zoom en omgeving (waterschap Brabantse Delta)
Groningen (waterschap Noorderzijlvest)
Delft (hoogheemraadschap van Delfland)
Roermond (waterschap Limburg)
Een beter milieu
Een beter milieu is één van de zaken waar Lionsclubs zich wereldwijd voor inzetten. Daarnaast zetten ze zich in voor bijvoorbeeld armoede, blindheid, kinderkanker en diabetes. Lokale clubs steunen vaak ook lokale doelen, zoals een voedselbank of een vakantiekamp voor kinderen uit gezinnen die moeilijk kunnen rondkomen. Lionsclubs zijn gebaseerd op vriendschap, fundraising en fysieke actie ten gunste van mensen in nood. Bij de actie op World Cleanup Day werken ze eenmalig samen met de waterschappen, die onder andere zorgen voor schoon water in sloten en plassen.
Invasieve exoten zijn één van de vijf grootste bedreigingen voor biodiversiteit. Ook moet er meer gedaan worden om de verspreiding te voorkomen én om invasieve soorten intensiever te bestrijden. Dat blijkt uit het rapport van IPBES dat deze week is verschenen.
IPBES
IPBES staat voor Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten. IPBES verzamelt kennis over biodiversiteit en ecosysteemdiensten en maakt belangrijke rapporten over de staat van de biodiversiteit.
Hoge kosten
Het rapport maakt duidelijk dat de bedreiging van invasieve exoten alleen maar toeneemt. Snel meer actie ondernemen is dus noodzakelijk. Jaarlijks kosten invasieve exoten internationaal bijna 400 miljard euro. Ook Nederland heeft steeds hogere kosten als het gaat om (de bestrijding van) invasieve exoten. Duidelijk is dat versterkte samenwerking met verschillende sectoren en tussen landen belangrijk is.
Amerikaanse rivierkreeft
Waterplanten verdwijnen, oevers van sloten zijn net onder de waterlijn doorzeefd met kleine gangetjes en het water is modderbuin: werk van Amerikaanse rivierkreeften die in west- en midden Nederland op diverse plaatsen massaal voorkomen. Waterschappen zitten als waterkwaliteitsbeheerders met de kreeften in hun maag. De invasieve exoten hebben het in Nederland erg naar hun zin, maar zijn een bedreiging voor de waterkwaliteit en de biodiversiteit. Door de massale aanwezigheid van de kreeften verdwijnen de doelen van de Kaderrichtlijn Water voor een goede waterkwaliteit verder uit zicht.
Niet eenvoudig op te lossen
De kreeftenproblematiek is niet eenvoudig op te lossen. Om het grootste deel van een kreeftenpopulatie weg te vangen is een enorme visserij-inspanning nodig. De kreeften reproduceren zeer snel, waardoor periodiek wegvangen nodig blijft. Alleen dan wordt het probleem niet nog groter. Een uitdaging daarbij is dat er nog geen goed vangmiddel ontwikkeld is dat alleen de kreeften vangt. Bovendien mogen op dit moment alleen beroepsvissers kreeften bevissen met fuiken of korven. Waterbeheerders zijn van hen afhankelijk voor bevissing.
Gezamenlijk traject
Gelukkig staan de waterschappen er niet alleen voor om de problemen aan te pakken. In een gezamenlijk traject met de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Infrastructuur en Waterstaat, provincies, vissers, terreinbeherende organisaties wordt gesproken over beheersing van de uitheemse rivierkreeftpopulatie en over hoe verdere verspreiding kan worden afgeremd of tegengegaan. Goed nieuws is dat de organisaties samen een handelingskader hebben ontwikkeld. Dat beschrijft op welke manier verspreiding van exoten als de Amerikaanse rivierkreeft kan worden voorkomen bij beheer en onderhoud van het watersysteem. Toch gebeurt er naast veel overleg en onderzoek nog te weinig in de praktijk. Beheersingsmaatregelen zijn erg duur en waterschappen hebben voor een gedegen aanpak onvoldoende middelen. En wie is nu eigenlijk verantwoordelijk voor beheersing van deze invasieve exoot? Hulp vanuit de andere betrokken partijen is meer dan welkom op dit punt.
Natuurlijke vijanden
In de tussentijd breidt de soort zich verder uit naar de rest van Nederland en is het te hopen dat futen, reigers, snoeken en andere natuurlijke vijanden de kreeften steeds beter weten te vinden als voedselbron. Dat zou de mooiste oplossing zijn: de natuur zelf het evenwicht laten herstellen.
Stoffen als PFAS horen in het geheel niet thuis in grond- en oppervlaktewater en in de bronnen voor drinkwater. Daarom steunen Vewin en de Unie van Waterschappen het eerdere Nederlandse voorstel van februari 2023 om de productie en het gebruik van PFAS Europees volledig te verbieden. De watersector bepleit nadrukkelijk: zo snel mogelijk en zonder derogaties (uitzonderingen). De Unie en Vewin hebben dit pleidooi op basis van de meest recente gegevens en wetenschappelijke informatie toegelicht in een formele reactie op de Europese consultatie.
Op 7 februari heeft het Europees chemicaliënagentschap ECHA het voorstel voor het PFAS-verbod gepubliceerd. De afgelopen jaren heeft Nederland samen met Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden, hard gewerkt aan dit voorstel. Tot 25 september ligt het voorstel van de Europese Commissie ter consultatie.
Totaalverbod
PFAS is overal aanwezig in het milieu. Blootstelling aan PFAS vindt plaats via vele routes zoals lucht, voedsel, gebruik van consumentenproducten (bijvoorbeeld cosmetica) en (drink)water. Omdat PFAS opstapelt in het milieu is de enige manier om de blootstelling aan PFAS te voorkomen een totaalverbod op alle soorten PFAS. Onderzoeken tonen aan dat er geen redenen zijn om bepaalde subgroepen van het verbod uit te sluiten. Daarnaast is een strikte aanpak van nog bestaande (industriële) lozingen met PFAS noodzakelijk.
Consultatie belangrijke stap in proces Europees verbod PFAS
De huidige consultatie is een belangrijke stap in het proces naar een Europees verbod op PFAS. Een verbod voor een stofgroep op Europees niveau is een zorgvuldig gestructureerd proces. Op basis van de consultatie volgt in 2024 een advies van 2 adviescommissies (RAC en SEAC). Deze commissies wegen de risico’s voor het milieu en de effecten op de samenleving. Hieruit volgt een definitief voorstel van de Europese Commissie waar de lidstaten over stemmen in 2025. Volgens planning treedt het verbod in 2026/2027 in werking waarbij de verwachting is dat bepaalde toepassingen nog 5-12 jaar derogatie krijgen.
Aanpak bij de bron
Wereldwijd verschijnen miljoenen nieuwe chemische stoffen per jaar. Veel van die stoffen eindigen vroeg of laat in het water of de bodem en blijken later schadelijk. Daaronder zijn inmiddels veel zeer zorgwekkende stoffen. Waterschappen worden geconfronteerd met de verspreiding hiervan. Dit is een zorgwekkende trend en een bedreiging voor goede kwaliteit van het oppervlakte-, grond- en drinkwater. De waterschappen pleiten daarom voor bronaanpak en strenger toelatingsbeleid: voorkom dat risicovolle stoffen in het water belanden – voorkom dweilen met de kraan open.
Het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML) deed in opdracht van Natuur & Milieu onderzoek naar de aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen in Nederlandse natuur- en recreatiewateren. Het onderzoek keek naar 38 gewasbeschermingsmiddelen die in het onderzoek Hoog Risicostoffen worden genoemd. In 80 procent van de 153 onderzochte gebieden werden deze middelen aangetroffen. Bij 4 op de 10 wateren werd een overschrijding van de milieunormen geconstateerd.
Waterschappen: zorgen over effect gewasbeschermingsmiddelen
De Unie van Waterschappen herkent deze resultaten en deelt de zorgen over gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater. Waterschappen meten ook regelmatig overschrijdingen van de normen in sloten en plassen. De aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater heeft een negatief effect op het de leefomgeving en de waterkwaliteit. De landbouw gebruikt middelen om gewassen te beschermen, maar het is cruciaal om te zorgen dat middelen niet in het water of in de leefomgeving terechtkomen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door uitspoeling of afspoeling, waarbij regen de middelen via de oppervlakte of door de ondergrond in het water terechtkomen. Of door drift, waarbij de wind het middel wordt meevoert en het dan alsnog in het water komt. De Unie van Waterschappen onderschrijft het belang van maatregelen in landelijke wetgeving en beleid ter bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater. De Unie vindt het belangrijk dat de vervuiling bij de bron aangepakt wordt.
De doelen van de KRW komen snel dichterbij. In de laatste jaren zullen flinke extra stappen moeten worden genomen om in 2027 te voldoen aan deze doelen. Waterschappen investeerden de afgelopen jaren veel in het verbeteren van de waterkwaliteit. Er wordt hard gewerkt om de doelen van de Kaderrichtlijn Water voor oppervlaktewater te halen. Waterschappen kunnen het niet alleen. Er zijn ook andere partijen aan zet. Gewasbeschermingsmiddelen zijn een aanhoudende bron van zorg. Vanuit betrokken partijen als de landbouwsector en ministeries blijven daarom ook flinke inspanningen nodig om te zorgen dat deze stoffen niet in water en natuur belanden.