Waterschappen leveren inbreng voor Wetgevingsoverleg Water

10 november 2022

Op 21 november staat in de Tweede Kamer het jaarlijkse wetgevingsoverleg Water op de agenda. De waterschappen geven de Kamerleden een aantal aandachtspunten mee.

huizen-aan-het-water

Water en bodem sturend

In het regeerakkoord staat dat water en bodem sturend worden in de ruimtelijke planvorming. Het landgebruik moet dus passen bij water en bodem. Er zijn echter plannen om te gaan bouwen in ‘overstroombaar’ Zuid-Holland. De waterschappen zijn benieuwd hoe zich dat verhoudt tot het uitgangspunt van water en bodem sturend. Hoe borgt de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) dit uitgangspunt in de landelijke kaders voor de woningbouwopgave, maar ook voor het landelijk gebied?

Waterkwaliteit en opkomende stoffen

Er zijn concrete acties nodig om meer grip te krijgen op de uitstoot van gevaarlijke stoffen via indirecte industriële lozingen op de rioolwaterzuiveringen. De waterschappen zijn voorstander van een bronaanpak: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. De waterschappen willen weten of de staatssecretaris van IenW aandacht heeft voor snelheid in de aanpak van gevaarlijke (opkomende) stoffen.

Waterkwaliteit en het NPLG

Waterkwaliteit is één van de opgaven van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Voor de invulling van waterkwaliteit in de gebiedsgerichte aanpak zijn maatregelen nodig voor het verminderen van uitstoot van stoffen naar het oppervlaktewater. Denk aan stikstof, fosfor en gewasbeschermingsmiddelen. De waterschappen vragen hoe de minister van IenW ervoor zorgt dat de waterkwaliteitsopgaven binnen de aanpak van het NPLG worden uitgewerkt vóór deadline van de Kaderrichtlijn Water in 2027.

Herziening belastingstelsel waterschappen

Het ministerie van IenW werkt aan een wetsvoorstel dat de herziening van het belastingstelsel van de waterschappen mogelijk maakt. De waterschappen zijn tevreden over de inhoud van het wetsvoorstel. Uit de reacties in de recent afgeronde consultatie bleek dat het voorstel op brede steun kan rekenen. De waterschappen hopen op een voortvarend vervolg van het wetgevend traject, zodat ze met ingang van 2025 kunnen werken met het nieuwe stelsel.

> Lees de hele inbreng

Meer vergoeding voor opruimen drugsafval

8 november 2022

Het kabinet verruimt de vergoeding van opruimkosten na dumpingen van drugsafval voor particulieren en overheden. Waterschappen en provincies zijn daar blij mee.

Twee blauwe tonnen met drugsafval liggen half in het water.

Uitgangspunt is en blijft dat de vervuiler betaalt. Maar als het niet lukt om die op te sporen, wordt de regeling van kracht. Voor de meeste dumpingen voldoet de huidige regeling al, maar soms zijn de kosten een stuk hoger. De verantwoordelijke minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid en staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) willen met de verruiming voorkomen dat er schrijnende situaties ontstaan.

Helft van de kosten tot 50.000 euro

Waterschappen, gemeentes en provincies krijgen nu de helft van de kosten vergoed tot een bedrag van 25.000 euro. Met de verruiming wordt de helft van de kosten tot 50.000 euro vergoed. Eventuele kosten daarbovenop worden volledig vergoed tot maximaal 200.000 euro. Particulieren krijgen de kosten volledig vergoed tot datzelfde bedrag.

Noord-Brabant

Voor 3 uitzonderlijke gevallen met grootschalige bodemschade en grondwaterverontreiniging in Noord-Brabant komen de kosten boven de 50.000 euro uit. In deze gevallen financiert het Ministerie van IenW, de kosten om een snellere sanering mogelijk te maken.

Rioolwaterzuivering

De waterschappen zijn blij dat het Rijk extra middelen beschikbaar heeft gesteld voor het verwijderen van synthetisch drugsafval. De waterschappen moeten op basis van de algemene zorgplicht schade aan het oppervlaktewater zoveel mogelijk te voorkomen en beperken. Bovendien kan een rioolwaterzuiveringsinstallatie door drugslozingen op het riool of oppervlaktewater ontregeld raken.

Voorkomen van milieuschade

Door de verbeterde financiële regeling kan milieuschade aan bodem, grond en oppervlaktewater beter worden voorkomen, doordat er sneller gesaneerd kan worden. Ook als er geen schuldige of verantwoordelijke voor de drugsafvaldumping kan worden aangewezen.

Nieuwe regeling

Op dit moment wordt ook gewerkt aan een nieuwe structurele rijksregeling voor het opruimen van drugsafval. De planning is dat die op 1 januari 2025 in werking treedt als vervanging van de huidige subsidieregeling. De nieuwe regeling komt tot stand in overleg met het IPO, de Unie van Waterschappen, de VNG, provincie Noord-Brabant en BIJ12, de uitvoeringsorganisatie voor de gezamenlijke provincies.

Nieuwe Europese wetgeving goed voor de waterkwaliteit

26 oktober 2022

De Europese Commissie heeft op 26 oktober een pakket aan voorstellen gepresenteerd dat moet leiden tot een betere bescherming van de waterkwaliteit en de volksgezondheid.

Een handhaver van het waterschap meet de waterkwaltiteit in de sloot

Het gaat om modernisering van bestaande waterwetgeving in het kader van het ‘Zero pollution action plan’. De Europese lidstaten en het Europees Parlement gaan zich over de voorstellen buigen. Daaruit kunnen nog aanpassingen komen.

Stedelijk afvalwater

De meest ingrijpende wijziging voor de waterschappen is het herzieningsvoorstel voor de richtlijn stedelijk afvalwater. Deze richtlijn schrijft voor aan welke eisen de inzameling en de behandeling van huishoudelijk afvalwater moet voldoen. Bij de herziening worden de normen voor de lozing van stikstof en fosfaat verscherpt. Daarnaast wordt er voor alle grote rioolwaterzuiveringen (rwzi’s) een aanvullende zuivering van medicijnresten verplicht gesteld. Verder stelt de Europese Commissie voor om de inzameling en zuivering van afvalwater binnen een aantal jaar energieneutraal te maken.

Prioritaire stoffen

Een onderdeel van het pakket met voorstellen gaat over de herziening van de richtlijn prioritaire stoffen binnen de Kaderrichtlijn Water (KRW). Daarin wordt een aantal extra stoffen genoemd waaraan de waterkwaliteit getoetst moet gaan worden. Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Het gaat daarbij onder meer om medicijnresten en PFAS. De lat om de KRW-doelen te gaan halen wordt hiermee hoger gelegd. De waterschappen pleiten voor bronaanpak en een strenger toelatingsbeleid voor stoffen. Voorkom aan de voorkant dat risicovolle stoffen in het water komen. Nu is het dweilen met een kraan die steeds verder opengaat.”

Medicijnresten

Voor de verwijdering van medicijnresten stelt de Europese Commissie in de richtlijn stedelijk afvalwater voor dat de kosten worden gefinancierd via een bijdrage van de producenten van deze stoffen; de farmaceutische industrie. Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Het verwijderen van medicijnresten uit rioolwater draagt bij aan een betere waterkwaliteit en is goed voor de natuur en onze gezondheid. Als waterschappen juichen wij het voorstel van de producentenverantwoordelijkheid toe. Want hiermee worden de verantwoordelijkheid en kosten voor het voorkómen van milieuschade neergelegd bij de producent van stoffen. Wat ons betreft een universeel principe dat voor alle stoffen moet gelden.”

Duurzame technieken

De waterschappen in Nederland zijn constant bezig om de zuiveringsprestaties van de rwzi’s verder te verbeteren. Het zuiveringsrendement van de rwzi’s in Nederland ligt gemiddeld nu al ruim hoger dan de huidige minimumeisen. Met subsidie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en investeringen van de waterschappen zelf wordt gewerkt aan een aantal demonstratieprojecten voor de verwijdering van medicijnresten. Sander Mager: “Waterschappen willen de nieuwe uitdagingen met duurzame technieken benaderen. We zijn al hard aan de slag om samen met onze partners duurzamere innovaties te ontwikkelen.”

Extra investeringen

Waterschappen werken al jaren succesvol aan energie-efficiënter werken en energie opwekken bij de rioolwaterzuiveringen. De extra zuiveringstaken uit de richtlijn zorgen voor een extra energievraag. Sander Mager: “Het is zaak om die zo energiezuinig uit te voeren en daarnaast flink in te zetten op het opwekken van energie bij de rioolwaterzuiveringen. Dat kan door het produceren van biogas tijdens het zuiveringsproces en het plaatsen van zonnepanelen en windturbines op de rwzi-terreinen. Maar ook bij het winnen van warmte uit het effluent van de zuiveringen met aquathermie. We moeten een tandje bijzetten om energieneutraliteit te bereiken. Sowieso vraagt deze herziening om een zeer forse extra investeringsronde voor alle waterschappen. De termijnen die de Europese Commissie voorstelt zijn erg krap.”

Proces

Nu het pakket van de Europese Commissie gepubliceerd is, volgt een uitgebreid proces. Daarbij bepalen de lidstaten in de Raad en het Europees Parlement hun positie ten opzichte van de voorstellen. Vervolgens onderhandelen ze met elkaar om een compromis te vinden. Het streven is om de besluitvorming over de herziene waterwetgeving af te ronden vóór de komende verkiezingen van het Europees Parlement in mei 2024.

Veel aandacht voor bufferstroken in Kamerdebat mestbeleid

11 oktober 2022

In de Tweede Kamer is op 11 oktober gestemd over meerdere moties rond het mestbeleid. Van de 4 moties werd er 1 aangenomen.



GroenLinks en PvdA vroegen het kabinet om een onderzoek naar bufferstroken. Zij willen weten hoe mest- en gifvrije bufferstroken onder meer door teelt van alternatieve gewassen kunnen bijdragen aan het verdienvermogen van boeren. Deze motie is aangenomen.

Wetenschappelijke twijfel

Ook BBB diende een motie over bufferstroken in. Volgens de partij bestaat er sterke wetenschappelijke twijfel over het nut en effect van bufferstroken. Daarom vroeg Caroline van der Plas het kabinet af te zien van bufferstroken zoals aangeven in de definitieve derogatiebeschikking. In plaats daarvan stelde zij voor om vast te houden aan integrale bufferstroken uit het 7e Nitraat Actie Programma. De motie werd verworpen. Ook de SGP vroeg of onderzocht kan worden of afgeweken kan worden van de 3 meter brede bufferstroken als waterschappen laten weten dat dit kan. Ook deze motie werd verworpen.

Wat vinden de waterschappen?

De waterschappen zijn voorstander van bufferstroken. Ze zijn belangrijk om uit- en afspoeling van mest en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater te voorkomen. En dat is goed voor de waterkwaliteit. Naast bufferstroken zijn er nog meer maatregelen nodig om de emissies naar oppervlaktewater te beperken. Denk aan als precisiebemesting en het telen van vanggewassen zoals rogge. Een vanggewas houdt stikstof vast en voorkomt daarmee uitspoeling naar het grond- en oppervlaktewater. De landbouw heeft er baat bij als de mest beter benut wordt door gewassen dan dat het uit- of afspoelt naar het oppervlaktewater.

Verbetering waterkwaliteit

Tenslotte riep de SGP met een motie het kabinet op om samen met de waterschappen de aanpak voor verbetering van de waterkwaliteit uit te werken. Deze motie werd verworpen.

Waterschappen: ‘Stem gebruik gewasbeschermingsmiddelen snel af op KRW’

28 september 2022

Op 5 oktober is in de Tweede Kamer een Commissiedebat Gewasbeschermingsmiddelen met minister Schouten gepland. De waterschappen zijn bezorgd over de kwaliteit van het oppervlaktewater. Ze vragen de Kamer daarom aandacht voor een aantal punten.

Een veld bloembollen aan het water

Normoverschrijding

Uit de resultaten van het Landelijk Meetnet Gewasbescherming Land- en Tuinbouw en andere metingen blijkt dat op de helft van de meetlocaties de norm voor gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater overschreden wordt. Er moet dus nog veel gebeuren om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 te halen. Ook het doel ‘bijna nul in 2030’ voor wat betreft de emissies van gewasbeschermingsmiddelen vanuit de land- en tuinbouw is zo nog niet in zicht.

Tussendoel: 90 procent minder normoverschrijding

Daarnaast zijn voor het oppervlaktewater tussendoelen afgesproken. Eén daarvan is dat er volgend jaar 90 procent minder normoverschrijdingen zijn ten opzichte van 2013. De waterschappen zijn benieuwd hoe het evaluatietraject voor dit tussendoel eruit gaat zien.

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen afstemmen op KRW

In het coalitieakkoord is afgesproken dat de normen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen worden afgestemd op de Kaderrichtlijn Water. Dat is nodig omdat de normen die het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) nu nog gebruikt bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen vaak minder streng zijn dan de waterkwaliteitsnormen van de Kaderrichtlijn Water. De waterschappen willen dat de minister deze afspraak snel oppakt.

> Lees de hele inbreng

Aandacht voor circulaire economie én voor water in debat Kamer

17 februari 2022

Tijdens het hoofdlijnendebat Infrastructuur en Waterstaat (IenW)  op 16 februari in de Tweede Kamer vroeg een aantal Kamerleden aandacht voor de circulaire economie én voor water.



Zo stelde Suzanne Kröger van GroenLinks dat zij concrete doelen mist om tot een circulaire economie te komen. Wat gaan we nu doen om in 2030 50 procent minder grondstoffen te gebruiken? Vivianne Heijnen, staatssecretaris van IenW antwoordde dat in de volgende stap concrete doelen worden bepaald.

Hergebruik afval

Kiki Hagen van D66 wilde weten welke nieuwe definitie van afval de staatssecretaris hanteert. Dit met het oog op hergebruik van afval. Nu is dat nog vaak niet mogelijk omdat afval wettelijk gezien niet mag worden hergebruikt. Heijnen zei daarop dat de definitie van afval zijn oorsprong heeft in een Europese richtlijn. Als we de definitie willen aanpassen, moet dat dus in Europa.

Voor de waterschappen is het belangrijk dat afval, zoals slib van de waterzuiveringen, kan worden hergebruikt. Zonder ‘einde-afvalstatus’ van stoffen is hergebruik niet mogelijk.

Waterveiligheid

Ook het onderwerp water kwam aan de orde tijdens het debat. Barry Madlener van de PVV verwacht een forsere inzet van de minister voor waterveiligheid. Nederland moet een veilige delta blijven. Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat zei dat waterveiligheid inderdaad erg belangrijk is, maar dat er meer wensen zijn dan budget.

Plastictax

Tot slot vroeg Lammert van Raan van de Partij voor de Dieren aan staatssecretaris Heijnen welke maatregelen zij gaat nemen tegen plastics in water. Hij suggereerde een belasting op polymeren. De staatssecretaris zegde toe zo’n plastictax te gaan onderzoeken.

De waterschappen zetten zich actief in voor het terugdringen van plastic zwerfvuil in het oppervlaktewater. Een plastictax zou een bijdrage kunnen leveren aan minder plastic in het water.

Derogatie verdwijnt, wel tijdelijke transitievergoeding

7 september 2022

Vanaf 2026 mogen Nederlandse boeren niet meer dan 170 kg stikstof dierlijke mest per hectare uitrijden. Dat staat in de conceptderogatiebeschikking die de Europese Commissie heeft gedeeld met de lidstaten. Tot nu toe geldt de zogenoemde derogatie en mogen agrariërs meer stikstof uit dierlijke mest gebruiken dan volgens de Nitraatrichtlijn is toegestaan.



De Europese regel is dat een agrariër op landbouwgrond volgens de Nitraatrichtlijn 170 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar mag gebruiken. Met een derogatievergunning is dat, afhankelijk van het gebied, 230 of 250 kilogram per hectare. 2022 is het laatste jaar dat Nederlandse boeren nog derogatie kunnen aanvragen. De jaren daarna volgt een stapsgewijs afbouwpad tot en met 2025.

130 miljoen euro

Het kabinet stelt 130 miljoen euro beschikbaar voor melkveehouders die gebruik willen blijven maken van derogatie. Deze regeling is bedoeld om de sector tegemoet te komen in de hogere kosten voor mestafvoer en mestverwerking. Melkveehouders kunnen vanaf januari 2023 een financiële tegemoetkoming aanvragen.

Milieutoestand

Derogatieverlening voor Nederlandse agrariërs is volgens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) nooit vanzelfsprekend geweest. Zo was de Europese Commissie (EC) bij de verlening van derogatie voor de jaren 2020 en 2021 al terughoudend. Bij het verlenen van de uitzondering houdt de EC rekening met eisen aan de milieutoestand. In het bijzonder met de kwaliteit van grondwater en oppervlaktewater. Nederland voldoet niet aan alle eisen. De EC kijkt hierbij ook naar de mogelijke oorzaken van de milieudruk.

Ook andere maatregelen

Naast het afbouwpad voor de omvang van derogatie volgen er ook nog andere maatregelen uit de conceptbeschikking. Ook die hebben gevolgen voor de agrarische sector. Zo moet Nederland de komende tijd zogenoemde ‘verontreinigde gebieden’ aanwijzen, waar de derogatie sneller zal worden afgebouwd. Ook worden de mestproductieplafonds bijgesteld en komt er voor de melkveehouderij een verplicht minimaal percentage permanent grasland per bedrijf. Het ministerie van LNV werkt de aanvullende voorwaarden de komende periode verder uit, zo mogelijk met de sector.

Tijdelijke transitievergoeding

De minister wil met een tijdelijke transitievergoeding bedrijven stimuleren een derogatievergunning te blijven aanvragen om de omzetting van grasland naar bouwland te voorkomen. Aan de derogatie is namelijk de voorwaarde verbonden dat 80 procent van de oppervlakte van het bedrijf uit grasland moet bestaan.

Behoud van grasland

Het behoud van het grasland is belangrijk. Als grasland wordt omgezet naar bouwland voor de teelt van bijvoorbeeld akkerbouwgewassen, vollegrondsgroenten en bloembollen zorgt dit voor een verslechtering van de waterkwaliteit. Deze teelten zijn intensiever, gaan minder efficiënt met meststoffen om en gebruiken meer gewasbeschermingsmiddelen. Resultaat: er komen meer meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht. Ook hebben deze teelten meer water nodig dan grasland. Dat leidt weer tot een toename van de watervraag.

Geen waterkwaliteitsverbetering

Ook is het afbouwen en verdwijnen van derogatiemogelijkheden geen garantie voor waterkwaliteitsverbetering. De lagere hoeveelheid aan dierlijke mest die mag worden toegepast op landbouwgrond mag tot nu toe namelijk worden gecompenseerd door het gebruik van kunstmest.

> Lees meer op de website van de Rijksoverheid

Waterschappen willen snelle wetgeving voor verbreding teeltvrije zones

6 september 2022

Op 13 september staat een Commissiedebat Mestbeleid met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gepland. Op de agenda staat het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn en de derogatie. De waterschappen maken zich zorgen over de kwaliteit van het oppervlaktewater. Ze vragen aandacht voor een aantal onderwerpen die worden besproken.



Met het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn worden de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor oppervlaktewater in 2027 niet gehaald. Daarom heeft het kabinet het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) de taak gegeven om met een gebiedsgerichte aanpak de doelen van de Nitraatrichtlijn en de KRW in 2027 te realiseren. Het NPLG moet er dus voor zorgen dat in al het oppervlaktewater van landbouwgebieden de waterkwaliteitsdoelen worden gehaald.

Verantwoordelijkheid

De waterschappen zijn benieuwd hoe de minister ervoor zorgt dat álle bij het NPLG betrokken partijen hun verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat in 2027 in alle landbouwgebieden de doelen van de Nitraatrichtlijn en de KRW worden gehaald.

Bufferstroken

Een andere belangrijke maatregel om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren, is het aanhouden van bufferstroken langs het oppervlaktewater. Deze stroken mogen niet bemest en niet bespoten worden. Dat zorgt ervoor dat er minder meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht komen.

Wetswijziging

In het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn staat dat de huidige teeltvrije zones worden verbreed. Daarvoor is een wetswijziging nodig. De waterschappen hopen dat minister daar haast mee maakt, zodat de wet op 1 januari 2023 ingaat.

Derogatie

De waterschappen vragen ook aandacht voor derogatie. Het krijgen van derogatie voor de Nitraatrichtlijn houdt in dat agrarische bedrijven meer stikstof uit dierlijke mest mogen toepassen dan de norm van 170 kilo stikstof per hectare. Dat mag alleen als 80 procent van de oppervlakte van het bedrijf uit grasland bestaat.

Verslechtering waterkwaliteit

Als de Europese Unie Nederland geen derogatie meer geeft, is de 80 procent grasland niet meer verplicht. Als grasland wordt omgezet naar bouwland voor de teelt van allerlei gewassen, zorgt dat voor een verslechtering van de waterkwaliteit. Er komen dan meer meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht. Ook is er dan meer water nodig dan voor grasland.

De waterschappen willen dat de minister ervoor zorgt dat bij verlies van de derogatie de kwaliteit van het oppervlaktewater niet achteruit gaat. De Nederlandse overheid erkent dat het belangrijk is om grasland te behouden. Het kabinet gaat onderzoeken op welke manier in de periode tussen de afloop van de derogatie en de invoering van de wettelijke verplichting voor een aandeel permanent grasland kan worden geborgd.

Lees de inbreng van de Unie aan de Tweede Kamer

Waterschappen: uitvoeringstempo extra natuur kan omhoog

4 februari 2022

Op 10 februari heeft de Commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een Commissiedebat Natuur gepland. De waterschappen hebben de commissie een aantal aandachtspunten gestuurd, onder meer over stikstofreductie en over het gevaar van natuurversnippering.

Polder landschap met weide, water en natuur- stikstof

De waterschappen vinden dat middelen voor natuur zo besteed moeten worden dat er maximale synergie ontstaat met maatregelen voor het waterbeheer. Op die manier kunnen projecten beter, goedkoper en met meer draagvlak gerealiseerd worden. Bij het opstellen van hun natuurplannen moeten Rijk en provincies rekening houden met de doelen uit de Kaderrichtlijn Water en het Deltaprogramma.

Stikstofreductie

Daarnaast moeten maatregelen voor stikstofreductie bijdragen aan de waterkwaliteit, vinden de waterschappen. Ze zijn dan ook benieuwd hoe de minister, Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof, ervoor zorgt dat die maatregelen voor stikstofreductie de waterkwaliteit bevorderen.

Uitvoeringstempo

In de 7e Voortgangsrapportage Natuur staat dat er stappen zijn gezet bij het realiseren van meer en betere natuur in Nederland. Toch blijft het uitvoeringstempo van de inrichting van extra natuur een punt van zorg. Dat geldt ook voor de verbetering van de kwaliteit van de natuur en het biodiversiteitsherstel.

Samenwerking

Het uitvoeringstempo kan omhoog als er samenwerking wordt gezocht met het nationale veenweideprogramma. In dit programma wordt een deel van de landbouwgrond omgezet naar natte natuur. Als het natuurprogramma en de het veenweideprogramma de financiële middelen bij elkaar leggen, leidt dat tot versnelling. De waterschappen willen graag weten of de minister voor die samenwerking openstaat.

Versnippering

Een ander probleem in het natuurbeheer is versnippering. Een voorbeeld daarvan is een polder waar percelen natuur en percelen landbouw door elkaar lopen en ieder een verschillend waterpeil nodig hebben. Dat maakt het peilbeheer complex, kostbaar en kwetsbaar.

Ontsnipperen

Daarom bevelen de waterschappen aan om prioriteit te geven aan het ‘ontsnipperen’ van functies. Bijvoorbeeld bij landbouwpercelen in een natuurnetwerk die zijn ontstaan omdat een agrariër niet wil meewerken aan het omzetten van landbouw naar natuur.

> Lees de hele inbreng

Minister Jetten start ingebruikname Smart Energy Hub Zwolle

3 februari 2022

Tijdens zijn eerste werkbezoek heeft minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) op 31 januari de rioolwaterzuiveringsinstallatie Hessenpoort in Zwolle bezocht. Daar verrichtte hij de symbolische openingshandeling van de Smart Energy Hub.



Een Smart Energy Hub is een slim lokaal energiesysteem waarmee het lokale energienet wordt ontlast en een heel bedrijventerrein energieneutraal kan worden. Flexibiliteit en slim kunnen schakelen tussen duurzame elektriciteit, gas (waaronder waterstof) en warmte staan hierbij centraal.

Klimaatafspraken

Om de Smart Energy Hub symbolisch te starten, draaide minister Jetten een kraan dicht. Investeringen in het landelijke stroomnetwerk kosten volgens hem veel tijd. “Goed dus dat allerlei partijen kijken wat ze zelf al kunnen bereiken. We hebben alle initiatieven nodig die bijdragen aan de energietransitie om de klimaatafspraken van Parijs na te komen.”

Kansrijk

De Unie van Waterschappen heeft onderzoek laten doen waaruit blijkt dat rioolwaterzuiveringen zeer kansrijk zijn voor productie van groene waterstof. Unie gaat in gesprek met het Rijk over opschalingsmogelijkheden en juridische experimenteerruimte.

Duurzame energie

Ook volgens Marion Wichard, dagelijks bestuurslid Waterschap Drents Overijsselse Delta, heeft de Smart Energy Hub potentie. “We verwachten dat we met het gebruik van pure zuurstof 50 procent energiebesparing op de rioolwaterzuivering kunnen halen. Landelijk wordt er al met ons meegekeken. Een mooie oplossing ook voor de drukte op het elektriciteitsnet, omdat hiermee duurzame energie nuttig ingezet kan worden.”

Waterinnovatieprijs

De Smart Energy Hub was genomineerd voor de Waterinnovatieprijs 2021 in de categorie ‘Klimaatneutraliteit’. Bekijk de video:

Op de foto v.l.n.r. onder meer: Marion Wichard, dagelijks bestuurslid waterschap Drents Overijsselse Delta (tweede van links), Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie (derde van links), en Dirk-Siert Schoonman, dijkgraaf waterschap Drents Overijsselse Delta (derde van rechts).