Waterschappen: Funderingsschade vraagt om stevige regie en structurele aanpak 

9 juli 2025

De Unie van Waterschappen is blij met de recente stappen van het (demissionaire) kabinet in de aanpak van funderingsproblematiek. Hun reactie op het rapport van ABDTOPConsult ‘De olifant onder de kamer’ vormt, samen met het eerdere Rli-rapport Goed gefundeerd, een belangrijke basis voor een nationale aanpak. Tegelijkertijd is duidelijk dat dit nog onvoldoende is: bewoners, eigenaren én overheden hebben meer nodig. Daarom roepen de waterschappen op tot stevige regie en structurele inzet tegen funderingsschade.

bouwvakkers leggen fundering voor nieuwbouwhuis in weiland en langs sloot- Waterschappen vragen aandacht voor toekomstbestendige nieuwbouw

Nationale aanpak

De funderingsproblematiek raakt vele huishoudens. Het leidt tot groeiende schade, gezondheidsproblemen en maatschappelijke kosten. De waterschappen ondersteunen de uitgangspunten van de nationale aanpak: eigenaren zijn primair verantwoordelijk voor hun fundering, maar het Rijk pakt de regie op voortgang en samenhang. Deze regie is hard nodig om het tij te keren. 

Samenwerking 

De waterschappen zijn bereid om de samenwerking met gemeenten te intensiveren, bijvoorbeeld bij het beheer van het grondwater in binnenstedelijke gebieden. Dit vraagt wel om extra capaciteit en voldoende budget.  

Landelijke coördinator  

Daarnaast pleit de Unie van Waterschappen voor de aanstelling van een gezaghebbende landelijke coördinator. Een andere optie is het dossier onderbrengen bij het Deltaprogramma. De urgentie, complexiteit en domeinoverstijgende aard van deze problematiek vragen om slagkracht en versnelling. 

Onvoldoende budget 

Ook kunnen waterschappen bijdragen aan gebiedsgerichte oplossingen waarin funderingsherstel wordt verbonden aan opgaven rond water, bodem, riolering en klimaat. Daarvoor is wel structurele financiering nodig, want het huidige incidentele budget van 56 miljoen euro voldoet niet. 

Ruimtelijke inpassing  

Tot slot onderstreept de Unie van Waterschappen het belang van een goede inpassing van de funderingsaanpak in bredere ruimtelijke kaders, zoals de Nota Ruimte. De kennis van waterschappen over het water- en bodemsysteem kan daarbij breed worden ingezet – zowel bij nieuwbouw als bij het oplossen van bestaande problemen. De Unie van Waterschappen roept een nieuw kabinet op om hier werk van te maken. 

Droogteblog voorjaar 2025

28 mei 2025

Dit droogteblog bundelt alle berichten over het watertekort in Nederland tijdens het voorjaar van 2025.Met onder andere: ‘Regen maakt geen einde aan droogte’ en ‘Nieuwe droogtemonitor online: Effecten droogte toegenomen, verwachte neerslag brengt tijdelijk verlichting’.




28 mei

Regen maakt geen einde aan droogte

Na weken van droogte heeft het de afgelopen dagen weer geregend in Nederland. Dit brengt enige verlichting voor onder andere de landbouw en de natuur. De rivierafvoeren stijgen ook, maar blijven onder het gemiddelde. Na volgende week volgt een mogelijke omslag naar droger en warmer weer. De verwachtingen zijn echter nog onzeker.

Maatregelen blijven van kracht  

Ondanks de regen blijven de maatregelen van de waterschappen en Rijkswaterstaat van kracht. Waar mogelijk wordt water vastgehouden en aangevoerd, waar nodig zijn onttrekkings- en beregeningsverboden ingesteld.

Effecten van de droogte 

De neerslag van het afgelopen weekeinde en de verwachte regen de komende dagen zorgen ervoor dat de situatie voor de natuur en landbouw niet verder verslechtert. Maar voor een echte opleving en stijging van de grondwaterstanden, is meer regen nodig. 

> Kijk voor meer informatie op de droogtemonitor


21 mei

Nieuwe droogtemonitor online: Effecten droogte toegenomen, verwachte neerslag brengt tijdelijk verlichting

In mei is er nagenoeg geen neerslag gevallen. Vanaf vrijdag wordt regen verwacht. Dit brengt tijdelijk verlichting voor onder meer de natuur en de landbouw. De rivierafvoeren zullen nog iets dalen en daarna stabiliseren. Voor een omslag van de droogtesituatie is een langere periode met neerslag nodig. Dit is op dit moment nog onzeker.

De effecten van de droogte nemen nog altijd toe, waardoor Rijkswaterstaat en de waterschappen meer maatregelen moeten nemen. In het IJsselmeergebied en in het Volkerak-Zoommeer wordt bijvoorbeeld doorgespoeld om verzilting tegen te gaan. Ook zijn op sommige plekken in Oost- en Zuid-Nederland onttrekkings- en beregeningsverboden ingesteld.

> Bekijk de droogtemonitor


15 mei

Droogte in Nederland: werken aan voldoende zoetwater  

Smalle watergang langs een fietspad, omgeven door groene struiken en bomen. De waterstand lijkt laag en de begroeiing aan de oever toont verdorde, bruine stukken gras, wat duidt op aanhoudende droogte.

Voorlopig houdt de droogte in Nederland aan. De afgelopen weken viel er nauwelijks neerslag, niet in eigen land en ook niet in de stroomgebieden van de Rijn en Maas. Dit zorgt voor een toenemend neerslagtekort, dalende rivierafvoeren en lagere grondwaterstanden. De toplaag van de bodem is droog en de vraag naar water stijgt, vooral vanuit de landbouw. Waterbeheerders nemen extra maatregelen om hierin te kunnen blijven voorzien. 

> Lees verder


14 mei

Nieuwe maatregelen in Waterschap Brabantse Delta door historische droogte

Het huidige neerslagtekort is vergelijkbaar met het jaar 1976, het droogste jaar ooit. Tuinen, akkers en natuurgebieden snakken naar een beetje water. Maar de komende 10 dagen is de kans op regen klein. Hierdoor besluit waterschap Brabantse Delta om nieuwe onttrekkingsverboden vanuit oppervlaktewater in te stellen. 

> Lees verder


14 mei

Lage grondwaterstanden in Waterschap Drents Overijsselse Delta

De grondwaterstanden in Waterschap Drents Overijsselse Delta zijn relatief laag voor de tijd van het jaar. Door de geringe hoeveelheid neerslag van de afgelopen tweeëneenhalve maand zette de dalende trend eerder in dan normaal. Ook op een groot deel van de hogere gronden is de daling eerder ingezet. Hierdoor start het waterschap het groei- en droogteseizoen met een ongunstige uitgangspositie.

> Lees verder


13 mei

Waterschap Vallei en Veluwe stelt onttrekkingsverbod oppervlaktewater in

Met ingang van 15 mei 2025 geldt in het werkgebied van Waterschap Vallei en Veluwe een verbod op onttrekking uit oppervlaktewater waarop geen aanvoer mogelijk is. Het waterschap heeft dit besloten vanwege de huidige en nog te verwachten droge periode.

>Lees verder


2 mei

Gevallen regen vormt kleine buffer voor komende week in Waterschap Vechtstromen

Vorige week is in het gebied van Waterschap Vechtstromen een mooie hoeveelheid regen gevallen, waardoor de grondwaterstanden zijn bijgetrokken. De komende twee weken wordt er geen verdere neerslag van betekenis verwacht. Gewassen, planten en bomen vragen echter steeds meer vocht om te groeien.

>Lees verder


1 mei

Extra droogtemaatregelen Waterschap Brabantse Delta

Na een bijzonder droog voorjaar viel er vorige week regen. Die neerslag kwam als geroepen. Maar het is slechts een druppel op een gloeiende plaat. Door de oplopende temperaturen, stijgende watervraag, zakkende grondwaterstanden en weinig neerslag de komende dagen neemt waterschap Brabantse Delta extra droogtemaatregelen.

>Lees verder


23 april

Waterschap Limburg geeft agrariërs realtime inzicht in wateronttrekking

Sinds mei 2024 kunnen agrariërs hun wateronttrekkingen direct melden via een nieuwe digitale beregeningsmodule op de website van Waterschap Limburg. Deze proef loopt tot eind 2025 en biedt zowel het waterschap als agrariërs voordelen.​

>Lees verder


16 april

Waterschap Rijn en IJssel test of Kaumera helpt tegen erge droogte

Antoinet Looman en Dennis Wolsink, bestuurders van Waterschap Rijn en IJssel, hebben woensdag 16 april de officiële start gegeven van een proef met Kaumera. Dit deden zij door de eerste zaden en kruidenmengsels te strooien op de Bevermeerdijk bij Hoog Keppel. 

>Lees verder


16 april

Droogte update: ondanks neerslag blijven waterschappen alert

Watergang in de Bomenbuurt in Den Haag met aan weerszijden groene begroeiing en woonbebouwing op de achtergrond. Door de droogte is het waterpeil lager dan normaal, wat zichtbaar is aan de oevers.

Na een nat 2024 zijn de eerste signalen van droogte voor 2025 al vroeg zichtbaar. Februari, maart en begin april verliepen ongewoon droog en zonnig, de afvoeren van de rivieren en beken zijn laag en de grondwaterstanden dalen. Lokaal zijn de eerste tekenen van verzilting en verhoogde concentraties blauwalg te zien. De situatie blijft om verhoogde alertheid van de waterschappen vragen, ondanks de (aankondiging van) neerslag. 

> Lees verder


7 april

Wetterskip Fryslân verhoogt slootpeilen vanwege droge periode

Wetterskip Fryslân verhoogt het waterpeil in verschillende sloten vanwege de aanhoudende droge periode. De afgelopen weken is er weinig of geen neerslag gevallen en ook de komende weken wordt weinig regen voorspeld. Hierdoor zijn de grondwaterstanden extreem laag voor de tijd van het jaar. Met de hogere slootpeilen probeert het waterschap de grondwaterstanden zo lang mogelijk op niveau te houden.

> Lees verder


3 april

Waterschap Aa en Maas verbiedt tijdelijk het gebruik van grondwater voor het beregenen van grasland

Tot 1 juni mag er in vier regio’s van Brabant geen grondwater worden gebruikt om grasland en sportvelden te beregenen. Deze maatregel is volgens Waterschap Aa en Maas nodig om de grondwatervoorraad te beschermen. Doordat het sinds eind februari niet of nauwelijks heeft geregend, is het grondwaterpeil op plekken onder de zogenoemde grenswaarde gezakt.

> Lees verder


2 april

Droge start van het jaar: Waterschap Hollandse Delta neemt maatregelen

Dit jaar 2025 begon erg droog wat zorgt voor een ongunstige start voor de landbouw en natuur. Waterschap Hollandse Delta neemt daarom nu al maatregelen voor voldoende oppervlaktewater dit voorjaar en deze zomer.

> Lees verder


1 april

Waterschappen alert na recorddroge maand maart 

Droogte waterpeil meten

Na een nat 2024 zijn de eerste signalen van droogte voor 2025 al vroeg zichtbaar. Februari en maart waren ongewoon droog en zonnig, de afvoeren van de Maas en de Rijn zijn laag, en de grondwaterstanden dalen. Lokaal zijn de eerste tekenen van verzilting en verhoogde concentraties blauwalg te zien. De situatie vraagt om verhoogde alertheid van de waterschappen. 

>Lees verder


25 maart

Droge en zonnige start lente doet grondwaterstand Waterschap De Dommel zakken

Sinds eind februari is er nauwelijks regen gevallen in het Dommelgebied. De zon weet van geen ophouden. Voor de komende weken voorspelt het KNMI af en toe een drup regen.  Wat betekent dit droge weer voor de grondwaterstanden in het Dommelgebied?

>Lees verder

Droogte houdt aan, waterbeheerders nemen aanvullende maatregelen

25 juni 2025

Door de hoge temperaturen en beperkte neerslag houdt de droogte aan. Bestaande maatregelen blijven daardoor van kracht. Dit betekent dat waterschappen en Rijkswaterstaat waar mogelijk water vasthouden. Aanvullend is de tijdelijke pompinstallatie bij Eefde ingezet om voldoende water aan te voeren richting de Twentekanalen.

Watergang in de Bomenbuurt in Den Haag met aan weerszijden groene begroeiing en woonbebouwing op de achtergrond. Door de droogte is het waterpeil lager dan normaal, wat zichtbaar is aan de oevers.

Effecten droogte nemen toe

De effecten op natuur, landbouw en recreatie nemen toe, met name in gebieden waar geen water kan worden aangevoerd (de hoge zandgronden en delen van Zeeland). De toplaag van de bodem droogt verder uit en de grondwaterstanden dalen. Ook neemt de waterkwaliteit af door stijgende watertemperaturen. Het aantal meldingen van blauwalg neemt toe, wat gevolgen heeft voor recreatie. Deze ontwikkelingen zijn gebruikelijk onder dit soort weersomstandigheden.

Extra maatregelen 

Daarnaast worden schepen lokaal waterbesparend geschut. Het aantal onttrekkingsverboden is toegenomen en verschillende waterschappen in Midden- en West-Nederland voeren inspecties uit van droogtegevoelige kaden.

> Lees hier de uitgebreide droogtemonitor

Meer blauwalg en extra maatregelen voor aanvoer voldoende zoetwater 

2 juli 2025

Door de zomerse hitte en het gebrek aan neerslag neemt de droogte in Nederland toe. Dit betekent dat de waterkwaliteit verslechtert en er extra maatregelen nodig zijn voor de aanvoer van voldoende zoetwater.

Wateroppervlak met duidelijke aanwezigheid van blauwalg, zichtbaar als een groenblauw drijflaag met slierten en vlekken

Maatregelen voor zoetwateraanvoer 

Rijkswaterstaat en de waterschappen nemen extra maatregelen om voldoende zoetwater aan te voeren, zodat het water in het westen van het land niet te zout wordt. Het waterpeil in het IJsselmeer houden ze hoog voor een extra voorraad zoetwater. Ook wordt deze week de Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA) stapsgewijs ingezet. De Haringvlietsluizen gaan woensdag 2 juli dicht. Hierdoor stroomt er extra zoetwater naar de Nieuwe Waterweg om zoutindringing te voorkomen. 

Water vasthouden 

Waterschappen blijven zoveel mogelijk water vasthouden. In veel regio’s gelden tijdelijke verboden voor het onttrekken van oppervlakte- en/of grondwater. Daarnaast worden schepen op de Maasroute en lokaal op andere plekken waterbesparend geschut. 

Blauwalg 

Door de aanhoudende droogte nemen de gevolgen voor natuur, landbouw en recreatie toe. Dit geldt vooral voor gebieden waar de waterschappen geen water kunnen aanvoeren, zoals de hoge zandgronden en delen van Zeeland. De toplaag van de bodem is droog en grondwaterstanden zijn laag. Ook neemt het aantal meldingen van blauwalg toe, waardoor er op minder plekken gezwommen kan worden.  

Regen in aantocht  

Woensdag verwacht het KNMI onweersbuien en vanaf het weekend lijkt er meer betekenisvolle neerslag te vallen. De afvoer van de grote rivieren blijft laag. Vooralsnog is er voldoende water beschikbaar om aan de vraag te voldoen in gebieden waar wateraanvoer mogelijk is. 

> Bekijk voor meer actuele informatie de droogtemonitor

Waterschappen pleiten voor maatwerk in overgangsgebieden 

25 juni 2025

De Tweede Kamer heeft op 25 juni naar aanleiding van het commissiedebat over stikstof drie moties aangenomen. De moties onderstrepen het belang van een integrale, gebiedsgerichte aanpak in de overgangsgebieden rond Natura 2000-gebieden. “De waterschappen steunen deze oproep en benadrukken dat niet alleen stikstof, maar ook verdroging en waterkwaliteit bepalend zijn voor het herstel van natuur”, aldus de Unie van Waterschappen.

Landschapsfoto van een groene, landelijke omgeving met een kronkelende rivier op de voorgrond. Koeien grazen in de weilanden, en op de achtergrond zijn bomen en een rij huizen zichtbaar onder een blauwe hemel met lichte bewolking.

Overgangsgebieden 

Om effectief natuurherstel mogelijk te maken, zijn er maatregelen nodig in landbouwgebieden buiten de grenzen van Natura 2000-gebieden. Denk aan peilbeheer, het infiltreren van regenwater of het beperken van grondwateronttrekking. Deze maatregelen kunnen op gespannen voet staan met de wettelijke taak van waterschappen om de landbouw te faciliteren. Daarom is het essentieel dat het Rijk, de provincies en gemeenten publiekrechtelijke afspraken maken over een gecombineerde functie van landbouw en natuur in overgangsgebieden. Zo kunnen waterschappen hun beheer beter afstemmen op beide belangen. 

Waterkwaliteit en droogtebestrijding 

De motie van Podt (D66) pleit voor het op orde brengen van de randvoorwaarden voor gebiedsspecifieke zonering. Ook roept de motie op om de inzet van fondsen – zoals de 600 miljoen euro voor de Peel en de Veluwe – niet te beperken tot stikstofmaatregelen op het boerenerf, maar deze ook beschikbaar te stellen voor maatregelen op het gebied vanwaterkwaliteit en droogtebestrijding. 

Agrarisch natuurbeheer en Kaderrichtlijn Water

Daarnaast ondersteunt de Unie van Waterschappen de motie van Grinwis (CU), die oproept tot extra budget voor de uitbreiding van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) in 2026. ANLb-maatregelen – zoals randenbeheer, bodembeheer en ecologisch slootschonen – dragen concreet bij aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). 

Robuust en toekomstbestendig landelijk gebied 

De Unie van Waterschappen roept het Rijk op om ruimte te bieden voor maatwerk, zodat provincies, waterschappen en gebiedspartners gezamenlijk kunnen werken aan een robuust en toekomstbestendig landelijk gebied. 

Waterschappen benadrukken belang voortgang belangrijke dossiers  

17 juni 2025

Na de val van het kabinet speelt in de Tweede Kamer het controversieel verklaren van onderwerpen. De waterschappen willen stilstand voorkomen en pleiten voor voortgang van belangrijke dossiers. Daarom roept de Unie van Waterschappen Kamerleden op om geen enkel onderwerp controversieel te verklaren.

2 werkmannen in oranje overals staan op een dijk naast een hijskraan om elkaar een buis aan te geven.

Controversieel verklaren  

De Tweede Kamer debatteert deze week over het controversieel verklaren van onderwerpen. Dit doet de Tweede Kamer met dossiers waarvan verwacht mag worden dat behandeling met een ander kabinet tot een andere uitkomst zal leiden. Dit betekent dat deze dossiers niet behandeld mogen worden, totdat er een nieuw kabinet is. De waterschappen willen dat belangrijke thema’s, zoals ruimtelijke keuzes, woningbouw en stikstof, niet stilvallen en zien dan ook graag dat er geen dossiers controversieel worden verklaard.  

Ruimtelijke keuzes  

Waterschappen vinden het belangrijk dat er op landelijk niveau ruimtelijke keuzes worden gemaakt. Bij de inrichting van gebieden moet goed rekening worden gehouden met waterveiligheid, voldoende en schoon water, en klimaatadaptatie. Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden, is het noodzakelijk dat water en bodem sturend zijn in ruimtelijke keuzes. Er zijn duidelijke kaders nodig, zodat projectontwikkelaars weten waar ze aan moeten voldoen om toekomstbestendige nieuwbouw te realiseren. Ook zijn die kaders nodig om in de ruimtelijke puzzel ook natuurherstel en de energietransitie een duidelijke plek te geven. Daarom is het van belang dat dit dossier niet stilvalt. 

Woningbouw  

Hetzelfde geldt voor het dossier woningbouw. In het verlengde van de ruimtelijke keuzes moet ook in bouwplannen rekening worden gehouden met water. Ook hiervoor zijn landelijke kaders voor nodig, waarna de gebiedskennis van de waterschappen lokaal kan bijdragen aan toekomstbestendige afwegingen. Als de Tweede Kamer dossiers met betrekking tot woningbouw controversieel verklaard, leidt dat tot nog meer vertraging. Dat achten de waterschappen onwenselijk.  

Stikstof   

Tot slot stikstof. De afgelopen maanden schoof de Unie van Waterschappen aan bij de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCEN) om te praten over de stikstofproblematiek. Het huidige ‘startpakket’ vinden de waterschappen onvoldoende. Zij benadrukken dat een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel noodzakelijk is om de vergunningverlening – ook voor cruciale waterprojecten – uit de huidige impasse te halen. Dat is alleen mogelijk als de Tweede Kamer dit dossier niet in de ijskast zet.  

Startpunt naar waterweerbaar Europa

5 juni 2025

Europa is het snelst opwarmende continent. Droogte, overstromingen en vervuiling bedreigen de beschikbaarheid en kwaliteit van water. De Europese Commissie stelt dat waterweerbaarheid essentieel is voor de volksgezondheid, economie, voedselzekerheid en veiligheid. Op 4 juni is de langverwachte Water Resilience Strategy gepresenteerd, waarmee samen met de lidstaten wordt gewerkt aan een waterweerbaar Europa in 2050.

vlaggen-europa-eu-brussel

In de strategie pakt de Europese Commissie verschillende thema’s vast en kiest voor een brede insteek: van water in het buitenlands beleid, tot waterbesparing, hergebruik, digitalisering, educatie, innovatie en crisisbeheersing.

Aan de slag met concrete maatregelen

De Unie van Waterschappen ziet deze Europese strategie als een belangrijk startpunt, maar benadrukt dat concrete acties nog moeten volgen. Luzette Kroon, bestuurslid internationaal van de Unie van Waterschappen: “Na de Europese verkiezingen van juni 2024 werd relatief snel duidelijk dat waterweerbaarheid hoog op de Europese agenda staat. We hebben als waterschappen onze standpunten op veel momenten onder de aandacht gebracht. Onze inzet op het gebied van klimaatadaptatie en grensoverstijgend waterbeheer zien we nadrukkelijk terug in de strategie. Benedenstroomse gebieden, zoals Nederland, zijn immers afhankelijk van bovenstrooms waterbeheer in andere Europese landen. De strategie besteedt hier terecht veel aandacht aan. We hadden echter meer ambitie verwacht op het gebied van waterkwaliteit en PFAS. De Unie van Waterschappen pleit voor een volledig verbod op PFAS om mens en milieu te beschermen. Waterweerbaarheid gaat immers over zowel kwaliteit als kwantiteit. Dit blijven we agenderen in Europa.”

Meer ambitie nodig op het gebied van waterkwaliteit

De Europese Commissie formuleert drie hoofddoelen in de strategie: het herstel en de bescherming van de watercyclus, het stimuleren van een waterintelligente economie, en toegang tot schoon en betaalbaar water voor iedereen. Deze doelen moeten worden bereikt door betere implementatie en handhaving van bestaande wetgeving. EU-wetgeving, waaronder de Kaderrichtlijn Water, biedt volgens de Commissie een sterke basis om deze doelen te verwezenlijken als het goed wordt geïmplementeerd. De Commissie wil onder meer gestructureerde dialogen met lidstaten aangaan en benoemt expliciet de aanpak van verontreinigingen zoals PFAS. Toch blijft een echt ambitieuze koers op dit vlak vooralsnog uit.

De Unie van Waterschappen roept de Commissie op om de bronaanpak van vervuiling centraal te stellen in de verdere uitwerking van deze strategie. Alleen een aanpak voor het creëren van technologie om PFAS op te ruimen is te weinig. De Unie verwacht dan ook ambitieuze voorstellen, met name op het gebied van PFAS en andere chemische stoffen. Alleen zo kan Europa écht waterweerbaar worden.

Klimaatadaptatie en grensoverstijgende samenwerking

Klimaatadaptatie en grensoverstijgende samenwerking krijgen veel aandacht in de strategie. Zo wordt benadrukt dat het onwenselijk is als overstromingsrisico’s en droogte worden afgewenteld op benedenstroomse gebieden. Er moet meer gebeuren aan klimaatadaptatie en samenwerking over grenzen heen moet structureel worden verankerd. Het aangekondigde klimaatadaptatieplan in 2026 biedt hiervoor onder andere een kans. De Commissie wil dat landen, in lijn met de Kaderrichtlijn Water, samenwerken bij het beheren van rivieren die door meerdere landen stromen. Dit kan bijvoorbeeld door meer overleg tussen landen binnen een stroomgebied, bijvoorbeeld via riviercommissies. De Unie draagt graag bij aan het versterken van  waterbeheer binnen internationale stroomgebieden.

> Klik hier voor het volledige rapport
> Klik hier voor meer informatie over de Water Resilience Strategy
> Lees hier de inbreng van de waterschappen met betrekking tot het Water Resilience Strategy

(Inter)nationale samenwerking sleutel bij waterweerbaarheid 

4 juni 2025

“Wie heeft er al een noodpakket?” Met die vraag opent Splinter Chabot Waterpoort. Geen rare vraag, want door klimaatverandering en geopolitieke spanningen neemt de dreiging toe. Denk aan de overstromingen in Limburg en stroomstoringen in Spanje en Frankrijk. In hoeverre is de watersector voorbereid?

Een goedgevulde zaal luistert aandachtig naar Splinter Chabot, Vincent Lokin (bestuurslid Unie van Waterschappen) en Pieter Litjens (voorzitter Vewin). Ze staan voor een groot scherm in Nieuwspoort. De sfeer is zakelijk en betrokken. De deelnemers zitten in een halve cirkel, wat een interactieve setting suggereert.

Op 26 mei organiseerden de Unie van Waterschappen en Vewin bij Nieuwspoort een nieuwe editie van Waterpoort. Met een boordevol programma: een mini-college over waterweerbaarheid, een korte film over de voorbereidingen van Vewin en de waterschappen, en tot slot een debat met Eerste en Tweede Kamerleden, een Europarlementariër en het publiek. Waterweerbaarheid is een mooi, interessant en belangrijk onderwerp, vindt gespreksleider Splinter Chabot. 

Watersector maakt zich zorgen 

We leven in een onvoorspelbare wereld. Zowel Pieter Litjens, voorzitter van de vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), als Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, maken zich zorgen. Litjens: “We zien de laatste tijd steeds vaker stroomstoringen – door sabotage in Zuid-Frankrijk en de grote storing in Spanje. Het is niet meer denkbeeldig; het komt in de praktijk gewoon voor.”  

Bij drinkwaterbedrijven en waterschappen staat weerbaarheid dan ook hoog op de agenda. “We werken hard aan waterveiligheid. Het is een continue, risicogestuurd proces”, zegt Vincent Lokin. “Ik zal niet zeggen dat we kwetsbaar zijn, maar we weten ook niet of we het huis voldoende op orde hebben.” Hij wil daarom meer duidelijkheid vanuit de politiek. “We zitten in een tussenfase, tussen vrede en oorlog; wat dat precies betekent weten wij niet. Het helpt als dit geduid wordt, zodat wij ons kunnen organiseren om op dat niveau voorbereid te zijn.”   

Mini-college Waterweerbaarheid: Reële dreiging of paranoia 

De zorgen over klimaatverandering en geopolitieke spanningen zijn niet onterecht. Dat blijkt uit het mini-college van Louise van Schaik, Head of Unit EU & Global Affairs bij Clingendael. Hierin behandelt ze in sneltreinvaart de gevolgen van klimaatverandering en hybride dreigingen. Wat betreft klimaat ziet ze vooral uitdagingen op het gebied van zeespiegelstijging en droogte. Hier heeft Nederland de zaken goed op orde, maar bij hybride dreigingen ligt dat anders. 

“In Nederland en West-Europa zijn we niet gewend dat ons grondgebied en onze vitale infrastructuur onder druk komen te staan”, zegt Van Schaik. “Dergelijke dreigingen hebben we decennialang niet gevoeld.” Er zijn voorbeelden te over: van fake news en cyberaanvallen tot bedrijfsspionage en aanslagen. Ook specifiek voor water. Van Schaik noemt onder andere de opgeblazen Kakhovka-dam in Oekraïne en watervergiftiging bij een NAVO-kazerne in Duitsland.  

De watersector staat volgens Van Schaik voor de opgave om weerbaarder te worden. En die uitdagingen liggen niet alleen op het gebied van cybersecurity. Maar ook op het gebied van apparatuur – “Kopen we nog Chinese waterpompen?” – én bij de mensen zelf. Zij moeten ook weerbaarder worden en anders gaan denken. Tot slot moet de sector onderzoeken hoe makkelijk mensen kunnen binnendringen bij cruciale installaties. Moeten deze fysiek bewaakt worden? “Van dijkbewaking naar terreinbewaking”, besluit Van Schaik haar college. 

Het belang van samenwerking

Na een korte video waarin Vewin en de Unie kort vertellen over de waterweerbaarheid, is het tijd voor het debat in een opstelling gebaseerd op het Britse Lagerhuis. Dit gebeurt aan de hand van twee stellingen.  

De vier aanwezige politici – Cor Pierik (Tweede Kamerlid BBB), Tekke Panman (Eerste Kamerlid BBB), Jesse Six Dijkstra (Tweede Kamerlid NSC) en Ingeborg ter Laak (Europarlementariër CDA) – zijn allemaal doordrongen van het belang van waterweerbaarheid. Samenwerking speelt daarbij een belangrijke rol. Panman: “We kunnen waterweerbaarheid niet alleen maar overlaten aan de waterschappen. We moeten elkaar helpen en niet achteroverleunen.” Six Dijkstra denkt dat aankomende wetgeving bij waterweerbaarheid gaat helpen. Ter Laak noemt het een Europees probleem. “Water stroomt”, zegt ze. “Het houdt zich niet aan grenzen. Het stroomt door heel Europa, dus we moeten wel samenwerken.”  

Stelling 1: “Er is te weinig aandacht voor dreigingen als energieuitval, natuurbranden en dijkdoorbraken” 

Pierik is het eens met deze stelling. Hij vindt dat er te weinig aandacht is voor waterweerbaarheid en noemt het een cruciaal onderdeel voor het omgaan met de huidige geopolitieke situatie en klimaatverandering. Hij wijst op het probleem van de droogte en pleit ervoor om water beter vast te houden. “Water is cruciaal voor de voedselvoorziening. In periodes van droogte groeit er heel weinig. Om de voedselzekerheid op peil te houden, hebben we waterzekerheid nodig.”  

Vanuit het publiek wordt ook gereageerd. “Ik word getriggerd door de term voedselzekerheid. Er wordt steeds geroepen dat dit ontzettend belangrijk is. Maar heel veel van ons water gaat naar bloembollen, planten en tuinen. Dit wordt nu steeds bij elkaar gegooid en moet worden gescheiden.” Pierik bevestigt dat er inderdaad ook water nodig is voor de bloembollen en planten. Hij weet niet de exacte cijfers, maar “een substantieel deel van het water gaat echt naar de voedselvoorziening”, zegt hij. 

Ook Ter Laak is het eens met de stelling.  “Water is leven”, zegt ze. “We hebben het nodig voor energie- en watervoorziening.” In Europa wordt volgens haar goed nagedacht over waar de prioriteiten liggen tijdens een crisis. “Wie komt er als eerste en wie als laatste?” Dat zijn moeilijke vragen, vindt Ter Laak. Europa moet goed in beeld hebben hoe alles ervoor staat. “Bij volle graanschuren kun je er beter voor kiezen om de energievoorziening op peil te houden.” Dit zijn geen beslissingen die Europa van tevoren kan nemen. Alles hangt af van de context van dat moment, aldus Ter Laak.  

De waterschappen hebben veel dingen goed geregeld, vindt Lokin. Dat wordt ook bevestigd vanuit het publiek. “Waterschappen denken redelijk ver vooruit. Er staan in onze organisatie vijftig mensen via een piketregeling permanent klaar voor het geval er een calamiteit is.” Het is alleen niet duidelijk wat er gaat gebeuren als er meerdere calamiteiten tegelijkertijd plaatsvinden. Lokin benadrukt opnieuw de behoefte aan kaders. “Het is belangrijk dat we nieuwe dingen in de discussie afronden met een conclusie. Nu gooien we wat dingen in de lucht en dan leven we door. We moeten nieuwe normen stellen en daarnaar handelen.”  

Litjens benadrukt het belang van samenwerking. “Drinkwaterbedrijven hebben een heleboel raakvlakken. Niet alleen met de waterschappen, maar ook met andere bedrijven. Het is belangrijk dat we ons gezamenlijk voorbereiden op bedreigingen. Die integraliteit kan beter.” Tekke Panman springt daar op in. Hij vraagt zich af hoe dat zit in Flevoland. “Een groot deel van onze voedselvoorziening komt uit Flevoland. Defensie gaat nu bij Lelystad gevechtsvliegtuigen stationeren en een kazerne bouwen. Hiermee neemt het risico op een aanslag op de dijken en gemalen in Flevoland toe. Zijn de waterschappen hierover in gesprek met Defensie?” Volgens Lokin is het in dit geval aan Hetty Klaver, dijkgraaf van Zuiderzeeland, om hierover het gesprek aan te gaan. Wel doet hij een oproep aan de nationale politiek: “Kijk wat het betekent als je bepaalde functies op bepaalde plekken wilt vestigen. Dat geeft ons de gelegenheid om ons daarop te organiseren.” 

Stelling 2:  Het opstellen van een Nationaal weerbaarheidsplan is nodig om impuls te geven aan meer weerbare drinkwatersector. 

Het hangt ervan af wat er precies bedoeld wordt met een plan, reageert Litjens. “Als het betekent dat je met waterweerbaarheid ervoor zorgt dat er een robuuste watersector ontstaat of dat het belang daarvan op de agenda komt, dan is dat hartstikke goed. Maar zomaar een nationaal waterbeheerplan heeft weinig zin.” Lokin is meer een voorstander van continu werken aan waterveiligheid. “We zijn voor permanent bezig zijn met waterweerbaarheid. Ervoor zorgen dat je je huis op orde hebt. Helemaal standaard gaat dat niet worden.” 

Six Dijkstra is wél voorstander van een nationaal weerbaarheidsplan, mits dit continue wordt geüpdatet. “Zodat we onze weerbaarheid op orde hebben en elke keer weer kijken of het voldoet aan de huidige situatie. Want de bedreigingen veranderen natuurlijk ook de hele tijd.” 

Vanuit het publiek klinkt het: “Bij mij gaan er meteen twee rode vlaggen omhoog. De eerste is nationaal, dat moet internationaal worden. Want water is niet geïsoleerd. Ook moet plan framework zijn. Want je moet altijd ruimte laten om te kunnen improviseren.” Ook wordt de vraag gesteld: “Hoe goed is goed genoeg? Deze vraag dwingt je om te kwantificeren welk resultaat je wel en niet wilt. Als dat niet duidelijk is dan krijg je allerlei mensen die dan roepen ‘We doen het goed, maar het kan beter’. Dat klinkt leuk, maar zegt helemaal niks.” 

Chabot stelt de vraag meteen aan het panel. Panman vindt het lastige vraag. “Je moet eerst vaststellen wat je wilt bereiken. Wat wil je overeind houden. Dan kun je bekijken wat er nodig is.” Hij denkt niet dat de politiek dat kan en moet bepalen, maar de waterschappen. “Zij weten wat de kern is. De politiek moet hierbij vooral een faciliterende rol aannemen.” Six Dijkstra noemt het een vrij brede vraag. “Ik kan niet in een paar minuten uitleggen wat er allemaal nodig is. Ik denk dat de aankomende wetten – zoals wet weerbaarheid kritieke entiteiten en de beveilingswet – vrij goede richtsnoeren geven. Het uitgangspunt is dat ook bij grote storingen vitale processen 72 uur lang moeten kunnen doordraaien op voldoende niveau.” 

Vanuit Europa komt er een Water Resilience Plan, zegt Ter Laak. Maar ze vindt wel dat er een nationale vertaling van het Europese plan moet komen. Want wat betekent dit plan voor Nederland? “We zijn toch een delta waar het water naartoe stroomt. Als er in Duitsland een waterbedding wordt gemaakt waardoor er ineens heel veel water naar Nederland komt dan hebben wij ook een uitdaging. We zullen het samen gaan moeten doen.”  

“Het toverwoord is dus samenwerking”, besluit Chabot het debat. “We staan aan het begin van het proces: van alle onderzoeken, frameworks, en politiek. En dat we er een begin is, betekent natuurlijk ook dat er een vervolg komt. Daarom zeg ik alvast dat er op 3 november weer een Waterpoort komt.”  

Internationale samenwerking voor slimme stroomgebieden

19 mei 2025

Waterprofessionals uit heel Europa kwamen op 13 juni naar het Poolse Warschau om de laatste ontwikkelingen op het gebied van waterbeheer te bespreken. Onderwerp van gesprek was de Community of Practice (CoP) on Water Smart River Basins. De officiële lancering van deze CoP vond plaats tijdens de jaarlijkse conferentie Water Knowledge Europe (WKE) en markeert een stap in de Europese samenwerking op het gebied van waterbeheer.



Lancering Community of Practice on Water Smart River Basins

Dit jaar werd Water Knowledge Europe (WKE) voor het eerst buiten Brussel georganiseerd. De conferentie vond plaats in Polen, momenteel voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Luzette Kroon, portefeuillehouder Internationaal bij de Unie van Waterschappen, is voorzitter van de CoP. Tijdens de openingssessie lichtte zij de ambities van de CoP toe. Namelijk bijdragen aan duurzaam waterbeheer door:

  • het versterken van grensoverschrijdende samenwerking tussen overheden in stroomgebieden;
  • het organiseren van dialoog tussen bedrijven, overheden en burgers over klimaatrisico’s en waterweerbaarheid;
  • het bevorderen van kennisuitwisseling tussen publieke en private partijen.

Lessen uit de praktijk: keynote en paneldiscussie

Judith ter Maat van Deltares – een internationaal gerenommeerd onderzoeksinstituut op het gebied van water – verzorgde de keynote. Ze deelde ervaringen uit het EU-project STARS4Water. Binnen dit project wordt waterbeschikbaarheid en -management in zeven rivierbekkens in Europa bestudeerd. Ook lichtte ze de ervaring van Deltares in grensoverschrijdend waterbeheer toe, zoals het JCAR-ATRACE programma.

Aansluitend vond een high-level paneldiscussie plaats onder leiding van Jan van der Steen (EU-zaken, Unie van Waterschappen & Vewin). Hier deelden panelleden Krzysztof Kutek (Arcadis Polen), Birgit Vogel (ICPDR), Jan Hofman (Universiteit van Bath) en Luzette Kroon hun ervaringen met stroomgebiedbeheer in verschillende Europese contexten. Ze spraken onder meer over de noodzaak van robuuste wetgevingskaders, de rol van innovatieve technologieën, en het belang van het betrekken van burgers bij klimaatadaptatie. Het panel benadrukte de essentie voor samenwerking tussen actoren en over landsgrenzen heen om de uitdagingen van droogte, overstromingen en vervuiling effectief aan te pakken.

Rondetafel met thematische expertgroepen

In de middag werd in kleinere groepen verder gesproken over specifieke thema’s. Dit gebeurde in de vorm van een rondetafel van de vijf thematische expertgroepen van Water Europe. Deze sessies vormden een belangrijke schakel tussen de bestaande expertise binnen Water Europe en de ambities van de nieuwe CoP. De expertgroep Digital Water Systems, vertegenwoordigd door Eloisa Vargiu, ging in op de vraag welke digitale innovaties het beheer van stroomgebieden kunnen verbeteren. Jan Hofman reflecteerde namens expertgroep Zero Pollution & Health op manieren om rivieren schoon en gezond te houden. Fabrizio Lagasco van expertgroep Grey-Green Infrastructure & Nature-Based Solutions besprak hoe infrastructuur kan bijdragen aan klimaatadaptatie. Magdalena Rzeczkowska belichtte uit naam van de expertgroep Water & Finance wat er nodig is aan financiële middelen en samenwerking tussen overheid, markt en burgers. En tot slot deelde Lydia Lamvakeridou-Lyroudia vanuit de groep International Cooperation inzichten over wat we kunnen leren van andere landen. Deze thematische verdieping zorgde voor waardevolle input en versterkte de verbinding tussen de CoP en het bredere Europese netwerk van waterexperts.

Samen bouwen aan waterweerbare stroomgebieden

De lancering van de CoP markeert een stap in de Europese samenwerking op het gebied van waterbeheer. Door kennis en ervaringen te bundelen wil de CoP bijdragen aan toekomstbestendige, klimaatadaptieve stroomgebieden. Waterbeheerders leren van elkaar. Dutch Water Authorities blijft zich inzetten voor een sterke positie van Nederland in dit Europese netwerk.

Droogte in Nederland: werken aan voldoende zoetwater  

15 mei 2025

Het blijft voorlopig droog in Nederland. De afgelopen weken viel er nauwelijks neerslag, niet in eigen land en ook niet in de stroomgebieden van de Rijn en Maas. Dit zorgt voor een toenemend neerslagtekort, dalende rivierafvoeren en lagere grondwaterstanden. De toplaag van de bodem is droog en de vraag naar water stijgt, vooral vanuit de landbouw. Waterbeheerders nemen extra maatregelen om hierin te kunnen blijven voorzien.

Smalle watergang langs een fietspad, omgeven door groene struiken en bomen. De waterstand lijkt laag en de begroeiing aan de oever toont verdorde, bruine stukken gras, wat duidt op aanhoudende droogte.

Voorlopig houdt de droogte in Nederland aan. De afgelopen weken viel er nauwelijks neerslag, niet in eigen land en ook niet in de stroomgebieden van de Rijn en Maas. Dit zorgt voor een toenemend neerslagtekort, dalende rivierafvoeren en lagere grondwaterstanden. De toplaag van de bodem is droog en de vraag naar water stijgt, vooral vanuit de landbouw. Waterbeheerders nemen extra maatregelen om hierin te kunnen blijven voorzien. 

Waterstanden en kwaliteit 

Om in te spelen op de toenemende watervraag door landbouw en natuur zijn de waterpeilen van het IJsselmeer, Markermeer en in de regionale systemen verhoogd. Op de meeste plaatsen is er op dit moment nog voldoende water beschikbaar. Ook lijdt de waterkwaliteit nog maar beperkt onder de aanhoudende droogte, al worden lokaal blauwalg en droogvallende beken gemeld. 

Weinig neerslag verwacht 

De vooruitzichten geven weinig hoop op verlichting. De komende twee weken wordt weinig neerslag verwacht, terwijl de temperaturen iets boven het langjarig gemiddelde liggen. Dat zorgt voor een toename van de verdamping, wat het neerslagtekort verder vergroot. De afvoeren van de Rijn en Maas dalen naar verwachting verder en blijven onder het seizoensgemiddelde.  

Blijven monitoren 

De waterschappen blijven de situatie nauwlettend volgen en nemen waar nodig aanvullende maatregelen, zoals het aanvoeren van extra water en het voorkomen van verzilting. 

KWA+ verdubbelt zoetwateraanvoer West-Nederland 

Juist in deze omstandigheden vond op 15 mei de feestelijke afronding van het project Capaciteitsuitbreiding Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA+) plaats. Tien jaar werk aan gemalen, sluizen en waterwegen in Utrecht en Zuid-Holland zit erop. Dit project verdubbelt de alternatieve zoetwateraanvoer naar West-Nederland. De KWA+ wordt ingezet bij lage rivierafvoeren en droogte, om watertekorten en verzilting tegen te gaan. 

Samenwerking geborgd 

Tijdens de afsluiting van het KWA+ project ondertekenden de betrokken waterschappen (het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, het Hoogheemraadschap van Rijnland, het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, en het Hoogheemraadschap van Delfland) en Rijkswaterstaat nieuwe waterakkoorden. Daarmee legden ze de afspraken over de aan- en afvoer van water formeel vast. De dijkgraven van de drie betrokken waterschappen en de Deltacommissaris Co Verdaas benadrukten het belang van samenwerking én het besef dat technische maatregelen hun grenzen kennen. “De zoetwateropgave vraagt aanpassingen in het watergebruik en in de ruimtelijke functies”, aldus de Deltacommissaris.  

> Meer informatie: Droogtemonitor RWS