Na een nat 2024 zijn de eerste signalen van droogte voor 2025 al vroeg zichtbaar. Februari, maart en begin april verliepen ongewoon droog en zonnig, de afvoeren van de rivieren en beken zijn laag en de grondwaterstanden dalen. Lokaal zijn de eerste tekenen van verzilting en verhoogde concentraties blauwalg te zien. De situatie blijft om verhoogde alertheid van de waterschappen vragen, ondanks de (aankondiging van) neerslag.
Eerste neerslag
De eerste regen van dit voorjaar is inmiddels in delen van Nederland gevallen. Deze neerslag verlicht de droogte in de bovenste laag van de bodem enigszins, maar het algemene beeld is nog steeds vrij droog voor de tijd van het jaar. Hoewel de beschikbaarheid van zoetwater in de meeste regio’s nog voldoende is, zijn regionaal extra inspanningen nodig. Waterschappen houden water vast, zetten de waterpeilen in de regionale wateren zoals beken, sloten en kanalen op naar zomerpeil, en voeren water aan uit het IJsselmeer waar dit kan. Dit vraagt om regionaal maatwerk. Op sommige plekken, zoals in Brabant en rond de Veluwe, staan de grondwaterstanden nog hoog door de grote hoeveelheid regen van 2024. De waterschappen houden de situatie nauwlettend in de gaten.
Vooruitblik
De komende weken wordt neerslag verwacht in Nederland, maar de hoeveelheid is nog onzeker. De effecten van de neerslag op de grondwaterstanden blijven waarschijnlijk beperkt. De komende periode neemt naar verwachting tegelijkertijd de vraag naar zoetwater verder toe. Als de droogte aanhoudt, kan het nodig zijn om de maatregelen verder uit te breiden.
Droogtebeleid waterschappen
Door extremer weer en stijgende temperaturen neemt de watervraag in Nederland toe, terwijl de beschikbaarheid van water in het voorjaar en de zomer afneemt. Dit leidt tot een disbalans in het watersysteem. Hoewel er op jaarbasis voldoende neerslag valt, is er niet altijd voldoende water beschikbaar op het juiste moment en op de juiste plaats. Waterschappen richten zich daarom op het vasthouden en bufferen van water en pleiten ervoor dat de ruimtelijke inrichting en het landgebruik beter afgestemd worden op de watervoorziening. > Bekijk ook de droogtemonitor van dit droogteseizoen van het Watermanagementcentrum
De onafhankelijke adviesgroep STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving) heeft begin april haar conceptadviesrapport fase 1 gepubliceerd. Om de woningbouw te versnellen adviseert STOER aan woonminister Keijzer om op nationaal niveau een aantal normen vast te stellen voor omgaan met extreem weer. Dit geeft bouwers duidelijkheid vooraf en scheelt doorlooptijd. Dit advies is in lijn met het pleidooi van de waterschappen om borging van regels voor klimaatadaptatie.
Adviezen
Verdere adviezen in het conceptadviesrapport fase 1 gaan over het schrappen van regelgeving, waarvan een aantal volgens de waterschappen juist haaks staan op het belang van een toekomstbestendige woonomgeving.
Reactie Unie van Waterschappen
De Unie van Waterschappen heeft gereageerd op het advies van STOER met de indringende oproep om naast nationale regelgeving ook de regionale kennis van het water en bodemsysteem te blijven benutten. Het advies van het waterschap moet doorwerken in de plannen. Dat is de enige manier om waterrobuust te bouwen en te voorkomen dat woningzoekenden worden opgezadeld met een huis dat over enkele jaren onbewoonbaar blijkt.
Op 3 april was het tweeminutendebat Ruimtelijke Ordening waar meerdere moties zijn ingediend. Tijdens de stemmingen op 8 april zijn er in de Tweede Kamer twee waterrelevante moties aangenomen. De moties gaan over het stimuleren van multifunctioneel ruimtegebruik (BBB) en over een onderzoek of het idee van de waterkalender opgenomen kan worden in de verdere uitwerking van de Nota Ruimte (GroenLinks-PvdA).
De moties
Marieke Wijen-Nass (BBB): verzoekt de regering om in de Nota Ruimte aandacht te besteden aan het verder stimuleren van multifunctioneel ruimtegebruik. Waarbij ruimte voor natuur, sport, waterbeheer en andere functies gecombineerd kan worden, en hiervoor concrete voorstellen te doen voor de toekomst.
Geert Gabriëls (GroenLinks-PvdA): verzoekt de regering om te onderzoeken of het idee van de waterkalender opgenomen kan worden in de verdere uitwerking van de Nota Ruimte en de Kamer voor de zomer te informeren over de uitkomst hiervan.
De moties laten zien dat water en bodem, terecht, steeds belangrijkere thema’s worden in de politiek en het ruimtelijke domein. Water en bodem staan in Nederland onder druk en op veel plekken zijn de grenzen bereikt. De droogte, extreme hoosbuien, bodemdaling en zeespiegelstijging zorgen ervoor dat veilig wonen en werken niet langer vanzelfsprekend zijn in Nederland. De waterschappen pleiten daarom voor een leidende rol van water en bodem in ruimtelijke plannen.
Het is belangrijk dat niet alleen de inrichting wordt aangepast aan de veranderende weersomstandigheden, dus klimaatadaptatie, maar dat het ook gaat om ruimtelijke ordening passend bij het water- en bodemsysteem. Zoals locatiekeuzes voor woningbouw en welk grondgebruik waar mogelijk is. De waterschappen vinden dan ook dat het water- en bodemsysteem geen puzzelstukje is. Maar dat het de tafel moet zijn waarop de complexe puzzel van de ruimtelijke ordening moet worden gelegd. Als we daar nu niet de juiste keuzes in maken, zadelen we toekomstige generaties op met schade en overlast.
Multifunctioneel ruimtegebruik
De waterschappen ondersteunen de motie Wijen-Nass voor multifunctioneel ruimtegebruik. En zien daar kansen in om oplossingen te vinden die de verschillende belangen verenigen in plaats van elkaar in de weg zitten. Daarom is het ook belangrijk op zoek te gaan naar creatieve oplossingen. Denk aan nature-based solutions en klimaatadaptief bouwen.
Waterkalender
Waterkalenders kunnen de maatschappelijke dialoog goed ondersteunen. Maar het opzetten van een traject waarin waterschappen met andere overheden en maatschappelijke partijen werken aan een uniforme analyse en waterkalender van het water en bodemsysteem, zoals beschreven in de motie Gabriëls, vraagt om een flinke inspanning van alle partijen. Het is daarom belangrijk dat het traject op Rijksniveau verankerd wordt. De Nota Ruimte is hiervoor een juiste plek.
Op dinsdag 8 april vond de themadag Community of Practice plaats over de implementatie van de gedragscode bestendig beheer en onderhoud bij de waterschappen. Het Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW) organiseerde deze bijeenkomst met het doel om kennis en ervaring over het werken met de nieuwe gedragscode uit te wisselen en een soepele implementatie te versnellen. Partners van soortenorganisaties woonden de themadag ook bij.
Gedragscode bestendig beheer en onderhoud
De nieuwe gedragscode voor bestendig beheer en onderhoud trad in op 1 april. Hiermee veranderde op sommige punten het beheer en onderhoud van de waterschappen. Er zijn nieuwe richtlijnen die van toepassingen zijn op een breed scala aan werkzaamheden, zoals het maaien van oevers en keringen, het schonen en baggeren van watergangen en het onderhoud aan stuwen en gemalen. Daarom is het belangrijk dat de waterschappen onderling kennis en ervaring uitwisselen over de nieuwe praktijk.
Beschermen van de natuur
De gedragscode heeft als uitgangspunt dat de waterschappen voor al hun beheer- en onderhoudswerkzaamheden geen losse omgevingsvergunningen hoeven aan te vragen bij de provincies. Daarnaast helpt de gedragscode de waterschappen om bij hun beheer en onderhoud flora en fauna zo goed mogelijk te beschermen.
Samenwerking en kennisdeling
Tijdens de themadag Community of Practice: Beheer en Onderhoud van het KNW bespraken medewerkers van verschillende waterschappen hoe zij de gedragscode toepassen in hun dagelijkse werkzaamheden. Medewerkers van de soortenorganisaties waren ook aanwezig. Ruim twintig bedrijven gaven demonstraties met verschillende maaimachines. Bijvoorbeeld over hoe taluds het beste gemaaid kunnen worden. De aanwezigen benadrukten op de themadag dat samenwerking en kennisdeling essentieel zijn. Het delen van ervaringen en best practices helpt niet alleen om de implementatie te versnellen, maar ook om innovatieve oplossingen te vinden voor complexere onderhoudsvraagstukken.
Na een nat 2024 zijn de eerste signalen van droogte voor 2025 al vroeg zichtbaar. Februari en maart waren ongewoon droog en zonnig, de afvoeren van de Maas en de Rijn zijn laag, en de grondwaterstanden dalen. Lokaal zijn de eerste tekenen van verzilting en verhoogde concentraties blauwalg te zien. De situatie vraagt om verhoogde alertheid van de waterschappen.
Start droogteseizoen
Dit betekent dat het officiële droogteseizoen, dat begint op 1 april, een bovengemiddeld droge start kent. Vooruitkijkend op dit droogteseizoen zijn de eerste signalen niet gunstig. Het blijft droog in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas en de afvoer van beide rivieren blijft naar verwachting laag. Tegelijkertijd stijgt de vraag naar zoetwater door het opstarten van het groeiseizoen.
Lokale maatregelen
Hierdoor is de droogte lokaal ook al merkbaar. De lage afvoer van de Rijn leidt tot lichte beperkingen voor de scheepvaart en de natuur ervaart de eerste gevolgen van droogte. Waterbeheerders nemen dan ook al verschillende voorzorgsmaatregelen. Rijkswaterstaat heeft de waterstanden in het IJssel- en Markermeer verhoogd en de waterschappen zetten regionaal de waterpeilen op waar dit kan. Dit vraagt om maatwerk. Want op sommige plekken, zoals in Brabant en rond de Veluwe, staan de grondwaterstanden nog hoog door de grote hoeveelheid regen van 2024.
Water vasthouden en extra inlaten
Sinds 1 april hebben sommige waterschappen enkele onttrekkingsverboden ingesteld. Hieronder vallen incidentele verboden voor het onttrekken van oppervlaktewater. Deze maatregelen zijn noodzakelijk om de watervoorziening op peil te houden. Ook wordt er op verschillende plekken al meer water ingelaten dan normaal voor deze tijd van het jaar. In het westen van het land zijn ook al de eerste tekenen van verzilting merkbaar, waardoor het hoogheemraadschap van Delfland water in moet laten vanuit het Brielse Meer.
Droogtebeleid waterschappen
Door klimaatverandering en stijgende temperaturen neemt de watervraag in Nederland toe, terwijl de beschikbaarheid van water in het voorjaar en de zomer afneemt. Dit leidt tot een disbalans in het watersysteem. Hoewel er op jaarbasis voldoende neerslag valt, is er niet altijd voldoende water beschikbaar op het juiste moment en op de juiste plaats. Waterschappen richten zich daarom op het vasthouden en bufferen van water en pleiten ervoor dat de ruimtelijke inrichting en het landgebruik beter afgestemd worden op de watervoorziening.
De waterschappen hebben vanaf 1 april een nieuwe gedragscode voor bestendig beheer en onderhoud. Deze gedragscode geeft de waterschappen regels en handvatten voor beheer en onderhoud. Hierdoor hoeven ze niet voor al hun beheer- en onderhoudswerkzaamheden omgevingsvergunningen aan te vragen bij de provincies.
Zorgvuldig omgaan met flora en fauna
In de nieuwe gedragscode zijn onder meer regels opgenomen om rekening te houden met beschermde dieren en planten bij het uitvoeren van werkzaamheden. De gedragscode maakt het eenvoudiger voor de waterschappen om op een zorgvuldige manier om te gaan met flora en fauna.
Wat is een gedragscode?
Een gedragscode voorkomt dat de waterschappen iedere keer voor hun beheer- en onderhoudswerkzaamheden omgevingsvergunningen moeten aanvragen bij de provincies. De gedragscode is van toepassing op een breed scala van werkzaamheden die de waterschappen uitvoeren, zoals het maaien van oevers en keringen, schonen en baggeren van watergangen, onderhoud aan stuwen en gemalen, en wegen.
Wat verandert er?
Door de komst van de Omgevingswet en de striktere regelgeving veranderen er zaken in de gedragscode. Zo is het gebruik van de klepelmaaier nog maar in een aantal gevallen toegestaan. Ook vereisen verschillende beschermde soorten extra maatregelen.
De klepelmaaier mag nog slechts in een aantal uitzonderingssituaties gebruikt worden. De klepelmaaier hakt vegetatie in kleine stukjes en zuigt die op. Om onder meer insecten beter te beschermen gaan de waterschappen deze maaimachine minder gebruiken. Alleen als de veiligheid van medewerkers in het geding komt zonder deze maaimachine – denk aan het maaien van steile taluds – blijft klepelen nog wel mogelijk.
Ecologisch beheer
De waterschappen hebben de habitatbenadering (een vorm van ecologisch beheer) in de nieuwe gedragscode aangescherpt. Zo sparen de waterschappen in de winter vegetatie. Dit is onder andere gunstig voor kleine marterachtigen en overwinterende vogels. Verder regelt de gedragscode dat de oever die met de meeste begroeiing het broedseizoen ingaat, en dus de meeste broedvogels trekt, pas na het broedseizoen wordt gemaaid.
Op 13 maart bespreekt de Tweede Kamer tijdens het commissiedebat Ruimtelijke Ordening belangrijke keuzes over de inrichting van Nederland. De Unie van Waterschappen benadrukt dat water en bodem hierin een sturende rol moeten spelen.
Heldere keuzes voor waterbeheer en bodemkwaliteit
Het landelijk gebied heeft dringend behoefte aan duidelijke kaders voor waterbeheer en bodemkwaliteit. Dit is noodzakelijk om Nederland toekomstbestendig in te richten en duurzaam om te gaan met ons watersysteem. De waterschappen vragen daarom onder andere aandacht voor:
Betere regulering van grondgebruik: Het omzetten van grasland naar akkerbouw of boomteelt brengt risico’s voor de waterkwaliteit met zich mee. Verpachting aan de hoogste bieder leidt vaak tot intensievere landbouw.
Overgangszones rond natuurgebieden: Deze zones zijn nodig om verdroging van natuur en kwel op landbouwgronden te voorkomen.
Woningbouw en waterbeheer hand in hand
Nieuwe woningen moeten worden gebouwd met aandacht voor water- en bodembeheer. Dit voorkomt verzakkingen en schimmelproblemen en draagt bij aan de waarde van vastgoed. Goed waterbeheer is een kans voor toekomstbestendige en duurzame woningbouw.
Zoetwatervoorziening veiligstellen
Om Nederland klimaatbestendig te houden, moeten er ruimtelijke reserveringen worden gemaakt voor zoetwatervoorziening. Dit betekent onder andere dat diepe polders en lage zandgronden niet volgebouwd mogen worden en dat er ruimte rond steden moet blijven voor waterberging.
De Unie van Waterschappen roept de Tweede Kamer op om deze aandachtspunten mee te nemen in het debat en te zorgen voor beleid dat bijdraagt aan een klimaatbestendig Nederland.
Op vrijdag 14 februari brachten Eerste Kamerleden Tekke Panman en Ilona Lagas van BBB en Tweede Kamerlid Cor Pierik, ook van BBB, een werkbezoek aan waterschap Drents Overijsselse Delta. Centraal stond het beheer en onderhoud door de waterschappen en de daarbij behorende landelijke gedragscode die hiervoor in ontwikkeling is.
Waterschappen zijn het hele jaar door actief met beheer en onderhoud. Denk aan het maaien van oevers en keringen, het schonen en baggeren van watergangen en het onderhouden van stuwen, gemalen en verhardingen. Hans Pereboom, dagelijks bestuurslid van waterschap Drents Overijsselse Delta: “Door te zorgen dat de watergangen niet overwoekeren of dichtslibben, kunnen we water bij extreme regenbuien goed blijven afvoeren. Beheer en onderhoud zijn de hoekstenen van onze strategie om wateroverlast zoveel mogelijk te beperken.”
Nieuwe gedragscode
Onderwerp van gesprek was de nieuwe gedragscode voor bestendig beheer en onderhoud door de waterschappen die nu ter internetconsultatie ligt. De gedragscode regelt dat de waterschappen vaste regels hebben voor hun beheer en onderhoud en maakt het eenvoudiger om op een zorgvuldige manier om te gaan met de natuur.
Erik den Hertog, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De inzet is dat de waterschappen per 1 april een nieuwe gedragscode hebben. Deze gedragsode geeft de waterschappen regels en handvatten voor beheer en onderhoud. Hierdoor hoeven ze niet voor al hun beheer- en onderhoudswerkzaamheden omgevingsvergunningen aan te vragen bij de provincies. In de nieuwe gedragscode zijn bijvoorbeeld regels opgenomen over het rekening houden met broedende vogels bij maaiwerkzaamheden.”
Werkbezoeken
De Unie van Waterschappen organiseert regelmatig werkbezoeken voor Kamerleden. Deze zijn bedoeld om inzicht te geven in actuele onderwerpen en de uitdagingen en belangen van de waterschappen goed op de politieke agenda te zetten.
Op 13 februari praat de Tweede Kamer over funderingsproblematiek. De Unie van Waterschappen wijst erop dat water en bodem meer sturend moeten worden in ruimtelijke ontwikkelingen, om schade door bodemdaling en watertekorten te beperken.
Klimaatbestendige bouw
Klimaatverandering zorgt voor langere periodes van droogte én hevigere neerslag. Dit vraagt om maatregelen die niet alleen het grondwaterpeil stabiliseren, maar ook gebouwen en infrastructuur weerbaarder maken: funderingen op orde, kelders en kruipruimten waterdicht en de directe omgeving van gebouwen geschikt maken om zoveel mogelijk water vast te houden. Bij nieuwbouw moet water en bodem een leidende rol spelen, zodat toekomstige funderingsproblemen worden voorkomen.
Gezonde waterhuishouding
Voor bestaande woningen is een gezonde waterhuishouding cruciaal om verzakkingen en vochtschade te beperken. Daarom pleiten de waterschappen ervoor dat bij verstoring van het grondwatersysteem de balans zo snel mogelijk hersteld wordt. Bijvoorbeeld door meer infiltratie in de bodem op verdichte of afgedekte plekken. Ook is het belangrijk dat er meer grondwater wordt vastgehouden en minder wordt onttrokken en afgevoerd rond verdrogingsgevoelige gebieden.
Transparantie met een waterlabel
Ook is goede, transparante informatievoorziening belangrijk. Bijvoorbeeld met een water- of klimaatlabel voor woningen, zodat bewoners en kopers beter geïnformeerd zijn over risico’s zoals overstromingen, droogte en funderingsproblemen.
Op woensdag 11 december vond de Woontop plaats, met als doel afspraken te maken om zo snel mogelijk tot 100.000 woningen per jaar te kunnen bouwen. Op initiatief van minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening spraken verschillende partijen over het wegnemen van belemmeringen om de woningbouw te bevorderen. Duidelijk werd dat rekening houden met water nog altijd een belangrijk onderdeel moet zijn van bouwplannen.
Afspraken over water en bodem
Veel van de gemaakte afspraken gaan over het verminderen van regels en het verkorten van procedures. Een van de afspraken betreft ‘rekening te houden met water en bodem’. Hierin staat dat er snel een toepasbaar handelingsperspectief nodig is voor risicovolle gebieden op het gebied van water en bodem.
De waterschappen gaan hiervoor samen met de andere decentrale overheden en het Rijk aan de slag met kaders voor de verschillende water- en bodemsystemen. Ook brengen ze samen met de gemeenten in kaart hoe per locatie toekomstbestendig bouwen mogelijk is. Dit gebeurt in de planvormingsfase om vertraging later in het proces vertraging te voorkomen.
Verstandig bouwen
De Unie van Waterschappen is blij dat door deze afspraken water en bodem aan de voorkant kaderstellend zijn. “Het levert voor de waterschappen het komende halfjaar wel huiswerk op als het gaat om het bepalen van normen en kaders,” reageert Unievoorzitter Rogier van der Sande. “Voor ons staat centraal dat het belangrijk is om verstandig te bouwen, zodat er woningbouw gerealiseerd wordt die toekomstbestendig is, zonder dat gebreken ontstaan in de (nabije) toekomst.”