Op woensdag 11 juni heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) een rapport gepubliceerd over ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat. Het rapport benadrukt dat de komende decennia ingrijpende maatregelen nodig zijn om Nederland voor wateroverlast te behoeden en de beschikbaarheid van voldoende zoetwater te waarborgen. De maatregelen hebben grote ruimtelijke gevolgen. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Dit rapport ondersteunt ons pleidooi voor ruimte, regels en regie in de ontwikkeling van een waterrobuuste ruimtelijke inrichting. Het biedt alle betrokkenen concrete hulpmiddelen om samen te werken aan deze grote opgave.”
Pleidooi voor waterrobuuste leefomgeving
In het rapport geeft de Rli aan dat het kabinet water en bodem sturend wil laten zijn in het ruimtelijk beleid in Nederland, maar dat dit nog onvoldoende lukt. Op termijn kan dit tot zeer hoge kosten leiden. Als we nu woningen bouwen op de verkeerde plekken, bijvoorbeeld omdat die in de toekomst nodig zijn voor dijkversterking of waterberging, lopen de toekomstige kosten voor het waterbeheer hoog op.
Ook het voortzetten van de huidige landbouw in laaggelegen delen van Nederland is alleen tegen hoge kosten mogelijk. Op deze plekken wordt verzilting een steeds groter probleem. De toenemende droogte zal daarnaast onontkoombaar gevolgen hebben voor de natuur, de landbouw en bedrijvigheid in hoger gelegen delen van Nederland.
Ruimte, regels en regie
Het is de afgelopen drie decennia warmer, droger én natter geworden. Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden in dit veranderende klimaat, is het noodzakelijk om de begrenzing van het waterbeheer aan te geven, laat het Rli-rapport zien. Ook moeten water en bodem leidend zijn in ruimtelijke keuzes.
Om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen is meer ruimte voor water nodig. Van der Sande: “Door nu slimme keuzes te maken aan de voorkant en niet tegen beter weten in vast te houden aan ‘de oude maakbaarheid’, pakken we de kansen die er liggen en kunnen we ons unieke watersysteem voor de toekomst behouden. Dit vraagt dus om nationale regels voor de ruimte en keuzes in die ruimte.”
Water en bodem als basis voor ruimtelijke puzzel
De waterschappen vragen ook aandacht voor regie en afstemming. “Het water- en bodemsysteem is geen puzzelstukje”, zegt Van der Sande. “Het is de tafel waarop de complexe puzzel van de ruimtelijke ordening moet worden gelegd. Wij nemen daarin graag plaats, samen met medeoverheden, waarbij we het Rijk oproepen om het stuur in handen te nemen.”
Door hevige regenval is er in het zuiden van Duitsland veel wateroverlast. Dit is veel in het nieuws. Een deel van het water viel in het stroomgebied van de Rijn en stroomt naar Nederland. Rijkswaterstaat verwacht komende vrijdag 7 juni een piek van ruim 13 meter boven NAP in de Rijn bij Lobith. Ook in de regionale watersystemen van waterschappen wordt er door de vele regenval nog volop water afgevoerd. De waterschappen nemen waar nodig aanvullende maatregelen om wateroverlast te beperken. Grote problemen zoals in Duitsland worden er niet verwacht.
Water in regionale watersystemen van waterschappen
Samen met Rijkswaterstaat beheren de waterschappen het water in Nederland. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor de regionale wateren zoals beken, sloten en kanalen. Met gemalen brengen de waterschappen het waterpeil naar beneden. Waterbergingsgebieden slaan het teveel aan water tijdelijk op.
Door de vele regen in het najaar en de winter is de bodem op veel plaatsen in Nederland nat en verzadigd. Dit betekent dat de bodem op die plekken bij hevige neerslag geen extra water kan opvangen en er dus eerder wateroverlast ontstaat. De komende dagen wordt er opnieuw regen verwacht; bij piekbuien kan het voorkomen dat er wateroverlast ontstaat. De waterschappen houden de situatie, per regio, in de gaten en sturen bij waar nodig. Lees hierover de updates van bijvoorbeeld waterschap de Dommel, waterschap Rijn en IJssel en waterschap Rivierenland.
Water in grote rivieren van Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat focust zich op het beheer van grote wateren zoals rivieren. De meeste regen in Duitsland viel in het stroomgebied van de Donau en stroomt naar andere landen dan Nederland. Een deel van de regen viel in het stroomgebied van de Rijn. Dit is doorslaggevend voor hoeveel water er bij Lobith in Nederland binnenkomt.
Vanaf vrijdag 7 juni wordt een piek van ruim 13 meter boven NAP bij Lobith verwacht. Het water verspreidt zich richting de IJssel, de Nederrijn en de Waal en de Nieuwe Maas. Vanaf 12 meter lopen de uiterwaarden langzaam onder water en waarschijnlijk blijft dat zo tot na het weekend. Hoewel er in het voorjaar steeds vaker hoge waterstanden voorkomen, zijn de huidige hoge waterstanden nu wel bijzonder.
In dit droogteblog staat de laatste berichtgeving rondom het watertekort in Nederland. Met onder andere: ‘Ondanks regenbuien houdt de droogte aan’ en ‘Meer blauwalg en extra maatregelen voor aanvoer voldoende zoetwater’.
13 augustus
Ondanks hittegolf blijft droogtesituatie stabiel
Het bleef afgelopen week nagenoeg droog en ook voor de komende week wordt geen neerslag van betekenis verwacht. Door de hoge temperaturen neemt de verdamping toe en daarmee ook het neerslagtekort. Vooral de natuur ondervindt hier hinder van. Waar nodig houden waterbeheerders droogtemaatregelen in stand.
In het zuiden was het de afgelopen drie maanden droger dan gemiddeld en in het noorden juist natter dan normaal. Er wordt droog en warm weer verwacht, maar de gevolgen van de droogte zullen naar verwachting beheersbaar blijven.
Bij een kade in Ommoord hebben dijkwachten van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard scheuren ontdekt tijdens een controleronde. Waarschijnlijk komt de schade door dieren die gegraven hebben in de dijk. Ook heeft de droogte van de afgelopen tijd invloed gehad.
De extra aanvoer van zoet water via de Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA) is niet langer nodig. Dankzij de hoeveelheid neerslag van de afgelopen week in Nederland is de verzilting in het westen van het land afgenomen. De neerslag die in Duitsland is gevallen zorgt de komende weken voor voldoende zoetwateraanvoer via de Rijn.
De afgelopen twee weken hadden we in Nederland te maken met wisselvallig weer en normale temperaturen voor de tijd van het jaar. Hierdoor nam het neerslagtekort enigszins af en lijkt dit de komende periode te stabiliseren. De regen heeft de droogte afgeremd, maar nog niet opgelost.
De buien van deze en volgende week brengen enige verlichting voor de droogte in Nederland. De neerslag is echter onvoldoende om de droogte op te lossen. Daarom blijven de maatregelen van de waterbeheerders van kracht om te kunnen voorzien in de vraag naar zoet water en om verzilting tegen te gaan. Hiermee is de situatie beheersbaar, maar de waterbeheerders houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.
Meer blauwalg en extra maatregelen voor aanvoer voldoende zoetwater
Door de zomerse hitte en het gebrek aan neerslag neemt de droogte in Nederland toe. Dit betekent dat de waterkwaliteit verslechtert en er extra maatregelen nodig zijn voor de aanvoer van voldoende zoetwater.
Het is droog in West-Nederland. De gevallen en verwachte regen biedt onvoldoende verlichting. Ook de Rijn voert te weinig zoet water aan. Daarom wordt de Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA) aangezet om West-Nederland van zoet water te voorzien en verzilting tegen te gaan.
Donderdag 3 juli wordt het systeem bij gemaal De Aanvoerder in Utrecht aangezet. Hierbij geven hoogheemraden Aad Straathof (Rijnland) en Bert de Groot (HDSR) een toelichting aan de pers
Door de hoge temperaturen en beperkte neerslag houdt de droogte aan. Bestaande maatregelen blijven daardoor van kracht. Dit betekent dat waterschappen en Rijkswaterstaat waar mogelijk water vasthouden. Aanvullend is de tijdelijke pompinstallatie bij Eefde ingezet om voldoende water aan te voeren richting de Twentekanalen.
Op 24 juni hebben drie waterschappen, Rijn en IJssel, de Stichtse Rijnlanden en Rivierenland onttrekkingsverboden ingesteld. In bepaalde gebieden is het daar nu verboden om water uit de sloot te gebruiken om land of tuin te besproeien.
Vandaag in een Trouw een artikel over verzilting: Het water in Nederland wordt zouter en dat heeft grote gevolgen. ‘Het is niet vanzelfsprekend dat zoet water altijd beschikbaar is.’ Jeroen Haan vertelt in het artikel over de bestuurlijke keuzes die bij zoetwaterschaarste de kop opsteken.
De landelijke droogtemonitor is geactualiseerd. De afgelopen weken was het wisselvallig weer. De gevallen neerslag geeft verlichting, maar de droogte is niet voorbij. De maatregelen van de waterbeheerders blijven grotendeels van kracht. Na zondag 8 juni wordt er droog en warmer weer verwacht.
Afgelopen dagen is er veel regen gevallen en ook dinsdag worden er opnieuw piekbuien verwacht. Hierdoor wordt er een hoogwaterpiek in onze rivieren op woensdag 22 mei verwacht. De waterschappen bereiden zich wederom voor op het opvangen van het vele water en nemen waar nodig aanvullende maatregelen.
Volle uiterwaarden door hoogwater
Door de vele regenval in de grensgebieden en in Nederland, wordt er de komende dagen een afvoergolf verwacht op de Rijn. Hier kunnen delen van de uiterwaarden onder water komen te staan. Ook de Maas stijgt vanaf woensdag mogelijk als gevolg van verwachte neerslag.
Door de hevige regenval afgelopen week is de waterstand gestegen. Verwacht wordt dat de afvoer van de Rijn daarom woensdag 22 mei oploopt tot 5180 m3/s bij Lobith. Daarna zal de afvoer naar verwachting stabiliseren. Bij zowel de Rijn als de Maas kunnen de dijken de situatie aan. Rijkswaterstaat en de waterschappen houden de situatie in de gaten.
Hevige regen verwacht
Vandaag wordt opnieuw hevige regenval verwacht, zo geeft het KNMI code geel af voor het einde van de middag vanwege hevige onweersbuien. Deze onweersbuien verplaatsen zich naar het midden en westen van het land. Plaatselijk valt veel regen in korte tijd (30 mm in een uur) waardoor wateroverlast kan ontstaan. Het KNMI verwacht dat de buien rond middernacht minder zwaar worden.
Wat doen de waterschappen?
Op dit moment draaien de gemalen van de waterschappen op volle toeren om alvast het waterpeil naar beneden te brengen, om zo het overtollige water straks op te vangen en snel te kunnen afvoeren. Lees op de websites van hoogheemraadschap Rijnland en Delfland welke maatregelen zijn nemen. Door het natte najaar en de natte winter is de bodem alleen op veel plaatsen nog steeds erg nat en verzadigd. Dit betekent dat de bodem op die plekken geen extra water kan opvangen en eerder wateroverlast kan ontstaan.
Woensdag 15 mei bood minister Mark Harbers de rapportage ‘Staat van Ons Water’ aan de Tweede Kamer aan. De rapportage geeft een overzicht van de ontwikkelingen in het waterbeleid van 2023 en biedt inzicht in hoe waterschappen het land droog houden, verzilting tegengaan en de waterkwaliteit op peil houden.
Samenwerken aan water
De Staat van Ons Water wordt gezamenlijk ontwikkeld door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Unie van Waterschappen, Vewin, IPO en VNG. In de rapportage is onder andere te lezen hoe Nederland werkt aan het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering en zich voorbereidt op de toekomst. Ook de status van de waterveiligheid, waterkwaliteit, financiën en het internationale werk komen aan bod.
Een interessant jaar
2023 was in veel opzichten een interessant jaar voor de watersector. Zo waren er op 15 maart de waterschapsverkiezingen voor nieuwe waterschapsbesturen. De opkomst was met 53,1 procent hoger dan in 2019, toen 51,3 procent van de stemgerechtigden hun stem uitbrachten. Het was een extreem nat jaar. In november viel zelfs meer regen dan ooit gemeten. De klimaatscenario’s die het KNMI in oktober 2023 publiceerde, laten zien dat de winters natter en zomers droger worden. Alle scenario’s wijzen uit dat zowel wateroverlast als watertekort steeds grotere vraagstukken zijn.
Kamerlid Peter de Groot (VVD) heeft schriftelijke Kamervragen gesteld aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aanleiding voor de vragen is het artikel ‘Nieuwe watereisen veroorzaken schok: De bouw van zo’n half miljoen woningen staat op losse schroeven’.
Vragen over waterveiligheid, waterschappen en meer
Een van de vragen gaat over het ‘ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving’ van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De Groot vraagt zich af wat de status van deze kaart is ten aanzien van waterveiligheid. Ook vraagt hij of de eisen voor waterveiligheid niet in contrast staan met de ambities om sneller tot woningbouw te komen. En in hoeverre het afwegingskader zal leiden tot hogere provinciale, waterschaps- en lokale regeldruk.
Om Nederland veilig en bewoonbaar te houden, is het belangrijk dat water en bodem worden meegenomen in de ruimtelijke keuzes. Het veranderende klimaat zorgt voor toenemende periodes van droogte en wateroverlast, maar ook zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling. Om het hoofd te bieden aan deze uitdagingen, is meer ruimte voor water nodig.
Tegelijkertijd is de druk op de ruimte voor onder meer woningbouw, de energietransitie, natuur en landbouw groot. Er zijn ingrijpende keuzes nodig in de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterschappen willen daarom vanaf het begin betrokken zijn bij die keuzes. Om zo te zorgen dat we hier ook in de toekomst fijn kunnen wonen, werken en recreëren.
Op woensdag 22 mei spreekt de commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) over ruimtelijke ordening. Ter voorbereiding op het debat stuurde de Unie van Waterschappen de aandachtspunten van de waterschappen naar de commissieleden.
Water en bodem in Nota Ruimte
De nieuwe Nota Ruimte geeft een langetermijnvisie voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. De waterschappen vinden dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend moeten zijn in alle ruimtelijke plannen.
Zorgen over versnippering
De waterschappen willen daarnaast meer nationale regie en zijn bezorgd over de versnippering van ruimtelijk beleid. Op nationaal en regionaal niveau lopen er verschillende trajecten die de inrichting van gebieden de komende jaren gaan bepalen, waaronder het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de Regionale Energiestrategieën (RES), woningbouwafspraken en verstedelijkingsstrategieën. De planning en het abstractieniveau van deze lopende trajecten verschillen.
Borging noodzakelijk
Water en bodem leidend laten zijn blijkt lastig als het concreet wordt. Daarom is wettelijke borging nodig, ook in de Nota Ruimte. Nu zijn er vaak lastige discussies over verschillende belangen. De weging van het waterbelang is weliswaar in de Omgevingswet opgenomen als verplicht instrument bij ruimtelijke planvorming, maar moet in de dagelijkse werkelijkheid van planvorming en inrichting nog steviger verankerd en ingebed worden.
In de avond van donderdag 2 mei en de nacht op vrijdag 3 mei zijn er op verschillende plekken in het land piekbuien gevallen. Het KNMI gaf daarom op donderdag code geel af voor de provincies Noord- en Zuid-Holland, Zeeland, Utrecht, Flevoland, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Rond 01.30 uur trok het KNMI de weerwaarschuwing in.
Voorzorgsmaatregelen waterschappen
Om wateroverlast te voorkomen namen de waterschappen donderdagavond voorzorgsmaatregelen. Zo verlaagden ze waar mogelijk tijdelijk het waterpeil om een extra buffer te creëren om water op te vangen.
Vooral uitdagingen in Limburg
Op diverse plekken in Limburg leidde de hevige regenval tot ondergelopen straten en volle regenwaterbuffers. Hierdoor kwam er veel slib in de buffers en beken terecht. Momenteel lopen de regenwaterbuffers leeg om zo het slib eruit te halen. Ook wordt bij beken slib weggehaald waar een verhoogde afvoer is geweest.
De watersystemen in de rest van het land ondervinden geen hinder van de hevige regenval.
Woensdag 24 april heeft kennisinstituut Deltares de nieuwe Deltascenario’s overhandigd aan minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en deltacommissaris Co Verdaas. De scenario’s laten zien waarmee we in het water- en ruimtelijk beleid rekening moeten houden tot het eind van deze eeuw. In alle vier de scenario’s worden de wateropgaven flink groter: de zoetwatertekorten nemen toe, extreme neerslag vergroot de kans op wateroverlast en de gevolgen van overstromingen worden groter. Knelpunten in zowel watertekorten, wateroverlast als waterveiligheid stapelen zich op. Dit raakt heel Nederland.
Vier toekomstbeelden
De deltascenario’s omvatten vier toekomstbeelden tot 2050 en 2100: Warm, Stoom, Vlug en Ruim. Ze zijn alle vier even waarschijnlijk en leiden allemaal tot grotere uitdagingen voor het waterbeleid. Maatregelen in het watersysteem alleen zullen niet voldoende zijn. Er zijn ook ruimtelijke keuzes en oplossingen nodig, zoals het klimaatbestendig inrichten van onze leefomgeving en het aanpassen van water- en landgebruik.
Droger, maar ook natter
Een van de meest urgente opgaven is het beschikbaar houden van zoetwater voor maatschappelijke functies, zoals landbouw, scheepvaart, natuur, drinkwater, energie en industrie. Het aanbod van zoetwater in de zomerperiode neemt in alle Deltascenario’s af. Dit komt door langere perioden van droogte en doordat er meer water verdampt door de hogere temperaturen. Tekorten ontstaan ook doordat er in de zomer minder water door de rivieren stroomt en het zoutwater steeds verder het land binnendringt.
Tegelijkertijd neemt in alle scenario’s de kans op wateroverlast toe: ’s zomers door piekbuien en ’s winters door langere periodes met neerslag. Extreme omstandigheden vallen bovendien vaker samen. Veel regen in combinatie met hoge rivierafvoeren en een hogere zeespiegel belemmeren voldoende waterafvoer. Zowel in stedelijk als landelijk gebied kan de schade groot zijn.
Balanceren tussen twee uitersten
“Waar de waterschappen eerst kampioen waren in het afvoeren van water, moeten we dat nu ook worden in water vasthouden”, reageert Erik den Hertog, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen. “De nieuwe Deltascenario’s laten zien dat het steeds meer balanceren wordt tussen twee uitersten: droogte en wateroverlast. Als waterschappen kunnen we hierin veel, maar de situatie wordt steeds uitdagender. We kunnen dit niet alleen. De waterschappen vinden dan ook dat water leidend moet worden in ruimtelijke inrichting bijvoorbeeld bij een locatiekeuze voor woningbouw of keuze voor bepaalde teelten in de landbouw. Laat de waterschappen aan tafel zitten bij ruimtelijke vraagstukken, zodat we nu en in de toekomst hier met elkaar kunnen wonen, werken en recreëren.”
Grotere kans op overstromingen
In alle vier de Deltascenario’s is nu actie nodig om ons tijdig te beschermen tegen natte voeten. De zeespiegel stijgt en de rivierafvoeren nemen in de winter toe. Daarnaast worden de gevolgen van een overstroming groter, omdat er meer mensen achter de dijken wonen en de economische waarde achter de dijken toeneemt. De waterschappen pleiten dan ook voor een tijdige investering in het gezamenlijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hierin werken het Rijk en de 21 waterschappen samen aan dijkversterkingen.
Jeroen Haan, bestuurslid waterveiligheid bij de Unie van Waterschappen: “Veilig wonen en werken in onze laaggelegen delta is niet langer vanzelfsprekend. Voor de grotere opgaven van waterveiligheid na 2028 zijn er nog geen gezamenlijke afspraken gemaakt over de financiële gevolgen. De waterschappen investeren zelf fors en pleiten ook voor een tijdige vergroting van het Deltafonds met bijdrage van het Rijk.”
Over de Deltascenario’s
De Deltascenario’s komen iedere zes jaar uit en zijn gebaseerd op de nieuwste inzichten van onder meer het KNMI, het Planbureau voor de Leefomgeving, het Centraal Planbureau, Wageningen Universiteit & Research en Deltares. De scenario’s vormen uitgangspunten voor het waterbeleid, het Deltaprogramma en de uitvoeringsorganisaties. Maar ook daarbuiten zijn ze toepasbaar, bijvoorbeeld in het ruimtelijk beleid (Nota Ruimte) of Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De scenario’s laten zien waar op (middel)lange termijn oplossingen nodig zijn voor tijdig voorbereiding en om adaptief te werken aan een veilig en leefbaar Nederland.
Op woensdag 17 april vond er een technische briefing plaats in de Tweede Kamer. Tijdens deze sessie kwamen er verschillende partijen samen om leden van de commissie Binnenlandse Zaken te informeren over het groeiende probleem van funderingsschade naar aanleiding van het Rli-rapport dat eind februari dit jaar werd gepresenteerd. Ook onze bestuurder Erik den Hertog sprak namens de waterschappen.
Steeds meer huizen kampen met funderingsschade. Volgens het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF), ook aanwezig bij de sessie, lopen honderdduizenden woningen in ons land het risico om de komende dertig jaar met funderingsschade te maken te krijgen. Deze funderingsschade kent veel verschillende oorzaken, zoals bijvoorbeeld dalende grondwaterstanden, bodemdaling en slecht gefundeerde huizen.
Gezamenlijke aanpak funderingsproblematiek
In het rapport ‘Goed gefundeerd’ zegt de Rli onder meer dat als de overheid niet helpt om het probleem op te lossen, de maatschappelijke kosten op den duur oplopen tot ruim 50 miljard euro en waarschuwt dat dit voor maatschappelijke ontwrichting kan zorgen. Om te voorkomen dat de funderingsproblematiek ontaardt in een funderingscrisis stelt de Rli dan ook een nationale aanpak funderingsproblematiek voor.
Erik den Hertog, bestuurslid Unie van Waterschappen onderschrijft dit advies: “Als waterschappen zijn wij het helemaal eens met dit advies. Op dit moment ligt de wettelijke verantwoordelijkheid van funderingsschade bij de woningeigenaar zelf. Deze schade kan wel oplopen tot in de honderdduizenden euro’s, dit is niet iets wat iemand zomaar kan betalen. Als overheid mogen we mensen niet in de kou laten staan. Een nationale aanpak en maatwerk per regio is hierbij belangrijk. Zeker omdat de oorzaken divers zijn.”
Radicale transparantie
Naast de gezamenlijke aanpak was er tijdens de sessie ook veel aandacht voor transparantie rond het probleem. Zo benadrukte Jantine Kriens van de Rli: “Om het probleem op te lossen is het belangrijk dat het inzichtelijk wordt bij welke panden zich de problemen voordoen. Dit zorgt echter ook dat als je op dat moment eigenaar bent van het pand je de nadelen ervaart van deze transparantie. Daarom is het belangrijk om financiële en organisatorische ondersteuning voor mensen die geconfronteerd worden met de effecten van deze transparantie.” Ook de waterschappen sluiten zich aan bij dit advies. “De waterschappen pleiten al een behoorlijke tijd voor een waterlabel, net zoals een energielabel voor huizen. Het is cruciaal dat huiseigenaren weten wat er onder hun huis gebeurt. Zodat er maatregelen kunnen worden genomen als dit nodig is”, benadrukt Erik den Hertog.
Aanpassen aan het water
Dit alles is voor de waterschappen alleen niet genoeg. “Het klimaat verandert, we krijgen steeds vaker te maken met toenemende periodes van droogte en wateroverlast”, zegt Erik den Hertog. “De grenzen aan het aanpassen van het watersysteem zijn bereikt. Willen we in de toekomst ook hoofd bieden aan grote uitdagingen is meer ruimte voor water nodig. We hebben heel lang een systeem gehad waarbij water zich moest aanpassen aan ons, dit kan alleen niet meer. We wonen in een delta. Wij moeten ons gaan aanpassen aan water.”
De waterschappen zijn van mening dat er dan ook vooral gewerkt moet gaan worden aan het waterrobuust maken van de gebouwde omgeving zélf. Zorgen dat de fundering op orde is, kelders en kruipruimten waterdicht zijn en de directe omgeving van de gebouwen geschikt maken om zoveel mogelijk water vast te houden. De waterbeheerder moet vanaf het allereerste begin bij die keuzes worden betrokken. Ook bij keuzes over op welke plekken woonwijken kunnen worden gebouwd. “We kunnen water en bodem niet meer zomaar naar onze hand zetten. Ook dat staat in het RLI-advies en voorkomt dat we massaal huizen neerzetten die over tien of twintig jaar te maken hebben met allerhande nieuwe verzakkingen of schimmelende muren”, aldus Den Hertog.
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.