Op 9 oktober is de verlenging van de Erfgoed Deal met de partners bestendigd in een werkbezoek naar de Stadshaven Maassluis. Bij het werkbezoek waren onder andere demissionair staatssecretaris Gunay Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en demissionair minister Rob Jetten (Klimaat) aanwezig. Namens de Unie van Waterschappen was bestuurslid Luzette Kroon bij het werkbezoek.
Een delegatie met de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de minister van Klimaat en bestuurlijke vertegenwoordigers van IPO, VNG en de Unie van Waterschappen bracht op initiatief van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een bezoek aan het Erfgoed Deal-project Stadshaven Maassluis om daar met de nieuwe partners, de Unie van Waterschappen en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de Erfgoed Deal te ondertekenen. Dit project in Maassluis draait om het voorkomen van krimp en leegstand in de binnenstad en tegelijk het bevorderen van duurzame groei. Dit door de potentie van maritiem erfgoed te benutten, de beleving te versterken en historische boten te verduurzamen.
Samenwerken door slim te combineren
Namens de Unie van Waterschappen was bestuurslid Luzette Kroon aanwezig bij het werkbezoek. Zij benadrukt waarom de waterschappen de Erfgoed Deal hebben ondertekend. Kroon: “Deelname aan de Erfgoed Deal biedt een unieke kans om de samenwerking tussen waterschappen en de erfgoedsector te versterken. Samen kunnen we werken aan uitdagingen op het gebied van waterveiligheid en klimaatadaptatie. En investeren in de verbetering van de omgevingskwaliteit van het Nederlandse landschap en de steden.”
Waarde van cultureel erfgoed
Volgens Kroon heeft de Erfgoed Deal nu al gunstige resultaten voor de waterschappen. Kroon: “Uit lopende projecten binnen de Erfgoed Deal blijkt dat deze samenwerking waarde toevoegt door de wateropgave te verbinden aan het behoud en de ontwikkeling van erfgoed.” Binnen de verantwoordelijkheid van waterschappen liggen waterwegen, rivieren en kustgebieden met een rijke geschiedenis en waardevol cultureel erfgoed. Denk aan historische molens, sluizen, dijken en gemalen. Door de ondertekening van de Erfgoed Deal erkennen de waterschappen het cruciale belang van het behoud en de herontwikkeling van dit erfgoed voor de toekomstige generaties.
Waterschappen ondertekenaar Erfgoed Deal
De Erfgoed Deal is een samenwerkingsverband van ministeries, gemeenten, provincies en maatschappelijke organisaties. En legt de verbinding tussen erfgoed en ruimtelijke opgaven op het gebied van klimaat, duurzaamheid en wonen. Ook droogtebestrijding, wateroverlast, hittestress, dijkversterking en bodemdaling zijn thema’s van de Erfgoed Deal. In de periode 2019-2022 hebben verschillende waterschappen samen met gemeenten en provincies geparticipeerd in projecten die zijn gefinancierd door de Erfgoed Deal. Als officiële ondertekenaar van de Erfgoed Deal kunnen waterschappen nu als hoofdindiener van een project fungeren en in aanmerking komen voor financiering gedurende de looptijd van het programma. Het programma loopt tot eind 2025.
De Buyer Group Duurzaam Baggeren heeft deze week de Marktvisie en Inkoopstrategie opgeleverd. Het doel is om waterbeheerders te laten zien hoe zij in hun aanbestedingsbeleid kunnen werken aan reductie van broeikasgasemissies en stikstof. De focus ligt op kleinschalig en middelgroot baggerwerk in zoete wateren, in zowel stedelijk als landelijk gebied.
Om het watersysteem in Nederland op orde te houden moet er regelmatig gebaggerd worden, maar. dat kost veel energie. Leden van de Buyer Group komen uit de baggerpraktijk en hebben zelf ervaren hoe je klimaatwinst boekt met emissiearm materieel. Deze kennis hebben zij gebundeld in de Marktvisie en Inkoopstrategie.
Klimaatbewust baggerwerk
Het document is opgesteld door 12 regionale waterbeheerders van gemeenten, provincies en waterschappen in nauwe samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De strategie maakt duidelijk wat er nu al kan, maar geeft ook een beeld van de ontwikkelingen die de komende jaren nodig zijn voor meer circulair en nog klimaatbewuster baggerwerk. Hiermee kunnen waterbeheerders op weg naar een volledig klimaat neutraal en circulair GWW in 2030.
Samen met marktvertegenwoordigers
Ook de transitiepaden van het traject Klimaatneutrale en Circulaire Infrastructuur zijn erin opgenomen. Het gaat dan om het transitiepad Kustlijnzorg en Vaargeulonderhoud en het transitiepad voor Weg-, Dijk- en Spoormaterieel. Bij het opstellen van de strategie is er intensief contact geweest met de belangrijkste marktvertegenwoordigers, zoals de brancheverenigingen Vereniging van Waterbouwers en Cumela.
Op 12 oktober is het commissiedebat van de Tweede Kamercommissie Infrastructuur en Waterstaat over de Milieuraad op 16 oktober. Op de agenda van de Milieuraad staan 2 belangrijke richtlijnen: de richtlijn bodemgezondheid en de herziening van de richtlijn stedelijk afvalwater. De waterschappen geven de commissieleden graag een aantal aandachtspunten mee op beide EU-voorstellen.
Richtlijn bodemgezondheid
De waterschappen vinden het verbeteren van de bodemkwaliteit belangrijk. Een gezonde bodem speelt een belangrijke rol in de strijd tegen klimaatverandering: in tijden van droogte houdt een gezonde bodem goed water vast en een gezonde bodem kan goed water opvangen als er te veel water is (sponswerking). Op een gezonde bodem groeien planten, struiken en bomen graag, waardoor de temperatuur van de luchtlaag erboven tot wel 2 graden omlaag kan gaan. Een gezonde bodem zorgt voor een vergroting van de biodiversiteit zowel in als op de bodem. Een goede bodemkwaliteit is nodig voor een goede waterkwaliteit en om het oppervlaktewaterpeil goed te kunnen reguleren.
Lessons learned De waterschappen zouden de lessons learned van de Kaderrichtlijn Water graag meegenomen zien bij de uitvoering van de richtlijn. In plaats van het one-out-all-out principe dat nu in de richtlijn staat willen ze, net als het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, vooraf bepalen welke indicatoren echt cruciaal zijn voor de bodemgezondheid in een bepaalde regio. Dat is beter uitvoerbaar dan 1 set indicatoren voor alle bodems.
Nationaal oppakken De Tweede en Eerste Kamer vinden dat dit onderwerp niet Europees, maar nationaal behandeld moet worden. Mocht er geen EU-richtlijn komen, dan zouden de waterschappen graag zien dat het verbeteren van de bodemkwaliteit in Nederland goed nationaal wordt opgepakt.
Herziening richtlijn stedelijk afvalwater
De waterschappen steunen het voorstel voor aanvullende zuivering van microverontreinigingen op rioolwaterzuiveringen (rwzi’s). Ook steunen ze de door de Europese Commissie voorgestelde uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van de farmaceutische en cosmetica-industrie.
Water zuiveren De waterschappen zuiveren bijna al het Nederlandse huishoudelijk rioolwater op rioolwaterzuiveringen. De richtlijn stedelijk afvalwater stelt minimumeisen voor de zuivering van stedelijk afvalwater en daarom is het een belangrijk kader voor het uitvoeren van de zuiveringstaak door de waterschappen.
Ambitieniveau verhogen Het is positief dat de Europese Commissie het ambitieniveau van de oorspronkelijke richtlijn uit 1991 verhoogt en aanpast aan de nieuwste inzichten. Er komen immers steeds meer microverontreinigingen bij, zoals medicijnresten. Deze en andere schadelijke stoffen zien we ook terug in rioolwater en uiteindelijk het milieu.
Deadlines gelijk trekken Waterschappen vragen voldoende tijd om de nieuwe zuiveringseisen te halen. Daarom pleiten ze ervoor om de deadline voor de grote rwzi’s (2035) gelijk te trekken met de deadline van middelgrote rwzi’s (2040).
Op 29 september bespreekt de demissionaire ministerraad de contourennotitie van de Nota Ruimte. De nieuwe Nota Ruimte geeft een langetermijnvisie voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. De Unie van Waterschappen benadrukt in een reactie op de contourennotitie dat de draagkracht van het water- en bodemsysteem leidend moeten zijn voor alle ruimtelijke plannen, niet alleen reactief vanuit aanpassing aan het veranderende klimaat. Ook pleiten de waterschappen voor meer nationale regie, omdat versnippering met de veelheid van landelijke en regionale ruimtelijke processen op de loer ligt.
Er liggen grote opgaven in het ruimtelijk domein. In het landelijk gebied moeten oplossingen gevonden worden. Voor een toekomstbestendige landbouw, het opvangen van de gevolgen van extreem weer, het verbeteren van de waterkwaliteit en het herstellen van de natuur. In de steden hebben we te maken met een nijpend tekort aan woningen. Ook zal daar extra gebouwd gaan worden.
Nieuwe Nota Ruimte
De nieuwe Nota Ruimte geeft straks een lange termijnvisie op Nederland voor de ruimtelijke inrichting. Hoe gaan we om met de schaarse ruimte en maken we tegelijkertijd alle ambities waar? In de Nota Ruimte wordt vooruitgekeken naar 2030, 2050 en 2100. Daarmee zet het rijk een samenhangende nationale ruimtelijke koers uit, in de vorm van korte termijn keuzes en lange termijn richtinggevende uitspraken, die moeten gaan doorwerken in het provinciaal en lokaal beleid.
Water en bodem sturend is meer dan klimaatadaptatie
Hoe doen we dit toekomstbestendig? Hoe zorgen we ervoor dat de gevolgen van extreem weer goed kunnen worden opgevangen en schade en overlast worden beperkt? Het vorige kabinet zette in het regeerakkoord dat water en bodem leidend moesten worden voor ruimtelijke plannen. Dat is nu ook terug te lezen in de contourennotitie voor de Nota Ruimte. De Unie van Waterschappen benadrukt dat het principe van ‘water en bodem sturend’ niet alleen vanwege klimaatadaptatie moet worden meegenomen.
Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Water en bodem sturend laten zijn gaat om fundamentele keuzes. Het gaat om locatiekeuzes voor woningbouw en welk grondgebruik waar mogelijk is. Als we daar nu niet de juiste keuzes in maken, zadelen we toekomstige generaties op met schade en overlast.”
Noodzaak voor nationale regie
Daarnaast is de Unie van Waterschappen bezorgd over de versnippering van ruimtelijk beleid. Op nationaal en regionaal niveau lopen er verschillende trajecten die de inrichting van gebieden de komende jaren gaan bepalen. Denk hierbij aan het Nationaal Programma Landelijk Gebied, de provinciale ruimtelijke puzzels (het programma NOVEX), maar ook de Regionale Energiestrategieën, woningbouwafspraken en verstedelijkingsstrategieën. De planning en het abstractieniveau van deze lopende trajecten verschillen.
Van der Sande: “Het is belangrijk dat het rijk regie houdt op deze lopende trajecten in de ruimtelijke ordening en nationale keuzes maakt. Hierbij is het belangrijk dat ingrijpende keuzes niet uit de weg worden gegaan. En het is ook zoeken naar een goede balans tussen gebiedsgericht maatwerk en nationale visie. De waterschappen zien kansen voor slimme combinaties en zetten graag hun gebiedskennis en regionale uitvoeringskracht in voor deze processen.”
De Nota Ruimte wordt opgesteld door de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in nauwe samenhang met andere betrokken ministeries. De volledige notitie over de contourennotitie is vanaf 29 september te vinden op: rijksoverheid.nl/regering/ministerraad.
De transitie van het landelijk gebied is een groot en belangrijk dossier waar de landelijke en regionale partijen al jaren mee worstelen. De waterschappen zien water als verbindende factor die voor de benodigde versnelling kan zorgen. De Unie van Waterschappen roept op om met waterbeheermaatregelen snel resultaten te boeken op het gebied van natuurherstel en toekomstperspectief voor de landbouw.
Verdroging is naast stikstof een van de grote oorzaken van de achteruitgang van de natuur, maar zet ook de productiviteit van de landbouw onder druk, geeft funderingsschade, bodemdaling en beperkt de beschikbaarheid van drinkwater. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Uitstellen van het aanpakken van de natuur, waterkwaliteit en klimaatverandering is niet langer mogelijk. Daarom moeten we verder kijken dan stikstofreductie. We kunnen als overheden versnellen door een ferme draai te geven aan de ‘waterknop’.”
Draaien aan de ‘waterknop’
Van der Sande: “De ‘waterknop’ staat voor watermaatregelen die snel effect hebben op bijvoorbeeld het watervasthoudende vermogen van de bodem en de natuur. Denk aan het flexibel omgaan met peilbeheer en het plaatsen van stuwen in sloten om water langer vast te houden. De waterschappen zijn betrokken bij de gebiedsprocessen van de provincies om deze kansen te verzilveren.”
Gezonde bodem
In opdracht van de Unie van Waterschappen bracht STOWA in een notitie een aantal onderzoeken over de rol van water samen. “Bij natuurherstel zijn diverse factoren van belang, waaronder voedselrijkdom (nutriënten), de zuurgraad en water. Maar ook de omvang van, en verbinding tussen natuurgebieden. Alle factoren moeten op orde zijn. Alleen werken aan stikstof is minder effectief als er onvoldoende water is, en andersom maakt droogtebestrijding de natuur minder gevoelig voor stikstof. Een gezonde bodem en een robuuste leefomgeving beginnen bij voldoende water”, vat Joost Buntsma, directeur van STOWA, samen.
Effectief
Ook adviesbureaus Sweco, Tauw en Witteveen + Bos onderstrepen de effectiviteit van waterbeheer voor natuurherstel. “Hydrologische maatregelen dragen bij aan het weerbaarder maken van habitattypen en leefgebieden van soorten tegen stikstofdepositie. Indien hydrologische maatregelen ook buiten de Natura 2000-gebieden op de juiste locatie, juiste wijze en voldoende robuust worden uitgevoerd (juiste hoeveelheden water van goede kwaliteit) heeft dit een positief effect op stikstofgevoelige natuur.”
Water als transitiemotor
De waterschappen hebben voor het realiseren van de maatregelen wel medeoverheden, het rijk en gebiedspartners nodig. De Unie van Waterschappen doet dan ook een oproep aan het rijk en de medeoverheden om meer prioriteit te geven aan de watermaatregelen. “Waterschappen ervaren dat partijen in de regio zeer bereid zijn om met water aan de slag te gaan. Water verbindt en heeft de potentie om meer perspectief te brengen in de transitie van het landelijke gebied”, aldus Rogier van der Sande.
Het afgelopen weekend viel er flink veel regen. Op verschillende plekken in het land namen de waterschappen extra maatregelen om wateroverlast te beperken.
Afgelopen zaterdag viel op de Zuid-Hollandse eilanden lokaal tot wel 50 millimeter neerslag. Op verschillende plaatsen op Goeree-Overflakkee lagen de waterpeilen al ruim boven het zomerpeil, waardoor plaatselijk wateroverlast ontstond. Waterschap Hollandse Delta plaatste noodpompen om het overtollige water sneller af te kunnen voeren.
Capaciteit gemaal Overwhere verdubbeld
Purmerend kreeg te maken met nog heftigere buien. Daar viel maar liefst 60 tot 70 millimeter. Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier verdubbelde daarom de capaciteit van het poldergemaal Overwhere om zo de sloten sneller tot gewenst niveau terug te brengen. Daarna zakte het water in de tuinen en omgeving naar de sloten uit.
Droogtemaatregelen teruggedraaid
Door de vele regen die is gevallen, trok waterschap Drents Overijsselse Delta een droogtemaatregel in. Het waterpeilen in sloten, weteringen en kanalen stond extra hoog, tot boven het normale maximumpeil. Het waterschap schakelde terug tot het maximale peil voor de zomer. Dit betekent dat in delen van het gebied waar dit mogelijk was, 5 tot 20 centimeter van de waterpeilen werd ‘afgeroomd’. Op die manier ging waterschap Drents Overijsselse Delta wateroverlast tegen en ontstaat ruimte om de neerslag die nog gaat vallen op te vangen.
Geen onttrekkingsverbod meer
Ook waterschap Limburg trok dit weekend droogtemaatregelen in. Zo is het onttrekkingsverbod voor oppervlaktewater zoals beken en sloten in Zuid-Limburg niet langer geldig. De komende maanden kunnen veranderende weersomstandigheden ervoor zorgen dat er opnieuw een onttrekkingsverbod nodig is.
Juli was vrij nat met in Nederland gemiddeld 98 mm neerslag. Hierdoor is de waterbeschikbaarheid toegenomen. Vanwege de verwachte neerslag in Nederland en in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas, zal de situatie verder verbeteren.
Ook de watervraag neemt af door de regen en relatief lage temperaturen voor de tijd van het jaar. Het landelijk gemiddelde neerslagtekort is flink gedaald en daalt de komende periode naar verwachting verder. Als gevolg van het wisselvallige weer zal de afvoer van de Rijn en de Maas naar verwachting in de komende week stijgen tot waarden rond of boven gemiddeld voor de tijd van het jaar.
Afgeschaalde maatregelen
Over het algemeen zijn de grondwaterstanden en het vochtgehalte van de toplaag van de bodem ook verbeterd. De mate van verbetering varieert wel per regio. Veel maatregelen blijven voorlopig nog van kracht, zoals onttrekkingsverboden en schutbeperkingen om verzilting te beperken. Maar er worden ook maatregelen afgeschaald. Het IJsselmeer en Markermeer gaan bijvoorbeeld terug naar het normale zomerpeil.
Droogtemonitor
De waterkwaliteit is enigszins verbeterd, maar in veel regio’s is nog wel sprake van blauwalg en op enkele locaties van zuurstofloosheid en botulisme. Een actuele stand van zaken rond de droogte is te vinden in de droogtemonitor. Gezien de afnemende problemen wordt op unievanwaterschappen.nl niet regulier meer een update geplaatst.
Dankzij de neerslag van afgelopen week verbeterde de waterbeschikbaarheid in Nederland iets. De aanvoer van de Rijn neemt toe en de toplaag van de bodem is op veel plaatsen natter. Ook voor de komende week wordt regen verwacht, waardoor er voorlopig voldoende water beschikbaar is om aan de watervraag te voldoen.
De regionale verschillen rond de droogte zijn wel groot in Nederland. In hoger gelegen delen van Nederland is nog altijd sprake van drooggevallen beken en poelen. Dit komt omdat er geen aanvoer vanuit de grote rivieren mogelijk is. De neerslag van afgelopen weken is niet voldoende geweest om het tekort aan te vullen. Ook de grondwaterstanden zijn op veel plaatsen lager dan gemiddeld voor de tijd van het jaar. Met name in Zuidwest-Nederland is het de afgelopen week nog erg droog geweest.
Verzilting
De verzilting blijft aandacht vragen van Rijkswaterstaat en de waterschappen. Door de toename van het zoutgehalte in het water kunnen er problemen ontstaan voor landbouw, industrie en drinkwater. Daarom wordt De Klimaatbestendige Zoetwateraanvoer (KWA) nog steeds ingezet om zoet water aan te voeren naar West-Nederland. Daar kan door (dreigende) verzilting geen water worden ingenomen uit de Hollandse IJssel.
Waterkwaliteit
De temperatuur van het water daalt door de extra invoer van zoet water, wat gunstig is voor de waterkwaliteit. Toch gelden er lokaal nog zwemwaterverboden, vanwege blauwalg.
Maatregelen blijven van kracht
Maatregelen die al eerder dit jaar door de waterschappen en Rijkswaterstaat zijn ingesteld blijven van kracht. Zij doen al het mogelijke om water vast te houden in meren, beken en kanalen. De waterpeilen zijn waar mogelijk verhoogd. In veel gebieden zonder mogelijkheden voor wateraanvoer zijn onttrekkingsverboden uit oppervlaktewateren van kracht. Sommige locaties kiezen voor efficiënt schutten, een schip wacht dan langer in de sluis tot er andere schepen aansluiten. Hierdoor kan beperkt vertraging kan ontstaan voor de scheepvaart.
De gevallen neerslag helpt de waterschappen en Rijkswaterstaat met het in stand houden van de waterpeilen en het tegengaan van verzilting. Door de verhoogde temperatuur van het water zijn op verschillende plekken in het land zwemverboden van kracht.
Op woensdag 12 juli wordt de Klimaatbestendige Zoetwateraanvoer (KWA) opgevoerd om de verzilting in de regio Rijn-Maasmonding tegen te gaan. Via de KWA wordt extra zoet water naar het gebied aangevoerd vanuit de Lek. Door de lage Rijnafvoer neemt de verzilting in de regio toe en kan er geen water meer worden aangevoerd vanuit de Hollandsche IJssel.
De afvoeren van de grote rivieren nemen langzaam af. De Rijn daalt naar ca. 1.000 m3/s begin volgende week en de Maas van 60 m3/s naar 50 m3/s over twee weken. Ondanks de gevallen neerslag is het nog altijd erg droog en ligt het neerslagtekort rond de 5% droogste jaren.
Maatregelen tegen verzilting
In gebieden die gevoelig zijn voor verzilting wordt efficiënt geschut om het zoete water zoveel mogelijk vast te houden. Rijkswaterstaat en de waterschappen hebben de waterpeilen waar mogelijk verhoogd en doen al het mogelijke om het zoete water vast te houden in meren, beken en kanalen.
Onttrekkingsverboden en zwemverboden
In veel gebieden zonder mogelijkheden voor wateraanvoer zijn beregeningsverboden vanuit oppervlaktewater van kracht. De grondwaterstanden zijn in het algemeen laag tot gemiddeld. Het vochtgehalte in de bodem is door de gevallen neerslag tijdelijk verbeterd, maar in veel gebieden nog steeds laag.
Door de verhoogde temperatuur van het oppervlaktewater is er op diverse locaties sprake van blauwalg. Lokaal zijn zwemverboden van kracht.
Regionale verschillen
Hoewel de droogtesituatie regionaal verschilt, zijn er momenteel wel overal extra droogtemaatregelen genomen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verhogen van het waterpeil, extra wateraanvoer, beregeningsverboden en beperkingen voor de scheepvaart. Op landelijk niveau is er nog voldoende water beschikbaar in de rivieren en meren.
De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin.
Op 11 en 12 juli organiseerde de Unie van Waterschappen bij waterschap Rijn en IJssel een werkbezoek voor Tweede Kamerleden Eva van Esch (PvdD) en Eline Vedder (CDA). De werkbezoeken stonden in het teken van droogte en het anders omgaan met water.
Heemraden Peter Schrijver en Antoinet Looman verwelkomden de gasten op een landgoed waar waterschap Rijn en IJssel verschillende maatregelen neemt om het toekomstbestendig te maken en de grondwaterstand te verhogen. Het waterschap werkt hiervoor samen met de grondeigenaren, agrariërs en pachters in het gebied. Zo maken ze de Baakse Beek ondieper, waardoor het minder grondwater met zich meeneemt. Ook krijgt de beek via gegraven geulen meer ruimte. Bij een rondleiding kregen de Kamerleden de effecten van de al genomen maatregelen te zien.
Waterneutrale woningen
Daarnaast kregen de Kamerleden informatie over een project gericht op duurzame en waterneutrale woningbouw. In de Heuvelstraat in Silvolde worden woningen ontwikkeld waarbij regenwater dat op het perceel valt, ter plekke wordt omgezet in drinkwater. Dat drinkwater wordt onder meer gebruikt voor de vaatwasser, wasmachine en de douche. Na gebruik wordt het water gezuiverd en uiteindelijk geïnfiltreerd in de bodem.
Elke druppel de grond in
Aan het eind brachten de Kamerleden een bezoek aan een agrariër voor het project ‘Elke druppel de grond in’. In dit project kijkt het waterschap samen met grondeigenaren naar manieren om water vast te houden. Elk gebied is anders en vraagt om een andere aanpak. Samen met de grondeigenaar bepaalt het waterschap welke maatregelen mogelijk zijn. Op deze manier werken agrariërs en andere grondeigenaren mee aan de watertransitie. Voorbeelden van maatregelen zijn drainagesystemen, droogtestuwen aanleggen en sloten ondieper maken of dempen.
Werkbezoeken Tweede Kamerleden
De Unie van Waterschappen organiseert regelmatig werkbezoeken voor Kamerleden. Deze zijn bedoeld om inzicht te geven in actuele politieke onderwerpen, zoals droogte.