Elke nieuwe woning langs klimaatlat

19 april 2023

Alle nieuwe woningen in Nederland zullen vanaf nu klimaatbestendig moeten worden gebouwd. De bouw kan voortaan alleen doorgaan als de woningen voldoen aan de zogeheten ‘klimaatlat’. Dat betekent onder meer dat ze zo gebouwd worden dat ze ook bewoonbaar moeten blijven bij extreme regenbuien of periodes van droogte in de toekomst.

rivier met riet en bootjes en erachter nieuwbouwhuizen

De Rijksoverheid heeft samen met provincies, gemeenten en waterschappen afgesproken dat de maatlat wordt gebruikt bij alle nieuwe woningbouwprojecten. Bouwers moeten bij de bouw van een woning rekening houden met de risico’s op overstromingen, wateroverlast, droogte, hitte en bodemdaling en de effecten op de biodiversiteit.

Bij elke baksteen

De waterschappen vinden de nieuwe maatlat essentieel voor de toekomst van Nederland. Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Waterschappen zullen vanaf nu bij alle woningbouwprojecten betrokken worden om ervoor te zorgen dat deze woningen klimaatbestendig worden gebouwd. En waar dit niet het geval is, zullen we onmiddellijk aan de bel trekken bij betrokken gemeenten, provincies of het Rijk. Dit is het nieuwe normaal: bij elke nieuwe baksteen houden we rekening met de gevolgen voor water en bodem. Die bepalen of er gebouwd kan worden of niet en hóe we bouwen. Met elkaar gaan we ervoor zorgen dat Nederland echt klimaatbestendig wordt ingericht, omdat we alleen zo ook in de toekomst veilig kunnen wonen.”

Water en bodem

De maatlat Groene Klimaatadaptieve Gebouwde Omgeving is op 19 april bekrachtigd door minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat, minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof en de medeoverheden. In de maatlat staan doelen, eisen en richtlijnen om bij de bouw van woningen rekening te houden met de gevolgen voor water en bodem, zoals in de brief ‘Water en bodem sturend’ aan de Tweede Kamer is opgenomen.

Nieuwbouw

Met de maatlat wordt het voor overheden, vastgoedeigenaren en de bouwsector duidelijk wat nodig is voor klimaatrobuuste en waterbestendige nieuwbouw. De maatregelen kunnen per locatie verschillen, afhankelijk van bijvoorbeeld de grondsoort en bebouwing in de omgeving. Regionale partijen wegen samen af welke slimme oplossingen waar nodig zijn. Er wordt nog gewerkt aan een kader om het water- en bodemsysteem goed mee te wegen bij de keuze of een locatie wel of niet geschikt is om te bebouwen.

Aangenomen moties Tweede Kamerdebat over water en bodem sturend

4 april 2023

Op 27 maart heeft de Tweede Kamer de beleidsbrief water en bodem sturend besproken in een notaoverleg. Naar aanleiding van dit debat over de rol van water in ruimtelijke plannen zijn op 4 april verschillende moties van Kamerleden aangenomen.



In aanloop naar het debat heeft de Unie van Waterschappen verschillende aandachtspunten gedeeld met de waterwoordvoerders in de Tweede Kamer. Met hen is de zorg van de waterschappen besproken dat het principe ‘water en bodem sturend’ naar de achtergrond dreigt te verdwijnen. De Unie van Waterschappen roept het Rijk daarnaast op om sneller met landelijke wetgeving te komen.

Geen tweedeling

Habtamu de Hoop (PvdA) wil voorkomen dat mensen met lage- en middeninkomens achterblijven in de minst toekomstbestendige woningen. Zijn motie verzoekt de regering om hierover met gemeenten, provincies en waterschappen in gesprek te gaan. Deze motie is aangenomen.

Geen bestemmingsplannen zonder structurerende keuzes

Ook de motie van Pieter Grinwis (ChristenUnie) haalde een meerderheid van de stemmen. Met deze motie wil Grinwis voorkomen dat er besluiten vaststaan waar we later spijt van krijgen. Dit door vóór 1 januari 2025 geen bestemmingsplannen en woningbouwprojecten vast te stellen, waarbij de structurerende keuzes op het gebied van water en bodem niet van toepassing zijn geweest.

Verworpen

De motie van Eva van Esch (Partij voor de Dieren) haalde het niet. Zij vroeg de regering om per uitgangspunt aan te geven wat, hoe, of en wanneer dit uitgewerkt en juridisch geborgd wordt. Ook wilde zij van de regering weten hoe de gebiedsplannen precies getoetst gaan worden op het principe ‘Water en Bodem sturend’.

Waterschappen: maak haast met landelijke kaders water en bodem sturend

24 maart 2023

Op 27 maart bespreekt de Tweede Kamer de beleidsbrief water en bodem sturend in een notaoverleg. Als voorbereiding op dit overleg sprak de Unie van Waterschappen meerdere waterwoordvoerders uit de Kamer. In die gesprekken is de zorg van de waterschappen besproken dat water en bodem sturend naar de achtergrond verdwijnt.

huizen-aan-het-water

Zet water en bodem op één

Uitstellen van het aanpakken van de natuur, waterkwaliteit klimaatverandering is niet langer mogelijk. De nationale kaders over water en bodem sturend zijn daarom een belangrijke voorwaarde. De Kamerbrief moet snel omgezet worden in landelijke wetgeving en regionale afspraken in de gebiedsprogramma’s van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Ook in andere ruimtelijke plannen zoals woningbouw zou water en bodem sturend leidend moeten zijn. De waterschappen blijven daar bij het Rijk op aandringen.

Kom sneller met landelijke kaders

Tot 2025 stelt het Rijk nog geen verplichte landelijke kaders. De waterschappen roepen het Rijk op om sneller met landelijke wetgeving te komen. Zo worden verschillende regels per provincie, per waterschap, of zelfs per gemeente voorkomen. De locaties van woningbouw staan volgens eerdere brieven van het Rijk tot 2025 vast. De waterschappen benadrukken dat het economisch belang niet leidend mag zijn. De inrichting en woningen moeten klimaatbestendig zijn op de plek waar gebouwd wordt.

Waterschappen: de grenzen zijn bereikt

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Water en bodem staan in Nederland onder druk en op veel plekken zijn de grenzen bereikt. We hebben veel te lang gezegd: als het niet kan zoals wij vinden dat het moet, dan zorgen we wel voor een technische oplossing voor water- en bodemvraagstukken. Dat houdt op. Sterker: soms kúnnen we het technisch niet eens meer oplossen. Maar het is ook vanuit maatschappelijk oogpunt financieel niet meer verantwoord. In plaats van ons land en watersysteem aan te passen aan onze wensen, moeten wij ons aanpassen aan de grenzen die bodem en water aan ons stellen.”

Ruimte voor water essentieel in startpakketten NOVEX

13 december 2022

De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Hugo de Jonge, presenteerde op 12 december de ‘provinciale startpakketten voor de fysieke leefomgeving’. De Jonge vraagt hiermee aan de provincies om nationale opgaven voor woningbouw, natuur, landbouw en energie ruimtelijk te vertalen naar de regio. De waterschappen vinden het positief dat de minister de regie neemt op ruimtelijke ordening en water en bodem hierin goed verankerd zijn.



De provincies gaan komend jaar een basis leggen voor de ruimtelijke keuzes die nodig zijn om de nationale doelen in te passen en te combineren met de regionale opgaven en ambities. Waterschappen willen, vanuit hun kennis van en verantwoordelijkheid voor het watersysteem, meewerken aan de provinciale ‘ruimtelijke puzzels’. Het is belangrijk dat er bij de verbouwing van Nederland ruimte is voor water. Dat nog niet alle doelen (vooraf) helder en concreet zijn, maakt de puzzel extra complex. Bijvoorbeeld door het ontbreken van het landbouwakkoord.

Water en bodem sturend voor ruimtelijke keuzes

De waterschappen benadrukken dat ruimtelijke keuzes moeten worden gemaakt op basis van het water- en bodemsysteem. Dat is nodig om het hoofd te bieden aan de toenemende wateroverlast, droogte, verzilting en bodemdaling. Water heeft de komende decennia ruimte nodig, vanwege zeespiegelstijging, grotere afvoer rivieren en extremere piekbuien. Het is belangrijk (ver) vooruit te kijken en de lange termijnverwachtingen en -ontwikkelingen mee te nemen bij de grote verbouwing van Nederland.

Woningbouw

Het is cruciaal dat water en bodem ook sturend zijn voor woningbouw. Zowel bij de locatiekeuze, de inrichting (bijvoorbeeld van een nieuwe wijk) als de bouwwijze. Het is bemoedigend dat het ministerie een richtinggevend kader voor locatiekeuze en een maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving ontwikkelt, in afstemming met de waterschappen. Deze maatlat heeft als doel gebieden klimaatbestendiger te ontwikkelen door klimaatadaptief te bouwen.

Startpakketten en het programma NOVEX

Klimaatverandering, water, stikstof, woningbouw, natuur, biodiversiteit. Er komen veel opgaven op ons af. De druk op de ruimte is groot en de opgaven zijn complex. Voor de opgaven zijn er ruim 20 aparte nationale programma’s, zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), woningbouw, de Regionale Energiestrategie (RES). Voor al deze trajecten heeft het rijk bepaald dat het water- en bodemsysteem de onderlegger is. Dit principe geeft waterschappen een stevige basis om samen met provincies en gemeenten te werken aan een klimaatrobuuste inrichting van Nederland, onder meer in de ruimtelijke puzzel NOVEX.

Het programma NOVEX verbindt de nationale programma’s en geeft aan hoe het Rijk regie voert op de ruimte. Het Rijk wil dat doen op basis van een goede interbestuurlijke samenwerking. Dat moet leiden tot een gedeeld beeld van de opgaven, heldere voorwaarden en concrete uitvoeringsafspraken. De startpakketten zijn hierin een belangrijkste eerste stap. Deze startpakketten bevatten de doelen, kaders, randvoorwaarden en een planning. De provincies gaan hier de komende negen maanden mee aan de slag om tot een integraal ruimtelijk voorstel per provincie te komen. Ook organiseren ze het proces om tot zo’n plan te komen. Daarbij betrekken ze waterschappen, gemeenten en andere partijen. VNG, IPO en de Unie van Waterschappen hebben gezamenlijk een handreiking gebiedsgericht werken opgesteld die provincies moet helpen bij dit proces.

Steun voor centrale rol van water bij ruimtelijke plannen

25 november 2022

Op 25 november heeft minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) met een brief aan de Tweede Kamer de nationale kaders gepresenteerd voor ruimtelijke plannen: water en bodem sturend. Het kabinet geeft hiermee invulling aan de afspraak in het coalitieakkoord.



De Kamerbrief komt tegemoet aan het pleidooi van de waterschappen voor landelijke kaders op dit gebied. De waterschappen gaan, vanuit hun kennis van en verantwoordelijkheid voor het watersysteem, meewerken aan een regionale uitwerking van dit beleid in gebiedsprocessen en de verschillende ruimtelijke plannen.

Integrale aanpak en Rijkskaders voorwaardelijk

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Met de Kamerbrief water en bodem sturend wordt ons pleidooi landelijk concreet gemaakt. We blijven wel aandringen op een snelle verankering op landelijke wetgeving en op regionale borging in de gebiedsprogramma’s van het Nationaal Programma Landelijk gebied (NPLG). Dat doen we ook in andere ruimtelijke plannen voor bijvoorbeeld woningbouw en energie, waarin de provincies een stevige rol krijgen. Hiervoor is een integrale aanpak een vereiste. Een mogelijke versnelling op thema’s zoals stikstof en woningbouw mag geen aanleiding zijn om van dit principe af te stappen. Er is tegelijkertijd een waterkwaliteitsvraagstuk op te lossen”.

Een samenhangend pakket voor het landelijk gebied

Naast de Kamerbrief water en bodem sturend heeft het kabinet ook (proces)brieven over stikstof en landbouw naar de Kamer gestuurd, als een samenhangend pakket over de grote opgaven in het landelijk gebied. De nationale kaders over water en bodem sturend zijn daarvoor randvoorwaardelijk. “Het aanpakken van de achteruitgang van de natuur, de waterkwaliteit en de aanpak van klimaatverandering dulden geen uitstel meer. Tegelijkertijd lukt dat alleen als de landbouwsector, als belangrijke partner in het gebied, perspectief op korte en lange termijn heeft en kan bijdragen aan de transitie van het landelijk gebied. Het is nodig dat daarbij uitgegaan wordt van de basis, het water- en bodemsysteem. De kabinetsplannen bieden een bemoedigende basis, het is een complexe puzzel en het past om hierin gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen”.

Water en bodem sturend

Nederlanders ervaren steeds meer dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt. Dat komt door de gevolgen van klimaatverandering én doordat we ons land steeds intensiever gebruiken. Om te voorkomen dat we onszelf klem zetten, moet het belang van een gezond water- en bodemsysteem voorop staan en moeten we nu al rekening houden met de ruimtelijke randvoorwaarden die voor Nederland nodig zijn. In plaats van ons water- en bodemsysteem aan te passen aan onze wensen, is het nodig dat wij ons gaan aanpassen aan de grenzen die water en bodem aan ons stellen. Zodat we ook in de toekomst, met een ander en grillig klimaat kunnen blijven leven, wonen en werken.

Waterpoort: het belang van water en bodem bij de woningbouwopgave

30 september 2022

Op 29 september vond de tweede editie van de Waterpoort plaats in Perscentrum Nieuwspoort. Samen met Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven, organiseerde de Unie van Waterschappen een paneldiscussie over het belang van water en bodem bij de woningbouwopgave.

Mensen in zaal kijken naar panelleden in het midden

Gespreksleider Elisabeth van den Hoogen opende de Poort met een kort interview met Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. Verhagen ging daarbij in op waarom bodem en water sturend veel betekent voor de bouwsector. “Veel maatschappelijke opgaven vragen om ruimte. Zoveel ruimte dat we eigenlijk bijna 2 keer het gebied van Nederland nodig hebben” legde Verhagen uit. Daarbij moet bij de inrichting van de ruimte veel meer dan ooit rekening gehouden worden met klimaatadaptatie. Je moet alleen nog wel onder NAP kunnen bouwen, vond Verhagen. Zolang maar goed nagedacht wordt over hoe daar gebouwd wordt.

Nationale sturing

Er staat nog een grote maatschappelijke opgave voor ons, concludeerde Verhagen. Bij deze opgave wil hij dan ook veel meer nationale sturing wat betreft waar te bouwen. Er is een nationale visie nodig hoe Nederland in 2040 eruitziet en wat dat betekent voor de ruimtelijke ordening. Verhagen vroeg daarbij nadrukkelijk om een nationale visie, omdat de totaliteit in het oog moet worden gehouden.

Laura Bromet, Tweede Kamerlid GroenLinks, gaf aan dat zij in de vorige bestuursperiode bij de toenmalige minister van Infrastructuur en Waterstaat om een visie heeft gevraagd. Toen werd dat niet nodig geacht, maar gelukkig kijkt men daar nu heel anders naar, zei Bromet.

Aanpassing Bouw- en Drinkwaterbesluit

Peter van de Velden, voorzitter van Vewin, gaf aan zowel het Bouw- als Drinkwaterbesluit te willen aanpassen. Veel innovatieve oplossingen zijn namelijk pas mogelijk als deze besluiten aangepast worden. Van der Velden kon hier rekenen op bijval vanuit Laura Bromet en Peter Glas, de Deltacommissaris. Desiree Uitzetter, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM), zag niet meteen de oplossing in de aanpassing van deze besluiten. Uitzetter verwacht de oplossing meer in het gebied zelf te vinden.

Spanning tussen tempo en klimaatbestendigheid

Duidelijk voor alle aanwezigen was dat er een spanning bestaat tussen het tempo van de woningbouwopgave en klimaatbestendigheid. Rogier van de Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, zei bang te zijn dat snelheid leidend wordt in de woningbouwopgave en pas wordt gekeken naar klimaatadaptief na 2030. Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid ChristenUnie, gaf aan juist nu goed te willen handelen, omdat de nood zo hoog is.

Volgende Waterpoort

De volgende Waterpoort is op maandag 7 november 2022. Deze gaat over toekomstbestendig (drink)waterbeheer.

Waterschappen: denk bij plannen voor ruimtelijke ordening ook aan water

6 september 2022

Op 14 september staat in de Tweede Kamer een Commissiedebat Ruimtelijke Ordening gepland. De waterschappen willen dat water een centrale rol speelt in de plannen op het gebied van ruimtelijke ordening.



Er moet in Nederland veel gebeuren op het gebied van klimaat, water, stikstof, woningbouw, natuur en biodiversiteit. Al deze opgaven vragen ruimte en de druk op de ruimte is daarom hoog. Het rijk voert de regie op de ruimte via aparte nationale programma’s, zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied, woningbouw en de Regionale Energiestrategie. Deze programma’s worden verbonden door het programma NOVEX.

Startpakket

In oktober legt het rijk bij iedere provincie een ‘startpakket’ neer. Daarin staan de kaders en randvoorwaarden vanuit het rijk voor de uitvoering van de programma’s. De provincies gaan aan de slag met dat startpakket en maken een plan hoe de verschillende opgaven zoals woningbouw en natuur eruit komen te zien. De waterschappen vinden een aantal dingen belangrijk voor die plannen.

1. Water en bodem sturend

Water en bodem moeten sturend zijn bij ruimtelijke ordening én inrichting. Dat betekent dat er in de plannen voldoende ruimte moet zijn voor water: klimaatadaptatie, ruimte voor waterveiligheid en ruimte om wateroverlast en droogte te voorkomen.

2. Waterkwaliteit

Ook is het belangrijk dat er aandacht is voor waterkwaliteit. Om de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027 te halen, moeten de plannen in het landelijk gebied bijdragen aan verbetering van de waterkwaliteit.

3. Betrokkenheid waterschappen

De waterschappen moeten vanaf het begin worden betrokken bij de plannen van de provincies.

4. Perspectief landbouwsector

De landbouw is een belangrijke partner in het gebied. De waterschappen vinden het daarom belangrijk dat deze sector perspectief krijgt en kan bijdragen aan de transitie van het landelijk gebied. De focus van de gebiedsgerichte aanpak moet op liggen het samen tot stand brengen van de nodige maatregelen om de natuur te verbeteren, de waterbeschikbaarheid te vergroten en de waterkwaliteitsdoelen te halen.

Lees de hele inbreng

Waterschappen: watertoets bij ruimtelijke plannen mag dwingender

26 januari 2022

Op 27 januari staat in de Tweede Kamer een Hoofdlijnendebat Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening gepland. De waterschappen vragen de Kamer aandacht te besteden aan de woningbouwopgave en de kosten van het klimaatbestendig inrichten van Nederland.

rivier met riet en bootjes en erachter nieuwbouwhuizen

Tot 2030 worden er bijna een miljoen woningen bijgebouwd. In de planning daarvan is nauwelijks rekening gehouden met het bodem-watersysteem en de impact van een veranderend klimaat. Ongeveer 820.000 geplande woningen liggen in overstroombaar, slap en nat gebied.

Water en bodem sturend

De waterschappen zijn daarom blij dat in het coalitieakkoord staat dat water en bodem sturend worden bij ruimtelijke planvorming. En dat daarom waterschappen eerder bij die plannen worden betrokken en de watertoets een dwingender karakter krijgt. De waterschappen zijn benieuwd hoe de minister dit concreet gaat aanpakken.

Kosten

De kosten voor het klimaatbestendig inrichten van ons land moeten onderzocht worden. Niet klimaatbestendig bouwen leidt op lange termijn hoe dan ook tot veel meer kosten.

Watertoets

Om klimaatbestendig bouwen te garanderen, doorlopen de waterschappen ieder jaar ruim 6.500 keer het watertoetsproces voor ruimtelijke plannen. Ook doen de waterschappen mee aan de risicodialogen over knelpunten in de bebouwde omgeving vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie.

Meer dwingend

Het veranderende klimaat onderstreept volgens de waterschappen de noodzaak om waterbelangen meer mee te laten wegen in de belangenafweging bij ruimtelijke planvorming. Zij vragen daarom de watertoets meer dwingend te maken.

Lees de hele inbreng

Deltacommissaris: houd bij woningbouw rekening met het klimaat

7 december 2021

Bij de keuze voor nieuwe locaties voor woningbouw wordt nog nauwelijks rekening gehouden met het bodem- en watersysteem en de gevolgen van klimaatverandering, vooral die op de lange termijn. Dit concludeert deltacommissaris Peter Glas. In een advies geeft hij aan dat er meer ruimte moeten worden gereserveerd om de gevolgen van klimaatverandering voor het waterbeheer op te vangen.



Naar schatting 820.000 nieuwe woningen zijn voorzien in overstroombare gebieden, gebieden met een slappe ondergrond of gebieden met een natte bodem. Het zijn locaties die kwetsbaar zijn voor overstromingen, wateroverlast, bodemdaling, maar ook voor droogte en hitte. Deze kwetsbaarheid zal door de klimaatverandering toenemen. Daarbij krijgen we steeds meer te maken met extreem weer, pieken in de rivierafvoer en een stijgende zeespiegel.

Gevolgen klimaatverandering

Deltacommissaris Peter Glas schrijft dit in zijn tweede advies over woningbouw en klimaatadaptatie aan de ministeries van Binnenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat. In het advies constateert hij dat er bij de woningbouwopgave onvoldoende rekening wordt gehouden met de langetermijngevolgen van klimaatverandering en met de eisen die water en bodem stellen.

Kwetsbaar in de gebouwde omgeving

Glas: “We hebben snel nieuwe woningen nodig. Maar daarbij is het wel van belang dat we het in één keer goed doen. Dat we flexibiliteit inbouwen en volgende generaties niet klemzetten met problemen en schade. De overstromingen in Limburg hebben laten zien hoe kwetsbaar we zijn in de gebouwde omgeving. Ik roep daarom op om scherper te kijken naar waar we gaan bouwen en hoe we bouwen.”

Water sturend bij bouwplannen

De waterschappen benadrukken al langer dat water een leidende en sturende rol moet krijgen in bouwplannen om zo schade en overlast door weersextremen te beperken. Het is daarom belangrijk dat de waterschappen zo vroeg mogelijk worden betrokken bij de locatiekeuze voor nieuwbouwprojecten. En dat er in navolging van de adviezen van de deltacommissaris nationale kaders komen voor klimaatbestendig bouwen. Ook vragen de waterschappen om bij nieuwbouwlocaties ruimte vrij te houden voor waterbergingen om de toenemende neerslag op te vangen.

Ruimte voor water

In het advies, waarvoor Sweco, Defacto, Deltares en Ecorys gegevens hebben aangeleverd, roept de deltacommissaris Rijk en regio ook op om op voorhand ruimte te reserveren voor maatregelen die nodig zijn bij een toekomstige zeespiegelstijging van 2 meter op de Noordzee. Daarnaast moet er ruimte behouden blijven in de buitendijkse gebieden langs de grote wateren en rivieren. Die ruimte is nodig voor toekomstige versterkingen van de primaire waterkeringen, voor extra waterberging en voor een goede afvoer van het water.

Lange termijn

De Unie van Waterschappen onderschrijft het advies van de deltacommissaris. Het advies is een agenderend advies, dat in de praktijk op alle niveaus invulling verdient. Met de huidige woningbouwopgave worden nu ruimtelijke keuzes voor de komende 100 jaar gemaakt. Het is belangrijk om meer ruimte te reserveren om de gevolgen van klimaatverandering voor het waterbeheer op te vangen, afwenteling van kosten op het waterbeheer te voorkomen, en om de oplossingsrichtingen voor aanpassen aan een hoge zeespiegelstijging open te houden.

Meer Rijksregie op de ruimtelijke ordening met de Nationale Omgevingsvisie Extra

6 juli 2022

Op 6 juli heeft het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) 2 programma’s gelanceerd: de Nationale Omgevingsvisie Extra (NOVEX) en Mooi Nederland. Het doel van de 2 programma’s is om te komen tot samenhang in de uitvoering van de nationale omgevingsvisie. De waterschappen zijn blij dat de minister hiermee de regie neemt op de ruimtelijke ordening. De Unie van Waterschappen heeft daar ook voor gepleit. Net als voor het sturend zijn van water en bodem. Ook dat principe komt in de programma’s terug.



De NOVEX kent twee hoofdpijlers: regie per provincie en gebiedsgerichte regie in NOVEX-gebieden. Het programma bevat onder meer spelregels voor samenwerking tussen overheden. Mooi Nederland geeft meer invulling aan de samenhang tussen opgaven. Dit programma moet borgen dat een mooi eindresultaat wordt bereikt. Dat doet het door belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde centraal te stellen bij de inrichting van ons land. Beide programma’s onderstrepen dat water en bodem sturend zijn in de ruimtelijke inrichting.

Programma NOVEX

Er komen veel opgaven op ons af. Denk aan klimaat, water, stikstof, woningbouw, natuur en biodiversiteit,. De druk op de ruimte is groot. Voor de opgaven zijn er aparte nationale programma’s, zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), woningbouw, de Regionale Energiestrategie (RES). Het programma NOVEX verbindt de ruim 20 nationale programma’s en geeft aan hoe het Rijk regie voert op de ruimte. Het Rijk wil dat doen op basis van een goede interbestuurlijke samenwerking. Dat moet leiden tot een gedeeld beeld van de opgaven, heldere voorwaarden en concrete uitvoeringsafspraken.

Rol provincies

In oktober legt het Rijk bij iedere provincie een ‘startpakket’ neer. Daarin kunnen de provincies de nationale doelen inpassen en combineren met de lokale doelen en ambities op het gebied van ruimte. Dat startpakket bevat de doelen, kaders, randvoorwaarden, spelregels en een planning. De provincies gaan hiermee aan de slag en maken een plan. Ook organiseren ze het proces om tot zo’n plan te komen. Daarbij betrekken ze regio’s, gemeentes, waterschappen, uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke partijen.

Ruimtelijk arrangement

In oktober 2023 moeten Rijk en provincies samen tot een ruimtelijk arrangement komen. Alle overheden dragen daaraan bij vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid. De minister van VRO coördineert en voert de ruimtelijke regie per provincie namens het Rijk.

NOVEX-gebieden

Daarnaast is het Rijk intensiever betrokken bij 16 NOVEX-gebieden. Dit zijn gebieden in het landelijk en stedelijk gebied waar meerdere urgente nationale (ruimtelijke) opgaven spelen. Rijk en regio werken hier nauwer samen aan een ontwikkelperspectief voor het gebied en een uitvoerings- en investeringsagenda. Zulke NOVEX-gebieden zijn onder meer De Peel, Arnhem/Nijmegen/Foodvalley, de regio Zwolle, Amsterdam Noordzeekanaalgebied, Het Groene Hart en Zuid-Limburg.

Programma Mooi Nederland

Het is belangrijk om de balans te bewaren tussen het slim omgaan met opgaven die ruimte vragen en de kwaliteit van onze leefomgeving. Daarom geeft het Programma Mooi Nederland handvatten om ruimtelijke kwaliteit mee te nemen in de opgaven. Het programma brengt de samenhang tussen opgaven in kaart en ontwikkelt toekomstperspectieven. Op gebiedsniveau worden handelingsperspectieven ontwikkeld met inrichtingsoplossingen voor ingewikkelde thema’s.

Water en bodem sturend

De programma’s NOVEX en Mooi Nederland moeten er samen voor zorgen dat er snel goede keuzes worden gemaakt, dat opgaven slim worden gecombineerd en dat onze ruimte eerlijk wordt verdeeld. Dat alles met oog voor de ruimtelijke kwaliteit. Beide programma’s benoemen daarbij dat water en bodem sturend zijn voor de ruimtelijke planvorming. De inrichting moet “worden afgestemd op de staat en kwaliteit van de ondergrond en de natuurlijke dynamiek van het water”.

Wat vinden de waterschappen?

De Unie van Waterschappen is blij dat de minister van VRO de regie wil pakken op ruimtelijke ordening. Ook is het mooi dat ‘water en bodem sturend’ in beide programma’s terugkomt. Het is belangrijk om daar nader invulling aan te geven. Daarnaast hebben de waterschappen waardering voor het feit dat in het programma Mooi Nederland expliciet aandacht is voor de kwaliteit van de verbouwing van Nederland in de komende jaren, zowel in landelijk als in stedelijk gebied. Het water- en bodemsysteem is daarvoor de basis.

Ruimte voor water

De waterschappen benadrukken dat het belangrijk is dat er bij verbouwing van Nederland ruimte is voor water: klimaatadaptatie, ruimte voor waterveiligheid, ruimte om wateroverlast en droogte te voorkomen. Water heeft de komende decennia ruimte nodig, vanwege zeespiegelstijging, grotere afvoer rivieren, piekbuien en droogte. Het is belangrijk (ver) vooruit te kijken en de langetermijnverwachtingen en -ontwikkelingen mee te nemen bij de inrichting van de ruimte bij de grote verbouwing van Nederland.

Meer informatie over de programma’s