Landelijke aanpak voor duurzaam beverbeheer

8 juli 2025

Het Rijk, provincies, Rijkswaterstaat, waterschappen en ProRail hebben een landelijke beveraanpak ontwikkeld voor het beheer van de snelgroeiende populatie in Nederland. Dit moet schade door graverij aan dijken beperken zonder de beschermde status van de bever aan te tasten.  De afspraken worden de komende tijd verder uitgewerkt.

Bever aan de waterkant, deels in het water, met natte roodbruine vacht en boomstammen op de achtergrond.

Sinds de herintroductie van de bever in 1988 is de populatie explosief gegroeid tot ruim 7.000 exemplaren. De terugkeer van deze beschermde diersoort draagt bij aan ecologisch herstel en een grotere biodiversiteit. Tegelijkertijd veroorzaakt de bever steeds vaker schade door graverij aan dijken, oevers en andere infrastructuur. De waterschappen investeerden al miljoenen in het herstellen van schade om overstromingen te voorkomen en in preventieve maatregelen om graverij door bevers tegen te gaan.

Vraag om landelijke beveraanpak

“De waterschappen hebben lang om deze nationale beveraanpak gevraagd, omdat er bijvoorbeeld veel verschillen waren tussen de provincies”, aldus bestuurder Annette van Velde van de Unie van Waterschappen. “Met deze nationale aanpak is er een bredere kijk waarin waterveiligheid en veiligheid van infrastructuur (zoals wegen of spoorwegen) worden meegenomen. Met de landelijke beveraanpak wordt een nationaal beverprotocol, waar wenselijk juridisch verankerd in faunabeheerplannen, beverbeheerplannen of andere juridische instrumenten. De landelijke aanpak zorgt ervoor dat we met respect voor de bever én met oog voor waterveiligheid kunnen handelen.”

Meer veiligheidsrisico’s en kosten als populatie bevers blijft toenemen

De waterschappen zijn tevreden met de nieuwe afspraken, maar hebben ook hun zorgen geuit bij alle partners. In Nederland leven we samen met de bever. Het gaat goed met deze beschermde soort: zowel het aantal dieren als hun verspreiding neemt toe. Toch blijft het vinden van evenwicht tussen bescherming en beheer een lastige opgave in het laaggelegen Nederland waar ruimte schaars is. Bevers vervullen een nuttige rol in het ecosysteem, maar veroorzaken ook ecologische, hydrologische en economische problemen. Hun gravende activiteiten ondermijnen waterkeringen en wegen. Dat leidt tot veiligheidsrisico’s en hoge kosten voor extra inspecties en herstelwerkzaamheden. Als de beverpopulatie blijft groeien, verwachten de waterschappen dat deze problemen in de toekomst verder toenemen.

Samenwerken: Kenniscentrum Bever

De Unie van Waterschappen, STOWA, Rijkswaterstaat, ProRail, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Zoogdiervereniging werken ook samen in het Kenniscentrum Bever. Omdat de beverpopulatie in Nederland verder groeit, neemt ook de behoefte aan informatie toe. Kenniscentrum Bever heeft als doel het delen van kennis, het bundelen van krachten en het op een duurzame wijze samen te leven met de bever. STOWA heeft daarnaast het initiatief genomen om Europese organisaties die bezig zijn met bevermanagement en – meer specifiek met graverij door bevers – samen te brengen.

Meer informatie

> Voorstel landelijke beveraanpak
> Standpunt Unie van Waterschappen over bever
> Kenniscentrum Bever

Unie volgt debat over bouwregelgeving en STOER-moties met aandacht 

4 juli 2025

Op 3 juli vond in de Tweede Kamer het Tweeminutendebat Bouwregelgeving plaats. Tijdens het debat werden twee moties ingediend waarin het rapport STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving) centraal stond. De Unie van Waterschappen volgt de uitkomsten van dit debat nauwlettend. 



Interbestuurlijk overleg 

De eerste motie, ingediend door Kamerlid Gabriëls (GroenLinks-PvdA), vraagt om het inrichten van een interbestuurlijk overleg over bouwregelgeving, waarbij medeoverheden zoals VNG, IPO en de Unie actief worden betrokken bij de beoordeling van de STOER-aanbevelingen. Deze motie werd door het kabinet ontraden en daarom haalde de motie geen meerderheid. 

Snelheid en daadkracht  

De tweede motie, ingediend door Kamerlid Buijsse (VVD), roept het kabinet op om voortvarend aan de slag te gaan met de aanbevelingen van de adviescommissie STOER en de Kamer daarover uiterlijk half oktober te informeren. Deze motie kreeg een positief advies van het kabinet en werd daarom aangenomen.  

Betrekken van medeoverheden 

De Unie van Waterschappen heeft eerder haar zorgen geuit over de snelheid en reikwijdte van de voorstellen in STOER. Het schrappen van regels kan niet los worden gezien van de uitvoeringspraktijk. Juist decentrale overheden zoals waterschappen spelen een belangrijke rol in het borgen van ruimtelijke kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid in de gebouwde omgeving. Regelgeving moet niet alleen minder, maar vooral beter. 
 
De Unie van Waterschappen pleit dan ook, net als de indieners van de moties, voor het goed betrekken van medeoverheden bij de beoordeling van de voorstellen uit STOER. Een interbestuurlijke overlegstructuur kan bijdragen aan het zorgvuldig afwegen van nut en noodzaak van regels en aan uitvoerbare, toekomstbestendige oplossingen voor de woningbouwopgave. 
 
De Unie van Waterschappen blijft het proces rondom STOER kritisch volgen en draagt graag bij aan een constructieve dialoog over betere bouwregelgeving.

Tweede Kamerlid Ruud Verkuijlen op werkbezoek bij Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

27 juni 2025

Op uitnodiging van de Unie van Waterschappen bracht Tweede Kamerlid Ruud Verkuijlen (VVD) op 27 juni een werkbezoek aan Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Het bezoek stond in het teken van  kennismaking met het werk van de waterschappen en de uitdagingen waar zij voor staan.

Tweede-Kamerlid-Ruud-Verkuijlen-werkbezoek-Waterschap-Amstel-Gooi-Vecht-web

Verkuijlen – waterwoordvoerder voor de VVD – werd ontvangen door Bea de Buisonjé, lid van het dagelijks bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) bij Gemaal Zeeburg in Amsterdam. Het Kamerlid kreeg een algemene toelichting op het werk van de waterschappen. Verder kwamen specifieke uitdagingen voor wateroverlast binnen het watersysteem van de regio Centraal Holland aan bod.

Rondleiding Gemaal Zeeburg

Aansluitend kreeg het gezelschap een rondleiding  door het  Gemaal Zeeburg. Dit noodgemaal speelt een cruciale rol in het regionale waterbeheer. Het doet dit door overtollig regen- en oppervlaktewater uit het  gebied naar het IJmeer en het Markermeer te pompen. Daarmee draagt het gemaal actief bij aan de bescherming tegen wateroverlast. Een opgave die steeds urgenter wordt door de toename van extreme neerslag.

Werkbezoeken waterschappen

De Unie van Waterschappen organiseert regelmatig werkbezoeken voor Kamerleden bij de waterschappen. Zo krijgen politici beter inzicht in de dagelijkse praktijk, de maatschappelijke opgaven en de cruciale rol van de waterschappen in klimaatadaptatie, waterveiligheid, voldoende en schoon water.  Deze bezoeken versterken de verbinding tussen beleid en uitvoering. Ook zorgen ze ervoor dat de belangen van de waterschappen goed op de politieke agenda komen te staan.

Waterschappen sturen inzet naar partijen voor Tweede Kamerverkiezingen

13 juni 2025

In aanloop naar de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober 2025 zijn de waterschappen gestart om hun belangrijkste standpunten te delen met de programmacommissies van de politieke partijen. De Unie van Waterschappen vraagt aandacht voor urgente wateropgaven zoals droogte, wateroverlast, vervuiling en de noodzaak tot dijkversterking.

stempotlood-rood-water-druppel-verkiezingen

De waterschappen roepen een nieuw kabinet op om te investeren in maatregelen die bijdragen aan een veilige, gezonde en leefbare leefomgeving. “Water is geen detail, maar fundament”, stelt de Unie. Daarom moet water en bodem sturend zijn bij de inrichting van Nederland.

Ruimtelijke keuzes mét water in de hoofdrol

De woningbouwopgave vraagt om snelheid, maar óók om zorgvuldigheid. Waterschappen pleiten voor duidelijke kaders aan de voorkant, zodat bouwen waterveilig en klimaatbestendig gebeurt. Dit voorkomt schade en versnelt procedures.

Toekomstbestendige dijken en vitale infrastructuur

De grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken is in volle gang. Om Nederland te blijven beschermen tegen overstromingen, is structureel extra budget nodig. Ook vragen waterschappen om investeringen in een robuuste infrastructuur, zodat Nederland weerbaar is tegen weersextremen, cyberdreigingen en militaire risico’s.

Water als kans voor landelijk gebied en natuurherstel

Waterschappen investeren de komende jaren 1,4 miljard euro in watermaatregelen die bijdragen aan natuurherstel, klimaatadaptatie en een vitaal landelijk gebied. Het Rijk moet deze inzet ondersteunen met passend beleid en middelen.

Schoon water begint bij bronaanpak

Ondanks goede zuivering komen schadelijke stoffen nog te vaak in het water terecht. Waterschappen pleiten voor een strenger stoffenbeleid, inclusief een verbod op PFAS en betere toelatingseisen voor gewasbeschermingsmiddelen.

Rijksregie is nodig

Voor het halen van waterkwaliteitsdoelen, natuurherstel én versnelling in woningbouw is rijksregie essentieel. Waterschappen vragen om daadkracht, duidelijk beleid en oog voor uitvoeringskracht in de regio.

De oproep is helder: investeer nú in water. Waterschappen staan klaar om samen te bouwen aan een toekomstbestendig Nederland.

> Lees de complete inzet #WatWaterschappenWillen

(Inter)nationale samenwerking sleutel bij waterweerbaarheid 

4 juni 2025

“Wie heeft er al een noodpakket?” Met die vraag opent Splinter Chabot Waterpoort. Geen rare vraag, want door klimaatverandering en geopolitieke spanningen neemt de dreiging toe. Denk aan de overstromingen in Limburg en stroomstoringen in Spanje en Frankrijk. In hoeverre is de watersector voorbereid?

Een goedgevulde zaal luistert aandachtig naar Splinter Chabot, Vincent Lokin (bestuurslid Unie van Waterschappen) en Pieter Litjens (voorzitter Vewin). Ze staan voor een groot scherm in Nieuwspoort. De sfeer is zakelijk en betrokken. De deelnemers zitten in een halve cirkel, wat een interactieve setting suggereert.

Op 26 mei organiseerden de Unie van Waterschappen en Vewin bij Nieuwspoort een nieuwe editie van Waterpoort. Met een boordevol programma: een mini-college over waterweerbaarheid, een korte film over de voorbereidingen van Vewin en de waterschappen, en tot slot een debat met Eerste en Tweede Kamerleden, een Europarlementariër en het publiek. Waterweerbaarheid is een mooi, interessant en belangrijk onderwerp, vindt gespreksleider Splinter Chabot. 

Watersector maakt zich zorgen 

We leven in een onvoorspelbare wereld. Zowel Pieter Litjens, voorzitter van de vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), als Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, maken zich zorgen. Litjens: “We zien de laatste tijd steeds vaker stroomstoringen – door sabotage in Zuid-Frankrijk en de grote storing in Spanje. Het is niet meer denkbeeldig; het komt in de praktijk gewoon voor.”  

Bij drinkwaterbedrijven en waterschappen staat weerbaarheid dan ook hoog op de agenda. “We werken hard aan waterveiligheid. Het is een continue, risicogestuurd proces”, zegt Vincent Lokin. “Ik zal niet zeggen dat we kwetsbaar zijn, maar we weten ook niet of we het huis voldoende op orde hebben.” Hij wil daarom meer duidelijkheid vanuit de politiek. “We zitten in een tussenfase, tussen vrede en oorlog; wat dat precies betekent weten wij niet. Het helpt als dit geduid wordt, zodat wij ons kunnen organiseren om op dat niveau voorbereid te zijn.”   

Mini-college Waterweerbaarheid: Reële dreiging of paranoia 

De zorgen over klimaatverandering en geopolitieke spanningen zijn niet onterecht. Dat blijkt uit het mini-college van Louise van Schaik, Head of Unit EU & Global Affairs bij Clingendael. Hierin behandelt ze in sneltreinvaart de gevolgen van klimaatverandering en hybride dreigingen. Wat betreft klimaat ziet ze vooral uitdagingen op het gebied van zeespiegelstijging en droogte. Hier heeft Nederland de zaken goed op orde, maar bij hybride dreigingen ligt dat anders. 

“In Nederland en West-Europa zijn we niet gewend dat ons grondgebied en onze vitale infrastructuur onder druk komen te staan”, zegt Van Schaik. “Dergelijke dreigingen hebben we decennialang niet gevoeld.” Er zijn voorbeelden te over: van fake news en cyberaanvallen tot bedrijfsspionage en aanslagen. Ook specifiek voor water. Van Schaik noemt onder andere de opgeblazen Kakhovka-dam in Oekraïne en watervergiftiging bij een NAVO-kazerne in Duitsland.  

De watersector staat volgens Van Schaik voor de opgave om weerbaarder te worden. En die uitdagingen liggen niet alleen op het gebied van cybersecurity. Maar ook op het gebied van apparatuur – “Kopen we nog Chinese waterpompen?” – én bij de mensen zelf. Zij moeten ook weerbaarder worden en anders gaan denken. Tot slot moet de sector onderzoeken hoe makkelijk mensen kunnen binnendringen bij cruciale installaties. Moeten deze fysiek bewaakt worden? “Van dijkbewaking naar terreinbewaking”, besluit Van Schaik haar college. 

Het belang van samenwerking

Na een korte video waarin Vewin en de Unie kort vertellen over de waterweerbaarheid, is het tijd voor het debat in een opstelling gebaseerd op het Britse Lagerhuis. Dit gebeurt aan de hand van twee stellingen.  

De vier aanwezige politici – Cor Pierik (Tweede Kamerlid BBB), Tekke Panman (Eerste Kamerlid BBB), Jesse Six Dijkstra (Tweede Kamerlid NSC) en Ingeborg ter Laak (Europarlementariër CDA) – zijn allemaal doordrongen van het belang van waterweerbaarheid. Samenwerking speelt daarbij een belangrijke rol. Panman: “We kunnen waterweerbaarheid niet alleen maar overlaten aan de waterschappen. We moeten elkaar helpen en niet achteroverleunen.” Six Dijkstra denkt dat aankomende wetgeving bij waterweerbaarheid gaat helpen. Ter Laak noemt het een Europees probleem. “Water stroomt”, zegt ze. “Het houdt zich niet aan grenzen. Het stroomt door heel Europa, dus we moeten wel samenwerken.”  

Stelling 1: “Er is te weinig aandacht voor dreigingen als energieuitval, natuurbranden en dijkdoorbraken” 

Pierik is het eens met deze stelling. Hij vindt dat er te weinig aandacht is voor waterweerbaarheid en noemt het een cruciaal onderdeel voor het omgaan met de huidige geopolitieke situatie en klimaatverandering. Hij wijst op het probleem van de droogte en pleit ervoor om water beter vast te houden. “Water is cruciaal voor de voedselvoorziening. In periodes van droogte groeit er heel weinig. Om de voedselzekerheid op peil te houden, hebben we waterzekerheid nodig.”  

Vanuit het publiek wordt ook gereageerd. “Ik word getriggerd door de term voedselzekerheid. Er wordt steeds geroepen dat dit ontzettend belangrijk is. Maar heel veel van ons water gaat naar bloembollen, planten en tuinen. Dit wordt nu steeds bij elkaar gegooid en moet worden gescheiden.” Pierik bevestigt dat er inderdaad ook water nodig is voor de bloembollen en planten. Hij weet niet de exacte cijfers, maar “een substantieel deel van het water gaat echt naar de voedselvoorziening”, zegt hij. 

Ook Ter Laak is het eens met de stelling.  “Water is leven”, zegt ze. “We hebben het nodig voor energie- en watervoorziening.” In Europa wordt volgens haar goed nagedacht over waar de prioriteiten liggen tijdens een crisis. “Wie komt er als eerste en wie als laatste?” Dat zijn moeilijke vragen, vindt Ter Laak. Europa moet goed in beeld hebben hoe alles ervoor staat. “Bij volle graanschuren kun je er beter voor kiezen om de energievoorziening op peil te houden.” Dit zijn geen beslissingen die Europa van tevoren kan nemen. Alles hangt af van de context van dat moment, aldus Ter Laak.  

De waterschappen hebben veel dingen goed geregeld, vindt Lokin. Dat wordt ook bevestigd vanuit het publiek. “Waterschappen denken redelijk ver vooruit. Er staan in onze organisatie vijftig mensen via een piketregeling permanent klaar voor het geval er een calamiteit is.” Het is alleen niet duidelijk wat er gaat gebeuren als er meerdere calamiteiten tegelijkertijd plaatsvinden. Lokin benadrukt opnieuw de behoefte aan kaders. “Het is belangrijk dat we nieuwe dingen in de discussie afronden met een conclusie. Nu gooien we wat dingen in de lucht en dan leven we door. We moeten nieuwe normen stellen en daarnaar handelen.”  

Litjens benadrukt het belang van samenwerking. “Drinkwaterbedrijven hebben een heleboel raakvlakken. Niet alleen met de waterschappen, maar ook met andere bedrijven. Het is belangrijk dat we ons gezamenlijk voorbereiden op bedreigingen. Die integraliteit kan beter.” Tekke Panman springt daar op in. Hij vraagt zich af hoe dat zit in Flevoland. “Een groot deel van onze voedselvoorziening komt uit Flevoland. Defensie gaat nu bij Lelystad gevechtsvliegtuigen stationeren en een kazerne bouwen. Hiermee neemt het risico op een aanslag op de dijken en gemalen in Flevoland toe. Zijn de waterschappen hierover in gesprek met Defensie?” Volgens Lokin is het in dit geval aan Hetty Klaver, dijkgraaf van Zuiderzeeland, om hierover het gesprek aan te gaan. Wel doet hij een oproep aan de nationale politiek: “Kijk wat het betekent als je bepaalde functies op bepaalde plekken wilt vestigen. Dat geeft ons de gelegenheid om ons daarop te organiseren.” 

Stelling 2:  Het opstellen van een Nationaal weerbaarheidsplan is nodig om impuls te geven aan meer weerbare drinkwatersector. 

Het hangt ervan af wat er precies bedoeld wordt met een plan, reageert Litjens. “Als het betekent dat je met waterweerbaarheid ervoor zorgt dat er een robuuste watersector ontstaat of dat het belang daarvan op de agenda komt, dan is dat hartstikke goed. Maar zomaar een nationaal waterbeheerplan heeft weinig zin.” Lokin is meer een voorstander van continu werken aan waterveiligheid. “We zijn voor permanent bezig zijn met waterweerbaarheid. Ervoor zorgen dat je je huis op orde hebt. Helemaal standaard gaat dat niet worden.” 

Six Dijkstra is wél voorstander van een nationaal weerbaarheidsplan, mits dit continue wordt geüpdatet. “Zodat we onze weerbaarheid op orde hebben en elke keer weer kijken of het voldoet aan de huidige situatie. Want de bedreigingen veranderen natuurlijk ook de hele tijd.” 

Vanuit het publiek klinkt het: “Bij mij gaan er meteen twee rode vlaggen omhoog. De eerste is nationaal, dat moet internationaal worden. Want water is niet geïsoleerd. Ook moet plan framework zijn. Want je moet altijd ruimte laten om te kunnen improviseren.” Ook wordt de vraag gesteld: “Hoe goed is goed genoeg? Deze vraag dwingt je om te kwantificeren welk resultaat je wel en niet wilt. Als dat niet duidelijk is dan krijg je allerlei mensen die dan roepen ‘We doen het goed, maar het kan beter’. Dat klinkt leuk, maar zegt helemaal niks.” 

Chabot stelt de vraag meteen aan het panel. Panman vindt het lastige vraag. “Je moet eerst vaststellen wat je wilt bereiken. Wat wil je overeind houden. Dan kun je bekijken wat er nodig is.” Hij denkt niet dat de politiek dat kan en moet bepalen, maar de waterschappen. “Zij weten wat de kern is. De politiek moet hierbij vooral een faciliterende rol aannemen.” Six Dijkstra noemt het een vrij brede vraag. “Ik kan niet in een paar minuten uitleggen wat er allemaal nodig is. Ik denk dat de aankomende wetten – zoals wet weerbaarheid kritieke entiteiten en de beveilingswet – vrij goede richtsnoeren geven. Het uitgangspunt is dat ook bij grote storingen vitale processen 72 uur lang moeten kunnen doordraaien op voldoende niveau.” 

Vanuit Europa komt er een Water Resilience Plan, zegt Ter Laak. Maar ze vindt wel dat er een nationale vertaling van het Europese plan moet komen. Want wat betekent dit plan voor Nederland? “We zijn toch een delta waar het water naartoe stroomt. Als er in Duitsland een waterbedding wordt gemaakt waardoor er ineens heel veel water naar Nederland komt dan hebben wij ook een uitdaging. We zullen het samen gaan moeten doen.”  

“Het toverwoord is dus samenwerking”, besluit Chabot het debat. “We staan aan het begin van het proces: van alle onderzoeken, frameworks, en politiek. En dat we er een begin is, betekent natuurlijk ook dat er een vervolg komt. Daarom zeg ik alvast dat er op 3 november weer een Waterpoort komt.”  

Reactie Unie van Waterschappen op uiteenvallen coalitie: Grote vraagstukken kunnen niet wachten 

3 juni 2025

Op 3 juni is de PVV uit de coalitie gestapt, waarmee de val van het kabinet dichtbij is. De Unie van Waterschappen benadrukt in een reactie dat de grote opgaven, zoals op het gebied van het verbeteren van de waterkwaliteit, ruimte voor water, het oplossen van de stikstofimpasse en netcongestie, vragen om snelle oplossingen en dat uitstel geen optie is.

water-bodem-sturend-groen-landschap-molen-water-website.

Grote vraagstukken kunnen niet wachten 

Jeroen Haan, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Er spelen veel grote vraagstukken, bijvoorbeeld het verbeteren van de waterkwaliteit, stikstof en netcongestie. Ook zijn er zorgen over de waterveiligheid en ruimte voor water. Deze problemen vragen om snelle oplossingen. De waterschappen gaan nu kijken wat daarvoor nodig is, samen met andere partijen zoals provincies en gemeenten.”

Zorgen over uitstel  

“We zien nu een impasse door het uitblijven van een geborgde aanpak voor de stikstofproblematiek. Projecten van waterschappen staan stil of lopen vertraging op. Er zijn structurele en geborgde oplossingen nodig via duidelijke ruimtelijke keuzes en wetgeving. Dat het maken van die keuzes nu nog meer op de lange baan wordt geschoven is zorgelijk,” vervolgt Haan.  

Versnelling, geen vertraging  

Ook bij het verbeteren van de waterkwaliteit is een versnelling nodig en vertraging ongewenst. De kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater moet worden verbeterd. Niet alleen voor de gezondheid van de mens, maar ook van de natuur. “Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Maar het is vooral nodig dat het probleem wordt aangepakt bij de bron met duidelijk beleid, strenge eisen voor vergunningen en bijpassende wet- en regelgeving.” 
 
Er zijn ook oplossingen nodig voor het volle elektriciteitsnet (netcongestie), omdat er steeds meer elektriciteit nodig is voor het zuiveren van afvalwater en voor het omgaan met weersextremen, zoals droge perioden, hevige buien en een stijgende zeespiegel. 

Decentrale overheden: problemen wachten niet 

De provincies en gemeenten reageren in gelijke bewoordingen op het uiteenvallen van de coalitie: 

> Reactie van het IPO

> Reactie van de VNG
 
De Unie van Waterschappen zal samen met de medeoverheden richting een toekomstig kabinet belangrijke punten voor het waterbeheer in Nederland naar voren blijven brengen.  Ondertussen werken de waterschappen door aan veilige dijken, schoon en gezond water, en voldoende water.

Staatssecretaris bezoekt Hollands Noorderkwartier voor digitale innovatie

20 mei 2025

Op 19 mei bracht staatssecretaris Zsolt Szabó van Koninkrijksrelaties en Digitalisering een werkbezoek aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Tijdens het werkbezoek presenteerde het waterschap verschillende digitale innovaties die de waterschappen helpen hun wettelijke taken beter te kunnen uitvoeren. Ook was er aandacht voor de impact van de digitale transformatie op de waterschapssector en het belang van samenwerking tussen de verschillende overheden.



Impact digitale transformatie voor de waterschappen

Het programma bood inzicht in de digitale transformatie binnen de waterschappen en de praktische toepassing van innovatieve technologieën. De ontvangst was op de rioolwaterzuivering in Wervershoof, waar Vincent Lokin, bestuurder en portefeuillehouder digitalisering van de Unie van Waterschappen, een introductie gaf. Hij lichtte de voortgang en de impact van digitale transformatie bij de waterschappen toe.

Digital Twin op de zuivering

Vervolgens presenteerde Jeremy Versteegh van het waterschap de toepassing van Digital Twin-technologie bij de proefzuivering. Deze technologie stelt waterschappen in staat om digitale modellen van fysieke systemen te creëren, wat bijdraagt aan een efficiënter beheer van waterkwaliteitsprocessen. Na de presentatie volgde een rondleiding door de proefzuivering onder leiding van Tim Keesman.

Dijken inspecteren met drones en AI

Na de zuivering verplaatste het gezelschap zich naar het gemaal Het Grootslag in Andijk. Daar verwelkomde dijkgraaf Remco Bosma de staatssecretaris en zijn team. Erik Vastenburg van het waterschap legde daar uit hoe bij het inspecteren van dijken innovatieve technieken zoals kunstmatige intelligentie en drones worden gebruikt. Aansluitend vond er een demonstratie plaats van de drones op de dijk, waarbij de voordelen van deze technologie in de praktijk werden getoond.

“Digitale innovatie helpt ons werk te verbeteren. Daarbij is het belangrijk dat waterschappen ruimte krijgen om te mogen experimenteren zonder dat nieuwe wetgeving of generieke regelgeving experimenten te niet doen”, vertelt dijkgraaf Remco Bosma. “Zonder deze ruimte waren de innovatieve toepassingen die we tijdens dit werkbezoek hebben laten zien niet mogelijk.”

Betrouwbaar en toegankelijk

Het werkbezoek bood de gelegenheid om het belang van digitale innovaties in het waterbeheer te onderstrepen. En om het belang van samenwerking tussen de verschillende overheden te benadrukken. In zijn slotwoord gaf Vincent Lokin nog aan dat de digitale transformatie vooral om een organisatieontwikkeling vraagt. “Een waterschap van vandaag de dag opereert proactief en omgevingsgericht. Een burger of bedrijf mag ervan uit gaan dat de we transparant en helder in onze afwegingen zijn. En dat essentiële informatie betrouwbaar en eenvoudig toegankelijk is. We hebben de verantwoordelijkheid om die handschoen op te pakken.”

Dijkwerkersdag 2025: het jaar van de herijking

15 mei 2025

Samen met het Rijk werken de 21 waterschappen aan de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken: het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Tijdens de jaarlijkse Dijkwerkersdag op donderdag 15 mei in ’s-Hertogenbosch inspireerden bijna 800 dijkwerkers en bestuurders waterveiligheid elkaar. Naast ontmoeten en kennisdelen sprak onder andere minister van Infrastructuur en Waterstaat Barry Madlener de aanwezigen toe.

Grote zaal vol publiek tijdens de Dijkwerkersdag 2025 in ’s-Hertogenbosch. Op het podium staan drie sprekers voor een scherm met de tekst “Welkom op de Dijkwerkersdag” en een afbeelding van dijkversterkingswerkzaamheden. De zaal is sfeervol verlicht in rood, en het evenement wordt georganiseerd door het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).

“Ook het afgelopen jaar is er veel werk verzet door alle dijkwerkers”, zegt Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen en lid van het programmabestuur HWBP. “Dag en nacht beheren onze dijkwerkers met grote betrokkenheid de dijken, gemalen en pompen om Nederland veilig te houden. Daarnaast wordt er keihard gewerkt aan de vele dijkversterkingsprojecten in ons land. En vergeet niet de vele collega’s die overuren hebben gedraaid voor nieuwe afspraken over de financiering van HWBP-projecten die in de periode 2030–2036 in uitvoering gaan. Tijdens de Dijkwerkersdag verdienen zij allemaal een groot applaus voor hun inzet voor Nederland. We zetten hen graag in het zonnetje.”

Herijking van het HWBP in 2025

Om overstromingen in Nederland te voorkomen, worden tot 2050 in totaal 1.400 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen versterkt en vernieuwd. De opgave groeit snel, onder andere door extremer weer. Daarvoor zijn menskracht, materieel, geld en ruimte nodig. “Het is belangrijk dat we in de toekomst voldoende ruimte creëren voor water en voor dijkversterking en -uitbreiding”, aldus Vincent Lokin. De waterschappen en het Rijk werken daarom aan het Actieplan Toekomstgericht HWBP om het programma te herijken. Op deze wijze willen ze meer stabiliteit, meer efficiëntie en aanvullende afspraken over de financiering van het HWBP bereiken. Deze afspraken zijn noodzakelijk om Nederland ook in de toekomst te kunnen beschermen tegen de gevolgen van extremer weer. Vanwege de aanpassing van de Omgevingswet moeten alle belangrijke besluiten eind 2025 zijn voorbereid.

Over het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)

De waterschappen beschermen Nederland tegen overstromingen. Zonder goed beheer van dijken, duinen en andere waterkeringen door onze dijkwerkers, zou bijna 60 procent van Nederland regelmatig overstromen. In het kader van het HWBP versterken de waterschappen samen met Rijkswaterstaat in de komende 30 jaar waar nodig de primaire waterkeringen. Deze keringen zijn samen 3.500 kilometer lang.

> Kijk voor meer informatie over het HWBP en de Dijkwerkersdag op Hwbp.nl

Kamerlid Bamenga (D66) bezoekt Waterschap Limburg

14 mei 2025

Tweede Kamerlid Mpanzu Bamenga (D66) bracht op 12 mei een werkbezoek aan Waterschap Limburg. In het hart van Valkenburg liet hij zich informeren over de gevolgen van de hevige wateroverlast in 2021. En over de maatregelen die het waterschap in samenwerking met regionale partners neemt in de aanpak tegen wateroverlast. 

Bezoek-Tweede-Kamerlid-Bamenga-limburg-waterschappen-website

In Valkenburg werd Bamenga bijgepraat over de gevolgen van de wateroverlast in 2021 en over de maatregelen die sindsdien zijn genomen in het kader van de programma’s Water in Balans (WiB) en Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL). Bestuurder Josette Van Wersch en programmamanager Marco Luijten van Waterschap Limburg ontvingen het Kamerlid en begeleidden hem tijdens het programma. “We zijn blij dat Kamerleden met eigen ogen komen zien wat hier is gebeurd en wat er nodig is om herhaling te voorkomen”, aldus Van Wersch.

Water en bodem sturend

Tijdens een presentatie werd uitgelegd waarom juist dit gebied zo kwetsbaar is voor wateroverlast. Verschillende factoren komen hier samen, zoals de geografische ligging van het Geuldal, een hoge mate van verstening en intensief landgebruik. Tel daar hevige piekbuien als gevolg van klimaatverandering bij op. Daarnaast werd ingegaan op de meerwaarde van het principe ‘water en bodem sturend’, dat inmiddels een centrale rol speelt bij ruimtelijke ontwikkeling in Limburg. Ook de samenwerking met buurlanden werd besproken. De aanpak van waterveiligheid stopt immers niet bij de grens: samen met partners in België en Duitsland werkt Waterschap Limburg aan een betere uitwisseling van data, gezamenlijke projecten en afstemming van beleid.

Werkbezoeken

De Unie van Waterschappen organiseert regelmatig werkbezoeken voor Kamerleden bij waterschappen. Deze zijn bedoeld om inzicht te geven in actuele onderwerpen. En om de uitdagingen en belangen van de waterschappen goed op de politieke agenda te zetten.

> Lees het volledige bericht op de website van Waterschap Limburg

Ook het Rijk investeert extra in dijkversterkingen 

23 april 2025

De 21 waterschappen en het Rijk gaan samen extra investeren in dijkversterkingen binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Het gaat om projecten die in de periode 2030-2036 worden uitgevoerd. Dit onderstreept dat alle partijen de hoogste prioriteit blijven geven aan het op koers houden van dijkversterkingen. Dit om inwoners, vastgoed, infrastructuur en de economie te beschermen tegen overstromingen. 

Werkzaamheden aan dijkherstel met zware bouwmachines, waaronder een Volvo wiellader en een graafmachine, op een deels afgegraven dijk. Twee bouwvakkers werken aan de versteviging van de dijkhelling met steengruis. Op de voorgrond gras en een houten meetpaaltje, onder een bewolkte lucht.

Bevestiging van extra investering door het Rijk 

De waterschappen en het Rijk financieren elk de helft van de kosten voor de dijkversterkingen. De uitvoering ligt bij de waterschappen. Voor de uitvoering van dijkversterkingsprojecten in de periode 2030-2036 is een aanvullende investering van 2,5 miljard euro nodig. Vincent Lokin, lid van het programmabestuur van het HWBP namens de Unie van Waterschappen, licht toe: “Op 13 december 2024 hebben de waterschappen besloten om 1,25 miljard euro extra te investeren in het HWBP. Deze bijdrage vanuit de waterschappen komt bovenop de bijna 1,6 miljard euro die op basis van de huidige afspraken al beschikbaar is voor de periode 2030-2036. Voorwaarde voor deze extra investering was wel dat het Rijk zich ook committeert aan de aanvullende opgaven en dat de gezamenlijke prestaties van het programma moeten worden verbeterd. De Tweede Kamer nam op 26 november 2024 unaniem een motie aan waarin de regering werd verzocht prioriteit te geven aan de rijksbijdrage. De waterschappen zijn dan ook tevreden met de bevestiging in de aangepaste begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het Rijk heeft 1 miljard euro extra beschikbaar gesteld voor het HWBP en aangekondigd dat het resterende deel van 250 miljoen euro op een later moment wordt ingevuld.” 

Alliantie van het Rijk en de waterschappen 

Binnen het HWBP werken de waterschappen en het Rijk al ruim tien jaar samen aan de versterking van dijken, sluizen en andere primaire waterkeringen. Volgens wettelijke afspraken dragen beide partijen tot 2050 elk de helft van de kosten. Deze samenwerking verkleint de kans op overstromingsschade en beschermt niet alleen inwoners, maar ook grote economische waarde. De omstandigheden zijn de afgelopen jaren veranderd: piekbuien komen vaker voor, hoogwater is heviger, en droogteperiodes duren langer. Daarnaast zijn de normen voor waterveiligheid aangescherpt en de prijzen gestegen. Ondanks deze uitdagingen is dankzij de samenwerking de veiligheid nu beter gewaarborgd dan ooit. 

Meer zekerheid over het budget 

Om ervoor te zorgen dat de uitvoering ook in de periode 2030-2036 op tempo blijft, is het – gezien de lange voorbereidingstijd van projecten – noodzakelijk om nu al zekerheid te bieden over de benodigde extra investeringen in het HWBP. Met het extra geld ontstaat er geen gat in de programmering van de waterschappen en het HWBP. Zo kunnen de algemene besturen van de waterschappen in 2025 tijdig besluiten nemen over de voorbereiding van deze dijkversterkingsprojecten. 

Over het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) 

De waterschappen en Rijkswaterstaat beschermen Nederland tegen overstromingen. Zonder goed beheer van dijken, duinen en andere waterkeringen zou zo’n 60 procent van ons land regelmatig overstromen. In het kader van het HWBP versterken de waterschappen samen met Rijkswaterstaat de komende 25 jaar circa 1400 kilometer grote waterkeringen. Kijk voor meer informatie op hwbp.nl