Rapportage Staat van Ons Water 2023 naar Tweede Kamer

17 mei 2024

Woensdag 15 mei bood minister Mark Harbers de rapportage ‘Staat van Ons Water’ aan de Tweede Kamer aan. De rapportage geeft een overzicht van de ontwikkelingen in het waterbeleid van 2023 en biedt inzicht in hoe waterschappen het land droog houden, verzilting tegengaan en de waterkwaliteit op peil houden.

grondwaterontrekkingen

Samenwerken aan water

De Staat van Ons Water wordt gezamenlijk ontwikkeld door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Unie van Waterschappen, Vewin, IPO en VNG. In de rapportage is onder andere te lezen hoe Nederland werkt aan het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering en zich voorbereidt op de toekomst. Ook de status van de waterveiligheid, waterkwaliteit, financiën en het internationale werk komen aan bod.

Een interessant jaar

2023 was in veel opzichten een interessant jaar voor de watersector. Zo waren er op 15 maart de waterschapsverkiezingen voor nieuwe waterschapsbesturen. De opkomst was met 53,1 procent hoger dan in 2019, toen 51,3 procent van de stemgerechtigden hun stem uitbrachten. Het was een extreem nat jaar. In november viel zelfs meer regen dan ooit gemeten. De klimaatscenario’s die het KNMI in oktober 2023 publiceerde, laten zien dat de winters natter en zomers droger worden. Alle scenario’s wijzen uit dat zowel wateroverlast als watertekort steeds grotere vraagstukken zijn.

> Bekijk hier de Staat van Ons Water 2023

Nieuwe Deltascenario’s tonen groeiende wateropgaven voor heel Nederland

24 april 2024

Woensdag 24 april heeft kennisinstituut Deltares de nieuwe Deltascenario’s overhandigd aan minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en deltacommissaris Co Verdaas. De scenario’s laten zien waarmee we in het water- en ruimtelijk beleid rekening moeten houden tot het eind van deze eeuw. In alle vier de scenario’s worden de wateropgaven flink groter: de zoetwatertekorten nemen toe, extreme neerslag vergroot de kans op wateroverlast en de gevolgen van overstromingen worden groter. Knelpunten in zowel watertekorten, wateroverlast als waterveiligheid stapelen zich op. Dit raakt heel Nederland.

water met bootje en erachter een dijk en daarachter een dorp

Vier toekomstbeelden

De deltascenario’s omvatten vier toekomstbeelden tot 2050 en 2100: Warm, Stoom, Vlug en Ruim. Ze zijn alle vier even waarschijnlijk en leiden allemaal tot grotere uitdagingen voor het waterbeleid. Maatregelen in het watersysteem alleen zullen niet voldoende zijn. Er zijn ook ruimtelijke keuzes en oplossingen nodig, zoals het klimaatbestendig inrichten van onze leefomgeving en het aanpassen van water- en landgebruik.

Droger, maar ook natter

Een van de meest urgente opgaven is het beschikbaar houden van zoetwater voor maatschappelijke functies, zoals landbouw, scheepvaart, natuur, drinkwater, energie en industrie. Het aanbod van zoetwater in de zomerperiode neemt in alle Deltascenario’s af. Dit komt door langere perioden van droogte en doordat er meer water verdampt door de hogere temperaturen. Tekorten ontstaan ook doordat er in de zomer minder water door de rivieren stroomt en het zoutwater steeds verder het land binnendringt.

Tegelijkertijd neemt in alle scenario’s de kans op wateroverlast toe: ’s zomers door piekbuien en ’s winters door langere periodes met neerslag. Extreme omstandigheden vallen bovendien vaker samen. Veel regen in combinatie met hoge rivierafvoeren en een hogere zeespiegel belemmeren voldoende waterafvoer. Zowel in stedelijk als landelijk gebied kan de schade groot zijn.

Balanceren tussen twee uitersten

“Waar de waterschappen eerst kampioen waren in het afvoeren van water, moeten we dat nu ook worden in water vasthouden”, reageert Erik den Hertog, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen. “De nieuwe Deltascenario’s laten zien dat het steeds meer balanceren wordt tussen twee uitersten: droogte en wateroverlast. Als waterschappen kunnen we hierin veel, maar de situatie wordt steeds uitdagender. We kunnen dit niet alleen. De waterschappen vinden dan ook dat water leidend moet worden in ruimtelijke inrichting bijvoorbeeld bij een locatiekeuze voor woningbouw of keuze voor bepaalde teelten in de landbouw. Laat de waterschappen aan tafel zitten bij ruimtelijke vraagstukken, zodat we nu en in de toekomst hier met elkaar kunnen wonen, werken en recreëren.”

Grotere kans op overstromingen

In alle vier de Deltascenario’s is nu actie nodig om ons tijdig te beschermen tegen natte voeten. De zeespiegel stijgt en de rivierafvoeren nemen in de winter toe. Daarnaast worden de gevolgen van een overstroming groter, omdat er meer mensen achter de dijken wonen en de economische waarde achter de dijken toeneemt. De waterschappen pleiten dan ook voor een tijdige investering in het gezamenlijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hierin werken het Rijk en de 21 waterschappen samen aan dijkversterkingen.

Jeroen Haan, bestuurslid waterveiligheid bij de Unie van Waterschappen: “Veilig wonen en werken in onze laaggelegen delta is niet langer vanzelfsprekend. Voor de grotere opgaven van waterveiligheid na 2028 zijn er nog geen gezamenlijke afspraken gemaakt over de financiële gevolgen. De waterschappen investeren zelf fors en pleiten ook voor een tijdige vergroting van het Deltafonds met bijdrage van het Rijk.”

Over de Deltascenario’s

De Deltascenario’s komen iedere zes jaar uit en zijn gebaseerd op de nieuwste inzichten van onder meer het KNMI, het Planbureau voor de Leefomgeving, het Centraal Planbureau, Wageningen Universiteit & Research en Deltares. De scenario’s vormen uitgangspunten voor het waterbeleid, het Deltaprogramma en de uitvoeringsorganisaties. Maar ook daarbuiten zijn ze toepasbaar, bijvoorbeeld in het ruimtelijk beleid (Nota Ruimte) of Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De scenario’s laten zien waar op (middel)lange termijn oplossingen nodig zijn voor tijdig voorbereiding en om adaptief te werken aan een veilig en leefbaar Nederland.

> Bekijk de digitale brochure van de Deltascenario’s

> Bekijk het hoofdrapport van de Deltascenario’s

Tien jaar HWBP: klein feestje voor alle Dijkwerkers

28 maart 2024

De 21 waterschappen werken met Rijkswaterstaat samen aan de grootste dijkversterkingsoperatie sinds de Deltawerken: Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Ruim 1000 dijkwerkers inspireerden elkaar tijdens de jaarlijkse Dijkwerkersdag op 28 maart. Naast ontmoeten en het delen van kennis, vierden ze samen ook een klein feestje omdat het HWBP tien jaar bestaat.

hwbp-dijk

Applaus voor alle dijkwerkers

Om overstromingen in Nederland te voorkomen wordt er binnen het HWBP tot 2050 in heel Nederland 2.000 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen versterkt. Bestuurder Jeroen Haan van de Unie van Waterschappen: “Ook het afgelopen jaar is er veel werk verzet door alle dijkwerkers. Bijvoorbeeld tijdens het werk aan de vele dijkversterkingsprojecten in Nederland. Maar ook tijdens het hoog water in de kerstvakantie van 2023. Zonder mopperen beheerden dijkwerkers en andere waterbeheerders dag en nacht met grote betrokkenheid onze dijken, gemalen en pompen om Nederland veilig te houden. Tijdens de Dijkwerkersdag verdienen ze nogmaals een groot applaus.”  

10 jaar Hoogwaterbeschermingsprogramma

Om overstromingen in Nederland te voorkomen, wordt er tot 2050 in heel Nederland niet 1500 maar 2000 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen versterkt en opgeknapt. De opgave groeit snel, onder andere door extremer weer. Daarvoor is menskracht, materieel, geld en ruimte nodig. “Het is belangrijk dat we in de toekomst voldoende ruimte voor onze rivieren en voor dijkversterking en -uitbreiding creëren”, aldus Haan. “Dat geldt ook voor financiële middelen in het Deltafonds voor de financiering van Dijkversterkingen.”

Volgens de nieuwste inzichten door de landelijke beoordelingsronde primaire keringen is er tot het jaar 2050 een grotere investering nodig. Niet € 13 miljard maar een investering van € 24 miljard nodig om de primaire waterkeringen in Nederland op orde te houden. Hierover zijn de waterschappen met het Rijk in gesprek. Haan: “10 jaar HWBP is een prachtige mijlpaal en een mooi natuurlijk moment om samen met alle waterpartners te kijken wat er beter en anders kan. Kunnen we bijvoorbeeld meer van elkaar leren? Kunnen we projecten vergelijkbaarder maken om meer snelheid en kostenbesparing te creëren? Met alle kennis en ervaring die we nu hebben opgedaan, gaan we de komende jaren al die kilometers dijk in Nederland versterken om Nederland veilig te houden.”

Over het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)

De waterschappen beschermen Nederland tegen overstromingen. Zonder goed beheer aan dijken, duinen en andere waterkeringen door onze dijkwerkers zou 60 procent van Nederland regelmatig overstromen. In het kader van het HWBP versterken de waterschappen samen met Rijkswaterstaat in de komende 30 jaar waar nodig de primaire waterkeringen. Samen zijn deze keringen 3.500 kilometer lang. Kijk voor meer informatie op www.hwbp.nl.

> Bekijk ook de themapagina over het Hoogwaterbeschermingsprogramma

Waterveiligheid: Unie in gesprek met Eerste Kamerleden

27 maart 2024

Op dinsdagmiddag 26 maart werd er in de Eerste Kamer een deskundigenbijeenkomst gehouden over waterveiligheid. Namens de 21 waterschappen ging Unie-bestuurder Jeroen Haan in gesprek met de leden van de commissie Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving over de meest urgente thema’s op het gebied van waterveiligheid. Ook Deltacommissaris Co Verdaas, Annemieke Nijhof van Deltares, Bas Jonkman (TU Delft) en diverse andere deskundigen van de Algemene Rekenkamer en het KNMI gaven hun visie over waterveiligheid in Nederland tot 2100.



Jeroen Haan: ”Het was goed om samen met diverse andere waterpartners in gesprek te gaan met Eerste Kamerleden over Waterveiligheid. Het leverde een interessant gesprek op over veilig wonen, werken en recreëren onder en boven de Nederlandse zeespiegel. Heel Nederland is kwetsbaar voor extreem weer. Die kwetsbaarheid neemt met een dalende bodem, een stijgende zeespiegel en extremer weer in de toekomst alleen maar toe. Dat merken de waterschappen nu al in de praktijk. Ik hoop dat ik duidelijk heb kunnen maken dat de waterschappen het als hun missie zien om samen met alle waterpartners en het Rijk Nederland ook in de toekomst waterveilig te houden. Hiervoor is in Nederland wel een gezamenlijke langetermijnvisie, veel ruimte voor water en een financiële investering in het Deltafonds nodig”.

Vragen van Eerste Kamerleden

De Unie van Waterschappen ontving tijdens het gesprek diverse vragen van de aanwezige Eerste Kamerleden: Van Wijk (BBB), Van Meenen (D66), Dessing (FVD), Hartog (Volt), Van Kesteren (PVV), Van Langen-Visbeek (BBB), De Vries (SGP), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Koffeman (PvdD), Holterhues (ChristenUnie), Van der Goot (OPNL), Van Aelst-den Uijl (SP) en Klip-Martin (VVD). Bijvoorbeeld over politiek draagvlak en waterveiligheid. “Durven we echt om ruimtelijke keuzes te maken die soms ook pijnlijk zijn?”, reageerde Haan. “Zet water en bodem centraal in ruimtelijke vraagstukken en organiseer ook juridische borging om helderheid te geven over de koers die we ingaan. We kunnen wonen en werken in laag Nederland. Maar doe dat dan in de hoger gelegen delen en houd bij de inrichting rekening met het vasthouden van water en de opvang van piekbuien. Het is ook belangrijk dat we in de toekomst voldoende ruimte voor onze rivieren  en voor dijkversterking en -uitbreiding creëren. Dijken zullen in de toekomst hoger en breder moeten worden. Maak ook investeringen mogelijk door voldoende financiering in het Deltafonds. Dat zijn de verzekeringspremies om in Nederland ook in de toekomst te wonen, werken en te recreëren”.

Nieuwsgierig naar het volledige gesprek? Kijk dan de bijeenkomst online terug op de website van de Eerste Kamer.

Drie kennisbijeenkomsten over Water

Deze bijeenkomst was de tweede van een reeks van drie deskundigenbijeenkomsten met als thema ‘water’. De bijeenkomsten  van de Eerste Kamer zijn gericht op kennisverwerving en kennisvermeerdering. Op 19 maart werd het ‘water en bodem sturend’-principe besproken. Dat houdt in dat water en bodem veel meer richtinggevend worden bij de ruimtelijke inrichting van Nederland. De derde bijeenkomst met deskundigen uit de uitvoeringspraktijk wordt nog door de Eerste Kamer gepland.

Terugblik op de Commissie Waterkeringen van 22 maart

26 maart 2024

Op 22 maart vergaderde de Commissie Waterkeringen (CWK) van de Unie van Waterschappen over onder meer het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), de uitbreiding van de Richtlijn Overstromingsrisico's en de gewijzigde Trajectaanpak.

links een rivier, rechts een fietspad achter een dijk

Financiering op korte en middellange termijn en voorfinanciering

Een deel van de CWK-leden heeft behoefte aan besluitvorming op de korte termijn om extra middelen toe te voegen tussen 2030 en 2036. Dit zodat de productie niet vertraagt. Een ander deel van de leden heeft meer tijd nodig om besluitvorming binnen hun waterschap voor te bereiden en heeft behoefte aan meer houvast zodat de aanpak van het HWBP verbetert.

De leden van de CWK spreken af om in mei een extra bijeenkomst te organiseren over de extra middelen op middellange termijn. In de tussentijd omarmen de leden de HWBP-special tijdens de ledenvergadering van 12 april, en werken enkele bestuurders mee aan een algemeen verhaal dat iedereen in hun algemeen bestuur kan gebruiken.

Werkplan ‘toekomstgericht HWBP’ en evaluatie Waterwet

De CWK-leden zijn verheugd te horen dat er al meer is gebeurd in het kader van het werkplan dan in de stukken te vinden is. Uit de evaluatie van de Waterwet blijkt dat alle wensen passen binnen de kaders van de wet. Daarom roept de CWK op om bij de evaluatie van de subsidieregeling ook goed te kijken naar zaken als voor-/nacalculatie en de projectgebonden bijdrage. Het is tijd om dat de komende twee jaar te regelen en de discussies af te ronden.

Kadernota

De CWK adviseert dat de kadernota alle opties nog open laat voor besluit over de ontwerpprogrammering in november. Dan is er meer duidelijkheid over de extra financiering op middellange termijn. De kadernota laat dat in deze vorm toe. Er wordt een extra CWK-bijeenkomst gepland voor advisering over de ontwerpprogrammering.

Uitbreiding Richtlijn Overstromingsrisico’s

De CWK stemt in met de uitbreiding van de Richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR) met gebieden met een potentieel significant overstromingsrisico (zogeheten C-, D- en F-gebieden). Een uitbreiding van de gebieden in de ROR heeft impact op de rapportage, niet op het beleid van de Nederlandse overheden. Nederland kan profiteren van beter inzicht in het beleid van bovenstroomse landen.

Verdere besluiten

De gewijzigde Trajectaanpak is vastgesteld. De reactie voor de bestuurlijke consultatie voor Integraal Riviermanagement is aangenomen met de aanvulling dat er aandacht gevraagd wordt voor de zorgen van waterschappen over bodemerosie. Het landelijk jaarverslag en jaarrekening muskus- en beverratten is vastgesteld.

Dijkwerkersdag 2024

Op donderdag 28 maart organiseert het HWBP de jaarlijkse Dijkwerkersdag, voor en door dijkwerkers. Met een terugblik op tien jaar HWBP en een vooruitblik naar de uitdagingen van nu en de toekomst.

> Lees meer over de Dijkwerkersdag

Drinkwaterbedrijven en waterschappen: nieuw kabinet, kom in actie rond water

18 maart 2024

Op maandag 18 maart hebben de waterschappen en drinkwaterbedrijven hun actieprogramma ‘Water in actie’ richting een nieuw kabinet gepresenteerd. In dit actieprogramma roepen zij een nieuw kabinet op samen met hen aan de slag te gaan met het beschermen van de (drink)watervoorraden en de zorg voor voldoende ruimte voor water.

waterwoordvoerders nemen petitie Water in Actie in ontvangst

Zekerheden onder druk

Waar schoon drinkwater en droge voeten door veel Nederlanders worden gezien als vanzelfsprekendheden, staan deze ‘zekerheden’ onder druk. De opgaven rond waterbeschikbaarheid en de waterkwaliteit zijn groot. Dit betekent dat de drinkwaterbedrijven en de waterschappen niet in hun eentje de garantie kunnen geven dat er altijd voldoende, schoon water is in Nederland.

Water in actie

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Om te werken aan het beter vasthouden van water en het beschermen van de drinkwaterbronnen hebben we ook de andere overheden nodig. We willen samen met een nieuw kabinet onze schouders zetten onder deze opgaven, die een gezamenlijke verantwoordelijkheid vragen. Gezond, schoon en voldoende water is immers een essentiële randvoorwaarde voor veel pilaren van bestaanszekerheid.”

Pieter Litjens, voorzitter van de Vewin: “Zonder gezond, schoon en voldoende water geen goede volksgezondheid, geen voedselzekerheid, geen veiligheid, geen welvaart. Als het nieuwe kabinet de waterschappen en drinkwaterbedrijven ondersteunt bij hun taken om schoon en voldoende water te garanderen, en te zorgen dat altijd lekker en gezond drinkwater vanzelfsprekend blijft, kunnen ze hun belangrijke bijdrage blijven leveren aan een gezond en veilig Nederland.”

Kwaliteit en beschikbaarheid water onder druk

In ’Water in actie’ geven de drinkwaterbedrijven en de waterschappen aan wat zij zelf aan de problematiek willen gaan doen de komende jaren. Zo gaan ze water steeds beter vasthouden, drinkwatervoorziening zoveel mogelijk veiligstellen en investeren in betere zuiveringsinstallaties. Van der Sande: “We lopen hierbij alleen wel tegen de grenzen van onze mogelijkheden en bevoegdheden aan. Voor de ruimtelijke ordening en voor wetgeving hebben we het Rijk nodig.”

Voor de drinkwaterbedrijven is het belangrijk dat het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023 – 2030 een succes wordt. Litjens: “We maken dit samen met provincies en Infrastructuur en Waterstaat en het moet leiden tot échte actie van betrokken overheden en oplossingen voor de knelpunten die er zijn en dreigen.”

Ruimte reserveren voor water

Ook pleiten de drinkwaterbedrijven en waterschappen ervoor om voldoende ruimte te reserveren voor water en drinkwaterbronnen beter te beschermen. Ook vragen zij een nieuw kabinet om in te zetten op een strengere bronaanpak met het oog op de waterkwaliteit. Een bronaanpak vanuit de gedachte ‘wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit’ is daarom iets waar de waterschappen en drinkwaterbedrijven al jaren voor pleiten. Een strenger stoffenbeleid moet worden verankerd in wetgeving, waarbij wettelijke verboden op schadelijke stoffen worden ingezet als uiterst middel, om zo de volksgezondheid te beschermen.”

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen en Pieter Litjens, voorzitter van de Vewin roepen het kabinet op tot actie rond water.

Samenwerken

Het ‘Water in actie’-programma is echter niet alleen een wensenlijst, maar ook een uitgestoken hand naar een nieuw kabinet. Zo zien waterschappen en drinkwaterbedrijven veel mogelijkheden om samen te werken met een nieuw kabinet. Met waterbeheermaatregelen kan er namelijk ook versneld natuurherstel worden gerealiseerd.

> Bekijk het Water in Actiepamflet

Zeespiegelstijging: nu al gevolgen voor waterbeheer

4 maart 2024

Een zeespiegelstijging van 5 meter heeft forse consequenties voor de inrichting van Nederland. Het vormt een steeds zwaardere belasting voor dijken aan de kust, maar ook landinwaarts langs rivieren en meren. Dat blijkt uit de tussenrapportage van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging die maandag 4 maart is gepubliceerd tijdens het landelijke congres Zeespiegelstijging. Uit het rapport blijkt ook dat het stijgende zeewater in toenemende mate het binnenland instroomt. Hierdoor is voldoende en kwalitatief zoetwater niet altijd en overal beschikbaar. De waterschappen herkennen de boodschap van de rapportage: het maakt opnieuw duidelijk dat Nederland snel moet zorgen voor meer ruimte voor water en dijkversterkingen, en beter moet leren omgaan met droogte, verzilting en wateroverlast.

De golven van de zee slaan tegen een pier.

Bestuurlijke keuzes nodig

“Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging maakt duidelijk dat zeespiegelstijging niet alleen een probleem van de toekomst is”, reageert Jeroen Haan, portefeuillehouder Waterveiligheid in het bestuur van de Unie van Waterschappen. “Het klimaat verandert snel en de gevolgen van extremer weer zijn nu al merkbaar. We moeten daarom vaart maken met de opgaven voor zoetwater, ruimtelijke adaptatie en waterveiligheid. Het wordt steeds duidelijker dat niet alles kan als we willen dat Nederland veilig en leefbaar blijft. Door storm Pia en het hoogwater op zee sloten onlangs al onze Deltawerken nog. En door langere periodes van droogte is het voor waterschappen steeds moeilijker om alle gebruikers en sectoren te voorzien van zoetwater. Daarom zijn er bestuurlijke keuzes nodig voor meer ruimte en investeringen voor water.”

Verzilting: zoetwater wordt schaarser

Door klimaatverandering en intensiever (grond)watergebruik neemt verzilting toe. Dit is de toename van het zoutgehalte in de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater. Tegelijkertijd stijgt de zeespiegel en komen zeer lage waterafvoeren in rivieren vaker voor. En door te weinig druk van zoetwater in onze rivieren trekt zoutwater steeds verder landinwaarts. Hierdoor is voldoende zoetwater van goede kwaliteit niet altijd en overal beschikbaar. Verzilting zal in de toekomst toenemen en hierop moeten we sneller anticiperen door onder andere meer ruimte te reserveren voor het vasthouden van water.

Ruimte voor water noodzakelijk bij bouwplannen

Ook in bouwplannen is aandacht voor de gevolgen van de zeespiegelstijging nodig. In alle ruimtelijke plannen waar nu gesprekken over plaatsvinden, moet ruimte worden gereserveerd voor toekomstige dijkversterkingen en waterbergingen om water op te slaan bij extreme neerslag en om water vast te houden voor droge tijden. Dijken zullen in de toekomst hoger en breder moeten worden, en dat kost veel ruimte en geld.

Het is daarbij van belang om de gevolgen van extreem weer goed op te vangen en schade en overlast te beperken, ook in gebieden met risico op wateroverlast. De waterschappen willen daarom dat we slimmer gaan bouwen, op plekken met ruimte voor water. En niet op ongeschikte plaatsen, zoals uiterwaarden, slappe bodems en beekdalen. Daarnaast moet het afwegen van het waterbelang minder vrijblijvend worden, bijvoorbeeld door toekomstbestendige bouwvoorschriften op te nemen in het Bouwbesluit. Dit om grote schade door extreem weer te voorkomen.

Hogere en bredere dijkversterkingen

Zeespiegelstijging en extreem weer vragen om een langetermijnperspectief en het reserveren van voldoende budget voor waterveiligheid in heel Nederland. Als we niet op tijd investeren in dijkversterking, is veilig wonen en werken in onze laaggelegen delta niet langer vanzelfsprekend. Voor de waterveiligheid na 2028 zijn er nog geen gezamenlijke financiële afspraken gemaakt. De waterschappen investeren zelf fors en pleiten ook voor een tijdige vergroting van het Deltafonds van het Rijk.

Kennisprogramma Zeespiegelstijging

De zeespiegel stijgt en door klimaatverandering versnelt deze stijging de laatste decennia. In het Kennisprogramma Zeespiegelstijging bundelen overheden, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties hun krachten. Ze onderzoeken wat de mogelijke gevolgen van de zeespiegelstijging zijn voor ons land en ze verkennen maatregelen die ons voorbereiden op de gevolgen. Het programma levert kennis waarmee we tijdig keuzes kunnen maken voor de bescherming en inrichting van Nederland. Het programma is een initiatief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris. Het is gestart in 2019 en eindigt in 2026.

> Lees meer over rapport Zeespiegelstijging

> Lees meer over het Kennisprogramma Zeespiegelstijging

> Lees wat de waterschappen nog meer vinden over de zeespiegelstijging

Voorkomen graverij muskus- en beverratten blijft belangrijk voor waterveiligheid 

29 januari 2024

In 2023 zijn er door de 21 waterschappen meer muskus- en beverratten gevangen in Nederland dan het jaar ervoor. Ze vormen een risico voor onze waterveiligheid door graverij in dijken en de natuur.

muskus- en beverrattenbestrijding waterschappen

Per regio zijn de vangsten verschillend. In 2023 zijn er ruim 2.500 meer muskusratten gevangen, een stijging van vijf procent ten opzichte van 2022. Het aantal beverratvangsten in Nederland is in 2023 toegenomen tot 1.645, een toename van 45 procent ten opzichte van 2022. Het werk van de bijna vierhonderd gespecialiseerde muskus- en beverratbestrijders van de waterschappen blijft van groot belang.

Muskus- en beverratten

Van nature komen muskus- en beverratten niet voor in Nederland, ze zijn hier door menselijk handelen beland. Ook hebben de dieren bij ons nauwelijks natuurlijke vijanden. De dieren worden bestreden omdat ze schade brengen aan waterkeringen en oevers door holen en gangen te graven. Ook maken ze nestkommen met uitgebreide ondergrondse gangenstelsels. Zo veroorzaken ze verzakkingen in dijken en kades. In het ergste geval kan een dijk of kade doorbreken waardoor er dorpen of zelfs steden onder water lopen.

Dijken beschermen

Bestuurder Jeroen Haan van de Unie van Waterschappen: “Ongeveer 3500 kilometer aan dijken beschermen Nederland tegen overstromingen: van de zee, grote rivieren, meren en plassen. Mede door het veranderende klimaat wordt de druk op onze dijken (zoals bijvoorbeeld tijdens het hoge water eind 2023) in de toekomst nog groter. Het voorkomen van graverij door muskus- en beverratten blijft daarom een belangrijke taak van de waterschappen”.

In 2023 meer vangsten muskusratten dan in 2022

In 2023 zijn er in totaal 51.043 muskusratten door de 21 waterschappen gevangen. Dat is een toename in vangsten van 2.596 dieren, wat een stijging van vijf procent is ten opzichte van 2022. De regionale verschillen zijn groter geworden. In gebieden met veel muskusratten zijn er opnieuw meer muskusratten gevangen door extra inzet van de muskusratbestrijders.

Om in deze gebieden uiteindelijk ook een daling in de muskusratpopulatie te bereiken, moeten hier eerst zoveel mogelijk muskusratten worden gevangen. Dit heeft een stijging in vangsten tot gevolg. In andere gebieden zet de ingezette daling van muskusratvangsten juist door. Langs de landsgrens proberen de waterschappen de instroom van muskusratten direct weg te vangen. Zo wordt geprobeerd het binnenland uiteindelijk vrij van muskusratten te krijgen.

Toename vangsten beverratten in 2023

Bij de beverrat is het al gelukt om ze terug te dringen naar de landsgrens. Nederland heeft geen eigen populatie beverratten meer. Ruim 95 procent van de vangsten vindt plaats direct langs de grens met Duitsland. Als gevolg van opeenvolgende zachte winters en een minder goed georganiseerde bestrijding is de beverratpopulatie in Duitsland nog steeds omvangrijk. Het aantal beverratvangsten langs de grens in Nederland is met 45 procent toegenomen: in 2023 werden er 1.645 beverratten gevangen. Door de beverratten direct langs de grens te vangen, wordt voorkomen dat ze zich opnieuw over het hele land verspreiden.

Samenwerking in de Krimpenerwaard

De bijna 400 gespecialiseerde muskus- en beverratbestrijders van de waterschappen werken intensief met elkaar samen. Zo werd er in het najaar van 2023 een grote vangactie in de Krimpenerwaard gehouden. Muskusratbestrijders uit het hele land hebben in de Krimpenerwaard geholpen om muskusratten te vangen. Dit draagt bij aan het gezamenlijke doel om in 2034 geen (levensvatbare) populatie muskusratten meer te hebben in Nederland. Dat is het geval als er in het binnenland minder dan 500 muskusratten per jaar worden gevangen.

Ook bedreiging biodiversiteit

Muskus- en beverratten vormen ook een bedreiging voor de biodiversiteit. De dieren staan daarom allebei op de Europese lijst van Invasieve soorten. Ze eten planten als riet en lisdodde weg, en verdringen daardoor inheemse diersoorten zoals de zwarte stern, de roerdomp en de kleine karekiet. Deze vogels leven in het riet, waar ook de muskus- en beverratten hun leefomgeving hebben.

Waterschappen willen landelijk beleid

Sinds de herintroductie groeit de beverpopulatie en verspreiden ze zich verder door Nederland. Bevers zijn beschermde dieren in heel Europa, dus ook in Nederland. Ze hebben voor- en nadelen voor waterkwaliteit en veiligheid. Zo verhogen bevers de biodiversiteit. Dit komt doordat ze water vasthouden met hun dammen. Helaas veroorzaken de bevers ook schade en brengen ze de waterveiligheid in gevaar door het graven van holen in dijken. Wanneer dit het geval is, grijpen de waterschappen in volgens een beverprotocol en een door de provincie verleende ontheffing. De waterschappen willen dat er landelijk beleid komt voor de beveraanpak.

> Lees meer over muskus- en beverrattenbeheer

Bekijk hoe het hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden de muskusrattenbestrijding in West- en Midden-Nederland aanpakt:

IJspret en hoogwater gevaarlijke combinatie

5 januari 2024

Vanaf zondag 7 januari krijgt Nederland te maken met temperaturen onder het vriespunt, geeft het KNMI aan. De waterschappen wijzen erop dat ijspret een gevaarlijke combinatie is met de huidige hoogwatermaatregelen. Vooral aan het begin van volgende week daalt de temperatuur tot onder 0.

bevroren dijk langs hoogwater

IJsvorming en waterkeringen

Rond keringen en uiterwaarden wordt op dit moment geen ijsvorming verwacht. Het water is rond de 8 graden en volop in beweging. Pas bij een langere periode van temperaturen onder 0 is ijs aannemelijk. Rijkswaterstaat en de waterschappen staan in nauw contact met het KNMI en houden dit goed in de gaten. Waar nodig worden extra maatregelen genomen.

Gemalen volop aan het werk

De waterschappen geven aan dat de gemalen in Nederland volop draaien om al het overtollige water weg te pompen. Mocht er ijsgroei zijn, is schaatsen op wateren waar wordt bemalen dan ook gevaarlijk. Het water onder het ijs heeft namelijk een sterke stroming. Door dalende waterstanden kan er bovendien lucht tussen de ijslaag en het water komen, wat ook tot gevaarlijke situaties kan leiden.

Hoogwatermaatregelen blijven regionaal van kracht

8 januari 2024

De waterstanden in de grotere rivieren zoals de Rijn en de Maas dalen langzaam. Vanwege volle regionale watersystemen blijven er hoogwatermaatregelen van diverse waterschappen nodig. Ook blijven dijkinspecteurs alert om te kijken of het hoogwater geen schade heeft veroorzaakt. De waterschappen waarschuwen schaatsers voor mogelijke gevaarlijke situaties.

hoogwater onder brug

Het hoogwater van afgelopen week houdt deze week nog aan. Doordat er de komende dagen weinig neerslag wordt voorspeld, is de verwachting dat de waterstanden van de rivieren, het IJsselmeer en de regionale watersystemen deze week langzaam verder dalen.

Hoogwaterpieken Maas, Rijn, IJsselmeer en Markermeer

Na de hoogwaterpiek in de Maas op 4 januari is op 7 januari ook de piek in de Rijn bij Lobith bereikt. Het vele water stroomt de komende dagen verder Nederland in via de rivieren. Uiteindelijk wordt het water afgevoerd naar zee. Vanwege goede spuimomenten van de afgelopen dagen is de waterstand in het IJsselmeer gedaald. Het Markermeerpeil is op dit moment echter nog steeds zeer hoog. Naar verwachting kan er de komende dagen water worden gespuid van het Markermeer naar het IJsselmeer, maar overlast in buitendijkse gebieden van het Markermeer blijft mogelijk.

Regionaal nog maatregelen nodig

De waterschappen blijven alert en regionaal blijven hoogwatermaatregelen van kracht. Tijdelijke waterbergingsgebieden blijven in werking of lopen langzaam gecontroleerd leeg. Meerdere waterschappen houden inspecties om de dijken na te lopen op eventuele schade door harde objecten die mogelijk meegesleurd zijn in het hoge water.

IJsvorming

De waterschappen wijzen erop dat ijspret een gevaarlijke combinatie is met de huidige hoogwatermaatregelen. Veel gemalen in Nederland draaien volop om al het overtollige water weg te pompen. Mocht er ijsgroei zijn, is schaatsen op wateren waar wordt bemalen dan ook gevaarlijk.

Vooruitblik droogte

De nattigheid van de afgelopen maanden en het hoogwater lijken oplossingen te bieden voor de problemen die waterschappen kennen in het droogteseizoen. De werkelijkheid is echter weerbarstiger. Waterschappen proberen zoveel mogelijk water vast te houden in beken en sloten en door de situatie van dit najaar zijn de grondwatervoorraden al aangevuld.

Geen garantie

Hitte en het uitblijven van regen in het voorjaar kunnen het tij echter keren. Bij hoge temperaturen en een gebrek aan regen verdampt veel water en in het voorjaar zal de watervraag weer hoog zijn vanwege het groeiseizoen van de natuur en de gewassen in de landbouw. De overvloed aan water is dus nog geen garantie op het uitblijven van watertekorten deze zomer.

> Lees meer over waterkwantiteit