Waterschappen nemen maatregelen tegen storm Poly

5 juli 2023

In de ochtend van 5 juli heeft het KNMI in Noord-Holland, Flevoland, Friesland en in het IJsselmeergebied code rood afgekondigd vanwege storm Poly. In de middag geldt code oranje in de noordelijke helft van Nederland. De waterschappen nemen alle maatregelen die nodig zijn.

Storm Conall raast over Nederland

In het noordwesten van het land komen zeer zware windstoten voor van 100 tot 120 kilometer per uur. Het hoogtepunt van de storm wordt waarschijnlijk in de ochtend bereikt. In de middag moet de wind geleidelijk afnemen.

Wat doen waterschappen?

De waterschappen zijn alert en houden de waterstanden nauwlettend in de gaten. Wanneer het nodig is, nemen ze maatregelen. Uit voorzorg controleert waterschap Zuiderzeeland met dijkwachten in de Noordoostpolder of de storm geen schade aan de dijk veroorzaakt. Ook het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft alle gemalen nagelopen. Door de harde wind is er water wat de verkeerde kant opgeblazen wordt. De peilen worden daarom ook in de nacht in de gaten gehouden.

Bestand tegen harde wind

Vanwege de harde wind heeft Wetterskip Fryslan de keersluizen in de Lege Wâlden gesloten. Met het sluiten van de sluizen voorkomt het waterschap dat het water vanuit het westen teveel naar het oosten opstuwt. Ook heeft waterschap Amstel, Gooi en Vecht uit voorzorg de bruggen gestremd. 

Water vasthouden

Waterschap Vechtstromen probeert zoveel mogelijk water vast te houden dat tijdens de storm valt. Op sommige plekken wordt het water gecontroleerd buiten de oevers gelaten om het te bergen en in de bodem te laten zakken. Als beken, rivieren en sloten vol zitten, zullen ze het overtollige water af moeten voeren om wateroverlast te voorkomen. Peilbeheerders nemen hier voorzorgsmaatregelen voor.

Waterwoordvoerder CDA bezoekt waterschap

23 juni 2023

Eline Vedder, de nieuwe waterwoordvoerder voor het CDA in de Tweede Kamer, bracht op 23 juni een werkbezoek aan het waterschap Drents Overijsselse Delta. Daar kreeg zij een toelichting op het werk van de waterschappen.

Eline Vedder op werkbezoek bij een rioolwaterzuiveringsinstallatie.

Dijkgraaf Dirk-Siert Schoonman ontving Vedder op de rioolwaterzuivering (rwzi) in Zwolle.
Tijdens een rondleiding over de rwzi legde Schoonman het zuiveringsproces uit. Waterschappen zuiveren het rioolwater in rioolwaterzuiveringsinstallaties en daarna lozen ze het in sloten, rivieren en plassen.

Stadsdijken in Zwolle

Vedder werd ook meegenomen in een project rond waterveiligheid: de Stadsdijken in Zwolle. De Stadsdijken in Zwolle beschermen inwoners tegen water uit het Zwolle IJsselkanaal en het Zwartewater: van het industrieterrein Voorst, tot de woonwijk Holtenbroek en het landelijke Westerveld. De waterschappen willen inwoners ook in de toekomst beschermen tegen het water. Daarom versterken de waterschappen de dijken.

Werkbezoeken waterwoordvoerders

De Unie van Waterschappen nodigt nieuwe waterwoordvoerders van de politieke partijen in de Tweede Kamer altijd uit voor een werkbezoek. Dit doen ze in het waterschap van de woonplaats van de woordvoerder. De waterschappen ontvangen de waterwoordvoerders graag om hen kennis te laten maken met het waterschapswerk. Ook nemen ze de woordvoerders mee in de grote opgaven van de waterschappen. Denk hierbij aan toenemende weersextremen, het verbeteren van de waterkwaliteit en de uitvoering van de grootste dijkversterkingsopgave sinds de Deltawerken.

Rapportage ILT over beoordelingsronde primaire keringen 2017-2022

1 juni 2023

De eerste Landelijke Beoordelingsronde Overstromingskans van primaire waterkeringen (LBO-1) werd in januari 2023 afgerond. Hierin beoordeelden de waterschappen en Rijkswaterstaat de Nederlandse primaire waterkeringen (dijken en sluizen) volgens de nieuwste strengere veiligheidsnormen die in 2050 gaan gelden. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft als toezichthouder een feitelijke rapportage opgesteld voor de Tweede Kamer over de beoordelingsresultaten.

Een graafmachine aan het werk op een dijk.

Commissiedebat Water

De rapportage over de periode 2017 t/m 2022 wordt op 7 juni tijdens het commissiedebat Water geagendeerd. En de minister van Infrastructuur en Waterstaat presenteert aan het eind van dit jaar het landelijk veiligheidsbeeld aan de Tweede Kamer. Dit rapport vormt daarvoor een belangrijke basis.

Nederland beschermen tegen water, nu en in de toekomst

De primaire waterkeringen beschermen Nederland tegen overstromingen van de zee, grote rivieren, meren en plassen. 38% van alle trajecten voldoet al aan de strengere eisen die in 2050 gaan gelden. Keringen die nog niet voldoen aan de strengere eisen zijn op dit moment veilig. Ze worden op termijn versterkt in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) om in 2050 te voldoen aan de strenge eisen. Alle resultaten en de voortgang zijn online inzichtelijk op het waterveiligheidsportaal.

Waterveiligheid is en blijft topprioriteit

Jeroen Haan, portefeuillehouder Waterveiligheid in het bestuur van de Unie van Waterschappen: “Met de lage ligging van ons land en het veranderende klimaat is en blijft waterveiligheid topprioriteit. De waterschappen en Rijkswaterstaat inspecteren, onderhouden en versterken de waterkeringen in Nederland permanent en werken hiervoor intensief samen met ministeries en andere partners. En als onze dijkwerkers een acute onveilige situatie vermoeden, grijpen ze direct in. Ons werk is nooit af.”

Nieuwe veiligheidsnormen zijn strenger

Sinds 2017 werken de waterschappen en Rijkswaterstaat met nieuwe, strengere normen voor waterveiligheid. Ze gaan uit van de kans op het bezwijken van een dijk en houden rekening met de effecten van klimaatverandering, de gevolgen van het overstromen van het achterliggende gebied op de inwoners en de economische waarde. Hoe groter de te beschermen waarde, hoe kleiner de kans op overstromen mag zijn. En dus hoe strenger de norm. Als een dijktraject bij de beoordeling niet voldoet aan die norm, betekent dat niet automatisch dat het héle traject versterkt moet worden. De werkwijze gaat uit van de zwakste schakel in een ketting. Op basis van het oordeel wordt onderzocht welke maatregelen nodig zijn om aan de nieuwe veiligheidsnormen te voldoen.

Start nieuwe beoordelingsronde 2023-2035

In de wet staat dat primaire keringen iedere 12 jaar moeten worden beoordeeld op basis van de meest actuele kennis, zoals nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI. Waterschappen en Rijkswaterstaat starten in 2023 met de voorbereidingen op een nieuwe beoordelingsronde tot 2035 (LBO-2). Ze doorlopen het hele proces opnieuw. Daarbij maken ze gebruik van de resultaten en ervaringen uit de eerste beoordelingsronde.

Het Hoogwaterbeschermingsprogramma

Tot en met 2050 versterken en vernieuwen de waterschappen en Rijkswaterstaat de primaire waterkeringen in het HWBP. Het gaat om ongeveer 1.500 kilometer aan dijken en 400 sluizen in heel Nederland. Dit is de grootste waterveiligheidsoperatie sinds de Deltawerken. Het versterkingsprogramma is al goed op stoom. De resultaten uit de beoordelingsronde zijn belangrijke input voor de opgave en prioritering van het HWBP.

>De ILT rapportage ‘Landelijk beeld van de staat van de primaire waterkeringen – beoordelingsronde 2017-2023’

>Lees het bericht ‘Eerste landelijke beoordelingsronde primaire waterkeringen afgerond’ (12 januari)

>Meer informatie over het Hoogwaterbeschermingsprogramma

Kamervragen over gevolgen onvoldoende waterkwaliteit voor vergunningverlening bouwsector

25 april 2023

Kamerleden Tjeerd de Groot, Faissal Boulakjar en Lisa van Ginneken (D66) stelden op 19 april Kamervragen over de gevolgen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor de vergunningverlening in de bouw- en infrasector. Dit deden zij naar aanleiding van het rapport van branchevereniging Bouwend Nederland over het effect van het niet halen van de KRW-doelen op vergunningverlening.

Een graafmachine aan het werk op een dijk.

Het rapport van Bouwend Nederland stelt dat de bouwsector jaarlijks 17,5 miljard euro schade ondervindt als de vergunningverlening door het niet halen van de KRW-doelen in 2027 wordt beperkt.

Geen water verplaatsen

Bouwend Nederland wijst erop dat bij onvoldoende kwaliteit van het water mogelijk geen water verplaatst mag worden, ook niet tijdelijk. Door het verplaatsen van water bestaat namelijk de kans dat de waterkwaliteit op andere plaatsen (tijdelijk) iets achteruitgaat. De branchevereniging noemt als voorbeeld dat er geen toestemming mag worden gegeven voor het tijdelijk droogpompen van een bouwput en het lozen van het water uit die bouwput. Als de bouwput niet kan worden drooggepompt, kan ook het bouwwerk zelf niet gebouwd worden.

Woningbouw en infrastructuur

Het niet behalen van de KRW-doelen heeft volgens het rapport dus ook gevolgen voor de landelijke ambities op het vlak van woningbouw en infrastructuur. De Kamerleden willen van de ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Ruimtelijke ordening weten hoe zij hier tegenaan kijken. En ze vragen de ministers om de KRW-doelen nooit af te zwakken en alles op alles te zetten om de doelen te halen in het belang van de natuur en drinkwatervoorziening.

Waterveiligheid en mobiliteit

Specifiek vragen de Kamerleden aandacht voor de bouw van keringen, dijken en dammen die zorgen voor de waterveiligheid van Nederland. Ook over infrastructuur die essentieel is voor de verduurzaming van de OV- en spoorverbindingen en binnenvaartroutes, stellen de Kamerleden vragen.

Wat vindt de Unie van Waterschappen?

Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit, maar de uitdaging is groot. Duidelijk is dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt. De waterschappen steunen daarom de oproep van Bouwend Nederland om gezamenlijk alle zeilen bij te zetten om de KRW-doelen te halen. Schoon water is cruciaal voor de natuur én voor een gezonde leefomgeving voor alle Nederlanders. Naast waterkwaliteit, zorgen de waterschappen ook voor waterveiligheid. Er wordt actief afgewogen of de inzet voor het verbeteren van de waterkwaliteit de waterveiligheid niet in gevaar brengt.

Urgentie om nu te handelen

Het rapport en de Kamervragen onderstrepen de urgentie om nu te handelen. Het voorkómen dat de slechte waterkwaliteit een tweede stikstofcrisis wordt, is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat kan voor de hele maatschappij hardere keuzes betekenen. In landbouw en ander ruimtegebruik, in toelating en uitstoot van stoffen, maar bijvoorbeeld ook in consumentengedrag.

>Kamervragen over de gevolgen van de KRW voor vergunningverlening bouwsector

Dijkwerkersdag: blijft waterveiligheid vanzelfsprekend?

6 april 2023

Bijna 800 dijkwerkers en studenten inspireerden elkaar tijdens de Dijkwerkersdag 2023 op 6 april. Met als thema: waterveiligheid in de toekomst. De Dijkwerkersdag wordt jaarlijks georganiseerd door het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Bestuurder Jeroen Haan van de Unie van Waterschappen verzorgde samen met Michèle Blom van Rijkswaterstaat de opening.

Dijkwerkersdag

Waterveiligheid van groot belang voor Nederland

“Voor het voortbestaan van Nederland is waterveiligheid van groot belang en dat is voor veel Nederlanders niet vanzelfsprekend”, aldus Haan. “Het besef over het belang van waterveiligheid wordt steeds breder gevoeld in Nederland. Dat merk ik bijvoorbeeld aan de vele aandacht die ons werk kreeg tijdens de waterschapsverkiezingen en de herdenking van de watersnoodramp. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma komt inmiddels op alle niveaus op stoom. Er komen steeds meer projecten in uitvoering. Daar wordt elke dag keihard door veel dijkwerkers aan gewerkt.”

Inspiratie door Annemieke Nijhof

Annemieke Nijhof, directeur van kennisinstituut Deltares, schetste haar beeld van de toekomst voor de start van de deelsessies. Het werk aan de Nederlandse Delta is volgens haar nooit af. Ze vraagt daarbij aandacht voor de waarde van het gebied. Ga op tijd in gesprek met inwoners. Laat zien dat dijkprojecten bijdragen aan waardevermeerdering in een gebied door opgaven te combineren. En dat dijken bijdragen aan een veilige toekomst van de nieuwe generatie. Haar betoog was voer voor discussie en gesprek tijdens de 24 deelsessies in het middagprogramma.

Over het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)

De waterschappen beschermen Nederland tegen overstromingen. Zonder goed beheer aan 17.700 kilometer aan dijken, duinen en andere waterkeringen door onze dijkwerkers zou 60 procent van Nederland regelmatig overstromen. In het kader van het HWBP versterken de waterschappen samen met Rijkswaterstaat in de komende 30 jaar waar nodig de primaire waterkeringen. Samen zijn deze keringen 3.500 kilometer lang.

Nederlander banger voor waterramp dan 3 jaar geleden

6 februari 2023

In vergelijking met 2020 zijn Nederlanders nu banger om door rampen, zoals dijkdoorbraken, overstromingen vanuit zee en droogte, getroffen te worden. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Ook maakt men zich een stuk vaker zorgen over mogelijke overstromingen in hun eigen woonomgeving.

primaire waterkering: dijk in polder met blauwe lucht en wolk

Toch blijkt uit het onderzoek ook dat 65 procent van de Nederlanders niet weet welke dijk hun woonomgeving beschermt. Die onbekendheid willen de Nederlandse waterpartners verminderen.

Selfie op een dijk

Daarom vragen alle dijkwerkers van maandag 6 tot en met vrijdag 10 februari aandacht voor waterveiligheid. Dat gebeurt onder andere met een online challenge. Met de vraag ‘welke dijk beschermt jou’ worden alle waterschappers en ook alle inwoners van Nederland opgeroepen om een selfie te maken op een dijk. Deel ‘m op 10 februari via een social mediakanaal naar keuze met de hashtags #WelkeDijkBeschermtJou en #MijnDijkOnsLand.

Waterveiligheid is topprioriteit

Want waterveiligheid is nooit vanzelfsprekend. De aandacht voor de herdenking en de verhalen over de watersnoodramp maakten voor veel mensen weer duidelijk hoe belangrijk het is om ons land goed te beschermen tegen water. Met de lage ligging van ons land en het veranderende klimaat blijft waterveiligheid iedere dag topprioriteit. De waterschappen en Rijkswaterstaat inspecteren en onderhouden de waterkeringen in Nederland permanent. Zonder onze dijken zou ruim 60 procent van Nederland kunnen overstromen.

Bekijk het onderzoek van het Hoogwaterbeschermingsprogramma
Editie van tijdschrift Het Waterschap over waterveiligheid

Weerloos tegen water? Dat nooit meer

1 februari 2023

Op 1 februari herdenken we in Nederland de watersnoodramp van 1953. Het is 70 jaar geleden dat de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant werden getroffen door het noodlot. Namens de waterschappen is onder andere Jeroen Haan, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, bij de herdenkingsbijeenkomst aanwezig.



Bij de watersnoodramp kwamen 1.836 mensen om het leven. Veel overlevenden zien het water nog steeds door de polders stromen als ze hun ogen sluiten. Bijvoorbeeld Dick Sies. Hij was 6 jaar toen de dijken braken en hij verloor zijn ouders en een zusje. Of Ineke van Dijke. Zij was 8 jaar tijdens de ramp. “Wat me altijd is bijgebleven is dat het water door de voordeur naar binnen kwam. Gewoon door de kieren. Dat was te bizar voor woorden.”

Lees het verhaal van Dick en Ineke in tijdschrift Het Waterschap.

Hoogwaterveiligheid is urgent

De waterschappen Scheldestromen, Hollandse Delta en Brabantse Delta voelen zich als waterschappen ‘ter plekke’ extra betrokken. Van 6 tot en met 10 februari vragen zij samen met andere waterschappen, de Unie van Waterschappen, Rijkswaterstaat, Ons Water, Staf Deltacommissaris en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) via een online campagne aandacht voor de urgentie van hoogwaterveiligheid.

Meer muskusratten gevangen, beverratvangsten fors afgenomen

24 januari 2023

In 2022 zijn er in totaal 48.447 muskusratten gevangen. Dat is een stijging van 8 procent ten opzichte van 2021. Muskus- en beverratten vormen een risico voor dijken (en dus de waterveiligheid) en de natuur. Daarom vangen de waterschappen deze dieren, die van nature ook niet in Nederland voorkomen. Het doel is om in 2034 in het binnenland van Nederland geen levensvatbare populatie muskusratten meer te hebben. Dat is het geval als er minder dan 500 muskusratten per jaar worden gevangen.

Erik-Blokland_muskusrattenbestrijder

Landelijk zijn er in 2022 meer muskusratten gevangen dan in 2021. Daarbij zijn er grote regionale verschillen. In gebieden met veel muskusratten zijn de vangsten toegenomen door extra inzet van de muskusrattenbestrijders. Om in deze gebieden uiteindelijk ook een daling in de muskusratpopulatie te bereiken, moeten hier eerst zoveel mogelijk muskusratten worden gevangen. Met een tijdelijke stijging in vangsten tot gevolg. In andere gebieden zet de ingezette daling van muskusratvangsten juist door. Langs de landsgrens proberen de waterschappen de instroom van muskusratten direct weg te vangen. Zo wordt geprobeerd het binnenland uiteindelijk vrij van muskusratten te krijgen.

Afname instroom beverratten

Bij de beverrat is het al gelukt om hem terug te dringen naar de landsgrens. Nederland heeft geen eigen populatie beverratten. Ruim 95 procent van de vangsten vindt plaats direct langs de grens met Duitsland. Als gevolg van opeenvolgende zachte winters en een minder goed georganiseerde bestrijding is de beverratpopulatie in Duitsland nog steeds omvangrijk. Door lokale inzet in Duitsland is de instroom van beverratten naar Nederland regionaal afgenomen. Het aantal beverratvangsten in Nederland is met 17 procent afgenomen: in 2022 werden er 1.131 beverratten gevangen. Door de beverratten direct langs de grens te vangen, wordt voorkomen dat ze zich opnieuw over het hele land verspreiden.

Schade aan dijken

Muskus- en beverratten komen van nature niet voor in Nederland, ze zijn hier door menselijk handelen beland. Ook hebben de dieren bij ons nauwelijks natuurlijke vijanden. De dieren worden bestreden omdat ze schade brengen aan waterkeringen en oevers, door holen en gangen in dijken te graven. Ook maken ze nestkommen met uitgebreide ondergrondse gangenstelsels. Zo veroorzaken ze verzakkingen in dijken en kades. In het ergste geval kan een dijk of kade doorbreken en een polder onder water lopen.

Bedreiging biodiversiteit

De muskus- en beverratten vormen ook een bedreiging voor de biodiversiteit. De dieren staan daarom allebei op de Europese lijst van Invasieve soorten. Ze eten planten als riet en lisdodde weg, en verdringen daardoor inheemse diersoorten zoals de zwarte stern, de roerdomp en de kleine karekiet. Deze vogels leven in het riet, waar ook de muskus- en beverratten hun leefomgeving hebben.

Gespecialiseerde muskus- en beverratbestrijders

De waterschappen hebben bijna 400 gespecialiseerde muskus- en beverratbestrijders in dienst. Zij assisteren naast hun bestrijdingswerkzaamheden steeds vaker bij het herstellen van schade door graverij van bevers in dijken. Ook leveren ze een bijdrage aan de inventarisatie van de verspreiding van invasieve exoten voor de waterschappen.

Eerste landelijke beoordelingsronde primaire waterkeringen afgerond

12 januari 2023

Vanaf 2017 hebben waterschappen en Rijkswaterstaat de Nederlandse primaire waterkeringen (dijken, sluizen en gemalen) beoordeeld volgens de nieuwste veiligheidsnormen. Deze eerste Landelijke Beoordelingsronde Overstromingskans van primaire waterkeringen (LBO-1) is nu afgerond. Bijna de helft van alle trajecten voldoet al aan de strengere eisen die in 2050 gelden.

Een graafmachine aan het werk op een dijk.

Vanaf 2017 hebben waterschappen en Rijkswaterstaat de Nederlandse primaire waterkeringen (dijken, sluizen en gemalen) beoordeeld volgens de nieuwste veiligheidsnormen. Deze eerste Landelijke Beoordelingsronde Overstromingskans van primaire waterkeringen (LBO-1) is nu afgerond. Bijna de helft van alle trajecten voldoet nu aan de normen.

Keringen die nog niet voldoen aan de strengere eisen, zijn op dit moment veilig. Ze worden op termijn versterkt in het Hoogwatersbeschermingsprogramma (HWBP). Afgesproken is dat in 2050 alle keringen moeten voldoen aan de strenge eisen die voor de verwachte situatie in 2050 gelden. Er is dus nog genoeg tijd om de keringen te versterken.

Nieuwe veiligheidsnormen zijn strenger

De primaire waterkeringen beschermen Nederland tegen overstromingen van bijvoorbeeld Noordzee, Waddenzee, IJsselmeer, Markermeer en de grote rivieren en meren. Sinds 2017 werken de waterschappen en Rijkswaterstaat met nieuwe, strengere normen voor waterveiligheid. Ze gaan uit van de kans op het bezwijken van een dijk en houden rekening met:

  • de effecten van klimaatverandering;
  • de gevolgen van het overstromen van het achterliggende gebied op de inwoners;
  • de economische waarde.

Zo sterk als de zwakste schakel

Hoe groter de te beschermen waarde, hoe kleiner de kans op overstromen mag zijn. En dus hoe strenger de norm. Als een dijktraject bij de beoordeling niet voldoet aan de norm, betekent dat niet automatisch dat het héle traject versterkt moet worden. De werkwijze gaat uit van de zwakste schakel in een ketting. Op basis van het oordeel wordt onderzocht welke maatregelen nodig zijn om aan de nieuwe veiligheidsnormen te voldoen.

Waterveiligheid blijft topprioriteit

Jeroen Haan, bestuurslid van de Unie van Waterschappen met waterveiligheid in zijn portefeuille: “Met de lage ligging van ons land en het veranderende klimaat blijft waterveiligheid topprioriteit. De waterschappen en Rijkswaterstaat inspecteren en onderhouden de waterkeringen in Nederland permanent. En als er een vermoeden is van een acute onveilige situatie grijpen ze direct in.”

Landelijk veiligheidsbeeld

De beoordelingsresultaten van LBO-1 zijn ingediend bij de toezichthouder: de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT). Op basis hiervan presenteert de minister van Infrastructuur en Waterstaat eind 2023 het Landelijke Veiligheidsbeeld aan de Tweede Kamer. Hierin zijn de resultaten van alle waterschappen en Rijkswaterstaat gebundeld. Ook staat er een verwachte kosteninschatting van de mogelijke versterkingsopgave in. Vooruitlopend hierop bespreken de waterschappen en Rijkswaterstaat de resultaten met de (algemeen) besturen en achterban.

Het werk is nooit af

In de wet staat dat primaire keringen iedere 12 jaar worden beoordeeld op basis van de meest actuele kennis, zoals nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI. Waterschappen en Rijkswaterstaat starten in 2023 met de voorbereidingen voor een nieuwe beoordelingsronde tot 2035 (LBO-2). Ze doorlopen het hele proces opnieuw. Daarbij maken ze gebruik van de resultaten en ervaringen uit de eerste beoordelingsronde.

Het Hoogwaterbeschermingprogramma

Tot en met 2050 versterken en vernieuwen de waterschappen en Rijkswaterstaat de primaire waterkeringen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Het gaat om ongeveer 1.500 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen in heel Nederland. Dit is de grootste waterveiligheidsoperatie sinds de Deltawerken. Het versterkingsprogramma is al goed op stoom. De resultaten uit de beoordelingsronde zijn belangrijke input voor de opgave en prioritering van het HWBP. Alle primaire keringen moeten uiterlijk in 2050 aan de strengere normen voldoen.

> Folder: Beoordelingen van primaire keringen

> Speciale editie van tijdschrift Het Waterschap over waterveiligheid

> Projectenboek met alle huidige projecten van het HWBP per waterschap

Minister stuurt aanbevelingen rond wateroverlast en hoogwater naar Tweede Kamer

19 december 2022

Op 19 december heeft minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) het eindadvies van de beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater naar de Tweede Kamer gestuurd. In het eindadvies staan verschillende aanbevelingen om schade en overlast door hoogwater te beperken.

hoogwater

De beleidstafel werd ingesteld naar aanleiding van de overstromingen in Limburg van juli 2021, maar het advies is gericht op heel Nederland.

Achtergrond

De watercrisis in Zuid-Limburg heeft iedereen nog wel op het netvlies. Er viel toen een hoeveelheid neerslag die maar eens in de 500 tot 1000 jaar voorkomt. Tienduizenden mensen werden geëvacueerd. De totale schade in Nederland wordt geschat op zo’n 450 miljoen euro. In de beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater is gekeken naar hoe Nederland zich beter kan voorbereiden op dit soort extreme buien en hoogwater. En natuurlijk hoe de schade beperkt kan worden.

Bewustzijn vergroten

Dit kan allereerst door het bewustzijn rond de risico’s op wateroverlast en overstromingen in Nederland te vergroten. De beleidstafel adviseert de risico’s met gerichte communicatie persoonlijk en relevant te maken en in te zetten op laagdrempelige, simpele acties. Belangrijk omdat het veilig en klimaatbestendig houden van Nederland inzet van iedereen vraagt. Overheden kunnen schade door weersextremen niet langer voorkomen. Om de overlast te beperken, moeten individuele bewoners ook zelf een steentje bijdragen.

Waterlabel

Daarnaast moet de vrijblijvendheid van maatregelen plaatsmaken voor een meer dwingende aanpak. De beleidstafel stelt bijvoorbeeld een verplicht waterlabel voor woningen voor. Zo weet je bij de koop of verkoop van een huis meteen wat de waterrisico’s zijn.

Water en bodem sturend

Daarnaast onderstreept de beleidstafel het belang van water en bodem sturend voor ruimtelijke plannen. Extreme buien kunnen niet altijd meer worden opgevangen in het watersysteem. Dus moeten we ook in de ruimtelijke inrichting rekening houden met extreem weer en ons voorbereiden op incidenten en calamiteiten. In ruimtelijke plannen moet daarom ruimte worden vrijgehouden voor de opvang van water.

Stresstesten

De beleidstafel wijst ook op het belang van landelijke en internationale afspraken. Neerslag trekt zich immers niets aan van landsgrenzen. De ‘waterbom’ die in Limburg viel, kan overal vallen. Daarom is het belangrijk om in kaart te brengen welke gebieden extra kwetsbaar zijn voor zoveel water. De beleidstafel stelt zogenaamde bovenregionale stresstesten voor om dit inzichtelijk te maken, zodat erop geanticipeerd kan worden. In deze stresstesten werken de provincies, gemeenten en waterschappen samen om de plekken met een hoog risico op wateroverlast door extreme neerslag goed in beeld te krijgen.

Beter herstellen

Wanneer schade door extreme neerslag hersteld wordt, moet dit volgens de beleidstafel op een manier gebeuren die beter is dan hoe de situatie was. De herstelmaatregelen moeten bijdragen aan het klimaatrobuust maken van Nederland. Zo worden we beter bestand tegen extreem weer en ontstaat bij een volgende gebeurtenis minder schade. Om dit af te kunnen dwingen moet worden gekeken naar verzekeringsvoorwaarden en het Bouwbesluit. Ook zullen de risico’s op wateroverlast verankerd moeten worden in het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de nationale maatlat klimaatadaptatief bouwen.

Eindadvies beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater

Publieksamenvatting beleidstafel Wateroverlast en Hoog water

Lees het nieuwsbericht van het ministerie van IenW