Nederlander banger voor waterramp dan 3 jaar geleden

6 februari 2023

In vergelijking met 2020 zijn Nederlanders nu banger om door rampen, zoals dijkdoorbraken, overstromingen vanuit zee en droogte, getroffen te worden. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Ook maakt men zich een stuk vaker zorgen over mogelijke overstromingen in hun eigen woonomgeving.

primaire waterkering: dijk in polder met blauwe lucht en wolk

Toch blijkt uit het onderzoek ook dat 65 procent van de Nederlanders niet weet welke dijk hun woonomgeving beschermt. Die onbekendheid willen de Nederlandse waterpartners verminderen.

Selfie op een dijk

Daarom vragen alle dijkwerkers van maandag 6 tot en met vrijdag 10 februari aandacht voor waterveiligheid. Dat gebeurt onder andere met een online challenge. Met de vraag ‘welke dijk beschermt jou’ worden alle waterschappers en ook alle inwoners van Nederland opgeroepen om een selfie te maken op een dijk. Deel ‘m op 10 februari via een social mediakanaal naar keuze met de hashtags #WelkeDijkBeschermtJou en #MijnDijkOnsLand.

Waterveiligheid is topprioriteit

Want waterveiligheid is nooit vanzelfsprekend. De aandacht voor de herdenking en de verhalen over de watersnoodramp maakten voor veel mensen weer duidelijk hoe belangrijk het is om ons land goed te beschermen tegen water. Met de lage ligging van ons land en het veranderende klimaat blijft waterveiligheid iedere dag topprioriteit. De waterschappen en Rijkswaterstaat inspecteren en onderhouden de waterkeringen in Nederland permanent. Zonder onze dijken zou ruim 60 procent van Nederland kunnen overstromen.

Bekijk het onderzoek van het Hoogwaterbeschermingsprogramma
Editie van tijdschrift Het Waterschap over waterveiligheid

Weerloos tegen water? Dat nooit meer

1 februari 2023

Op 1 februari herdenken we in Nederland de watersnoodramp van 1953. Het is 70 jaar geleden dat de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant werden getroffen door het noodlot. Namens de waterschappen is onder andere Jeroen Haan, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, bij de herdenkingsbijeenkomst aanwezig.



Bij de watersnoodramp kwamen 1.836 mensen om het leven. Veel overlevenden zien het water nog steeds door de polders stromen als ze hun ogen sluiten. Bijvoorbeeld Dick Sies. Hij was 6 jaar toen de dijken braken en hij verloor zijn ouders en een zusje. Of Ineke van Dijke. Zij was 8 jaar tijdens de ramp. “Wat me altijd is bijgebleven is dat het water door de voordeur naar binnen kwam. Gewoon door de kieren. Dat was te bizar voor woorden.”

Lees het verhaal van Dick en Ineke in tijdschrift Het Waterschap.

Hoogwaterveiligheid is urgent

De waterschappen Scheldestromen, Hollandse Delta en Brabantse Delta voelen zich als waterschappen ‘ter plekke’ extra betrokken. Van 6 tot en met 10 februari vragen zij samen met andere waterschappen, de Unie van Waterschappen, Rijkswaterstaat, Ons Water, Staf Deltacommissaris en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) via een online campagne aandacht voor de urgentie van hoogwaterveiligheid.

Meer muskusratten gevangen, beverratvangsten fors afgenomen

24 januari 2023

In 2022 zijn er in totaal 48.447 muskusratten gevangen. Dat is een stijging van 8 procent ten opzichte van 2021. Muskus- en beverratten vormen een risico voor dijken (en dus de waterveiligheid) en de natuur. Daarom vangen de waterschappen deze dieren, die van nature ook niet in Nederland voorkomen. Het doel is om in 2034 in het binnenland van Nederland geen levensvatbare populatie muskusratten meer te hebben. Dat is het geval als er minder dan 500 muskusratten per jaar worden gevangen.

Erik-Blokland_muskusrattenbestrijder

Landelijk zijn er in 2022 meer muskusratten gevangen dan in 2021. Daarbij zijn er grote regionale verschillen. In gebieden met veel muskusratten zijn de vangsten toegenomen door extra inzet van de muskusrattenbestrijders. Om in deze gebieden uiteindelijk ook een daling in de muskusratpopulatie te bereiken, moeten hier eerst zoveel mogelijk muskusratten worden gevangen. Met een tijdelijke stijging in vangsten tot gevolg. In andere gebieden zet de ingezette daling van muskusratvangsten juist door. Langs de landsgrens proberen de waterschappen de instroom van muskusratten direct weg te vangen. Zo wordt geprobeerd het binnenland uiteindelijk vrij van muskusratten te krijgen.

Afname instroom beverratten

Bij de beverrat is het al gelukt om hem terug te dringen naar de landsgrens. Nederland heeft geen eigen populatie beverratten. Ruim 95 procent van de vangsten vindt plaats direct langs de grens met Duitsland. Als gevolg van opeenvolgende zachte winters en een minder goed georganiseerde bestrijding is de beverratpopulatie in Duitsland nog steeds omvangrijk. Door lokale inzet in Duitsland is de instroom van beverratten naar Nederland regionaal afgenomen. Het aantal beverratvangsten in Nederland is met 17 procent afgenomen: in 2022 werden er 1.131 beverratten gevangen. Door de beverratten direct langs de grens te vangen, wordt voorkomen dat ze zich opnieuw over het hele land verspreiden.

Schade aan dijken

Muskus- en beverratten komen van nature niet voor in Nederland, ze zijn hier door menselijk handelen beland. Ook hebben de dieren bij ons nauwelijks natuurlijke vijanden. De dieren worden bestreden omdat ze schade brengen aan waterkeringen en oevers, door holen en gangen in dijken te graven. Ook maken ze nestkommen met uitgebreide ondergrondse gangenstelsels. Zo veroorzaken ze verzakkingen in dijken en kades. In het ergste geval kan een dijk of kade doorbreken en een polder onder water lopen.

Bedreiging biodiversiteit

De muskus- en beverratten vormen ook een bedreiging voor de biodiversiteit. De dieren staan daarom allebei op de Europese lijst van Invasieve soorten. Ze eten planten als riet en lisdodde weg, en verdringen daardoor inheemse diersoorten zoals de zwarte stern, de roerdomp en de kleine karekiet. Deze vogels leven in het riet, waar ook de muskus- en beverratten hun leefomgeving hebben.

Gespecialiseerde muskus- en beverratbestrijders

De waterschappen hebben bijna 400 gespecialiseerde muskus- en beverratbestrijders in dienst. Zij assisteren naast hun bestrijdingswerkzaamheden steeds vaker bij het herstellen van schade door graverij van bevers in dijken. Ook leveren ze een bijdrage aan de inventarisatie van de verspreiding van invasieve exoten voor de waterschappen.

Eerste landelijke beoordelingsronde primaire waterkeringen afgerond

12 januari 2023

Vanaf 2017 hebben waterschappen en Rijkswaterstaat de Nederlandse primaire waterkeringen (dijken, sluizen en gemalen) beoordeeld volgens de nieuwste veiligheidsnormen. Deze eerste Landelijke Beoordelingsronde Overstromingskans van primaire waterkeringen (LBO-1) is nu afgerond. Bijna de helft van alle trajecten voldoet al aan de strengere eisen die in 2050 gelden.

Een graafmachine aan het werk op een dijk.

Vanaf 2017 hebben waterschappen en Rijkswaterstaat de Nederlandse primaire waterkeringen (dijken, sluizen en gemalen) beoordeeld volgens de nieuwste veiligheidsnormen. Deze eerste Landelijke Beoordelingsronde Overstromingskans van primaire waterkeringen (LBO-1) is nu afgerond. Bijna de helft van alle trajecten voldoet nu aan de normen.

Keringen die nog niet voldoen aan de strengere eisen, zijn op dit moment veilig. Ze worden op termijn versterkt in het Hoogwatersbeschermingsprogramma (HWBP). Afgesproken is dat in 2050 alle keringen moeten voldoen aan de strenge eisen die voor de verwachte situatie in 2050 gelden. Er is dus nog genoeg tijd om de keringen te versterken.

Nieuwe veiligheidsnormen zijn strenger

De primaire waterkeringen beschermen Nederland tegen overstromingen van bijvoorbeeld Noordzee, Waddenzee, IJsselmeer, Markermeer en de grote rivieren en meren. Sinds 2017 werken de waterschappen en Rijkswaterstaat met nieuwe, strengere normen voor waterveiligheid. Ze gaan uit van de kans op het bezwijken van een dijk en houden rekening met:

  • de effecten van klimaatverandering;
  • de gevolgen van het overstromen van het achterliggende gebied op de inwoners;
  • de economische waarde.

Zo sterk als de zwakste schakel

Hoe groter de te beschermen waarde, hoe kleiner de kans op overstromen mag zijn. En dus hoe strenger de norm. Als een dijktraject bij de beoordeling niet voldoet aan de norm, betekent dat niet automatisch dat het héle traject versterkt moet worden. De werkwijze gaat uit van de zwakste schakel in een ketting. Op basis van het oordeel wordt onderzocht welke maatregelen nodig zijn om aan de nieuwe veiligheidsnormen te voldoen.

Waterveiligheid blijft topprioriteit

Jeroen Haan, bestuurslid van de Unie van Waterschappen met waterveiligheid in zijn portefeuille: “Met de lage ligging van ons land en het veranderende klimaat blijft waterveiligheid topprioriteit. De waterschappen en Rijkswaterstaat inspecteren en onderhouden de waterkeringen in Nederland permanent. En als er een vermoeden is van een acute onveilige situatie grijpen ze direct in.”

Landelijk veiligheidsbeeld

De beoordelingsresultaten van LBO-1 zijn ingediend bij de toezichthouder: de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT). Op basis hiervan presenteert de minister van Infrastructuur en Waterstaat eind 2023 het Landelijke Veiligheidsbeeld aan de Tweede Kamer. Hierin zijn de resultaten van alle waterschappen en Rijkswaterstaat gebundeld. Ook staat er een verwachte kosteninschatting van de mogelijke versterkingsopgave in. Vooruitlopend hierop bespreken de waterschappen en Rijkswaterstaat de resultaten met de (algemeen) besturen en achterban.

Het werk is nooit af

In de wet staat dat primaire keringen iedere 12 jaar worden beoordeeld op basis van de meest actuele kennis, zoals nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI. Waterschappen en Rijkswaterstaat starten in 2023 met de voorbereidingen voor een nieuwe beoordelingsronde tot 2035 (LBO-2). Ze doorlopen het hele proces opnieuw. Daarbij maken ze gebruik van de resultaten en ervaringen uit de eerste beoordelingsronde.

Het Hoogwaterbeschermingprogramma

Tot en met 2050 versterken en vernieuwen de waterschappen en Rijkswaterstaat de primaire waterkeringen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Het gaat om ongeveer 1.500 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen in heel Nederland. Dit is de grootste waterveiligheidsoperatie sinds de Deltawerken. Het versterkingsprogramma is al goed op stoom. De resultaten uit de beoordelingsronde zijn belangrijke input voor de opgave en prioritering van het HWBP. Alle primaire keringen moeten uiterlijk in 2050 aan de strengere normen voldoen.

> Folder: Beoordelingen van primaire keringen

> Speciale editie van tijdschrift Het Waterschap over waterveiligheid

> Projectenboek met alle huidige projecten van het HWBP per waterschap

Minister stuurt aanbevelingen rond wateroverlast en hoogwater naar Tweede Kamer

19 december 2022

Op 19 december heeft minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) het eindadvies van de beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater naar de Tweede Kamer gestuurd. In het eindadvies staan verschillende aanbevelingen om schade en overlast door hoogwater te beperken.

hoogwater

De beleidstafel werd ingesteld naar aanleiding van de overstromingen in Limburg van juli 2021, maar het advies is gericht op heel Nederland.

Achtergrond

De watercrisis in Zuid-Limburg heeft iedereen nog wel op het netvlies. Er viel toen een hoeveelheid neerslag die maar eens in de 500 tot 1000 jaar voorkomt. Tienduizenden mensen werden geëvacueerd. De totale schade in Nederland wordt geschat op zo’n 450 miljoen euro. In de beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater is gekeken naar hoe Nederland zich beter kan voorbereiden op dit soort extreme buien en hoogwater. En natuurlijk hoe de schade beperkt kan worden.

Bewustzijn vergroten

Dit kan allereerst door het bewustzijn rond de risico’s op wateroverlast en overstromingen in Nederland te vergroten. De beleidstafel adviseert de risico’s met gerichte communicatie persoonlijk en relevant te maken en in te zetten op laagdrempelige, simpele acties. Belangrijk omdat het veilig en klimaatbestendig houden van Nederland inzet van iedereen vraagt. Overheden kunnen schade door weersextremen niet langer voorkomen. Om de overlast te beperken, moeten individuele bewoners ook zelf een steentje bijdragen.

Waterlabel

Daarnaast moet de vrijblijvendheid van maatregelen plaatsmaken voor een meer dwingende aanpak. De beleidstafel stelt bijvoorbeeld een verplicht waterlabel voor woningen voor. Zo weet je bij de koop of verkoop van een huis meteen wat de waterrisico’s zijn.

Water en bodem sturend

Daarnaast onderstreept de beleidstafel het belang van water en bodem sturend voor ruimtelijke plannen. Extreme buien kunnen niet altijd meer worden opgevangen in het watersysteem. Dus moeten we ook in de ruimtelijke inrichting rekening houden met extreem weer en ons voorbereiden op incidenten en calamiteiten. In ruimtelijke plannen moet daarom ruimte worden vrijgehouden voor de opvang van water.

Stresstesten

De beleidstafel wijst ook op het belang van landelijke en internationale afspraken. Neerslag trekt zich immers niets aan van landsgrenzen. De ‘waterbom’ die in Limburg viel, kan overal vallen. Daarom is het belangrijk om in kaart te brengen welke gebieden extra kwetsbaar zijn voor zoveel water. De beleidstafel stelt zogenaamde bovenregionale stresstesten voor om dit inzichtelijk te maken, zodat erop geanticipeerd kan worden. In deze stresstesten werken de provincies, gemeenten en waterschappen samen om de plekken met een hoog risico op wateroverlast door extreme neerslag goed in beeld te krijgen.

Beter herstellen

Wanneer schade door extreme neerslag hersteld wordt, moet dit volgens de beleidstafel op een manier gebeuren die beter is dan hoe de situatie was. De herstelmaatregelen moeten bijdragen aan het klimaatrobuust maken van Nederland. Zo worden we beter bestand tegen extreem weer en ontstaat bij een volgende gebeurtenis minder schade. Om dit af te kunnen dwingen moet worden gekeken naar verzekeringsvoorwaarden en het Bouwbesluit. Ook zullen de risico’s op wateroverlast verankerd moeten worden in het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de nationale maatlat klimaatadaptatief bouwen.

Eindadvies beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater

Publieksamenvatting beleidstafel Wateroverlast en Hoog water

Lees het nieuwsbericht van het ministerie van IenW

Tijdschrift Het Waterschap over waterveiligheid: nooit vanzelfsprekend

15 december 2022

De nieuwe editie van Het Waterschap is weer verschenen. In dit nummer staat waterveiligheid centraal. Een belangrijke boodschap is dat waterveiligheid is nooit vanzelfsprekend is.



Dat zegt Jeroen Haan, dijkgraaf van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden bijvoorbeeld in het het artikel over het manifest Waterveiligheid. “Je merkt dat de individuele inwoner niet zo nadenkt over waterveiligheid. Het is een vanzelfsprekendheid dat we in Nederland droge voeten houden. Maar waterveiligheid is nooit vanzelfsprekend.”

Interview met Mark Harbers

In Het Waterschap staat ook een interview met minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. Hij wil Nederland weerbaarder maken voor de toekomst en daarbij samen het verhaal van water vertellen. Harbers vindt het belangrijk om dat in begrijpelijke taal te doen: “Zet watercollega’s op een congres bij elkaar en ik vermoed dat de buitenwereld na een uur denkt: die spreken wartaal.”

Speurhond Finn

Niet alleen mensen werken aan waterveiligheid, ook honden! Bij het bestrijden van muskusratten wordt dankbaar gebruik gemaakt van hun goede reukvermogen. Het Waterschap liep een dagje mee met speurhond Finn. Dat leverde een mooi verhaal op.

Watersnoodramp

En dat waterveiligheid niet vanzelfsprekend is, weten we in Nederland door de watersnoodramp van 1953. Volgend jaar is dat 70 jaar geleden. Twee overlevenden vertellen hun verhaal in dit nummer van Het Waterschap.

> Lees Het Waterschap online

Minister Harbers op bezoek bij dijkversterkingsproject

8 december 2022

Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat bezocht op 7 december het dijkversterkingsproject Gorinchem-Waardenburg. Hier versterkt waterschap Rivierenland 23 kilometer dijk.



De minister ging daarna in gesprek met de Commissie Waterkeringen (CWK) van de 21 waterschappen over de uitdagingen van de gezamenlijke dijkversterkingsopgave: het verbeteren van 1.500 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen.

Ontzettend knap

“Als je op de dijk staat, zie je pas echt hoe ontzettend knap het is wat onze waterschappen doen”, zei Harbers. “Een lang stuk dijk wordt hier klaargemaakt voor de toekomst. Ik vind dat heel Nederland beschermd moet blijven tegen het stijgende zeewater en het stijgende rivierpeil bij extreme buien. Daarom voeren we nu samen de grootste dijkversterkingsoperatie uit sinds de Deltawerken.”

Verantwoordelijkheid pakken

Tijdens het gesprek stond ook de voortgang van het HWBP op de agenda. Jeroen Haan, als bestuurder bij Unie van Waterschappen verantwoordelijk voor waterveiligheid: “Het was een goed gesprek met de minister met veel en diverse bijdragen. Het is goed om te zien hoe de bestuurders van de waterschappen zich (mede)eigenaar voelen van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Waterschappen pakken de verantwoordelijkheid om dijkversterking in hun projecten te realiseren waardoor de waterveiligheid in Nederland toeneemt”.

1.500 kilometer dijk versterken

Met het Hoogwaterbeschermingsprogramma worden 1.500 kilometer aan dijk en 400 sluizen en gemalen versterkt. In 2050 moet deze grote klus zijn afgerond. Mark Harbers ging in ieder geval tevreden naar huis. “Vandaag heb ik de bezieling en bevlogenheid achter de saaie voortgangsrapportages gezien”, zei hij voordat hij in de auto stapte.

Lees het uitgebreide verslag op de website van het Hoogwaterbeschermingsprogramma

Klimaatgeneraal Tom Middendorp: ‘Kijk over uw dijk’

24 november 2022

Op 21 november spraken ruim 40 bestuurders van diverse waterschappen tijdens een ‘Steenwegsessie’ over de toekomst van waterveiligheid. Ze werden daarbij geïnspireerd door ‘klimaatgeneraal’ Tom Middendorp en door Jeroen Haan, bestuurder bij de Unie van Waterschappen en dijkgraaf van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.



Als oud-commandant der Strijdkrachten ziet Middendorp hoe overstromingen, droogte en waterschaarste kunnen leiden tot conflicten. Klimaatverandering draait voor hem om water. “De wereldbevolking verdubbelt deze eeuw en polarisatie ligt op de loer. Terwijl we nu al tekorten hebben aan grondstoffen, voedsel én water. Oogsten mislukken door droogte of overstromingen. Er gaat dus een enorme kloof tussen vraag en aanbod ontstaan. Wat weer tot allerlei andere problemen leidt. Ook in Europa en ook voor de Nederlandse waterschappen. Naast de waan van de dag is het dus belangrijk om vooruit te kijken en tijdig te anticiperen. Kijk over uw dijk”, aldus Middendorp.

Grondstofonafhankelijk worden

Er zijn volgens Middendorp veel mogelijkheden om alle uitdagingen aan te gaan. Inzetten op kennisontwikkeling, bewustwording en gedragsverandering is belangrijk en een deel van de oplossing. Maar het moet vooral van innovatie en samenwerking komen. Hoe kun je grondstofonafhankelijk worden en ons systeem circulair maken?

Andere invalshoeken

“Bijvoorbeeld door andere productievormen”, aldus Middendorp. “Ook voor water. Innovatie komt meestal van buiten de sector. Denk van buiten naar binnen en werk samen in ecosystemen. Andere invalshoeken geven vaak de briljantste oplossingen. Begin klein en gebruik de ruimte die je hebt om praktische oplossingen te bedenken. Maak het daarna groot en dan pas politiek. En durf ook fouten te accepteren.”

Mooie voorbeelden

Volgens Middendorp zijn veel actuele opgaven die we nu kennen multidimensionaal. “Het raakt veel ministeries en partijen. Dat vraagt om een andere aanpak en samenwerking, ook voor waterschappen. En dat is ontzettend moeilijk!” Gelukkig zijn er al mooie voorbeelden, ook in Nederland. Middendorp: “Bijvoorbeeld in Zwolle op bedrijventerrein Hessenpoort. Samen met overheden, onder andere waterschap Drents Overijssels Delta, werken ondernemers hier samen aan een innovatief circulair systeem waarbij ondernemers producent en afnemer van energie zijn.”

Gesprek over rol waterschappen

Na de presentatie van Middendorp gingen de aanwezigen met elkaar in gesprek onder leiding van gespreksleider Maarten Bouwhuis. Wat vraagt het perspectief van Tom Middendorp van de waterschappen? Er ontstond een interessant gesprek over de taken van de waterschappen en de rol die waterschappen in de toekomst moeten pakken.

Verbinding leggen

Zo werd er gesteld dat de waterschappen zich tot in het hart van de ruimtelijke ordening moeten begeven, maar dat het niet nodig is om ook de beslissingen over die ruimtelijke ordening te nemen. Het gaat niet om welke positie je wilt innemen, maar hoe je de verbinding kunt leggen.

Waterveiligheid is van ons allemaal

“Waterveiligheid heeft vanavond voor mij een bredere dimensie gekregen”, zei Jeroen Haan bij de afsluiting van de bijeenkomst. “Zijn we ons als waterschappers werkelijk bewust van de gevaren die op ons afkomen? Als waterschappers moeten we daar goed over nadenken. Bestuurders van waterschappen kunnen bijvoorbeeld in hun gebied kijken: wat speelt er bij de inwoners? Die zijn bezig met hun leefomgeving en vragen zich bijvoorbeeld af of ze veilig kunnen blijven. Dat is voor alle bestuurders in de nieuwe bestuursperiode een mooie opgave. Waterveiligheid is niet alleen iets van de Unie-commissie Waterkeringen. Het is iets van ons allemaal!”

Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater komt met eerste advies

11 maart 2022

Op 11 maart informeerde minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) de Kamer over het eerste advies van de Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater. Hierin staan aanbevelingen naar aanleiding van de watercrisis in Limburg van afgelopen zomer.

Foto van een overstroomde rivier met een brug in de verte

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de beleidstafel opgericht om lessen te trekken uit de overstromingen in Limburg. De beleidstafel is een overleg tussen de meest betrokken overheidsorganisaties en bestaat uit: het waterschap Limburg, de provincie Limburg, de gemeente Valkenburg aan de Geul, de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Deltacommissaris en het Rijk.

Risico’s beperken

Deze partijen hebben voor verschillende deelonderwerpen gekeken hoe risico’s op het gebied van waterveiligheid en wateroverlast beperkt kunnen worden. Ook als de extreme neerslag ergens anders in Nederland plaatsvindt.

25 aanbevelingen

Het doel van dit eerste rapport is om te adviseren over onderwerpen die op korte termijn verbetering vragen. Zodat Nederland beter is voorbereid op zeer extreme neerslag zoals in juli 2021. De in totaal 25 aanbevelingen variëren van technische maatregelen, om bijvoorbeeld neerslagextremen en hoge rivierafvoeren beter te monitoren en voorspellen, tot oproepen om water een leidende rol te geven bij ruimtelijke plannen en beter in te spelen op hoogwatersituaties in de zomer. Ook is het advies om meer samenwerking te zoeken binnen Europa om ervoor te zorgen dat de stroomgebieden van de Rijn en de Maas goed worden voorbereid op extreem weer.

Mix aan maatregelen

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Schade en overlast bij zo’n extreme neerslag als afgelopen zomer in Limburg kunnen we nooit helemaal voorkomen. Ook weten we dat maatregelen in het watersysteem alleen niet voldoende zijn. Met de juiste mix aan maatregelen in het watersysteem, de ruimtelijke inrichting en de crisisbeheersing kunnen we wel de gevolgen van extreme neerslag verminderen en maatschappelijke ontwrichting voorkomen. Voor het eindadvies verwachten we onder meer concrete verbeteringen voor de waterveiligheid en wateroverlast in Limburg. Daarnaast wordt de doorvertaling gemaakt wat de gevolgen van zulke extreme neerslag in andere delen van Nederland kunnen zijn en wat de handelingsperspectieven dan zijn.”

Beter bewust zijn van risico’s

Belangrijke aandacht in het rapport gaat uit naar de zorg dat inwoners, bedrijven en overheden zich onvoldoende bewust zijn van de risico’s op wateroverlast en overstromingen en niet goed zijn voorbereid. Daarom moet er meer worden gedaan aan het vergroten van het bewustzijn van risico’s door transparante en eenduidige informatievoorziening. De Unie van Waterschappen is als trekker betrokken bij dit onderwerp van de beleidstafel.

Niet met hagel schieten

Schoonman: “Om het risicobewustzijn bij inwoners te vergroten, moet informatie over watercrises toegankelijker worden. Daarbij moeten we niet met hagel schieten in de informatievoorziening, maar goed aansluiten bij de belevingswereld van inwoners. Op dit gebied werken we in de tweede fase van de beleidstafel een aantal concrete acties uit.”

Verdieping nodig

Voor veel van de aanbevelingen blijkt nadere verdieping nodig om tot verdere concrete verbeterpunten te komen. Vandaar dat het onderzoek op de verschillende deelonderwerpen wordt voortgezet. De Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater verwacht eind 2022 te komen met de definitieve adviezen en aanbevelingen.

Deltaprogramma 2023 aangeboden aan Tweede Kamer

20 september 2022

Op Prinsjesdag is het Deltaprogramma voor 2023 gepresenteerd. Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft het programma voor volgend jaar namens deltacommissaris Peter Glas aangeboden aan de Tweede Kamer. In het Deltaprogramma van 2023 staan 3 woorden centraal: versnellen, verbinden en verbouwen.

klimaatbeleid-gebouwen klimaatadaptief_540x350

De deltacommissaris roept Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen op om de komende jaren meer tempo te maken met de uitvoering van de maatregelen uit het Nationaal Deltaprogramma zodat Nederland in 2050 en daarna beschermd is tegen hoogwater, weersextremen en zoetwatertekorten. “Het klimaat verandert, de tijd om ons voor te bereiden wordt korter en de opgaven worden groter. Daarnaast moeten overheden meer maatregelen nemen om de schade te beperken als het vanwege extreem nat of droog weer onverhoopt een keer misgaat,” aldus Peter Glas.

De waterbom

De deltacommissaris onderstreept het belang om de impact van extreem weer te beperken. Peter Glas: “Een waterbom zoals vorig jaar in Limburg kan elk moment en overal in Nederland vallen. Nederland moet zich beter voorbereiden op dergelijke extreme gebeurtenissen met onvoorspelbare gevolgen.”

Omslag nodig

In zijn brief bij het Deltaprogramma 2023 constateert de deltacommissaris dat er werk wordt gemaakt van het principe dat water en bodem sturend moeten zijn in de ruimtelijke ordening. Zodat de ruimtelijke plannen en ingrepen klimaatbestendig zijn en we eventuele overlast en schade niet afwentelen op toekomstige generaties. Om dit ook echt door te laten werken naar de praktijk is volgens hem een omslag nodig. “Daarom zeg ik tegen alle overheden en andere partijen die actief zijn in het ruimtelijke domein: verbind de opgaven voor natuur, duurzame landbouw en woningbouw met de opgave om Nederland klimaatadaptief te maken en neem het water- en bodemsysteem als basis. De tijd van vrijblijvendheid is voorbij: ga het nu ook echt doen.”

Integrale aanpak

De waterschappen zijn actieve partners in het Deltaprogramma en herkennen zich in de oproep van de deltacommissaris. Daarnaast onderschrijft de Unie van Waterschappen het belang van een krachtige regie en integrale aanpak om Nederland klimaatbestendig in te richten. Rogier van der Sande: “Daar willen we als overheden samen sturing en invulling aan geven. Klimaatadaptatie moet daarbij integraal onderdeel zijn van de energie-, woningbouw-, landbouw- en natuuropgave, zodat we de gevolgen van klimaatverandering in Nederland zo goed mogelijk kunnen opvangen.”