Kamerbrief Omgevingswet oktober 2021 verzonden

2 november 2021

Kajsa Ollongren, demissionair minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft een brief over de Omgevingswet naar beide Kamers gestuurd. Hierin gaat zij in op de stappen richting de beoogde inwerkingtreding op 1 juli 2022, de stand van zaken van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en het aansluiten, inregelen en oefenen door overheden.



Koersen op 1 juli 2022

Tijdens een Bestuurlijk Overleg op 28 oktober bevestigden de Unie van Waterschappen, VNG, het IPO en het Rijk opnieuw dat zij graag zien dat de Omgevingswet op 1 juli 2022 ingaat. Zij hebben de samenhangende aanpak en het instrumentarium van de wet nodig om grote maatschappelijke opgaven in de leefomgeving effectiever aan te pakken en met elkaar te verbinden. Voorbeelden hiervan zijn de woningbouwopgave, de energietransitie en klimaatadaptatie.

Digitaal Stelsel Omgevingswet

De afgelopen tijd is veel werk verzet om het DSO-LV, de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet, klaar te maken voor landelijk oefenen. Zo is de ‘oefenrelease’ van het DSO-LV sinds oktober beschikbaar op de oefenomgeving. Ook is de bruidsschat geladen op de oefenomgeving. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet verhuist een aantal regels van het Rijk naar de waterschappen. Dit wordt ook wel de bruidsschat genoemd.

Hoewel er vooruitgang is geboekt, zijn er ook punten die de komende tijd moeten worden opgelost. Er wordt bijvoorbeeld hard doorgewerkt aan de stabiliteit van het DSO-LV en het sneller oplossen van storingen en meldingen, zodat overheden goed kunnen oefenen. Betrokken partijen werken bovendien aan oplossingen voor het niet kunnen uploaden van veel en grote geo-bestanden in het DSO.

Een werkende keten

Steeds meer overheden zijn aangesloten op het DSO en oefenen met het stelsel. Hiermee zetten ze stappen richting een werkende keten en bereiden ze zich voor op de inwerkingtreding van de wet. Door het oefenen wordt ook duidelijk hoe het DSO verder kan worden verbeterd. De koepels stimuleren het aansluiten en oefenen. Zo nemen ze contact op met de organisaties die nog niet zijn aangesloten op het DSO en helpen ze hen hierbij op weg. Voor overheden die onverhoopt geen gebruik kunnen maken van het DSO, bijvoorbeeld omdat bepaalde software nog ontbreekt, zijn tijdelijke alternatieve maatregelen beschikbaar.

Implementatiemonitor

Uit de halfjaarrapportage Monitor Invoering Omgevingswet blijkt dat overheden flinke stappen hebben gezet voor de implementatie van de wet, maar ook dat zij nog het nodige moeten doen. Sommige overheden hebben behoefte aan definitieve duidelijkheid over de inwerkingtreding van de wet. Dan kunnen ze de schaarse capaciteit gerichter inzetten.

Onafhankelijke evaluatiecommissie

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) zal de Omgevingswet evalueren. Ook adviseert de Rli over de opzet en inrichting van het monitoringsprogramma en reflecteert zij jaarlijks op de tussentijdse monitoringsresultaten.

Wet- en regelgeving

Het wetgevingsproces is inhoudelijk met de Tweede en Eerste Kamer afgerond. Ondertussen wordt gezorgd dat het stelsel actueel blijft. Zo is het ontwerp van het Verzamelbesluit Omgevingswet 2022 voor advies aan de Raad van State voorgelegd.

Vervolg

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal het parlement blijven voorzien van voortgangsinformatie over de Omgevingswet. Het ontwerp van het Koninklijk Besluit (KB) met de inwerkingtredingsdatum van de wet zal aan beide Kamers worden voorgelegd.

Meer informatie

Motie aangenomen: inwerkingtreding Omgevingswet op 1 januari 2023

13 april 2022

Op 12 april is gestemd over de moties die zijn ingediend bij het tweeminutendebat Omgevingswet. De Tweede Kamer heeft een motie van de VVD aangenomen om de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet definitief te bepalen op 1 januari 2023. Een motie van de SP om de mogelijkheid voor uitstel niet uit te sluiten heeft het niet gehaald.



De Omgevingswet bundelt de meeste wetten over de fysieke leefomgeving, waaronder over water. De waterschappen zijn voorstander van deze nieuwe wet en willen de implementatie zo goed mogelijk laten verlopen. Daarvoor is het belangrijk dat er zo snel mogelijk definitief duidelijkheid komt over de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt. Door de aangenomen motie van de VVD zijn de waterschappen en andere overheden weer een stap dichter bij duidelijkheid over de inwerkingtredingsdatum.

Parlementair proces

Na het starten van een zogenoemde ‘voorhangprocedure’ bepalen de Kamers zelf of en hoe zij het voorgehangen besluit willen behandelen. In dit geval gaat het om het Koninklijk Besluit met daarin de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet.

Inmiddels heeft de Tweede Kamer via het stemmen over de moties ingestemd met het Koninklijk Besluit met daarin de inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2023. Naast de moties van VVD en SP werden er nog In de Tweede Kamer werd de motie van SP over het niet uitsluiten van uitstel afgewezen. Eén van de moties die werd aangenomen was het instemmen met de inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2023. Naast de moties van VVD en SP werden er nog 2 moties ingediend. VVD en JA21 diende een motie in over het bevorderen van kennis en kunde bij Omgevingsdiensten. CDA en D66 dienden een motie in over het uitbreiden van het aantal pilots voor mkb-bedrijven met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), wat de uitvoering van de Omgevingswet ondersteunt. Beide moties zijn aangenomen.

De Eerste Kamer heeft afgelopen week de inbreng geleverd voor het stellen van vragen via een schriftelijk overleg. Na de beantwoording hiervan bepaalt de Eerste Kamer opnieuw welk proces zij verder wil volgen. Als ook de Eerste Kamer akkoord is met het Koninklijk Besluit, treedt de Omgevingswet definitief in werking op 1 januari 2023.

Belangrijk startmoment

De inwerkingtreding van de Omgevingswet is een belangrijk startmoment. Vanaf dan wordt de wet in de praktijk toegepast. Ook na de inwerkingtreding van de wet op 1 januari 2023 is er nog veel werk aan de winkel. Het nieuwe stelsel voor het omgevingsrecht en het DSO worden ook na inwerkingtreding verder ontwikkeld en gemonitord om de doelen van de wet te halen en de beoogde veranderingen door te voeren.

Bestuurlijk Overleg Omgevingswet: voorbereiden op inwerkingtreding

30 september 2021

De Unie van Waterschappen, VNG, IPO en demissionair minister Ollongren voerden op 29 september een Bestuurlijk Overleg over de implementatie van de Omgevingswet. De waterschappen werken toe naar inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 juli 2022, maar benadrukken opnieuw het belang van een stabiel Digitaal Stelsel Omgevingswet en voldoende oefentijd.



Tijdens het Bestuurlijk Overleg (BO) gaven alle partijen aan dat er hard wordt gewerkt. Iedereen ziet ook dat er grote stappen zijn gemaakt. Er is en wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), het DSO-LV. Wel moeten er nog verbeterslagen gemaakt worden als het gaat om de performance van het DSO-LV, bijvoorbeeld wat betreft de stabiliteit en als het gaat om grote geo-bestanden.

Oefenen, oefenen, oefenen

Steeds meer bevoegd gezagen sluiten aan op het DSO, dat is goed nieuws. Het is voor waterschappen van groot belang dat er, naast tijd voor het aansluiten op het DSO, genoeg oefentijd overblijft vóór inwerkingtreding. Het is naast het inregelen en intern oefenen ook belangrijk dat er interbestuurlijk geoefend kan worden om op basis daarvan de nodige aanpassingen te kunnen doen. Dit is ook voor provincies en gemeenten van groot belang.

Wet- en regelgeving

Er is ook gesproken over enkele laatste -maar wel noodzakelijke- punten op het gebied van wet- en regelgeving die nog geregeld moeten worden. Zo is de voor de waterschappen noodzakelijke grondslag voor de verrekening van leges tussen overheden nog niet rond. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft aangegeven hiermee aan de slag te gaan.

Vervolg

Het voorbereiden op inwerkingtreding van de Omgevingswet gaat bij alle partijen onverminderd door. Ook is afgesproken om de komende maanden intensief met elkaar in gesprek te blijven over de voortgang van het oefenen en de benodigde verbeteringen. Er stonden al Bestuurlijke Overleggen gepland in oktober en december. Er is nu afgesproken om een extra BO te houden in november. Dat komt de voortgang van dit gezamenlijke traject ten goede.

Nieuwe handreiking stedelijk waterbeheer onder de Omgevingswet

4 juni 2021

De Omgevingswet beïnvloedt de manier waarop partijen samenwerken aan stedelijk waterbeheer. Wat verandert er, en wat blijft hetzelfde? De antwoorden hierop staan in de Handreiking stedelijk waterbeheer onder de Omgevingswet. In de handreiking staat ook hoe het nieuwe stelsel kansen biedt voor klimaatadaptatie en waterkwaliteit.



Daarnaast wordt in de handreiking aandacht besteed aan de samenhang tussen de waterketen (indirecte lozingen) en het watersysteem (directe lozingen). De afstemming tussen waterschappen met hun waterschapsverordening en gemeentes met hun omgevingsplan is daarbij belangrijk.

Begeleidingscommissie

De handreiking is gemaakt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, als voorbereiding op de nieuwe Omgevingswet en als uitvloeisel van de aanvullende afspraken uit het Bestuursakkoord Water. Een brede begeleidingscommissie dacht mee met de adviseurs die de handreiking opstelden. De commissie bestond uit vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, waterschappen, rijk, stichting RIONED, omgevingsdiensten en drinkwaterbedrijven.

Stedelijk waterbeheer

Het stedelijk waterbeheer richt zich op de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, maar ook op het omgaan met hemelwater en grondwater. Bij de uitvoering van deze taken zijn decentrale overheden, drinkwaterbedrijven en particulieren betrokken. Zij hebben verschillende rollen en belangen.

Eén handreiking voor alle partijen

De Omgevingswet vergroot de beleidsvrijheid van gemeentes, provincies en waterschappen. In de wet staat ook dat bestuursorganen hun taken en bevoegdheden op elkaar moeten afstemmen als deze elkaar raken. Dat is bij stedelijk waterbeheer het geval. Eén handreiking voor alle partijen in de waterketensamenwerking helpt daarbij. De circa 46 regio’s in de waterketensamenwerking kunnen met deze handreiking tot een regionale afstemming komen.

Gemeentelijk rioleringsprogramma

Acties en maatregelen kunnen worden vastgelegd in een gemeentelijk rioleringsprogramma. Zo’n plan is niet verplicht, in tegenstelling tot het huidige gemeentelijk rioleringsplan (GRP). De opstellers van de handreiking raden overheden aan om ook een gemeentelijk rioleringsprogramma op te stellen.

Nieuwe datum Omgevingswet: 1 juli 2022

27 mei 2021

De beoogde inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet wordt met een half jaar verschoven naar 1 juli 2022. Dat meldt demissionair minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer.



Dit geeft volgens de minister tijd om de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) werkend en stabiel te krijgen. Ook krijgen het Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen meer ruimte om de implementatie van de wet op een zorgvuldige en verantwoorde wijze af te ronden.

Rogier van der Sande, voorzitter Unie van Waterschappen: “De waterschappen zijn voorstander van de komst van de Omgevingswet en hebben al veel werk verzet in de voorbereiding. We hebben deze wet nodig om grote opgaven in de leefomgeving, zoals klimaatadaptatie, effectief aan te gaan. De waterschappen zijn er klaar voor, maar we begrijpen dat het van essentieel belang is dat alle overheden genoeg tijd hebben om zich voor te bereiden op de inwerkingtreding. Daar voorziet het verschuiven van de inwerkingtredingsdatum in.”

Verantwoorde inwerkingtreding

Om de wet verantwoord in werking te kunnen laten treden, moet de continuïteit van primaire processen – de planvorming en de vergunningverlening – en de dienstverlening aan inwoners en ondernemers zijn gegarandeerd. Zodat belangrijke gebiedsontwikkelingen, waaronder woningbouw, niet worden gehinderd.

Het werkend krijgen van het stelsel van de Omgevingswet is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, omdat partijen van elkaar én van derden afhankelijk zijn bij het werken in ketens. Dat betekent in de eerste plaats dat er een stabiele landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) moet zijn, waarop de bevoegde gezagen moeten aansluiten. Voor softwareleveranciers en bevoegde gezagen is het lokaal werkend krijgen van het DSO een complexe operatie. Daarom moeten bevoegde gezagen genoeg tijd hebben om het stelsel in te regelen en ermee te oefenen. En willen de bestuurlijke partners minimaal 6 maanden effectieve oefentijd voor bevoegde gezagen.

Rogier van der Sande: “De landelijke voorziening van het DSO moet geschikt zijn om het stelsel goed werkend te krijgen binnen de waterschappen en andere overheden. Dat is echt een randvoorwaarde voor verantwoorde inwerkingtreding. 6 maanden effectieve oefentijd draagt bij aan een soepele overgang op 1 juli 2022.”

Financiële evaluatie

Een latere inwerkingtreding van de Omgevingswet brengt extra kosten met zich mee voor bevoegd gezagen en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Rogier van der Sande: “Uitstel is niet gratis. De Unie van Waterschappen heeft meermaals aandacht gevraagd voor dit punt. Hoewel we de grote meerwaarde van de Omgevingswet zien, moeten de waterschappen er niet financieel op achteruit gaan door een onvoorziene langere implementatieperiode en overige onvoorziene kosten. We zijn daarom blij dat er in 2022 een financiële evaluatie volgt.”

Tijdens deze financiële evaluatie wordt gekeken welke extra kosten de nieuwe inwerkingtredingsdatum met zich heeft meegebracht voor overheden. Het uitgangspunt is dat de Omgevingswet budgetneutraal kan worden ingevoerd in een periode van 10 jaar. Het Rijk en de medeoverheden hebben afgesproken dat zij in interbestuurlijk verband zullen zoeken naar oplossingen voor financiële knelpunten.

Vervolg

De samenwerkende partijen werken de komende tijd hard door aan een verantwoorde inwerkingtreding op 1 juli 2022. De waterschappen ontvangen binnenkort een ledenbrief waarin staat wat de nieuwe inwerkingtredingsdatum voor hen betekent.

Kamerbrief uitkomsten bestuurlijk overleg Omgevingswet 26 mei 2021

Meer tijd nodig voor besluitvorming startdatum Omgevingswet

28 april 2021

Er is extra tijd nodig om tot een gedegen besluitvorming over de inwerkingtreding van de Omgevingswet te komen. Dat concludeert demissionair minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in haar voortgangsbrief van 23 april over de wet aan de Eerste en Tweede Kamer.



In de voortgangsbrief verwijst Ollongren naar het Bestuurlijk Overleg (BO) van 21 april. Hierin hebben de minister, VNG, IPO en de Unie van Waterschappen besloten om in het BO van mei te bepalen op welke datum de Omgevingswet verantwoord in werking kan treden. Een zorgvuldig besluit is belangrijk, zodat de wet goed van start kan.

Verantwoorde startdatum

De Unie van Waterschappen is voor inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2022. Alle inspanningen van de waterschappen zijn op deze datum gericht. Maar de Unie van Waterschappen realiseert zich ook dat de startdatum voor alle overheden verantwoord moet zijn.

Op tijd duidelijkheid

Ook vinden de waterschappen het belangrijk dat het tijdig duidelijk is op welke datum de Omgevingswet in werking treedt. Het is immers nog maar 8 maanden tot de beoogde startdatum. Bij voortdurende onduidelijkheid komt de inzet van capaciteit en middelen voor implementatie van de wet bij de overheden in gevaar.

Alternatieven

De komende weken worden gebruikt om te bekijken of met tijdelijke alternatieve maatregelen inwerkingtreding op 1 januari 2022 mogelijk is. Ook wordt gekeken naar alternatieve planningsopties die inwerkingtreding op 1 april 2022 of 1 juli 2022 mogelijk maken. Dit gebeurt in nauw overleg met alle belanghebbenden.

Financiële effecten

In de voortgangsbrief en in het BO ging het ook over de financiële effecten van de Omgevingswet. Onder andere over de verwachte kosten en baten voor burgers, bedrijven en voor rijkspartijen, waterschappen, provincies en gemeenten, zowel qua beleid als uitvoering.

Daarnaast hebben het Rijk, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen afgesproken dat zij in interbestuurlijk verband gaan zoeken naar oplossingen voor financiële knelpunten. Ook is financiële compensatie van een deel van de transitiekosten een optie, als blijkt dat de Omgevingswet niet budgetneutraal kan worden ingevoerd. Daarbij wordt het redelijk geacht dat overheden de transitiekosten in een periode van 10 jaar moeten kunnen terugverdienen.

Voortgangsbrief Omgevingswet april 2021

Ledenbrief Unie van Waterschappen over de Omgevingswet

Zorgvuldige afweging inwerkingtreding Omgevingswet nodig

22 april 2021

Minister Kajsa Ollongren, de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen voerden op 21 april een Bestuurlijk Overleg (BO) over de stand van zaken van de Omgevingswet. Tijdens dit overleg bespraken ze of de wet verantwoord in werking kan treden op 1 januari 2022. Het is belangrijk om hier samen een zorgvuldig besluit over te nemen om een goede start te maken. Daarom is besloten om hier een tweede BO in mei aan te wijden.



De bestuurlijke partners staan pal achter de bedoeling van het nieuwe stelsel. Ze zijn het erover eens dat de Omgevingswet nodig is om de grote opgaven in de leefomgeving effectief aan te gaan. De woningbouwopgave, de energietransitie, klimaatadaptatie en de bescherming van onze natuur vragen nu en in de komende decennia om een samenhangende aanpak en het instrumentarium van de Omgevingswet helpt daarbij.

Werkend stelsel bij alle overheden nodig

De samenwerkende partijen willen allemaal een goede start van de Omgevingswet, waarbij de dienstverlening aan inwoners en ondernemers overal in Nederland door kan gaan. Daarvoor moeten zowel de vergunningenketen als de planvormingsketen voor gebiedsontwikkeling bij overheden werken. De uitvoeringspraktijk moet ermee uit de voeten kunnen.

Kortom, er moet een werkend stelsel zijn bij alle overheden. Een werkend digitaal en juridisch stelsel voor alle gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties. Hiervoor moeten de landelijke voorzieningen gereed en stabiel zijn, moeten alle overheden in Nederland – in samenwerking met softwareleveranciers – zich hierop voorbereiden, aansluiten en moeten zij voldoende oefentijd hebben gehad om met het stelsel te leren werken.

Tijdelijke alternatieve maatregelen

Tijdens het overleg is onder meer gesproken over de inzet van tijdelijke alternatieve maatregelen om een verantwoorde inwerkingtreding voor de uitvoeringspraktijk mogelijk te maken. Er is gebleken dat het nu nog te vroeg is om hier een gedegen beslissing over te nemen. De komende weken worden gebruikt om meer zekerheid te krijgen over de impact en effecten van deze tijdelijke maatregelen. Dit gebeurt in nauw overleg met overheden en de bestuurlijke partners.

Kamerbrief april

Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) verstuurt eind april een voortgangsbrief over de Omgevingswet aan beide Kamers. Deze brief gaat nader in op de stand van zaken van de implementatie van de wet, waaronder de bestuurlijke waardering van het integraal financieel beeld van de Omgevingswet.

Nieuwe website over Omgevingswet en leefomgeving

2 april 2021

Op 30 maart is de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) live gegaan. Iplo.nl is de nieuwe website voor experts met vragen over bodem, bouwen, water, milieu en de Omgevingswet in de praktijk.



Het IPLO heeft naast een website ook een helpdesk waar medewerkers van overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties terecht kunnen met hun vragen over de Omgevingswet en de leefomgeving. Het Informatiepunt Omgevingswet gaat op in het IPLO.

Uitvoering Omgevingswet

Een deel van de informatie die voorheen op aandeslagmetdeomgevingswet.nl stond, staat nu op iplo.nl. Denk aan informatie over de uitvoering van de wet, vergunningverlening, toezicht en handhaving, participatie, de werking van het Digitaal Stelsel Omgevingswet, instrumenten en regelgeving. Daarnaast bevat de website informatie over bodem, bouwen, water en milieu. Deze informatie komt van de websites van Bodem+, de Helpdesk Water, de Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik, en het Kenniscentrum InfoMil.

Implementatie Omgevingswet

Alle informatie over de implementatie van de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet blijft beschikbaar op de website van het programma Aan de slag met de Omgevingswet. Hier is ondersteuning te vinden bij de invoering van de wet. Denk aan informatie over bijvoorbeeld werkplaatsen, webinars, oefencasussen en demoscripts, monitoring, praktijkverhalen en de evenementenagenda.

Verbonden

Iplo.nl en aandeslagmetdeomgevingswet.nl blijven tot ruim na de inwerkingtreding in 2022 nauw met elkaar verbonden.

Ondersteuning gebundeld

De Omgevingswet bundelt de wetgeving en regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Een integrale visie op de fysieke leefomgeving staat centraal met meer ruimte voor initiatieven en voor lokaal maatwerk. Dat betekent dat ook de ondersteuning wordt gebundeld. Halverwege 2021 wordt de vraagbeantwoording van Bodem+, de Helpdesk Water, de Helpdesk Bouwregelgeving en InfoMil gebundeld in het Informatiepunt Leefomgeving.

Website Informatiepunt Leefomgeving (IPLO)

Tweede Kamer stemt in met invoeringsdatum Omgevingswet

26 februari 2021

De Tweede Kamer wil dat de Omgevingswet op 1 januari 2022 in werking treedt. De waterschappen zijn blij dat de Tweede Kamer vasthoudt aan deze datum.

gracht in Leiden

Tijdens het debat over de inwerkingtredingsdatum Omgevingswet diende de SP een motie in over een noodfonds voor onvoorziene kosten voor waterschappen, gemeenten en provincies bij invoering van de Omgevingswet. Deze motie, die ondersteund werd door de Unie van Waterschappen, IPO en VNG, kreeg geen meerderheid. GroenLinks diende ook een motie in om de inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022 los te laten, maar hier was geen Kamermeerderheid voor.

Tijdig duidelijkheid nodig

Vanwege de voorbereiding op de invoering van de wet willen de waterschappen tijdig duidelijkheid over de definitieve inwerkingtredingsdatum. Het wetsvoorstel ligt nu in de Eerste Kamer. De waterschappen pleiten er ook bij de Eerste Kamer voor om vast te houden aan de datum van 1 januari 2022.

Belang omgevingswet

De waterschappen ondersteunen de komst van de Omgevingswet. De wet helpt bij complexe en urgente maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie en klimaatadaptatie. Onder andere dankzij overzichtelijkere regels voor waterschappen en andere overheden om de leefomgeving meer in samenhang in te richten. De wet biedt ruimte voor lokaal maatwerk en leidt tot een betere en snellere besluitvorming. Daarnaast is een eenvoudiger, werkend en gebruiksvriendelijker stelsel voor het omgevingsrecht ook in het belang van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties.

Implementatie in volle gang

De waterschappen werken ondertussen onverminderd door aan de implementatie van de Omgevingswet. Ze lopen op schema met de aansluiting op de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet.

Proces

Zowel de Eerste als de Tweede Kamer moeten de ingangsdatum Omgevingswet behandelen. Hierbij bepalen zij elk hun eigen procedure. Als beide Kamers met de voorgestelde datum instemmen, kan de Omgevingswet op 1 januari 2022 ingaan. De Eerste Kamer gaat op 4 maart verder in gesprek over de ingangsdatum van de Omgevingswet. Het is nog niet bekend wanneer de Eerste Kamer hierover gaat stemmen.

Omgevingswet: waterschappen willen maatwerkmogelijkheden in Besluit bouwwerken leefomgeving

12 februari 2021

Om klimaatbestendig bouwen te realiseren willen waterschappen de mogelijkheid hebben om duurzame maatregelen in bepaalde gevallen te kunnen afdwingen. Daarom roepen ze het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op om ook voor waterschappen de mogelijkheid voor maatwerk in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) van de Omgevingswet op te nemen.



Het Bbl bevat regels over veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid van bouwwerken. Het voorstel voor het Bbl is opgesteld op basis van het huidige Bouwbesluit 2012 en maakt onderdeel uit van de Omgevingswetgeving.

Maatwerkmogelijkheden

Dit voorstel biedt maatwerkmogelijkheden voor gemeenten om in bepaalde gevallen het duurzaam gebruik van daken voor vergroening of energieopwekking te kunnen afdwingen. Waterschappen vinden het goed dat er maatwerkmogelijkheden zijn voor gemeenten, maar vinden deze te beperkt en missen ze voor waterschappen. Terwijl waterschappen vanwege hun wateropgaven steeds nauwer betrokken zijn bij het klimaatrobuust inrichten van Nederland en bij processen over Regionale Energie Strategieën.

Waterschappen stellen verbeterpunten voor

De waterschappen maken gebruik van de mogelijkheid om te reageren op het voorstel voor de Bbl in verband met het duurzaam gebruik van daken. De Unie van Waterschappen ziet 3 verbeterpunten:

  1. Ook voor waterschappen zou het mogelijk moeten zijn om de mogelijkheden voor maatwerk in het Bbl op te nemen. Te denken valt aan belangen voor het voorkomen en beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste. En regulering in het kader van klimaatadaptief bouwen.
  2. De geschiktheid van daken voor waterberging zou duidelijk benoemd moeten worden. In het voorstel staat momenteel alleen specifieke geschiktheid voor zonnepanelen en groene daken genoemd. Daarom zien waterschappen graag een aanpassing van het Bbl die ervoor zorgt, dat bij klimaatadaptieve daken de bestandbaarheid tegen wateroverlast en overstromingen wordt verhoogd.
  3. De regels voor bouwen moeten ook de belangen van waterveiligheid borgen. Concreet moeten in het Bbl regels worden opgenomen die gericht zijn op het verhogen van de bestandbaarheid van gevels, daken en vloeren tegen wateroverlast en de gevolgen van overstromingen. De rijksregels gaan er nu vanuit, dat de overstromingsrisico’s op andere wijze beheersbaar moeten worden gemaakt dan door het hiervoor bestendig maken van bouwwerken.

Lees de brief van de waterschappen aan het ministerie van BZK