De regen in het pinksterweekend heeft verlichting gebracht voor de droogte. Toch is het nog niet gedaan met alle droogteproblemen en blijven verschillende maatregelen van de waterschappen en Rijkswaterstaat van kracht.
Vanaf half mei is in grote delen van Nederland meer neerslag dan normaal gevallen. Het grote neerslagtekort van het voorjaar is hierdoor niet verder toegenomen. Ook de omstandigheden voor landbouw, natuur en andere gebruikers zijn sterk verbeterd. De afvoer van de Rijn was aan de lage kant voor de tijd van het jaar, maar stijgt nu.
Situatie verbeterd
Grondwaterstanden zijn ondanks de regenval nog laag, met name in de hoge zandgronden van Zuid en Oost Nederland. Lokaal vallen er beken droog, wat niet ongebruikelijk is voor de zomerperiode. Hierdoor blijven diverse maatregelen van de waterschappen en Rijkswaterstaat gehandhaafd, zoals onttrekkingsverboden, peilopzet en extra aanvoer waar mogelijk. In het algemeen is de situatie ten aanzien van droogte verbeterd en doen zich weinig problemen voor.
De droogtemonitor is een product van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN-LCW) met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, het ministerie van LNV en Vewin, vereniging van drinkwaterbedrijven.
Op 12 november kwam de Uniecommissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën (CBCF) van de Unie van Waterschappen digitaal bij elkaar. Een korte samenvatting van de hoofdpunten.
Vergoeding kosten Wet open overheid
De CBCF heeft positief geadviseerd op het voorstel Vergoeding kosten Wet open overheid (Woo). De Wet open overheid vervangt de huidige Wet openbaarheid van bestuur en treedt naar verwachting volgend jaar 1 mei in werking. De waterschappen krijgen na overleg van de Unie met het Rijk compensatie voor zowel de incidentele implementatiekosten als de extra structurele kosten die het gevolg zijn van de Woo. De toezegging bedraagt over de jaren 2022-2027 € 23,5 miljoen. Bij instemming door de Ledenvergadering met het voorstel zouden de eerste middelen in 2022 kunnen worden uitbetaald.
Het is de bedoeling dat de waterschappen bij deze implementatie worden ondersteund vanuit het Waterschapshuis (hWh). Hiervoor is van de totale toezegging € 375.000 gereserveerd. De CBCF zal bij goedkeuring door de Ledenvergadering hWh opdracht geven het plan te gaan ontwikkelen en uitvoeren. hWh zal hier vervolgens mee aan de slag gaan.
Besproken in de commissie
In de commissie is verder gesproken over:
de lastenontwikkeling van de waterschappen in 2022, waarover een persbericht is uitgegaan;
de compensatie van het Rijk voor gederfde belastingopbrengsten over het jaar 2021;
de kostenvergoeding van het Rijk i.v.m. de kindertoeslagaffaire;
de schuldpositie van de waterschappen n.a.v. radio-uitzendingen van het programma Argos en artikelen in de Groene Amsterdammer.
Sessie Omgevingswet
Na afloop van de vergadering in de commissie in een aparte sessie bijgepraat over de stand van zaken voor de waterschappen m.b.t. de Omgevingswet i.r.t. andere overheden. Het beeld is dat de waterschappen goed op koers liggen richting de implementatie op 1 juli 2022.
Op 8 juni staat een Commissiedebat Gewasbescherming met minister Henk Staghouwer en staatssecretaris Vivianne Heijnen gepland. Op de agenda staat het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030. De waterschappen zijn benieuwd hoe het staat met de plannen rond de waterkwaliteitsverbetering in de landbouw.
De kwaliteit van het oppervlaktewater in land- en tuinbouwgebieden is langzaam aan het verbeteren. Helaas voldoet de waterkwaliteit nog niet aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).
Doelstelling voor 2030
Er is een programma waarin onder meer wordt gewerkt aan de verbetering van die waterkwaliteit: het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030. Eén van de doelstellingen uit dat programma is dat gewassen in 2030 worden geteeld nagenoeg zonder emissies naar het milieu.
Deeldoelstellingen
In 2023 moet het aantal normoverschrijdingen van de milieukwaliteitsnormen voor gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater met 90 procent gedaald zijn ten opzichte van 2013. In 2027 mogen er nagenoeg geen emissies van gewasbeschermingsmiddelen vanaf erf en gebouwen meer zijn. Ook moeten er dan geen normoverschrijdingen van de milieukwaliteitsnormen voor gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater meer zijn. In 2030 mogen er nagenoeg geen emissies meer zijn van gewasbeschermingsmiddelen vanuit de open teelten.
Voortgang
De waterschappen zijn benieuwd wat de voortgang is van de acties om deze doelen te realiseren. Ook willen ze graag weten hoe het evaluatietraject eruit gaat zien voor de doelen die in 2023 gerealiseerd moeten zijn.
Op welke manier kan klimaatadaptatie worden meegenomen in de locatiekeuze en inrichting van woningbouwgebieden? De koepels van decentrale overheden, het ministerie van Binnenlandse Zaken, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de staf van de Deltacommissaris hebben deze vraag samen onderzocht en uitgewerkt.
Het onderzoek heeft het rapport ‘Verkenning klimaatadaptatie bij grootschalige woningbouwgebieden’ opgeleverd. Het rapport bevat aanbevelingen voor het rijk als regisseur van de woningbouwopgave. De belangrijkste zijn: zorg dat klimaatadaptatie wordt geborgd en ontwikkel een landelijke referentie.
Gebiedskennis
Provincies en gemeentes worden opgeroepen om waterschappen vroegtijdig te betrekken bij gebiedskeuze en bij de inrichting van gebieden. Hiermee wordt de specifieke gebiedskennis van de waterschappen benut en dat helpt om verstandige keuzes te maken, ook op de lange termijn. Ook voorkomt het dat waterschappen met hogere beheerkosten worden geconfronteerd.
Alert op ontwikkelingen
Het rapport geeft ook aan dat waterschappen zelf vroegtijdig aan de bel moeten trekken. Dat betekent dat ze alert moeten zijn op prille ruimtelijke ontwikkelingen. De aanbevelingen komen overeen met het advies van de Deltacommissaris van begin september en het position paper van de VNG over klimaatadaptief bouwen: Werk maken van klimaatadaptief bouwen – het kàn, het moet en onderstreept daarmee de urgentie voor klimaatbestendig bouwen.
Klimaatbestendige keuzes
Tot 2030 moeten er 900.000 woningen worden gebouwd. De waterschappen dringen erop aan om deze woningen slim en toekomstgericht te realiseren. En bij nieuwbouwprojecten een schrijnend watertekort of een verpletterende hoosbui niet af te wachten, maar preventief watervriendelijke en klimaatbestendige keuzes te maken. Op deze manier kunnen schade door wateroverlast, overstroming en droogte worden beperkt.
De afgelopen 3 jaar hebben verschillende organisaties, waaronder de Unie van Waterschappen en Sportvisserij Nederland, uitvoering gegeven aan de Green Deal Sportvisserij Loodvrij. En met succes. Het gebruik en het aanbod van loodvrije alternatieven in de sportvisserij is aanzienlijk toegenomen.
Lood wordt door veel sportvissers gebruikt als verzwaring van de vislijn, in kunstaas en in voerkorven. Dit vislood kan in het milieu terechtkomen, en dat is schadelijk voor mens en dier. De Green Deal Sportvisserij loodvrij streeft ernaar dat het gebruik van lood in de sportvisserij in 2028 is gestopt.
Gezond oppervlaktewater
De waterschappen ondersteunen alle initiatieven rond loodvrij vissen. Als waterkwaliteitsbeheerder streven zij immers naar een zo gezond mogelijk oppervlaktewater. En lood hoort niet in gezond water thuis. Daarom zetten de waterschappen zich samen met de betrokken partijen in voor een loodvrije sportvisserij.
Loodvrij viswater
Steeds meer sportvisverenigingen stellen nu loodvrije viswateren in en organiseren loodvrije wedstrijden, evenementen en inruilacties. Het aantal sportvissers dat loodvrij vist, is verdubbeld. Ook het aanbod van loodalternatieven is gegroeid, maar kan zeker nog beter.
Verkoopverbod
Intussen heeft het Europees Chemicaliënagentschap (ECHA) een volledig gebruiks- en verkoopverbod van vislood in de EU voorgesteld. Alle Green Deal-partners steunen dit voorstel. In 2023 wordt besloten of de verkoop en het gebruik van vislood in heel Europa wordt verboden.
Op 7 juni werd in de Tweede Kamer een zogenaamd tweeminutendebat gehouden over circulaire economie. Daarbij kwam een aantal moties aan de orde.
De moties gingen onder meer over grote verpakkingen bij bestellingen via internet, uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en voedselveiligheid. En over de beleidsopties, routes, afwegingen en maatschappelijke kosten om te komen tot de circulaire economiedoelen. Uit dit alles blijkt een grote betrokkenheid bij de Kamerleden om de ambities voor een circulaire economie te realiseren.
Belemmerende regelgeving
De waterschappen zien in de steun voor de moties ook de bevestiging van de noodzaak om grondstoffen uit het rioolwater te halen en op de markt te brengen. Wettelijke belemmeringen daarvoor moeten worden weggenomen. De Unie van Waterschappen dringt al jaren aan op het aanpassen van belemmerende regelgeving. Zo is opdracht gegeven voor de Taskforce herijking afvalstoffen die in september 2019 zijn advies ‘Grondstof of afval’ heeft uitgebracht. Op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt nu gewerkt aan vervolgtrajecten, maar dat gaat niet snel genoeg voor de tijdige omslag naar een circulaire economie.
Werkbezoek
Opvallend is dan ook de aangenomen motie van het Tweede Kamerlid Erik Haverkort (VVD) om de belemmeringen in de regelgeving op het gebied van voedselveiligheid zoveel mogelijk weg te nemen. Innovatief hergebruik van grondstoffen wordt hiermee gestimuleerd. Op 23 mei bracht Erik Haverkort met zijn fractiegenoot Fahid Minhas een werkbezoek aan het Hoogheemraadschap van Delfland op de rioolwaterzuivering Harnaschpolder. Daar konden zij zelf zien welke secundaire grondstoffen op rioolwaterzuiveringen gewonnen kunnen worden.
Wetenschappers van verschillende kennisinstituten hebben gekeken wat de ecologische, ruimtelijke en sociaaleconomische effecten zijn van een gebiedsgerichte integrale aanpak van stikstof. Op 12 november heeft demissionair minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verschillende publicaties hierover aangeboden aan de Tweede Kamer.
Nederland moet flinke stappen zetten om de stikstofuitstoot te verminderen en de natuurkwaliteit te verbeteren. Tegelijkertijd liggen er uitdagingen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Ook moet de waterkwaliteit in 2027 ecologisch gezond en chemisch schoon zijn.
Slim combineren
De Unie van Waterschappen pleit voor stikstofmaatregelen die bijdragen aan natuurherstel en het verminderen van stikstofuitstoot. Daarnaast zijn er maatregelen nodig om de waterkwaliteit te verbeteren, zodat de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 worden gehaald. Slim combineren is noodzakelijk.
Geen tweede stikstofdossier
Het terugdringen van de stikstofuitstoot is een uitdaging voor heel Nederland, in al zijn diversiteit in grondgebruik en bodemopbouw. Tegelijkertijd zijn voor alle landbouwgebieden maatregelen nodig om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. Zowel op zand-, klei- als veengebieden. De waterschappen willen voorkomen dat het waterkwaliteitsdossier een tweede stikstofdossier wordt.
Normen niet gehaald
De landbouw heeft de afgelopen decennia de nodige stappen gezet om de waterkwaliteit te verbeteren. Toch is in alle landbouwgebieden het oppervlaktewater nog niet schoon genoeg om in 2027 de doelen van de KRW voor de kwaliteit van het oppervlaktewater te halen. In alle landbouwgebieden voldoet de waterkwaliteit van het oppervlaktewater nog niet aan de normen voor stikstof en/of fosfor. Dat blijkt uit gegevens van het Meetnet Nutriënten Landbouw Specifiek Oppervlaktewater. Dit meetnet bestaat uit meetlocaties die alleen door de landbouw worden beïnvloed. Op de helft van de meetlocaties worden de waterkwaliteitsnormen overschreden.
Kringlooplandbouw
Daarom pleiten de waterschappen voor een complete aanpak. Naast maatregelen voor stikstof zijn er ook maatregelen en geld nodig om in 2027 de doelen van de KRW in alle landbouwgebieden te halen. Ook is het belangrijk dat stikstofmaatregelen geen negatieve gevolgen hebben voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Om de landbouw te verduurzamen naar kringlooplandbouw is veel geld nodig. Elke euro voor de stikstofaanpak moet daarbij bijdragen aan verbetering van de waterkwaliteit.
Kansen van de stikstofaanpak
Wageningen University & Research heeft een memo geschreven: ‘Kansen van de stikstofaanpak voor bet doelbereik van de KRW voor nutriënten’. Daarin staan een aantal maatregelen die volgens de universiteit helpen om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze maatregelen richten zich op het westelijk veengebied en op grote beeksystemen in Twente, de Achterhoek, de Gelderse Vallei, Oost Noord-Brabant en Limburg. Deze beeksystemen zijn aangewezen als KRW-waterlichaam en liggen in de omgeving van een Natura 2000-gebied.
Besluitvorming
De waterschappen vragen het nieuwe kabinet de inzichten uit deze memo, andere rapporten en adviezen in het kader van het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn mee te nemen in de besluitvorming over de stikstofaanpak, het mestbeleid en het waterkwaliteitsbeleid. In al deze stukken staan aanbevelingen voor een aanvullend maatregelenpakket om de waterkwaliteit te verbeteren.
Op 19 mei heeft de commissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën (CBCF) van de Unie van Waterschappen vergaderd. Een korte samenvatting van de hoofdpunten.
Campagne Waterschapsverkiezingen 2023
De waterschappen voeren gezamenlijk campagne om in 2023 de waterschapsverkiezingen bij de kiezer onder de aandacht te brengen. De commissie heeft de communicatie-expertgroep voor de waterschapsverkiezingen feedback gegeven op het campagnevoorstel.
Evaluatie hoogwater Limburg
De commissie heeft de evaluatie besproken van de liaisonrol en het Waterschapshulpteam (WHT) van de Unie tijdens het hoogwater in Limburg in 2021 en is positief gestemd over de rol die de Unie heeft gespeeld. Ook wordt aandacht gevraagd voor de verbeterpunten. Bijna alle aanbevelingen zijn direct op te pakken door de Unie of door het WHT. Verder zijn er nog aanbevelingen waarvoor andere partijen aan de lat staan.
De commissie is ook benieuwd naar de uitkomsten van het visietraject crisisbeheersing 2030 dat op dit moment loopt. In dit visietraject wordt met alle waterschappen gewerkt aan een gezamenlijk beeld over waar we als sector willen staan in 2030.
Nieuwe verslaggevingsregels waterschappen
De waterschappen hebben op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een advies opgesteld voor nieuwe, geactualiseerde verslaggevingsvoorschriften voor de waterschappen. De commissie heeft een positief besluit genomen over het uit te brengen advies aan de minister van IenW.
Manifest Maatschappelijk Verantwoord Aanbesteden en Inkopen 2021-2025
Het manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen 2022-2025 heeft als doel inkopende organisaties bij elkaar te brengen en hen te stimuleren tot een brede toepassing van het instrument maatschappelijk verantwoord opdrachtgeven en inkopen. Het manifest is de opvolger van het manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen uit 2016. De commissie benadrukt het belang van het manifest en heeft de Ledenvergadering positief geadviseerd om met dit manifest in te stemmen.
Besproken in de commissie
In de commissie is verder gesproken over:
De Kadernota begroting 2023 Unie van Waterschappen bestaande uit een verhoging van de begroting 2022 met 3,0% contributiestijging en 3,3% inflatiecorrectie. De commissie adviseert de Ledenvergadering om in te stemmen met de Kadernota.
De resultaten audits Informatieveiligheid & privacy. De bespreking heeft vertrouwelijk plaatsgevonden
Aanpassing van het belastingstelsel.
Oekraïne en de belastingheffing. De commissie heeft kennisgenomen van de gevolgen die de opvang van ontheemden uit Oekraïne door particulieren (gastgezinnen) kan hebben voor onder andere de zuiveringsheffing.
Op 7 juni heeft de Tweede Kamer een motie van Pieter Grinwis (ChristenUnie) aangenomen over de plannen voor het verduurzamen van de industrie. Grinwis vraagt de regering om te gaan praten met de middelgrote industriële bedrijven en het industrieel MKB.
Zij kunnen dan samen verkennen welke extra CO2-reductie en energiebesparing mogelijk is in aanvulling op de energiebesparingsplicht. Ook kunnen ze bekijken of en hoe de Meerjarenafspraken een vervolg kunnen krijgen.
Wet Energiebesparingsplicht
Eind 2020 liepen de Meerjarenafspraken energie-efficiencyverbetering (MJA3) af. Het kabinet heeft gekozen voor een andere inrichting. Namelijk om energiebesparing en CO2-emissiereductie te sturen met CO2-reductie via de ‘Wet Energiebesparingsplicht’. Die wet treedt op 1 januari 2023 in werking.
Nauwelijks instrumenten beschikbaar
Een grote groep middelgrote industriële bedrijven en het industriële MKB vinden dat er meer potentieel is te ontsluiten dan wat er behaald kan worden met de Wet energiebesparing met CO2-reductie. Ze vinden dat de aanpak en de ‘formule’ van de Meerjarenafspraken een vervolg verdient. De realisatie van energiebesparingsdoelstellingen was immers een groot succes. En ook het draagvlak en het engagement was juist bij deze groep bedrijven groot.
Energie-efficiencybeleid waterschappen
Via de MJA3-convenanten gaven ook de waterschappen sinds 2008 invulling aan de energiebesparingsplicht. Door de concernaanpak uit de MJA3 konden deelnemers met meerdere locaties 1 Energie-Efficiencyplan opstellen en over de locaties samen rapporteren. Hierdoor werd aandacht gegeven aan grotere projecten, in plaats van per aansluiting kleinere energiebesparingsopties te bekijken. Deze aanpak heeft het energie-efficiencybeleid van de waterschappen goed op de kaart gezet. Het bood een gestructureerde en efficiënte aanpak voor de invulling van wettelijke verplichtingen voor energie.
Afspraken voor CO2-reductie
De waterschappen sluiten zich aan bij de oproep van Grinwis. Ze vragen aandacht voor de kansen die gemist dreigen te worden als MJA3 niet door een vergelijkbare opzet wordt opgevolgd. Ze pleiten al langer samen met andere sectoren voor het maken van integrale bovenwettelijke afspraken voor CO2-reductie. Ze denken dat hiermee de potentie het grootst is om invulling te geven aan de wettelijke doelstellingen rond energiebesparing en broeikasgasreductie. Daarbij worden ook kansen gerealiseerd op energie- en CO2-besparing in de keten, gekoppeld aan circulaire economie.
Noodzaak
Vanwege de oorlog in Oekraïne en de geopolitieke ontwikkelingen die daaruit voortvloeien, is de noodzaak alleen maar groter om op korte termijn nog grootschaliger energie te besparen en sneller te verduurzamen om van het Russisch gas af te komen.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft een geactualiseerd handelingskader voor PFAS gepubliceerd. Op 13 december stuurde demissionair staatssecretaris Steven van Weyenberg hierover een brief naar de Tweede Kamer.
Toen op veel plaatsen in de Nederlandse (water)bodem PFAS werden aangetroffen, ontstond behoefte aan landelijke normen voor het omgaan hiermee. Daarom is in juli 2019 het tijdelijk handelingskader voor hergebruik van PFAS-houdende grond en baggerspecie opgesteld. Deze is daarna 2 keer geactualiseerd, voor het laatst in juli 2020.
Meer toepassingsruimte
Deze actualisaties zijn gebaseerd op voortschrijdend wetenschappelijk inzicht. Hiermee is op een verantwoorde manier voor mens en milieu meer toepassingsruimte gecreëerd voor bouwers en baggeraars. De huidige versie is de 3e actualisatie van het handelingskader. De waarden voor toepassing van PFAS-houdende grond en bagger zijn in het geactualiseerde handelingskader hetzelfde gebleven.
Webinar
In januari 2022 organiseert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een webinar over het handelingskader voor PFAS.