Onlangs hebben VVD-Kamerleden Fahid Minhas en Thom van Campen schriftelijke vragen gesteld aan minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. De vragen gingen over waterkwaliteit. De minister heeft de vragen nu beantwoord.
Aanleiding voor de vragen was het artikel ‘Schoon water is in Nederland nog ver weg’ in de NRC van 18 maart. In dat artikel staat dat slechts minder dan 1 procent van de beschermde wateren in Nederland voldoet aan de Europese eisen voor de waterkwaliteit, de Kaderrichtlijn Water (KRW). Dit artikel is gebaseerd op de Kamerbrief van 16 november 2021 en de derde stroomgebiedbeheerplannen. Minhas en Van Campen vroegen de minister wat hij van de conclusie in het artikel vindt.
Ingewikkelde boordelingsmethode
De minister zegt dat de KRW een ingewikkelde beoordelingsmethode gebruikt voor vaststelling van de waterkwaliteit. De KRW-methodiek gaat uit van het principe dat een waterlichaam pas wordt beoordeeld als ‘in goede toestand’ als alle kenmerken van dat water de klasse ‘goed’ hebben. Dit betekent dat een waterlichaam het KRW-doel niet heeft gehaald als alle kenmerken in orde zijn op één na. Er zijn op dit moment vrijwel geen waterlichamen die aan alle normen voldoen, maar het beeld dat de waterkwaliteit op alle onderdelen niet goed is, deelt de minister niet.
Ecologische toestand
De Kamerleden zijn ook benieuwd wat de ecologische toestand van deze wateren op dit moment is. Volgens de minister wordt in 30 tot 50 procent van de waterlichamen voldaan aan de biologische kenmerken (algen, waterflora, waterinsecten en vis). Het aantal waterlichamen dat voldoet aan de norm voor stikstof en voor fosfor is rond de 55 procent.
Grond- en oppervlaktewater
Verder vroegen Minhas en Van Campen de minister op welke manier industrie, landbouw, natuur en verstedelijking invloed hebben op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. De minister antwoordt dat deze sectoren zeker invloed hebben. En die invloed is volgens hem voldoende in beeld. In de Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 staat per bron wat de belasting met chemische stoffen en nutriënten is.
Ecologische toestand
Hoe gaan we ervoor zorgen dat de kwaliteit van de 745 grotere wateren in Nederland in 2027 voldoet aan de eis van de Europese Unie voor een goede ecologische toestand? Daar zijn de 2 VVD’ers ook benieuwd naar. Volgens de minister is gebleken dat met de maatregelen uit de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 de waterkwaliteit de komende jaren verder verbetert. Al is dat volgens hem nog niet genoeg om overal in Nederland de doelen te halen.
25 miljard
De minister is blij dat in het coalitieakkoord 25 miljard euro extra beschikbaar is gekomen voor een transitie van het landelijk gebied met het oog op vermindering van de stikstof-depositie, klimaatmitigatie en het behalen van de KRW doelen. Ook peilverhoging in het veenweidegebied pakt op termijn gunstig uit voor de waterkwaliteit. De minister streeft ernaar de goede ecologische toestand zo snel mogelijk na 2027 te halen.
Wat vinden de waterschappen?
De waterschappen zetten alles op alles om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. Maar ook de industrie, landbouw en lokale en landelijke overheid moeten zich inspannen. En die extra inspanningen zijn niet alleen nodig in de landbouwsector. Ook aanpak van stoffen die niet in het water horen, is cruciaal. Denk aan medicijnresten, metalen en zeer zorgwekkende stoffen zoals PFAS. Daarnaast trekken steeds extremere hitte en droogte een zware wissel op het watersysteem, zeker in stedelijk gebied. Er is geen keuze waar maatregelen moeten worden uitgevoerd: alle sectoren moeten aan de slag.
Op 1 mei is de Wet open overheid (Woo) officieel ingegaan. De Woo is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en regelt het recht van burgers op informatie van de overheid, waaronder de waterschappen. Zo krijgt iedereen meer inzicht in het handelen van de overheid.
Een belangrijk verschil met de Wob is dat de Woo naast informatieverstrekking op verzoek (passief) overheidsorganisaties ook verplicht zelf informatie gefaseerd openbaar te maken (actief). Die actieve openbaarmaking wordt gefaseerd verplicht gesteld. Dat betekent dat de verplichting tot actieve openbaarmaking nu nog niet in werking treedt, maar de komende jaren stapsgewijs wordt ingevoerd. Dit geeft overheden de gelegenheid om hun processen hierop aan te passen. De precieze fasering van de verplichting is nog niet vastgesteld.
Van Wob naar Woo
Naast deze actieve informatieverstrekking, veranderen er ook zaken rond informatieverzoeken.
Wob-verzoeken heten voortaan Woo-verzoeken.
De termijn voor afhandeling van een Woo-verzoek blijft 4 weken. Bij een omvangrijk of complex verzoek kan de termijn met maximaal 2 weken worden verlengd. Onder de Wob was dat 4 weken.
Er kan bij meer publieke organisaties een Woo-verzoek worden ingediend. Voortaan kan dat bijvoorbeeld ook bij e Eerste en Tweede Kamer, de Raad voor de Rechtspraak, de Raad van State en de Nationale ombudsman.
Alle overheidsorganisaties stellen een Woo-contactpersoon aan. Hij of zij helpt bij de beantwoording van vragen van burgers en journalisten over de beschikbaarheid van publieke informatie.
Platform
In de Woo zijn verschillende informatiecategorieën opgenomen die verplicht actief openbaar gemaakt moeten worden. Bijvoorbeeld wetten, convenanten en onderzoeksrapporten. De actieve openbaarmaking van al deze categorieën informatie is een omvangrijke operatie. Er is daarom gekozen voor een gefaseerde aanpak. Daarbij zal er steeds meer informatie van de overheden te vinden zijn op open.overheid.nl.
Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding
Met de Woo wordt er ook een nieuwe, onafhankelijke organisatie ingesteld: het Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding. Dit adviescollege adviseert gevraagd en ongevraagd over de uitvoering van de regels over openbaarmaking van publieke informatie. Daarnaast kunnen journalisten, wetenschappers en andere professionals er een klacht indienen als ze niet tevreden zijn over de manier waarop een bestuursorgaan publieke informatie openbaar maakt. Het college bemiddelt dan om tot een oplossing te komen. Overheidsorganisaties moeten daaraan meewerken. De verwachting is dat het klachtenloket op 1 september open gaat.
Wat betekent de Woo voor de waterschappen?
De waterschappen worden verplicht om overheidsinformatie openbaar te maken, zowel uit eigen beweging (actieve openbaarmaking) als op verzoek (passieve openbaarmaking).
Elk waterschap benoemt een of meer contactpersonen om vragen van burgers te beantwoorden over de beschikbaarheid van publieke informatie.
Ieder waterschap moet maatregelen nemen om de duurzame toegankelijkheid van digitale documenten te borgen.
Ieder waterschap moet in de begroting en jaarverslag in een openbaarheidsparagraaf
aandacht besteden aan de manier waarop de Woo wordt uitgevoerd.
Op 12 oktober heeft waterschap Amstel, Gooi en Vecht een groengasinstallatie geopend op het terrein van de rioolwaterzuivering in het westelijk havengebied van Amsterdam. Hiermee levert het waterschap een belangrijke bijdrage aan de transitie om van fossiele brandstoffen af te komen en aan de circulaire economie.
Na het schoonmaken van rioolwater blijft zuiveringsslib over. Dit slib wordt vergist, waarbij biogas vrij komt. Biogas bestaat uit methaangas en CO2. De groengasinstallatie haalt het CO2 uit het methaangas en voegt stikstof toe aan het methaangas. Hierdoor blijft er uiteindelijk groen gas over dat dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Het is geschikt om aan het aardgasnet te leveren en kan gebruikt worden als brandstof voor (vracht)auto’s.
Vanuit kerntaak een bijdrage leveren
Sander Mager, bestuurder van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht: “De groengasinstallatie is een mooi voorbeeld hoe waterschappen rioolwater gebruiken als bron voor grondstoffen en energie. Door de productie van groen gas leveren we, vanuit één van onze kerntaken, een belangrijke bijdrage aan de energietransitie en de circulaire economie. Onze groengasinstallatie levert 5% van het Nederlandse groen gas. Deze installatie laat opnieuw zien dat water een toonaangevende rol speelt in de transitie naar een circulaire samenleving.”
Groen gas is essentieel voor de energievoorziening van de toekomst. In het Klimaatakkoord zijn ambitieuze afspraken gemaakt met groen gas partijen over de opschaling van de groengasproductie naar 2 miljard kuub. Waterschappen zijn één van de grootste producenten van biogas en overwegen om het biogas maatschappelijk in te zetten als groen gas. Een bijmengverplichting voor gasleveranciers aan de gebouwde omgeving zou deze ontwikkeling kunnen versnellen.
Energie- & Grondstoffenfabriek
Het winnen van energie en grondstoffen uit afvalwater is een belangrijk doel voor de waterschappen. De Energie- & Grondstoffenfabriek (EFGF) is een broedplaats van innovatie, samenwerking en kennisdeling Vanuit alle waterschappen zijn experts betrokken. Zo is laatst ook een challenge gestart voor het klimaatpositief zuiveren van rioolwater.
Op 1 mei is het zwemseizoen voor zwemmen in oppervlaktewater weer geopend. In Nederland zijn meer dan 700 officieel aangewezen locaties waar je veilig kunt zwemmen. Op de website zwemwater.nl of in de zwemwaterapp is te vinden welke dat zijn.
Zwemmen in oppervlaktewater is fijn, maar brengt ook risico’s met zich mee. Daarom adviseren de waterschappen om uitsluitend bij aangewezen zwemwaterlocaties te zwemmen. Daar controleren zij de waterkwaliteit en de veiligheid. Alle officieel aangewezen zwemlocaties staan op zwemwater.nl. Bij de zwemlocatie zijn ze te herkennen aan een blauw informatiebord van de provincie.
Waterkwaliteit
De provincies hebben verschillende open wateren in Nederland aangewezen tot officiële zwemlocaties. Op deze locaties onderzoeken de waterschappen tijdens het zwemseizoen iedere 2 weken de waterkwaliteit.
Informatieborden
Op de informatieborden staat de kwaliteit van het zwemwater in 4 kwaliteitsklassen volgens EU-richtlijnen. Deze kwaliteitsklassen zeggen iets over de waterkwaliteit van de afgelopen jaren. Daarnaast staat er ook informatie op over de actuele kwaliteit. De waterschappen werken aan een goede waterkwaliteit en blijven de waterkwaliteit monitoren.
Zwemwaterapp
In de gratis zwemwater-app staat een overzicht van alle officiële zwemlocaties in Nederland. Per officieel aangewezen zwemlocatie is zichtbaar:
wat de kwaliteit van het zwemwater is;
wanneer de kwaliteit voor het laatst is gecontroleerd;
wanneer er weer een controle is;
of een locatie mogelijk gesloten is.
De app is een initiatief van de Unie van Waterschappen, Rijkswaterstaat en het Interprovinciaal Overleg.
Op 7 oktober zijn in de Tweede Kamer 5 moties ingediend over PFAS. Alle moties steunden het standpunt om de aanpak van PFAS bij de bron aan te pakken en te voorkomen dat PFAS in het milieu terechtkomt.
De Kamerleden Kauthar Bouchallikht (GroenLinks) en Eva van Esch (PvdD) gingen daarin het verste. Zij pleitten voor een Europees totaalverbod op PFAS. Mocht dat te lang duren, dan is het voorstel van Sandra Beckerman (SP) en Van Esch om alvast een nationaal verbod in te stellen.
Zo strikt mogelijk verbod
Staatssecretaris Steven van Weyenberg (D66) deelt de zorgen over PFAS. Hij beloofde de Kamer dat hij zich inzet voor een zo strikt mogelijk verbod voor niet-essentiële toepassingen van PFAS in Europa. Hij begreep dat de Kamer zich zorgen maakt dat het toestaan van PFAS voor essentiële toepassingen teveel uitzonderingen opleveren. Maar hij gaat zich hard maken om dat te voorkomen.
PFAS-hotspots in kaart
Bouchallikht, Beckerman en Kiki Hagen (D66) vroegen ook om een voortvarende aanpak van bestaande lozingen. Zij willen dat de regering met de gemeentes vóór de zomer PFAS hotspots in kaart brengen. Ook vragen zij de regering om bijbehorende beheersmaatregelen inclusief een plan van aanpak. Op 12 oktober stemt de Kamer over de moties.
Waterschappen willen totaalverbod
De Unie van Waterschappen is blij met deze moties. Zij pleit al langer voor een totaalverbod op PFAS, ook voor de zogenoemde essentiële toepassingen. De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren, is aanpak aan de bron, vinden de waterschappen.
De ministerraad heeft op 22 april ingestemd met de benoeming van de voorzitter en leden van het Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers. Dit onafhankelijke college gaat vanaf 28 april advies geven over de arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers.
Het college brengt advies uit aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en kan daarnaast rechtstreeks de Eerste en Tweede Kamer adviseren. De instelling van het adviescollege komt voort uit de Wet adviescollege rechtspositie politiek ambtsdragers die sinds 1 januari 2022 geldt.
Arbeidsvoorwaarden
Het college kan adviseren over bestuurders en volksvertegenwoordigers van zowel de landelijke overheid als van decentrale overheden. Daaronder vallen dus onder meer dijkgraven, dagelijks bestuurders en algemeen bestuurders van waterschappen. De adviezen gaan over de arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers, zoals het pensioen, de uitkering na aftreden of ontslag, salarissen en onkostenvergoedingen.
Onafhankelijk advies
Het adviescollege geeft onafhankelijk advies. Dat betekent dat de rechtspositie van politieke ambtsdragers niet langer alleen afhankelijk is van de politiek(e kleur) in de Eerste en Tweede Kamer. Het adviescollege zal ook een eigen agenda hebben.
Advies over vergoedingen waterschapsbestuur
Het eerste advies van het adviescollege zal gaan over de vergoedingen voor algemeen bestuursleden van waterschappen en Statenleden van provincies. Met het oog op de waterschapsverkiezingen in 2023 is het belangrijk dat hierover snel duidelijkheid komt, ook voor potentiële kandidaten die zich kandidaat willen stellen.
Leden adviescollege
Voormalig SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan wordt benoemd tot voorzitter van het college. De andere leden zijn:
Ingrid de Bondt (consultant, voormalig dijkgraaf, wethouder en gedeputeerde);
Gerard Groten (onafhankelijk voorzitter bij Pensioenfonds Rail & Openbaar Vervoer);
Mijke Houwerzijl (hoogleraar arbeidsrecht aan Tilburg University);
Hans Vollaard (universitair hoofddocent Utrechtse school voor bestuurs- en organisatiewetenschap, Universiteit van Utrecht);
Johan Zwemmer (advocaat en partner bij DLA Piper, docent en onderzoeker bij de vakgroep Arbeidsrecht, Universiteit van Amsterdam).
Met welke innovatieve ideeën kunnen we het transport en het zuiveren van afvalwater klimaatpositief krijgen? Om antwoord te vinden op deze vraag organiseert de Energie- & Grondstoffenfabriek samen met Dutch Biorefinery Cluster de challenge ‘Klimaatpositief afvalwaterzuiveren’.
Er zijn meer dan 300 rioolwaterzuiveringen en bedrijven met industriële afvalwaterzuiveringsinstallaties. Daar wordt het vuile water gezuiverd en weer veilig teruggebracht naar het oppervlaktewater. En daar komen broeikasgassen bij vrij.
Geen broeikasgassen meer
De waterketen van de toekomst stoot geen broeikasgassen meer uit of de eventuele uitstoot krijgt een nieuwe bestemming. Hierbij wordt de indirecte uitstoot door gebruik van energie, materialen of chemicaliën vermeden of gecompenseerd door het langdurig vastleggen van broeikasgassen in waardevolle materialen.
Klimaatpositieve processen
In deze challenge wordt gezocht naar manieren waarop deze processen klimaatpositief kunnen verlopen. Kunnen we met een ‘creatieve klimaatopgave bril’ op beter samenwerken met bijvoorbeeld de industrie? Is het mogelijk om samen nieuwe oplossingen voor het afvalwater te bedenken waardoor een afname van broeikasgassen mogelijk is?
Ideeën aanleveren
Wie een goed idee heeft om het transport en het zuiveren van afvalwater klimaatpositief te krijgen, moet vooral meedoen met deze challenge ‘Klimaatpositief afvalwaterzuiveren’. Er is een mooi geldbedrag beschikbaar voor de winnaar om het idee verder te brengen. Inschrijven kan tot 28 oktober via het Winnovatie-platform.
Na 6 jaar vicevoorzitter van de Unie van Waterschappen te zijn geweest, heeft Hein Pieper op 8 oktober in de Ledenvergadering afscheid genomen als bestuurslid. Zijn termijn zit erop. Hij blijft dijkgraaf van waterschap Rijn en IJssel.
De aandachtsgebieden van Pieper waren Internationaal (Blue Deal, Dutch Water Authorities, Bureau Brussel) en Innovatie. Zo is hij jarenlang het gezicht geweest van de Waterinnovatieprijs. Ook is hij lid van de EU Mission Board voor klimaatadaptatie en maatschappelijke transformatie.
Blue Deal
Pieper is de initiatiefnemer van de Blue Deal. Dat is het internationale programma van de 21 waterschappen in samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De focus van de Blue Deal ligt op het bieden van hulp en het creëren van kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Maar ook belangrijk is het leren van andere landen om het eigen werk in Nederland te blijven verbeteren.
Wereldwijd waterbeheer
Pieper vindt het samen verantwoordelijkheid nemen voor de toekomst van onze aarde erg belangrijk. Dat zei hij bijvoorbeeld bij de start van de samenwerking tussen Nederlandse waterschappen en Zuid-Afrika in de Blue Deal in 2020. “We proberen elkaar te stimuleren en te verrijken”, zei hij bij die gelegenheid. “Wereldwijd goed waterbeheer voor miljoenen mensen: dat is een heel grote uitdaging, ook gezien de klimaatverandering.”
Vaticaan
Als theoloog was Pieper vereerd dat hij vorig jaar een bezoek mocht brengen aan Het Vaticaan, waar veel belangstelling is voor het Blue Deal-programma. Hij ontmoette in Vaticaanstad kardinaal Peter Kodwo Appiah Turkson, die benadrukte dat goed waterbeheer essentieel is voor het voortbestaan van de mensheid en de planeet.
Vacatures
Met het vertrek van Pieper is er een vacature ontstaan in het bestuur. Binnenkort vertrekken ook Hetty Klavers en Toine Poppelaars. In de ledenvergadering van december wordt een besluit genomen over de opvolging van deze 3 bestuurders.
Op 19 april heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur. Het doel van het wetsvoorstel is om de integriteit van het decentraal bestuur, waaronder de waterschappen, te versterken.
De wijzigingen voor waterschapsbestuurders als gevolg van het wetsvoorstel zijn:
Een verplichte Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor nieuwe Dagelijks Bestuursleden;
Verduidelijking van bepalingen die betrekking hebben op belangenverstrengeling;
Algemeen Bestuursleden, Dagelijks Bestuursleden en voorzitters moeten hun nevenfuncties direct (elektronisch) openbaar maken;
Verbetering van bepalingen die betrekking hebben op het opleggen en opheffen van geheimhouding op informatie.
Hoe verder?
Nu de Tweede Kamer heeft ingestemd met de wet, neemt de Eerste Kamer het wetsvoorstel in behandeling.
Op 21 april is in de Tweede Kamer uitgebreid gesproken over het initiatiefwetsvoorstel over geborgde zetels in de waterschapsbesturen. Na het debat was er nog geen duidelijke meerderheid voor of tegen het wetsvoorstel.
11 fracties gaven tijdens het debat hun visie op het wetsvoorstel van Laura Bromet (Groen Links) en Tjeerd de Groot (D66). Omdat een aantal partijen niet meedeed aan het debat kan nog geen balans worden opgemaakt over de haalbaarheid van het wetsvoorstel.
Afschaffen of behouden
Naast indieners GroenLinks en D66 zijn ook PvdA en Partij voor de Dieren voor het afschaffen van de geborgde zetels. De PVV gaf aan te neigen naar afschaffen. De SP deed niet mee aan het debat, maar in hun verkiezingsprogramma staat dat zij voor afschaffen van de geborgde zetels zijn. VVD, CDA, SGP, JA21, ChristenUnie en BBB willen de geborgde zetels behouden.
Vervolgdebat
Na het meireces gaat het debat verder met de antwoorden van Bromet en De Groot op alle vragen en opmerkingen van de 11 sprekers. Ook komt minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat dan aan het woord. Na dit vervolgdebat stemt de Tweede Kamer over het wetsvoorstel. Als het wordt aangenomen gaat het voor verdere behandeling naar de Eerste Kamer. Als de Tweede Kamer het wetsvoorstel verwerpt, gaat het wetsvoorstel niet verder.