Op vrijdag 11 april kwam de bestuurlijke Commissie Crisisbeheersing en Integriteit (CCI) van de Unie van Waterschappen voor het eerst bijeen. Deze eerste vergadering markeerde de start van deze nieuwe commissie. De leden van de CCI zijn de voorzitters van de 21 waterschappen in Nederland.

“Weerbaarheid, crisisbeheersing en integriteit worden steeds belangrijker op onze bestuurlijke agenda’s”, zegt Jeroen Haan, voorzitter van de Unie van Waterschappen en van de CCI. “Het is belangrijk dat de waterschappen daar gezamenlijk het gesprek over voeren. Dat heb ik ook ervaren bij het opstarten van de Commissie en de eerste commissievergadering.”
Crisisbeheersing
De leden van de CCI spreken en nemen besluiten over de voorbereiding op dreigende gebeurtenissen waar de waterschappen hun crisisorganisatie moeten inzetten. De voorzitter van een waterschap is in het geval van calamiteiten bevoegd om noodmaatregelen te treffen. Deze noodmaatregelen mogen zelfs afwijken van wettelijke voorschriften, met uitzondering van de Grondwet en internationaal rechtelijke verplichtingen. Klimaatverandering en geopolitieke dreigingen maken het belangrijker dan ooit dat de voorzitters kennis en ervaring uitwisselen over het handelen ten tijde van (dreigende) calamiteiten. De commissie besteedt in het kader van crisisbeheersing onder andere aandacht aan de multidisciplinaire aanpak, de besluitvorming en de nazorg.
Eerste bijeenkomst CCI
Tijdens de eerste CCI spraken de leden over de vraag wat waterschappen nodig hebben om te werken aan de eigen weerbaarheid en een weerbare samenleving. De huidige visie op crisisbeheersing vraagt om een hernieuwde blik en eventuele aanpassingen op weerbaarheid. De waterschappen hebben een sterke band met de veiligheidsregio’s en het veiligheidsberaad. Dat maakt het belangrijk om op grond van een risicoanalyse de positie en ambitiebepaling voor de waterschappen helder te krijgen.
Integriteit
De leden van de CCI gaan ook met elkaar in gesprek over integriteit. Een integer en stabiel bestuur van de waterschappen draagt bij aan de legitimiteit en effectiviteit van het openbaar bestuur. In de CCI stond de rol van de voorzitter bij de screening van kandidaat dagelijks bestuursleden op de agenda. Voor de verkiezingen is het goed om het Algemeen Bestuur helder te informeren over de procedures, hun rol en de tijdlijnen. Daarbij zou het sterk zijn als alle waterschappen dezelfde procedures volgen.
Na een nat 2024 zijn de eerste signalen van droogte voor 2025 al vroeg zichtbaar. Februari en maart waren ongewoon droog en zonnig, de afvoeren van de Maas en de Rijn zijn laag, en de grondwaterstanden dalen. Lokaal zijn de eerste tekenen van verzilting en verhoogde concentraties blauwalg te zien. De situatie vraagt om verhoogde alertheid van de waterschappen.

Start droogteseizoen
Dit betekent dat het officiële droogteseizoen, dat begint op 1 april, een bovengemiddeld droge start kent. Vooruitkijkend op dit droogteseizoen zijn de eerste signalen niet gunstig. Het blijft droog in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas en de afvoer van beide rivieren blijft naar verwachting laag. Tegelijkertijd stijgt de vraag naar zoetwater door het opstarten van het groeiseizoen.
Lokale maatregelen
Hierdoor is de droogte lokaal ook al merkbaar. De lage afvoer van de Rijn leidt tot lichte beperkingen voor de scheepvaart en de natuur ervaart de eerste gevolgen van droogte. Waterbeheerders nemen dan ook al verschillende voorzorgsmaatregelen. Rijkswaterstaat heeft de waterstanden in het IJssel- en Markermeer verhoogd en de waterschappen zetten regionaal de waterpeilen op waar dit kan. Dit vraagt om maatwerk. Want op sommige plekken, zoals in Brabant en rond de Veluwe, staan de grondwaterstanden nog hoog door de grote hoeveelheid regen van 2024.
Water vasthouden en extra inlaten
Sinds 1 april hebben sommige waterschappen enkele onttrekkingsverboden ingesteld. Hieronder vallen incidentele verboden voor het onttrekken van oppervlaktewater. Deze maatregelen zijn noodzakelijk om de watervoorziening op peil te houden. Ook wordt er op verschillende plekken al meer water ingelaten dan normaal voor deze tijd van het jaar. In het westen van het land zijn ook al de eerste tekenen van verzilting merkbaar, waardoor het hoogheemraadschap van Delfland water in moet laten vanuit het Brielse Meer.
Droogtebeleid waterschappen
Door klimaatverandering en stijgende temperaturen neemt de watervraag in Nederland toe, terwijl de beschikbaarheid van water in het voorjaar en de zomer afneemt. Dit leidt tot een disbalans in het watersysteem. Hoewel er op jaarbasis voldoende neerslag valt, is er niet altijd voldoende water beschikbaar op het juiste moment en op de juiste plaats. Waterschappen richten zich daarom op het vasthouden en bufferen van water en pleiten ervoor dat de ruimtelijke inrichting en het landgebruik beter afgestemd worden op de watervoorziening.
> Bekijk ook de eerste droogtemonitor van dit droogteseizoen