E-factuurwijzer voor decentrale overheden gepubliceerd

11 juli 2025

Digitalisering wordt steeds belangrijker in de manier waarop overheden en bedrijven samenwerken. Elektronisch factureren kan waterschappen helpen hun dienstverlening te verbeteren. En tegelijk processen efficiënter te maken, administratieve lasten te verlagen en meer transparantie te geven in financiële transacties. Het Kenniscentrum e-procurement heeft de ‘E-factuurwijzer voor decentrale overheden’ uitgebracht. Die helpt om de voordelen van e-factureren beter te realiseren.

screenshot-e-facturatie

Decentrale overheden zijn sinds 18 april 2019 wettelijk verplicht om e-facturen van hun leveranciers te kunnen ontvangen en verwerken. De E-factuurwijzer decentrale overheden van het Kenniscentrum e-procurement (ondergebracht bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) helpt waterschappen en andere overheden om e-facturatie optimaal te benutten. De wijzer biedt overheidsorganisaties concrete handvatten, gebaseerd op onderzoek, best practices en praktijkervaringen.
Klik hier voor de E-factuurwijzer.

Het doel van de E-factuurwijzer is:

  • voordelen realiseren van het verwerken van e-facturen;
  • het begrijpelijk, toegankelijk en makkelijk maken van e-facturatie voor leveranciers;
  • bijdragen aan een ‘één overheid’-gedachte;
  • voldoen aan de Aanbestedingswet uit 2019.

Wat is een e-factuur?

Een e-factuur is een digitale factuur die rechtstreeks tussen boekhoudsystemen wordt uitgewisseld en automatisch verwerkt kan worden. E-factureren kan op meerdere manieren. In Nederland is e-factureren over het Peppolnetwerk de meest gebruikte manier. Peppol is een wereldwijd netwerk waarmee organisaties elektronische documenten, zoals e-facturen, veilig en gestandaardiseerd kunnen uitwisselen. E-factureren is sneller en zorgt voor minder fouten, omdat er nauwelijks handmatige verwerking nodig is. Zo biedt het veel voordelen ten opzichte van een (pdf-)factuur via e-mail of een papieren factuur via de post.

Bijeenkomst  ’Samen maken we e-facturatie beter!’

Op vrijdagmiddag 19 september 2025 zal in Amersfoort een bijeenkomst  worden gehouden over E-factureren voor de waterschappen. Met als motto ’Samen maken we e-facturatie beter!’ gaan de deelnemers op praktische en interactieve wijze in gesprek over hoe de voordelen van e-facturering optimaal te benutten. Wilt u deelnemen? Neem dan contact op met Wijnand Dekking van de Unie van Waterschappen via: wdekking@uvw.nl

Decentrale overheden en landbouworganisaties presenteren stikstofvoorstellen 

10 juli 2025

LTO Nederland, de jonge boeren en tuinders (NAJK), IPO, VNG en de Unie van Waterschappen presenteerden op 9 juli een gezamenlijk stikstofplan. Het is een belangrijke bouwsteen voor het startpakket van het kabinet. De initiatiefnemers zetten stappen in het terugdringen van de stikstofuitstoot. Hierdoor ontstaat er ruimte voor vergunningsverlening én natuurherstel.

Vertegenwoordigers van LTO Nederland, NAJK, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen poseren in een koeienstal met melkkoeien op de achtergrond. Ze houden gezamenlijk een groot bord vast met hun stikstofplant. De omgeving is open en landelijk, met groene weilanden zichtbaar in de verte.

Emissiereductie  

In het voorstel staat dat alle sectoren een substantiële bijdrage leveren aan de stikstofdaling, waarbij de land- en tuinbouw zich hard maakt voor een doelstelling van 42-46 procent emissiereductie in 2035. De initiatiefnemers verbinden zich aan afrekenbare stikstofreductiedoelen op sector- en bedrijfsniveau. Door doelen te stellen worden ondernemers die al veel hebben geïnvesteerd in de vermindering van stikstofuitstoot beloond. Agrarische ondernemers krijgen de tijd, de middelen en de ruimte om hieraan te voldoen, met een afrekenbaar tussendoel in 2030. Hiervoor zijn landelijke regelingen nodig om te kunnen innoveren, afschalen, verplaatsen of opkopen.  

Gebiedsgerichte aanpak kwetsbare natuurgebieden 

Voor twee tot vijf zeer kwetsbare natuurgebieden komen er verplichte maatregelen. Voor de overige Natura 2000-gebieden geldt tot 2030 een vrijwillige aanpak. Levert dat onvoldoende op dan komen ook hier verplichte maatregelen in beeld. Ondernemers bepalen zelf hoe ze de doelen bereiken, bijvoorbeeld met innovaties zoals speciale stalvloeren die de urine en mest zo snel mogelijk van elkaar kunnen scheiden. 

Natuurherstel 

In september volgt de tweede bouwsteen: een plan voor geborgd natuurherstel. Provincies brengen samen met de natuurbeheerders de komende periode in beeld welke aanvullende maatregelen en instrumenten hiervoor nodig zijn, zoals bijvoorbeeld op het gebied van hydrologie.  

Geen achteruitgang, maar echte oplossingen  

De decentrale overheden benadrukken gezamenlijk dat er een geborgde stikstofaanpak nodig is om voor de lange termijn zekerheid en perspectief te bieden. De Unie van Waterschappen heeft vooral gepleit voor een geborgde stikstofaanpak met maatregelen die ook bijdragen aan het verbeteren van de waterkwaliteit en een robuust watersysteem. Jeroen Haan, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Daarbij vinden we het belangrijk dat problemen echt worden aangepakt en niet worden doorgeschoven naar volgende generaties.” 

Uit de impasse   

De Unie van Waterschappen wil met deze plannen daadwerkelijk uit de impasse komen. “En dat is hard nodig. Ook voor belangrijke projecten van de waterschappen, zoals dijkversterkingen en waterkwaliteits- en waterzuiveringsprojecten, moet de vergunningverlening snel op gang komen. Alleen dan kunnen we werken aan een veilig en schoon Nederland”, aldus Jeroen Haan.  

> Naar Bouwstenendocument emissiereductie landbouw

Waterschappen: Funderingsschade vraagt om stevige regie en structurele aanpak 

9 juli 2025

De Unie van Waterschappen is blij met de recente stappen van het (demissionaire) kabinet in de aanpak van funderingsproblematiek. Hun reactie op het rapport van ABDTOPConsult ‘De olifant onder de kamer’ vormt, samen met het eerdere Rli-rapport Goed gefundeerd, een belangrijke basis voor een nationale aanpak. Tegelijkertijd is duidelijk dat dit nog onvoldoende is: bewoners, eigenaren én overheden hebben meer nodig. Daarom roepen de waterschappen op tot stevige regie en structurele inzet tegen funderingsschade.

bouwvakkers leggen fundering voor nieuwbouwhuis in weiland en langs sloot- Waterschappen vragen aandacht voor toekomstbestendige nieuwbouw

Nationale aanpak

De funderingsproblematiek raakt vele huishoudens. Het leidt tot groeiende schade, gezondheidsproblemen en maatschappelijke kosten. De waterschappen ondersteunen de uitgangspunten van de nationale aanpak: eigenaren zijn primair verantwoordelijk voor hun fundering, maar het Rijk pakt de regie op voortgang en samenhang. Deze regie is hard nodig om het tij te keren. 

Samenwerking 

De waterschappen zijn bereid om de samenwerking met gemeenten te intensiveren, bijvoorbeeld bij het beheer van het grondwater in binnenstedelijke gebieden. Dit vraagt wel om extra capaciteit en voldoende budget.  

Landelijke coördinator  

Daarnaast pleit de Unie van Waterschappen voor de aanstelling van een gezaghebbende landelijke coördinator. Een andere optie is het dossier onderbrengen bij het Deltaprogramma. De urgentie, complexiteit en domeinoverstijgende aard van deze problematiek vragen om slagkracht en versnelling. 

Onvoldoende budget 

Ook kunnen waterschappen bijdragen aan gebiedsgerichte oplossingen waarin funderingsherstel wordt verbonden aan opgaven rond water, bodem, riolering en klimaat. Daarvoor is wel structurele financiering nodig, want het huidige incidentele budget van 56 miljoen euro voldoet niet. 

Ruimtelijke inpassing  

Tot slot onderstreept de Unie van Waterschappen het belang van een goede inpassing van de funderingsaanpak in bredere ruimtelijke kaders, zoals de Nota Ruimte. De kennis van waterschappen over het water- en bodemsysteem kan daarbij breed worden ingezet – zowel bij nieuwbouw als bij het oplossen van bestaande problemen. De Unie van Waterschappen roept een nieuw kabinet op om hier werk van te maken. 

Landelijke aanpak voor duurzaam beverbeheer

8 juli 2025

Het Rijk, provincies, Rijkswaterstaat, waterschappen en ProRail hebben een landelijke beveraanpak ontwikkeld voor het beheer van de snelgroeiende populatie in Nederland. Dit moet schade door graverij aan dijken beperken zonder de beschermde status van de bever aan te tasten.  De afspraken worden de komende tijd verder uitgewerkt.

Bever aan de waterkant, deels in het water, met natte roodbruine vacht en boomstammen op de achtergrond.

Sinds de herintroductie van de bever in 1988 is de populatie explosief gegroeid tot ruim 7.000 exemplaren. De terugkeer van deze beschermde diersoort draagt bij aan ecologisch herstel en een grotere biodiversiteit. Tegelijkertijd veroorzaakt de bever steeds vaker schade door graverij aan dijken, oevers en andere infrastructuur. De waterschappen investeerden al miljoenen in het herstellen van schade om overstromingen te voorkomen en in preventieve maatregelen om graverij door bevers tegen te gaan.

Vraag om landelijke beveraanpak

“De waterschappen hebben lang om deze nationale beveraanpak gevraagd, omdat er bijvoorbeeld veel verschillen waren tussen de provincies”, aldus bestuurder Annette van Velde van de Unie van Waterschappen. “Met deze nationale aanpak is er een bredere kijk waarin waterveiligheid en veiligheid van infrastructuur (zoals wegen of spoorwegen) worden meegenomen. Met de landelijke beveraanpak wordt een nationaal beverprotocol, waar wenselijk juridisch verankerd in faunabeheerplannen, beverbeheerplannen of andere juridische instrumenten. De landelijke aanpak zorgt ervoor dat we met respect voor de bever én met oog voor waterveiligheid kunnen handelen.”

Meer veiligheidsrisico’s en kosten als populatie bevers blijft toenemen

De waterschappen zijn tevreden met de nieuwe afspraken, maar hebben ook hun zorgen geuit bij alle partners. In Nederland leven we samen met de bever. Het gaat goed met deze beschermde soort: zowel het aantal dieren als hun verspreiding neemt toe. Toch blijft het vinden van evenwicht tussen bescherming en beheer een lastige opgave in het laaggelegen Nederland waar ruimte schaars is. Bevers vervullen een nuttige rol in het ecosysteem, maar veroorzaken ook ecologische, hydrologische en economische problemen. Hun gravende activiteiten ondermijnen waterkeringen en wegen. Dat leidt tot veiligheidsrisico’s en hoge kosten voor extra inspecties en herstelwerkzaamheden. Als de beverpopulatie blijft groeien, verwachten de waterschappen dat deze problemen in de toekomst verder toenemen.

Samenwerken: Kenniscentrum Bever

De Unie van Waterschappen, STOWA, Rijkswaterstaat, ProRail, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Zoogdiervereniging werken ook samen in het Kenniscentrum Bever. Omdat de beverpopulatie in Nederland verder groeit, neemt ook de behoefte aan informatie toe. Kenniscentrum Bever heeft als doel het delen van kennis, het bundelen van krachten en het op een duurzame wijze samen te leven met de bever. STOWA heeft daarnaast het initiatief genomen om Europese organisaties die bezig zijn met bevermanagement en – meer specifiek met graverij door bevers – samen te brengen.

Meer informatie

> Voorstel landelijke beveraanpak
> Standpunt Unie van Waterschappen over bever
> Kenniscentrum Bever

Waterschappen blij met overheidsbrede Digitaliseringsstrategie

4 juli 2025

Het kabinet lanceerde op 4 juli de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) onder het motto: Samen versnellen is de enige optie. Deze gezamenlijke digitaliseringsstrategie van gemeenten, provincies, waterschappen, publieke dienstverleners en het rijk versterkt de digitale basis van ons land. Ook worden maatschappelijke uitdagingen met behulp van deze strategie aangepakt.

nederlandse-digitaliseringsstrategie

Weerbaarheid

De wereld digitaliseert steeds verder. Daarom is samenwerking tussen overheden essentieel voor een weerbare samenleving en een sterke economie.

Focus in aanpak

Digitalisering stelt overheden voor urgente vraagstukken. Bijvoorbeeld versnippering in IT-beleid, innovatie, een tekort aan digitale professionals en de geopolitieke noodzaak om minder afhankelijk te zijn van buitenlandse technologieaanbieders. Met de NDS focust Nederland op regie, samenwerking, weerbaarheid en een toekomstgerichte aanpak.

Overeenkomende thema’s

“De gelijkenis tussen de thema’s van de NDS en de thema’s van onze Vaarkaart is groot. Wij werken hard aan de ontwikkeling naar digitaal getransformeerde waterschappen en het is belangrijk dat veel stappen daarin uniform en overheidsbreed kunnen worden gemaakt”, geeft Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, aan. “Goede wetgeving en ambitieus digitaliseringsbeleid als één overheid wordt dan ook door de waterschappen toegejuicht.”

Prioriteiten NDS

De NDS legt de nadruk op zes prioriteiten waarop alle overheidsorganisaties als één overheid samen versnellen. Dit zijn:

  1. We zetten cloudtechnologie gezamenlijk in.
  2. We delen en benutten data op een verantwoorde manier over overheidslagen heen.
  3. We benutten op een verantwoorde manier de kansen van AI.
  4. We zetten burgers en ondernemers centraal.
  5. We versterken digitale weerbaarheid en digitale autonomie van de overheid.
  6. We versterken digitaal vakmanschap van ambtenaren en hebben een moderne werkomgeving.

Nederlandse Digitaliseringsstrategie 


De Nederlandse Digitaliseringsstrategie onderstreept dat samenwerking essentieel is om tot doorbraken te komen. Een vervolgstap is om de benodigde investeringen in kaart te brengen om een krachtige digitale overheid te realiseren, die werkt voor alle Nederlanders. Parallel daaraan wordt samen met alle overheidslagen gestart met de uitvoering van de strategie.

Sander Mager blijft portefeuille Waterkwaliteit en Waterketen tijdelijk vervullen

In de Ledenvergadering van 4 juli 2025 is besloten dat Sander Mager – hoewel zijn twee bestuurstermijnen van drie jaar in oktober 2025 formeel eindigen – voorlopig de portefeuille Waterkwaliteit en Waterketen blijft vervullen.



Tegelijk houdt het Uniebestuur – samen met de leden – de manier van werven en selecteren van bestuursleden bij de Unie tegen het licht. De Ledenvergadering en het Uniebestuur zijn heel blij dat Mager totdat dit proces is afgerond deel blijft uitmaken van het Uniebestuur.

Unie volgt debat over bouwregelgeving en STOER-moties met aandacht 

Op 3 juli vond in de Tweede Kamer het Tweeminutendebat Bouwregelgeving plaats. Tijdens het debat werden twee moties ingediend waarin het rapport STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving) centraal stond. De Unie van Waterschappen volgt de uitkomsten van dit debat nauwlettend. 



Interbestuurlijk overleg 

De eerste motie, ingediend door Kamerlid Gabriëls (GroenLinks-PvdA), vraagt om het inrichten van een interbestuurlijk overleg over bouwregelgeving, waarbij medeoverheden zoals VNG, IPO en de Unie actief worden betrokken bij de beoordeling van de STOER-aanbevelingen. Deze motie werd door het kabinet ontraden en daarom haalde de motie geen meerderheid. 

Snelheid en daadkracht  

De tweede motie, ingediend door Kamerlid Buijsse (VVD), roept het kabinet op om voortvarend aan de slag te gaan met de aanbevelingen van de adviescommissie STOER en de Kamer daarover uiterlijk half oktober te informeren. Deze motie kreeg een positief advies van het kabinet en werd daarom aangenomen.  

Betrekken van medeoverheden 

De Unie van Waterschappen heeft eerder haar zorgen geuit over de snelheid en reikwijdte van de voorstellen in STOER. Het schrappen van regels kan niet los worden gezien van de uitvoeringspraktijk. Juist decentrale overheden zoals waterschappen spelen een belangrijke rol in het borgen van ruimtelijke kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid in de gebouwde omgeving. Regelgeving moet niet alleen minder, maar vooral beter. 
 
De Unie van Waterschappen pleit dan ook, net als de indieners van de moties, voor het goed betrekken van medeoverheden bij de beoordeling van de voorstellen uit STOER. Een interbestuurlijke overlegstructuur kan bijdragen aan het zorgvuldig afwegen van nut en noodzaak van regels en aan uitvoerbare, toekomstbestendige oplossingen voor de woningbouwopgave. 
 
De Unie van Waterschappen blijft het proces rondom STOER kritisch volgen en draagt graag bij aan een constructieve dialoog over betere bouwregelgeving.

VN-watergezant Marsudi bezoekt Unie

3 juli 2025

Op donderdag 3 juli bezocht Retno Marsudi, de watergezant van de Verenigde Naties (VN), de Unie van Waterschappen. Marsudi is binnen de VN verantwoordelijk voor water, waaronder de implementatie van de SDG-agenda. Daarnaast leidt zij de voorbereidingen van diverse internationale conferenties over water. In het bijzonder de UN Water Conference 2026.

Groepsfoto van dertien mensen, waaronder VN-watergezant Retno Marsudi, bestuursleden van de Unie van Waterschappen en andere betrokkenen. Ze staan op een trap in een lichte ruimte, poseren samen en kijken glimlachend naar de camera.

Internationale aandacht voor waterschappen 

De Nederlandse Waterschappen hebben een autonome positie op het gebied van het waterbeheer. Deze unieke positie in combinatie met het specifieke belastingsysteem zorgt ervoor dat het Nederlandse waterbeheer internationaal veel aandacht trekt.

Een gesprek over de Nederlandse aanpak van waterbeheer en de financiering daarvan was dan ook het doel van het bezoek van Marsudi aan de Unie. Ook haar prioriteiten voor de VN-wateragenda en de wijze waarop Dutch Water Authorities (DWA) daaraan kan bijdragen, waren onderwerp van gesprek.

Luzette Kroon, bestuurslid van de Unie en portefeuillehouder internationaal, ontving Marsudi. Zij gaf de VN-watergezant een toelichting op het ontstaan van de Nederlandse waterschappen en ging nader in op het waterbeheer.

Nederlandse waterschapsbank

Lidwien van Velden, bestuursvoorzitter van de Nederlandsche Waterschapsbank (NWB Bank) vertelde hoe de bank bijdraagt aan de financiering van het Nederlandse waterschapssysteem. Ook Dennis van Peppen, directeur van de Nederlandse Commissie voor Evaluatie van Milieu-effectrapportage (NCEA), was aanwezig. Hij benadrukte het belang van een goede samenwerking tussen overheden, private sector, kennissector en het maatschappelijk middenveld.

Op deze wijze hoorde Marsadi een verhaal dat de kracht van het Nederlandse waterschapsmodel onderstreepte. En – nog belangrijker – ze kreeg inzicht in het verkrijgen van toegang tot goedkope financiering voor de watermanagement infrastructuur.

Bijdrage aan de VN Waterconferentie

Met de Blue Deal werken de Nederlandse Waterschappen aan het versterken van de waterschappen en vergelijkbare organisaties in andere landen, ook op het gebied van financiering. Daarbij gaat het niet alleen om tarieven en belastingen, maar ook om het opzetten van innovatieve private financieringsmodellen. Op de UN Water Conference 2026 staan deze onderwerpen centraal. Dutch Water Authorities kijkt ernaar uit om hieraan een bijdrage te leveren.

Waterschappen zetten vol in op impactvol, professioneel en slim inkopen

‘Professioneel inkopen met maatschappelijke impact’. Zo heet het nieuwe inkoopbeleid van de 21 Nederlandse waterschappen. Waterschappen geven jaarlijks circa 4,5 miljard euro uit aan infrastructurele projecten, diensten en werkzaamheden voor beheer en onderhoud van assets in het waterbeheer. Het uitgangspunt is het creëren van maatschappelijke impact; bijdragen aan een innovatieve, veilige en duurzame samenleving.



Vincent Lokin, bestuurslid Unie van Waterschappen met onder meer de portefeuille inkoop en aanbesteding: “Wij willen als professionele opdrachtgevers effectief en efficiënt omgaan met belastinggeld. We realiseren ons dat ons inkoop- en aanbestedingsbeleid maatschappelijke impact heeft op thema’s die onlosmakelijk verbonden zijn met onze wateropgaven, zoals klimaat, grondstoffenzekerheid en biodiversiteit. Wij kijken als waterschappen vooruit en doen niet alleen wat in het hier en nu strikt noodzakelijk is. Door onze diensten en producten aan te besteden vanuit dezelfde uitgangspunten, weten marktpartijen wat ze mogen verwachten van de waterschappen.”

Stabiele programmering

Harry Wisse van Bouwend Nederland, namens de werkgroep Samenwerking Waterschapswerken (SWW): ”Marktpartijen hebben sterk behoefte aan een stabiele programmering en eenduidige uitvraag; de waterschappen laten met deze herijking van het gezamenlijk inkoopbeleid zien dit serieus te nemen. Dit draagt bij aan het aantrekkelijk zijn als opdrachtgever. Bouwend Nederland juicht elke stap in deze goede richting toe in de gezamenlijke maatschappelijke opgave die we hebben.”

Toekomstbestendig

Sander Mager, bestuurslid Unie van Waterschappen met onder meer de portefeuille duurzaamheid: “Inkopen en aanbesteden is niet alleen een verantwoordelijkheid, maar ook een kans. Toekomstbestendigheid is daarbij het sleutelwoord: als we Nederland ook in de toekomst willen voorzien van droge voeten, schoon en voldoende water, dienen wij met ons inkoop- een aanbestedingsbeleid ook bij te dragen aan de grote maatschappelijke uitdagingen. Inkopen kan niet los worden gezien van schaarser en duurder wordende primaire grondstoffen en het tegengaan van ongelijkheid in de wereld.”

Doelen

De doelen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid zijn:

  • Uniforme marktbenadering: het hanteren van gezamenlijke uitgangspunten zodat marktpartijen weten waar ze aan toe zijn.
  • Optimalisatie van prijs en kwaliteit: streven naar een goede balans tussen kosten en het waarborgen van hoge kwaliteit van inkoop.
  • Transparantie en navolgbaarheid: helder en begrijpelijk handelen richting marktpartijen en zo het vertrouwen en de samenwerking bevorderen.
  • Rechtmatig handelen: werken binnen de wet- en regelgeving en deze toepassen op transparante en zorgvuldige wijze
  • Professioneel opdrachtgeverschap: het belastinggeld zo efficiënt en doeltreffend mogelijk besteden, als betrouwbare partners voor marktpartijen
  • Maatschappelijke impact: met aanbestedingen en inkopen bijdragen aan innovatie, veiligheid en duurzaamheid en een sociale en inclusieve samenleving.

Uitvoering is maatwerk

Het herziene beleid bouwt voort op het eerdere Inkoop- en aanbestedingsbeleid waterschappen 2016. Het biedt elk waterschap ruimte om de implementatie van het beleid in een eigen uitvoeringskader uit te werken. De doelen staan vast, de uitvoering is maatwerk. Elk waterschap kan zelf bepalen hoe hoog zij de lat legt, met welke focus en tempo.

Ambities

De ambities en doelen waaraan de waterschappen met dit inkoopbeleid willen bijdragen zijn vastgelegd in diverse andere akkoorden en beleidsafspraken. Denk bijvoorbeeld aan het Klimaatakkoord en het Grondstoffenakkoord. Maar ook de Stikstofaanpak, het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen en het Convenant met Routekaart Schoon en Emissieloos Bouwen. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid is bedoeld voor medewerkers van de waterschappen, marktpartijen die voor de waterschappen werken en andere geïnteresseerden.

> Lees hier ‘Professioneel inkopen met maatschappelijke impact’.

Wet collectieve warmte aangenomen

Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde op donderdag 3 juli in met de Wet Collectieve Warmte. De Unie van Waterschappen is verheugd over het aannemen van de wet. “Dit is een belangrijke stap voor het inzetten van aquathermie door de waterschappen.”

voorgevel Tweede Kamer

Wet collectieve warmte

De Wet collectieve warmte is de opvolger van de Warmtewet. Met deze wet komt er meer duidelijkheid en structuur in de ontwikkeling van collectieve warmtenetten, en ontstaat er meer ruimte voor publieke en duurzame warmtebronnen zoals aquathermie.

Ontwikkelen van aquathermieprojecten

De waterschappen zijn al jaren actief betrokken bij de ontwikkeling van aquathermieprojecten, waarbij warmte wordt gewonnen uit oppervlakte- of rioolwater. Deze techniek biedt een duurzame, lokale en betrouwbare bron van warmte.

Versnellen energietransitie

Het aannemen van deze wet maakt het voor waterschappen eenvoudiger om, in samenwerking met gemeenten en andere publieke partijen, deze warmte aan te bieden aan warmtenetten. Dit draagt bij aan het versnellen van de energietransitie, het verduurzamen van de gebouwde omgeving en het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen.

Toekomstig warmtebeleid van Nederland

Nu de Tweede Kamer de Wet collectieve warmte heeft aangenomen, ligt de verdere behandeling ervan bij de Eerste Kamer. “Wij kijken uit naar de verdere uitwerking van de wet”, meldt de Unie van Waterschappen. “We blijven ons inzetten om aquathermie een stevige plaats te geven in het toekomstige warmtebeleid van Nederland.”

> Lees meer over de inbreng van de waterschappen
> Lees meer over Aquathermie