Tweede Kamer neemt motie aan over verduurzamen industrie

7 juni 2022

Op 7 juni heeft de Tweede Kamer een motie van Pieter Grinwis (ChristenUnie) aangenomen over de plannen voor het verduurzamen van de industrie. Grinwis vraagt de regering om te gaan praten met de middelgrote industriële bedrijven en het industrieel MKB.

Een windmolen op het terrein van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Zij kunnen dan samen verkennen welke extra CO2-reductie en energiebesparing mogelijk is in aanvulling op de energiebesparingsplicht. Ook kunnen ze bekijken of en hoe de Meerjarenafspraken een vervolg kunnen krijgen.

Wet Energiebesparingsplicht

Eind 2020 liepen de Meerjarenafspraken energie-efficiencyverbetering (MJA3) af. Het kabinet heeft gekozen voor een andere inrichting. Namelijk om energiebesparing en CO2-emissiereductie te sturen met CO2-reductie via de ‘Wet Energiebesparingsplicht’. Die wet treedt op 1 januari 2023 in werking.

Nauwelijks instrumenten beschikbaar

Een grote groep middelgrote industriële bedrijven en het industriële MKB vinden dat er meer potentieel is te ontsluiten dan wat er behaald kan worden met de Wet energiebesparing met CO2-reductie. Ze vinden dat de aanpak en de ‘formule’ van de Meerjarenafspraken een vervolg verdient. De realisatie van energiebesparingsdoelstellingen was immers een groot succes. En ook het draagvlak en het engagement was juist bij deze groep bedrijven groot.

Energie-efficiencybeleid waterschappen

Via de MJA3-convenanten gaven ook de waterschappen sinds 2008 invulling aan de energiebesparingsplicht. Door de concernaanpak uit de MJA3 konden deelnemers met meerdere locaties 1 Energie-Efficiencyplan opstellen en over de locaties samen rapporteren. Hierdoor werd aandacht gegeven aan grotere projecten, in plaats van per aansluiting kleinere energiebesparingsopties te bekijken. Deze aanpak heeft het energie-efficiencybeleid van de waterschappen goed op de kaart gezet. Het bood een gestructureerde en efficiënte aanpak voor de invulling van wettelijke verplichtingen voor energie.

Afspraken voor CO2-reductie

De waterschappen sluiten zich aan bij de oproep van Grinwis. Ze vragen aandacht voor de kansen die gemist dreigen te worden als MJA3 niet door een vergelijkbare opzet wordt opgevolgd. Ze pleiten al langer samen met andere sectoren voor het maken van integrale bovenwettelijke afspraken voor CO2-reductie. Ze denken dat hiermee de potentie het grootst is om invulling te geven aan de wettelijke doelstellingen rond energiebesparing en broeikasgasreductie. Daarbij worden ook kansen gerealiseerd op energie- en CO2-besparing in de keten, gekoppeld aan circulaire economie.

Noodzaak

Vanwege de oorlog in Oekraïne en de geopolitieke ontwikkelingen die daaruit voortvloeien, is de noodzaak alleen maar groter om op korte termijn nog grootschaliger energie te besparen en sneller te verduurzamen om van het Russisch gas af te komen.

Doel Regionale Energiestrategieën lijkt haalbaar in 2030

9 december 2021

Het doel van de Regionale Energiestrategieën (RES) om in 2030 35 TWh hernieuwbare energie te realiseren lijkt haalbaar. Voorwaarde is wel dat er in de uitvoering voldoende kennis, middelen en mensen zijn.



Afgelopen jaar werkten 30 regio’s in Nederland hard aan hun ambities om duurzame energie op te wekken en te zoeken naar duurzame warmtebronnen als alternatief voor aardgas waarmee huizen en gebouwen verwarmd worden.

35 TWH in 2030 lijkt mogelijk

De ambities van de 30 RES’en 1.0 tellen op tot 55,1 terawattuur (TWh): 18.9 TWh bestaande projecten, 12,6 TWh pijplijn, en 23,6 TWh aanvullende ambitie. Het Planbureau voor de Leefomgeving schat in dat uiteindelijk tussen 35,4 TWh en 46,4 TWh wordt gerealiseerd, met een middenwaarde van 40,8 TWh. Er is sinds de concept-RES meer zonne-energie gepland. De hoeveelheid windenergie is nagenoeg gelijk gebleven. Het halen van het 35 TWh-doel lijkt mogelijk, maar we zijn er nog niet.

Aquathermie

De waterschappen dragen bij aan de Regionale Energiestrategieën in hun regio. Zij doen dat onder meer door het opwekken van duurzame energie in het waterbeheer. Bijvoorbeeld bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) en op hun andere terreinen. Ook stimuleren ze aquathermie, een bron van energie die in Nederland nog relatief onbekend is. In oppervlaktewater en afvalwater gaat een enorm potentieel aan thermische energie schuil. De waterschappen helpen deze te ontsluiten voor de gebouwde omgeving.

Producent van biogas

Waterschappen zijn daarnaast een van de grootste producenten van biogas. Ze overwegen om het biogas maatschappelijk in te zetten als groen gas. Ook zijn er veel mogelijkheden voor het plaatsen van zonnepanelen en windmolens voor eigen gebruik of voor lokale energiecoöperaties.

Rioolwaterzuivering als energiehub

De rwzi’s hebben de potentie om te functioneren als energiehub. Daarbij kunnen vraag en aanbod van energie met de lokale omgeving van de rioolwaterzuivering worden afgestemd en uitgewisseld. Hierdoor is lokaal een aanzienlijke ontlasting van het elektriciteitsnet mogelijk.

Schaarse netcapaciteit

De regio’s gaan een volgende fase in. Er is aandacht voor een blijvende dialoog met de samenleving over de impact van de klimaat- en energietransitie en de afwegingen die te maken zijn. Daarnaast dwingt de schaarse netcapaciteit tot het stellen van prioriteiten. En er is afstemming nodig met andere opgaven in de leefomgeving. De uitdaging is nu al te denken en te doen met het energiesysteem van de toekomst in gedachten. En om vernieuwende initiatieven die passen in die toekomst te stimuleren en te versterken.

Energietransitie: alleen samen

De regio’s gaan aan de slag met de uitwerking van de ambities van de RES 1.0. Op 1 juli 2023 laten zij in de RES 2.0 de voortgang zien. Ook in deze fase ligt het voortouw bij de regio’s: gemeentes, provincies, waterschappen en netbeheerders. En ook nu is betrokkenheid en steun van het rijk, van bedrijven, energiecoöperaties, inwoners en maatschappelijke partners nodig. Alleen samen is het mogelijk de energietransitie verder te brengen.

Voldoende middelen en mensen

Een belangrijke voorwaarde om de ambities te realiseren is dat er voldoende middelen zijn: investeringsruimte, subsidies en procesmiddelen. Dit vraagt om een heldere koers en keuzes van het nieuwe kabinet: hoeveel mag de energietransitie kosten en wie gaat het betalen? Ook zijn er voldoende mensen in de uitvoering nodig.

Wat zijn Regionale Energiestrategieën?

De decentrale overheden hebben 30 regio’s gevormd die een Regionale Energiestrategie (RES) maken. Gemeentes, provincies en waterschappen werken in de regio’s samen met inwoners, maatschappelijke partijen, energiecoöperaties, netbeheerders en het Rijk. Het werken aan de RES vloeit voort uit het Klimaatakkoord. De gehele opgave reikt tot 2030 en uiteindelijk tot 2050.

Lees ook het bericht op de website van het Nationaal Programma RES

Klimaatdag: waterschappen willen ‘dweilen met de kraan dicht’

28 oktober 2021

Uit de Klimaatnota 2021 blijkt dat het klimaatbeleid leidt tot meer CO2-reductie, maar extra stappen nodig blijven. Waterschappen onderstrepen die noodzaak, omdat zij de gevolgen van klimaatverandering merken in het dagelijks werk. “Wij dweilen graag met de kraan dicht en nemen onze verantwoordelijkheid met hoge ambities op het gebied van duurzaamheid,” zegt Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen.



”Niet alleen de recente wateroverlast in Limburg laat zien dat extreem weer ons nu al op de proef stelt,” aldus Schoonman. “We kampen ook al jaren met droogte. En worden geconfronteerd met zeespiegelstijging, verzilting en bodemdaling. Klimaatverandering moet meer en meer leiden tot bewust ruimtegebruik. Als we Nederland op termijn veilig en bewoonbaar willen houden, moeten water en bodem leidend zijn in ruimtelijke keuzes. Niet alles kan overal. De bestemming moet het klimaat volgen. Daarom zijn wij als waterschappen uiterst ambitieus om verdere klimaatverandering te beperken. We lopen voorop om energieneutraal te worden, door energiebesparing, vermindering van broeikasgassen, duurzaam inkopen en opwek van duurzame energie.”

Energieneutraal

De waterschappen dragen volop bij aan het nationale Klimaatakkoord. Zo zetten ze zich in voor energieneutraliteit in 2025. Door de opwek van duurzame energie bij de rioolwaterzuiveringen, het inzetten van terreinen voor wind- en zonne-energie en door aquathermie: thermische energie uit oppervlaktewater en afvalwater. Waterschappen zijn één van de grootste producenten van biogas en overwegen om het biogas maatschappelijk in te zetten als groen gas. Op dit moment zijn de waterschappen al voor meer dan 40% zelfvoorzienend door eigen duurzame energieproductie.

Circulaire economie

Ook hebben waterschappen de doelstelling van een 100% circulaire economie in 2050. Waterschappen vergroten het aanbod aan hernieuwbare alternatieven door waardevolle grondstoffen terug te winnen, zoals nutriënten, cellulose, bioplastic en schoon water uit rioolwater. Tegelijk werken ze aan een strategie richting klimaatneutrale en circulaire waterschappen. Met circulaire inkoop en aanbesteding van grote projecten kan de uitstoot van C02 fors worden teruggebracht, bijvoorbeeld bij dijkversterkingen. Dat geldt ook voor verduurzaming van het rijdend materieel van de waterschappen.

Klimaatbestendig

De klimaatverandering beperken is één kant. De andere kant zijn de gevolgen die de waterschappen nu al opvangen met de toenemende weersextremen als droogte en hoosbuien. Ze investeren de komende jaren 1,8 miljard euro per jaar in onder meer het klimaatbestendiger maken van Nederland door bijvoorbeeld dijken te versterken, waterbergingen aan te leggen en voorzieningen om zoetwater vast te houden, zoals regenwaterbuffers.

Lees hier meer over de duurzame activiteiten van de waterschappen.

Groen gas uit rioolwater

13 oktober 2021

Op 12 oktober heeft waterschap Amstel, Gooi en Vecht een groengasinstallatie geopend op het terrein van de rioolwaterzuivering in het westelijk havengebied van Amsterdam. Hiermee levert het waterschap een belangrijke bijdrage aan de transitie om van fossiele brandstoffen af te komen en aan de circulaire economie.



Na het schoonmaken van rioolwater blijft zuiveringsslib over. Dit slib wordt vergist, waarbij biogas vrij komt. Biogas bestaat uit methaangas en CO2. De groengasinstallatie haalt het CO2 uit het methaangas en voegt stikstof toe aan het methaangas. Hierdoor blijft er uiteindelijk groen gas over dat dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Het is geschikt om aan het aardgasnet te leveren en kan gebruikt worden als brandstof voor (vracht)auto’s.

Vanuit kerntaak een bijdrage leveren

Sander Mager, bestuurder van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht: “De groengasinstallatie is een mooi voorbeeld hoe waterschappen rioolwater gebruiken als bron voor grondstoffen en energie. Door de productie van groen gas leveren we, vanuit één van onze kerntaken, een belangrijke bijdrage aan de energietransitie en de circulaire economie. Onze groengasinstallatie levert 5% van het Nederlandse groen gas. Deze installatie laat opnieuw zien dat water een toonaangevende rol speelt in de transitie naar een circulaire samenleving.”

Groen gas is essentieel voor de energievoorziening van de toekomst. In het Klimaatakkoord zijn ambitieuze afspraken gemaakt met groen gas partijen over de opschaling van de groengasproductie naar 2 miljard kuub. Waterschappen zijn één van de grootste producenten van biogas en overwegen om het biogas maatschappelijk in te zetten als groen gas. Een bijmengverplichting voor gasleveranciers aan de gebouwde omgeving zou deze ontwikkeling kunnen versnellen.

Energie- & Grondstoffenfabriek

Het winnen van energie en grondstoffen uit afvalwater is een belangrijk doel voor de waterschappen. De Energie- & Grondstoffenfabriek (EFGF) is een broedplaats van innovatie, samenwerking en kennisdeling Vanuit alle waterschappen zijn experts betrokken. Zo is laatst ook een challenge gestart voor het klimaatpositief zuiveren van rioolwater.

Meer informatie over de groengasinstallatie

Tweede Kamerleden bezoeken rioolwaterzuivering

8 oktober 2021

Op 8 oktober hebben Tweede Kamerleden met de portefeuille energie en klimaat een bezoek gebracht aan de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) West in Amsterdam.



De kamerleden Henri Bontenbal (CDA), Joris Thijssen (PvdA) en Farid Azarkan (DENK) kregen een rondleiding op de rioolwaterzuivering van waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Daar wordt ook biogas en groengas geproduceerd. Het bezoek was onderdeel van een breder werkbezoek over de stand van zaken van de Regionale Energiestrategieën (RES).

Duurzame energiebronnen

In de RES-en wordt in 30 regio’s intensief samengewerkt aan een aanpak voor het opwekken van duurzame energie in 2030. Ook waterschappen doen mee. Bestuursleden Dirk-Siert Schoonman en Sander Mager van de Unie van Waterschappen praatten de Kamerleden bij over duurzame energiebronnen van de waterschappen zoals biogas, groengas en aquathermie.

De rwzi als smart energy hub

Tijdens het werkbezoek werd het rapport ‘De rwzi als smart energy hub’ aan de Kamerleden overhandigd. Bij een ‘smart energy hub’ vormen de waterschappen een lokale energiegemeenschap met de bedrijven in hun omgeving. Zo zijn ze samen minder afhankelijk van het elektriciteitsnet. De Unie van Waterschappen heeft bureau Pondera de mogelijkheden laten onderzoeken. Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met de waterschappen Drents Overijsselse Delta en Vallei en Veluwe op locaties in Kampen en Harderwijk.

Waterstof

De meest verrassende uitkomst van het onderzoek is dat de rwzi een bijzonder kansrijke locatie is voor het opwekken van groene waterstof. Waterstof kan worden ingezet als duurzame brandstof voor zware werktuigen en slibtransport. De warmte kan worden benut bij de productie van biogas en groengas. Bovendien kan de pure zuurstof worden gebruikt voor beluchting in het zuiveringsproces. De helft van het energieverbruik bij de zuiveringen is nodig voor beluchting. Dit kan dus enorm veel energie besparen. Daarnaast is de verwachting dat emissie van lachgas kan worden gereduceerd.

Decentrale overheden informeren Kamerleden over Regionale Energiestrategie

2 juli 2021

30 regio’s in Nederland werken intensief samen aan een aanpak voor het opwekken van duurzame energie in 2030: de Regionale Energiestrategie (RES). Tijdens een briefing in de Tweede Kamer op 1 juli hebben de decentrale overheden Kamerleden bijgepraat over de stand van zaken.



De plannen van de regio’s zoals die er nu liggen, tellen gezamenlijk op tot zo’n 55 Terawattuur (TWh). Dat is een goed uitgangspunt voor het werken aan het doel van 35 TWh hernieuwbaar opgewerkte energie in 2030.

Aquathermie en groen gas

Namens de Unie van Waterschappen onderstreepte bestuurslid Dirk-Siert Schoonman ook voor het waterbeheer het belang van de bestrijding van de klimaatcrisis. Hij benadrukte de mogelijkheden van warmtebronnen als aquathermie en groen gas. Groot voordeel van deze warmtebronnen is dat ze geen beslag leggen op de kostbare ruimte zoals windmolens. Bovendien is het potentieel groot.

Duidelijker keuzes

In het buitenland worden deze warmtebronnen al lang en breed toegepast. Het is dan wel nodig dat het rijk duidelijker keuzes maakt voor de aanleg van warmtenetwerken en voor stimulering van deze warmtebronnen. Bijvoorbeeld door een bijmengverplichting voor groen gas voor woonwijken.

Bescherming natuur

De decentrale overheden zijn trots op wat zij tot nu toe hebben bereikt. Er zijn nog wel knelpunten. Denk aan zorgen rond de netwerkcapaciteit en bescherming van natuur en landschap. De aanwezige Tweede Kamerleden bekritiseerden vooral het gebrek aan betrokkenheid van inwoners dat op veel plaatsen wordt gevoeld.

Zorgvuldigheid

Schoonman vindt zorgvuldigheid in de uitvoering en betrokkenheid van inwoners belangrijk. Hij zei dat de structuur van de RES het beste instrument is dat we hiervoor hebben, al zal zo’n proces nooit zonder weerstand verlopen.

Financiering

Tot slot maakte Schoonman een punt over de continuïteit van de RES’en. Om de klimaatdoelen te realiseren zijn de RES’en hard nodig. Financiering tot 2022 moet daarom gegarandeerd worden.

Wat is een Regionale Energiestrategie?

De decentrale overheden hebben 30 regio’s gevormd die een Regionale Energiestrategie (RES) maken. Gemeentes, provincies en waterschappen werken in de RES’en samen met inwoners, maatschappelijke partijen, energiecoöperaties, netbeheerders en het rijk. Doel is het realiseren van hernieuwbare energie op land (35 TWh in 2030) en het zoeken naar duurzame warmtebronnen als alternatief voor het aardgas waarmee huizen en gebouwen verwarmd worden. Het werken aan de RES is één van de maatregelen die voortvloeien uit het Klimaatakkoord. De gehele opgave reikt tot 2030 en uiteindelijk tot volledige klimaatneutraliteit in 2050.

Zie ook: Website Regionale Energiestrategie

Op de foto: Het lossen van een tankwagen met reststoffen bij een biogasinstallatie op het terrein van de rioolwaterzuivering (RWZI) in Apeldoorn.

Biogas en groen gas waterschappen leveren duurzaamheidswinst op

12 maart 2021

De waterschappen kunnen met het opwekken van biogas en groen gas uit zuiveringsslib een flinke reductie van broeikasgassen realiseren. Dat blijkt uit onderzoek van Royal HaskoningDHV.



De waterschappen produceren steeds meer biogas en hebben in het Klimaatakkoord afgesproken om deze productie in de komende jaren verder op te voeren.

Duurzaamheidswinst

Uit het onderzoekt blijkt dat de duurzaamheidswinst -uitgedrukt in CO2 equivalenten- groot is en nog verder kan worden vergroot. Daarbij is een vergelijking gemaakt met de situatie dat er op een rioolwaterzuivering geen vergisting plaatsvindt. Verder zijn kansen onderzocht voor de verdere verduurzaming bij de opwek van biogas. Hierbij is onder andere bekeken in hoeverre er bij de productie van biogas methaan ontsnapt en welke maatregelen daartegen getroffen kunnen worden.

Kansen

Er liggen kansen om de reductie van broeikasgassen verder terug te dringen. Onder andere door het tegengaan van verlies van methaan in het slibvergistingsproces, de inzet van aquathermie en het afvangen van CO2. De Unie van Waterschappen stelt met de Vereniging van zuiveringsbeheerders een plan van aanpak op om die kansen zoveel mogelijk te benutten.

Bijdrage aan Klimaatakkoord

De waterschappen leveren een belangrijke bijdrage aan het Klimaatakkoord met de productie van duurzame energie. Onder andere met energie uit zon, wind en aquathermie op hun terreinen en in bedrijfsprocessen. Het leeuwendeel van de totale duurzame energieproductie wordt opgewekt op de rioolwaterzuiveringen in de vorm van biogas. Dat wordt doorgaans omgezet via Warmtekrachtkoppeling in elektriciteit voor het zuiveringsproces.

Grootste biogasproducent

Nog maar een klein deel wordt opgewaardeerd en in de vorm van groen gas geleverd aan de omgeving. Van de 315 rioolwaterzuiveringen in Nederland hebben op dit moment 70 een vergistingsinstallatie, waarmee 75 procent van het zuiveringsslib wordt vergist. Bij elkaar zijn de waterschappen één van de grootste biogasproducenten in Nederland met een productie van meer dan 130 miljoen kuub biogas per jaar. Dat is 25 tot 30 procent van de hele nationale productie.

Lees het onderzoek van Royal Haskoning DHV

7 jaar Duurzaam GWW bij de waterschappen

11 februari 2021

In 2013 maakte de waterschapssector voor het eerst kennis met de Green Deal Duurzaam GWW. In 2017 ondertekenden 100 partijen, waaronder alle 21 waterschappen, de Green Deal Duurzaam GWW 2.0. Het doel van deze green deal was ambitieus: duurzaamheid als integraal onderdeel in alle bouwprojecten. De green deal liep af op 31 december 2020. Tijd voor een terugblik.



Deze green deal is een praktische green deal die voorziet in een duurzame aanpak met 4 instrumenten om duurzaamheid in alle fases van projecten te borgen. Het potentieel dat aan duurzaamheidswinst gewonnen kan worden binnen de sector van grond-, water- en wegenbouw (GWW) is groot, ook bij de waterschappen.

Duurzaamheid in projecten

De afgelopen 7 jaren hebben de waterschappen veel gedaan en is ook veel bereikt op duurzaamheid in de projecten van de waterschappen. In steeds meer projecten werken waterschappen en bedrijven samen aan duurzame oplossingen. Ook zijn er praktische hulpmiddelen beschikbaar gekomen om duurzaamheid concreet en meetbaar te maken. De meeste waterschappen zijn voorbij de pilotfase, voor hen is het toepassen van de Aanpak Duurzaam GWW inmiddels de normale gang van zaken. De conclusie is duidelijk: in de waterschapssector is veel bereikt. Toch zijn we er nog niet.

Wat is er de afgelopen 7 jaar gebeurd?

  • De eerste Green Deal Duurzaam GWW liep van 2013-2015 en werd ondertekend door 29 partijen, waaronder de Unie van Waterschappen namens alle waterschappen.
  • Tijdens deze eerste Green Deal startten 5 waterschappen een koplopersgroep.
  • De daaropvolgende Green Deal Duurzaam GWW 2.0 (2017-2021) is door meer dan 100 partijen ondertekend, waaronder alle 21 waterschappen.
  • Vanaf 2016 werden er bij 17 waterschappen 82 medewerkers getraind als facilitator van de Aanpak Duurzaam GWW.
  • 3 waterschappen zijn inmiddels zelf gecertificeerd op de CO₂-Prestatieladder. Nog eens 5 waterschappen hebben aangegeven met de certificering te willen starten.

Lees het e-zine

Meer lezen? Bekijk het e-zine 7 jaar Green Deal Duurzaam GWW bij de waterschappen.

Bekijk Duurzaam GWW-projecten

Steeds meer waterschappen passen de Aanpak Duurzaam GWW toe in hun projecten. In de Duurzaam GWW-etalage wordt van ieder waterschap een project uitgelicht en lees je over de individuele opbrengsten en ambities.

Kom naar het webinar

Op 11 februari van 15.00 – 17.00 blikken alle ondertekenaars van de Green Deal Duurzaam GWW 2.0 tijdens een webinar terug. Met diverse gasten, waaronder keynote speaker hoogleraar Jan Rotmans.

Kom naar het webinar 4 jaar Green Deal Duurzaam GWW 2.0