Kamervragen over gevolgen onvoldoende waterkwaliteit voor vergunningverlening bouwsector

25 april 2023

Kamerleden Tjeerd de Groot, Faissal Boulakjar en Lisa van Ginneken (D66) stelden op 19 april Kamervragen over de gevolgen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor de vergunningverlening in de bouw- en infrasector. Dit deden zij naar aanleiding van het rapport van branchevereniging Bouwend Nederland over het effect van het niet halen van de KRW-doelen op vergunningverlening.

Een graafmachine aan het werk op een dijk.

Het rapport van Bouwend Nederland stelt dat de bouwsector jaarlijks 17,5 miljard euro schade ondervindt als de vergunningverlening door het niet halen van de KRW-doelen in 2027 wordt beperkt.

Geen water verplaatsen

Bouwend Nederland wijst erop dat bij onvoldoende kwaliteit van het water mogelijk geen water verplaatst mag worden, ook niet tijdelijk. Door het verplaatsen van water bestaat namelijk de kans dat de waterkwaliteit op andere plaatsen (tijdelijk) iets achteruitgaat. De branchevereniging noemt als voorbeeld dat er geen toestemming mag worden gegeven voor het tijdelijk droogpompen van een bouwput en het lozen van het water uit die bouwput. Als de bouwput niet kan worden drooggepompt, kan ook het bouwwerk zelf niet gebouwd worden.

Woningbouw en infrastructuur

Het niet behalen van de KRW-doelen heeft volgens het rapport dus ook gevolgen voor de landelijke ambities op het vlak van woningbouw en infrastructuur. De Kamerleden willen van de ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Ruimtelijke ordening weten hoe zij hier tegenaan kijken. En ze vragen de ministers om de KRW-doelen nooit af te zwakken en alles op alles te zetten om de doelen te halen in het belang van de natuur en drinkwatervoorziening.

Waterveiligheid en mobiliteit

Specifiek vragen de Kamerleden aandacht voor de bouw van keringen, dijken en dammen die zorgen voor de waterveiligheid van Nederland. Ook over infrastructuur die essentieel is voor de verduurzaming van de OV- en spoorverbindingen en binnenvaartroutes, stellen de Kamerleden vragen.

Wat vindt de Unie van Waterschappen?

Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit, maar de uitdaging is groot. Duidelijk is dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt. De waterschappen steunen daarom de oproep van Bouwend Nederland om gezamenlijk alle zeilen bij te zetten om de KRW-doelen te halen. Schoon water is cruciaal voor de natuur én voor een gezonde leefomgeving voor alle Nederlanders. Naast waterkwaliteit, zorgen de waterschappen ook voor waterveiligheid. Er wordt actief afgewogen of de inzet voor het verbeteren van de waterkwaliteit de waterveiligheid niet in gevaar brengt.

Urgentie om nu te handelen

Het rapport en de Kamervragen onderstrepen de urgentie om nu te handelen. Het voorkómen dat de slechte waterkwaliteit een tweede stikstofcrisis wordt, is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat kan voor de hele maatschappij hardere keuzes betekenen. In landbouw en ander ruimtegebruik, in toelating en uitstoot van stoffen, maar bijvoorbeeld ook in consumentengedrag.

>Kamervragen over de gevolgen van de KRW voor vergunningverlening bouwsector

Moties over waterkwaliteit aangenomen in de Tweede Kamer

4 april 2023

Op 4 april stemde de Tweede Kamer over een aantal moties over de zorgwekkende stoffengroep PFAS en de Kaderrichtlijn Water.

Een handhaver van het waterschap meet de waterkwaltiteit in de sloot

Totaaloverzicht PFAS-lozingen

De regering gaat mee in de oproep van Erik Haverkort (VVD) om voor de zomer een overzicht van de belangrijkste PFAS-emissies met de Kamer te delen. Zijn verzoek was om dit in samenwerking met de omgevingsdiensten, Rijkswaterstaat en de waterschappen te doen, om zo tot een totaaloverzicht te komen.

De waterschappen steunen deze motie. Ze weten uit ervaring hoe belangrijk het is om inzicht te hebben in wat de belangrijkste PFAS-emissies zijn en waar deze vandaan komen. De Unie van Waterschappen en de waterschappen doen zelf onderzoek naar de aanwezigheid en herkomst van PFAS in oppervlaktewater. Ook delen waterschappen hun kennis met de Omgevingsdiensten en andere bevoegde gezagen. Door meer zicht op de herkomst van deze emissies, kunnen ze er ook meer grip op krijgen.

Bronaanpak en toepassing ‘de vervuiler betaalt’ op PFAS-vervuilers

De motie van Sandra Beckerman (SP) om het principe ‘de vervuiler betaalt’ ook toe te passen op PFAS-vervuilers werd verworpen. Ook haar motie over een versterkte inzet op nationaal bronbeleid en het stoppen van lozingen en uitstoot van gevaarlijke PFAS werd verworpen.

De waterschappen onderschrijven het belang van het principe dat de vervuiler betaalt. Op dit moment betaalt de belastingbetaler de zuiveringskosten en draait het milieu op voor schade door PFAS die in de natuur belandt. De waterschappen zijn er voorstander van dat de PFAS-vervuilers hiervoor aansprakelijk kunnen worden gesteld. Daarmee worden de verantwoordelijkheid en de kosten voor het voorkómen van milieuschade neergelegd bij de vervuiler.

De waterschappen pleiten daarnaast al langer voor een totaalverbod op alle PFAS. Zij pleiten voor een bronaanpak: voorkomen dat de stoffen in het milieu komen. Bijvoorbeeld door producenten de stof te laten vervangen door een veiligere stof.

Versnelling transitie naar PFAS-vrij

Kauthar Bouchallikh (GroenLinks) roept in een aangenomen motie op tot het versnellen van de transitie naar PFAS-vrije producten in het Europese restrictievoorstel.

De waterschappen benadrukken dat volledig uitfaseren van PFAS het streven moet zijn. De waterschappen zijn voorstander van het Europese restrictievoorstel. Bijzonder aan dit voorstel is dat alle schadelijke PFAS-stoffen voor het eerst op internationale schaal in één keer verboden worden. Zo wordt voorkomen dat de ene schadelijke PFAS wordt vervangen door een andere die later ook weer schadelijk blijkt. Het voorstel biedt wel ruimte voor uitzondering van toepassingen die als onmisbaar worden gezien. Het streven is dat de restrictie nog vóór 2025 in werking treedt. De waterschappen pleiten voor een maximaal verbod en steunen daarom deze motie die de transitie naar een PFAS-vrije toekomst kan versnellen.

Verworpen: intrekken vergunningen

Een motie over het intrekken van PFAS-lozingsvergunningen werd verworpen. Frank Wassenberg en Eva van Esch (Partij voor de Dieren) stelden voor om bestaande lozingsvergunningen in te trekken en geen nieuwe vergunningen te verlenen.

De waterschappen benadrukken dat emissie van PFAS naar nul moet. Het is cruciaal dat het Europese restrictie-voorstel daarom zo breed mogelijk wordt ingevuld. Daarnaast is het voor nu belangrijk om zicht te hebben op PFAS als onderdeel van bestaande en nieuwe vergunningen. Waterschappen zijn bezig met actualiseren van vergunningen. Het is belangrijk dat alle bevoegde gezagen, waaronder waterschappen, weten welke bedrijven vergunningen voor PFAS hebben. Verantwoording vanuit de gezagen kan daarbij helpen.

Haalbaarheid KRW-doelen

Er waren op het gebied van waterkwaliteit niet alleen stemmingen over PFAS, maar ook over de Kaderrichtlijn Water (KRW). 2 moties zijn aangenomen.

Een motie van Fahid Minhas (VVD) wil dat het kabinet in beeld brengt voor welke wateren het halen van de KRW-doelen in 2027 niet realistisch is. Het kabinet zou daarover in gesprek moeten gaan met de Europese Commissie. Om zo de negatieve economische en maatschappelijke gevolgen te beperken. De waterschappen steunen de motie omdat de motie een soort ‘borg’ vraagt dat het niet bereiken van de doelen ertoe leidt dat Nederland op slot gaat. Ondertussen is het onverminderd belangrijk om de waterkwaliteit te blijven verbeteren.

Een motie van CDA-Kamerlid Harmen Krul vraagt het kabinet om een coalitie te bouwen van landen die zich verzetten tégen aanscherping en vóór flexibele toepassing van de KRW-doelen. De waterschappen delen deze algemene oproep niet en beoordelen per onderwerp en gebied waar de waterkwaliteit beter moet of kan. De waterschappen streven naar een schone leefomgeving en gezond water voor drinkwaterbereiding, landbouw, recreatie en natuur.

Waterschappen steunen aanscherping Richtlijn Prioritaire Stoffen

1 maart 2023

Op 8 maart is er in de Tweede Kamer een commissiedebat Infrastructuur en Waterstaat. Die is ter voorbereiding van de Milieuraad die op 16 maart bij elkaar komt. Tijdens het commissiedebat komt onder meer de Richtlijn Prioritaire Stoffen aan de orde. De waterschappen geven de Kamerleden een aantal aandachtspunten mee.



De Europese Commissie presenteerde eind oktober een herziening van de Richtlijn Prioritaire Stoffen voor oppervlaktewater. Er worden nieuwe schadelijke stoffen toegevoegd, en voor bestaande schadelijke stoffen worden de normen aangescherpt. Deze Richtlijn is onderdeel van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en draagt bij aan de ambities van de Europese Green Deal.

Verbetering waterkwaliteit

De herziening van de Richtlijn Prioritaire Stoffen draagt bij aan de verbetering van de chemische toestand van de waterkwaliteit. Daarom steunen de waterschappen de aanscherping van de bestaande normen en het toevoegen van nieuwe stoffen. Op basis van deze nieuwe lijst wordt namelijk per lidstaat beoordeeld of er maatregelen nodig zijn om voor de betreffende stoffen de milieukwaliteitsnormen te halen.

Vervuilende stoffen in kaart

Daarna is het de vraag hoe men de uitstoot van deze stoffen kan reduceren. Het is belangrijk om de aanwezigheid van vervuilende stoffen in het oppervlaktewater goed in kaart te brengen. Dat kan door monitoring van het oppervlaktewater en rioolwaterzuiveringen. Deze monitoring draagt beter bij aan het ‘vervuiler betaalt-principe’ en de bronaanpak van gevaarlijke stoffen.

KRW-doelen verder uit zicht

Een risico van deze aanscherping van de Richtlijn is wel dat de KRW-doelen nog verder uit zicht raken. De normen worden immers strenger en er komen nieuwe stoffen op de lijst.

Lees de inbreng
Meer over de commissievergadering

Moties aangenomen over begroting Infrastructuur en Waterstaat

7 december 2022

Op 6 december zijn in de Tweede Kamer enkele voor de waterschappen relevante moties aangenomen. Ze gaan over de Kaderrichtlijn Water, circulaire economie, en water en bodem sturend.

Politieke beschouwingen 2022

Kaderrichtlijn Water

De motie van Fahid Minhas (VVD) gaat over de Kaderichtlijn Water. Hij verzoekt de regering per regio te inventariseren welke specifieke risico’s ervoor kunnen zorgen dat de KRW-doelen in 2027 niet worden gehaald. De waterschappen staan wel achter deze motie, maar deze regionale inventarisatie gebeurt al.

Transitie naar een circulaire economie

De motie van D66-er Kiki Hagen gaat over de transitie naar een circulaire economie. Zij vraagt om een circulaire-economiewet, omdat er nu weinig sturing wordt gegeven aan het grondstoffenbeleid in de wetgeving. De waterschappen steunen zo’n wet. Maar ze willen wel beter weten wat de wet precies gaat regelen en waar het een oplossing voor is. Ook moet duidelijk worden wat de relatie is met bestaande wetgeving, zoals de Wet Milieubeheer.

Water en bodem sturend

De derde motie die is aangenomen is van Eva van Esch van de Partij voor de Dieren. Zij vraagt het kabinet om bij de uitwerking van het principe ‘water en bodem sturend’ vrijblijvendheid zo veel mogelijk te vermijden. De waterschappen zien deze motie als steun voor de inzet van de waterschappen. Ze willen echter wel dat de ambitieuze keuzes van het kabinet ook landen in een afdwingbaar kader.

Tweede Kamer maakt zich zorgen over waterkwaliteit tijdens Wetgevingsoverleg Water

23 november 2022

Op 21 november stonden verschillende wateronderwerpen op de agenda in de Tweede Kamer tijdens het jaarlijkse Wetgevingsoverleg Water. Dit is een jaarlijks overleg over de wateronderdelen van de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.



De waterschappen brachten voorafgaand aan het overleg aandachtspunten in. Tijdens het overleg werd onder andere gesproken over de Kaderrichtlijn Water, water en bodem sturend en grondwateronttrekkingen. Binnenkort wordt het volledige verslag van het Wetgevingsoverleg Water op de website van de Tweede Kamer gepubliceerd. Hieronder alvast enkele aandachtspunten en moties die tijdens het overleg zijn besproken.

Kaderrichtlijn Water

Diverse Kamerleden uitten zorgen over de waterkwaliteit en het tijdig behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Volgens D66 heeft de landbouw de sleutel in handen tot een goede waterkwaliteit. BBB en de PVV stelden dat dat vervuiling ook afkomstig is uit het buitenland. Ook vroegen verschillende partijen, waaronder GroenLinks, PvdA en SP, aandacht voor lozingen van gevaarlijke stoffen en het belang van toezicht en handhaving daarop. Daarnaast hadden leden aandacht voor de aanpak van medicijnresten in het water – en welke partijen daarin een rol zouden hebben.

De volgende moties over de KRW werden ingediend:

Grondwateronttrekkingen

De waterverdeling moet eerlijker, vinden een aantal Kamerleden. Niet alle onttrekkingen zijn vergunningplichtig. De VVD wil daarom een inventarisatie van vergunningplichtige activiteiten. D66 wilde van de minister weten of hij wil stoppen met het uitgeven van nieuwe vergunningen voor grondwateronttrekkingen. GroenLinks wil dat er minder water opgepompt wordt en dat er meer waterbergingen komen. En de ChristenUnie vindt de huidige vrijstelling van 10 kuub per uur te hoog.

De volgende moties over dit onderwerp werden ingediend:

Water en bodem sturend

Meerdere Kamerleden gaven aan het jammer te vinden dat de brief van het kabinet over water en bodem sturend er nog niet is. De VVD vroeg de minister of er al inzicht is in de gevolgen voor bouwen en het effect voor de landbouw. De PvdA wilde weten hoe de totale woningbouwopgave zich verhoudt tot het advies van de Deltacommissaris. De PvdD hoopt op keuzes en dat de KRW-doelen worden meegenomen.

Nederland rondt EU-rapportage af

29 juni 2022

Dankzij de gezamenlijke inspanning van Rijkswaterstaat en het Informatiehuis Water heeft Nederland op 28 juni 2022 de EU-rapportage over de Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 succesvol afgerond. Nederland is het eerste land dat de elektronische rapportage bij de Europese Commissie heeft ingediend.



De afgelopen jaren hebben beleidsmedewerkers, waterbeheerders en het Informatiehuis Water alle voor de Stroomgebiedbeheerplannen relevante, informatie geïnventariseerd en in het Waterkwaliteitsportaal vastgelegd.  De rapportage aan de Europese Commissie is de laatste stap in dit proces. Hiervoor moet de verzamelde informatie omgezet worden in het vereiste EU-formaat. In Nederland dragen Rijkswaterstaat en het Informatiehuis Water zorg hiervoor. 

Gegevens Kaderrichtlijn Water

De formele deadline voor de rapportage aan de Europese Commissie was 22 maart 2022. Door onder andere problemen in de EU-programmatuur voor de elektronische rapportage is het nog geen enkele lidstaat gelukt om zijn Kaderrichtlijn Water gegevens te rapporteren. Tot 28 juni, nu Nederland haar KRW-gegevens succesvol heeft gerapporteerd.

Gezamenlijke prestatie

Het Informatiehuis Water bedankt iedereen die zich heeft ingespannen voor de rapportage over Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027, in het bijzonder de waterbeheerders voor het jaarlijks actualiseren van hun gegevens voor de Kaderrichtlijn Water.

Waterschappen: Laat waterkwaliteitsdossier geen tweede stikstofdossier worden

26 november 2021

Op 1 en 2 december bespreekt de Tweede Kamer de begroting van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) voor 2022. De waterschappen vragen de Kamer aandacht te besteden aan de kwaliteit van het oppervlaktewater en aan de stikstofaanpak.

Polder landschap met weide, water en natuur- stikstof

De waterschappen maken zich namelijk zorgen. Met de huidige maatregelen worden de doelen uit de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in landbouwgebieden niet gehaald. In oktober heeft de Europese Commissie Nederland gewaarschuwd en dringend gevraagd om extra maatregelen te nemen om de doelen van de Nitraatrichtlijn te halen.

Aanvullende maatregelen

De waterschappen willen voorkomen dat het waterkwaliteitsdossier een tweede stikstofdossier wordt. Daarom zijn er aanvullende maatregelen nodig. De rijksoverheid moet daarbij haar verantwoordelijkheid voor het mestbeleid en de mest- en waterwetgeving blijven nemen. Daarnaast is het belangrijk dat alle agrarische ondernemers met de maatregelen aan de slag gaan.

Integrale aanpak nodig

De waterschappen vinden dat de stikstof- en de waterkwaliteitsproblemen allebei moeten worden opgelost. Ook voor de aanpak van de waterkwaliteitsproblemen is geld nodig. De waterschappen zijn het met de minister van LNV eens dat geld dat beschikbaar is voor de stikstofaanpak ook ingezet moet worden voor het verbeteren van de waterkwaliteit.

Lees de hele inbreng

Laat waterkwaliteit profiteren van stikstofaanpak

19 november 2021

Wetenschappers van verschillende kennisinstituten hebben gekeken wat de ecologische, ruimtelijke en sociaaleconomische effecten zijn van een gebiedsgerichte integrale aanpak van stikstof. Op 12 november heeft demissionair minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verschillende publicaties hierover aangeboden aan de Tweede Kamer.

Polderlandschap met klein gemaal

Nederland moet flinke stappen zetten om de stikstofuitstoot te verminderen en de natuurkwaliteit te verbeteren. Tegelijkertijd liggen er uitdagingen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Ook moet de waterkwaliteit in 2027 ecologisch gezond en chemisch schoon zijn.

Slim combineren

De Unie van Waterschappen pleit voor stikstofmaatregelen die bijdragen aan natuurherstel en het verminderen van stikstofuitstoot. Daarnaast zijn er maatregelen nodig om de waterkwaliteit te verbeteren, zodat de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 worden gehaald. Slim combineren is noodzakelijk.

Geen tweede stikstofdossier

Het terugdringen van de stikstofuitstoot is een uitdaging voor heel Nederland, in al zijn diversiteit in grondgebruik en bodemopbouw. Tegelijkertijd zijn voor alle landbouwgebieden maatregelen nodig om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. Zowel op zand-, klei- als veengebieden. De waterschappen willen voorkomen dat het waterkwaliteitsdossier een tweede stikstofdossier wordt.

Normen niet gehaald

De landbouw heeft de afgelopen decennia de nodige stappen gezet om de waterkwaliteit te verbeteren. Toch is in alle landbouwgebieden het oppervlaktewater nog niet schoon genoeg om in 2027 de doelen van de KRW voor de kwaliteit van het oppervlaktewater te halen. In alle landbouwgebieden voldoet de waterkwaliteit van het oppervlaktewater nog niet aan de normen voor stikstof en/of fosfor. Dat blijkt uit gegevens van het Meetnet Nutriënten Landbouw Specifiek Oppervlaktewater. Dit meetnet bestaat uit meetlocaties die alleen door de landbouw worden beïnvloed. Op de helft van de meetlocaties worden de waterkwaliteitsnormen overschreden.

Kringlooplandbouw

Daarom pleiten de waterschappen voor een complete aanpak. Naast maatregelen voor stikstof zijn er ook maatregelen en geld nodig om in 2027 de doelen van de KRW in alle landbouwgebieden te halen. Ook is het belangrijk dat stikstofmaatregelen geen negatieve gevolgen hebben voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Om de landbouw te verduurzamen naar kringlooplandbouw is veel geld nodig. Elke euro voor de stikstofaanpak moet daarbij bijdragen aan verbetering van de waterkwaliteit.

Kansen van de stikstofaanpak

Wageningen University & Research heeft een memo geschreven: ‘Kansen van de stikstofaanpak voor bet doelbereik van de KRW voor nutriënten’. Daarin staan een aantal maatregelen die volgens de universiteit helpen om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze maatregelen richten zich op het westelijk veengebied en op grote beeksystemen in Twente, de Achterhoek, de Gelderse Vallei, Oost Noord-Brabant en Limburg. Deze beeksystemen zijn aangewezen als KRW-waterlichaam en liggen in de omgeving van een Natura 2000-gebied.

Besluitvorming

De waterschappen vragen het nieuwe kabinet de inzichten uit deze memo, andere rapporten en adviezen in het kader van het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn mee te nemen in de besluitvorming over de stikstofaanpak, het mestbeleid en het waterkwaliteitsbeleid. In al deze stukken staan aanbevelingen voor een aanvullend maatregelenpakket om de waterkwaliteit te verbeteren.

Waterschappen reageren op nieuw rapport waterkwaliteit

2 juni 2022

Onderzoekers van Witteveen+Bos waarschuwen in hun rapport 'Gaat Nederland de KRW-doelen halen?' dat er mogelijk een juridische crisis kan ontstaan wanneer de waterkwaliteitsdoelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) niet worden gehaald in Nederland. De Unie van Waterschappen onderstreept de geuite urgentie in het rapport.



In het rapport wordt verwezen naar eerdere metingen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Daaruit blijkt dat minder dan 1 procent van de Nederlandse rivieren, beken en meren voldoet aan alle Europese normen. Het rapport is in lijn met de stroomgebiedbeheerplannen van de verschillende Nederlandse waterbeheerders en de Kamerbrief die minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat in november 2021 stuurde.

Gezamenlijke inspanning

Sander Mager, portefeuillehouder waterkwaliteit in het bestuur van de Unie van Waterschappen: “Het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water wordt spannend. Het gaat niet vanzelf goed komen en ook niet zonder pijn. De waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. We werken hard om de doelen van de KRW te halen, maar ook landbouw, industrie en het Rijk zijn aan zet. Een goede waterkwaliteit is haalbaar in Nederland, maar niet als we de gebruiksdruk op het water alleen maar laten toenemen.”

Probleemstoffen

In het rapport komen ook industriële lozingen aan bod. Een aantal probleemstoffen zoals zink, zilver en microplastics komen ook in het water via consumentenproducten, bouwmateriaal uit de bouw en de inrichting van de openbare ruimte. Mager: “Een structurele aanpak van dergelijke diffuse bronnen vraagt om een meer circulaire economie en soms een ander consumptiepatroon. Het rapport vraagt terecht om een bronaanpak. Dat zal geen makkelijke opgave worden, omdat we ook als consumenten daar wat van merken.”

Gezamenlijke inspanning

Volgens de Unie van Waterschappen is een gezamenlijke inspanning de voorwaarde om de KRW-doelen te halen. Mager: “We zijn blij dat het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) een belangrijke stap kan zijn om de doelen dichterbij te halen. Waterkwaliteit is naast klimaat en stikstof één van de pijlers van dit programma. Er zijn duurzame keuzes nodig, want het huidige systeem is niet houdbaar.”

> Rapport Gaat Nederland de KRW-doelen halen?

Waterkwaliteit van de kleine wateren in Nederland blijft zorgelijk: gezamenlijke aanpak nodig

18 november 2021

Het gaat nog steeds niet goed met de kwaliteit van kleine oppervlaktewateren in Nederland. Minder dan 1 op de 5 (17%) van de onderzochte wateren is van goede kwaliteit. Meer dan 80% heeft een matige tot slechte kwaliteit. Dat blijkt uit het landelijk burgeronderzoek ‘Vang de Watermonsters’.



De resultaten zijn vergelijkbaar met vorig jaar. In het onderzoek zijn ook 10 wateren geselecteerd waar het wel goed gaat met de waterkwaliteit en die positief worden beleefd door omwonenden. Deze 10 waterparels kunnen als voorbeeld dienen om meer waterparels in Nederland te realiseren.

Blinde vlekken op de kaart zetten

Het burgeronderzoek ‘Vang de Watermonsters’ is een initiatief van onder meer Natuur & Milieu, de ASN Bank en 10 waterschappen dat dit jaar voor de derde keer is uitgevoerd. Mensen in heel Nederland brachten deze zomer de waterkwaliteit in kaart van bijna 1100 kleine wateren zoals sloten, vennen, vijvers, grachten en kleine plassen. “Zo speelt ‘Vang de watermonsters’ een cruciale rol in het op de kaart zetten van deze blinde vlekken voor waterkwaliteitsbeheer”, zegt Lisette Senerpont Domis, hoofd van het Aquatisch Kenniscentrum Wageningen, een kennisteam binnen het Nederlands Instituut voor Ecologie.

Meer waterparels

Deelnemende waterschappen hebben op basis van het burgeronderzoek 10 waterparels gekozen die het beste scoorden. Het gaat om wateren met een goede waterkwaliteit en een positieve waterbeleving. Deze waterparels liggen verspreid over Nederland in zowel natuur-, bebouwde als agrarische gebieden. De gevonden waterparels laten zien dat het op veel meer plekken mogelijk is om waterparels met een rijke biodiversiteit en een goede waterkwaliteit te realiseren.

Sander Mager, vicevoorzitter Unie van Waterschappen: “Een goede waterkwaliteit is van levensbelang voor alles dat in of bij het water leeft. De waterschappen hebben de afgelopen jaren al veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Dit heeft nog niet overal effect. Tegelijkertijd laat dit onderzoek zien dat er ook wateren zijn waar het wel goed gaat met de biodiversiteit. Het is hard nodig om veel meer van deze zogenaamde ‘waterparels’ te realiseren. Daarom zoeken de waterschappen actief de samenwerking met andere betrokken partners en benadrukken we de noodzaak van een stevige aanpak aan de bron om vervuiling in sloten en plassen tegen te gaan. Dat is ook nodig om de Europese doelstellingen te halen. Eenmaal in het water, zijn deze stoffen er eigenlijk niet uit te halen.” Extra inspanningen zijn dus nodig, zoals maatregelen in het mestbeleid, wetgeving voor gewasbeschermingsmiddelen en strenger toelatingsbeleid voor stoffen.

Mix van maatregelen

De uitkomsten van het onderzoek bevestigen dat er voor het realiseren van meer waterparels een aantal maatregelen nodig is. Allereerst het maken van een goede analyse van het watersysteem. Niet elk water is immers hetzelfde en elk gebied vraagt om een specifieke oplossing. Andere maatregelen die positief bijdragen zijn ecologische inrichting van wateren en ecologisch beheer van oevers en watergangen. En uiteraard goede samenwerking met alle betrokkenen zoals gemeenten, provincies en waterschappen, maar zeker ook omwonenden, boeren, natuurbeherende organisaties en particuliere eigenaren.

Waterkwaliteit onder druk

De waterkwaliteit van de Nederlandse oppervlaktewateren staat onder druk. De belangrijkste bronnen van vervuiling die moeten worden aangepakt zijn mest, bestrijdingsmiddelen uit de landbouw en stoffen die via het rioolwater in het milieu komen zoals medicijnresten en PFAS. Het merendeel van de vervuiling komt uit eigen land. Mest en riooloverstorten hebben direct effect op de concentratie nitraat en fosfaat, het doorzicht en de diversiteit aan waterleven. Vergelijk je de gemeten waterkwaliteit uit dit en andere onderzoeken met andere Europese landen, dan bungelt Nederland onderaan de Europese lijsten.

Europese eisen voor waterkwaliteit

In 2027 moeten alle wateren in Nederland voldoen aan de Europese eisen voor waterkwaliteit (KRW). Uiterlijk in dat jaar moet al het water in Europa voldoende schoon en gezond zijn. Kleine wateren vormen samen een derde van het Nederlandse oppervlaktewater en vormen de haarvaten van het watersysteem. Ze vallen buiten de huidige verplichte metingen van waterkwaliteit. De resultaten van dit burgeronderzoek laten zien dat op basis van de gemeten parameters de waterkwaliteit in slechts 17% van de gemeten wateren goed is. Met nog 5 jaar te gaan is het een enorme opgave om de KRW-doelen te halen.

Burgeronderzoek

‘Vang de Watermonsters’ is een landelijk burgeronderzoek om de waterkwaliteit van de kleine wateren van Nederland in kaart te brengen. Deelnemers meten met een online meetkit of een uitgebreidere superkit de waterkwaliteit in een klein water in hun omgeving.

Editie 2021 is een project van Natuur & Milieu, 10 waterschappen, ASN Bank, NWB Bank, Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), Stichting Vivace, Unie van Waterschappen, FLORON / RAVON, IVN Natuureducatie, Vlinderstichting en Waterdiertjes.nl.

De tien waterschappen zijn: hoogheemraadschap van Delfland, hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, hoogheemraadschap van Rijnland, hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, waterschap Amstel, Gooi en Vecht, waterschap Brabantse Delta, waterschap De Dommel, waterschap Hollandse Delta en waterschap Vechtstromen.