Kamer neemt moties over wateronderwerpen aan

7 juli 2023

Op de laatste Kamerdag voor het zomerreces dienden verschillende politieke partijen 15 moties in tijdens het Tweeminutendebat Water. Alle moties gingen over onderwerpen die tijdens het jaarlijkse Commissiedebat water aan de orde kwamen.

grondwaterontrekkingen

Een overzicht van de moties die werden aangenomen door de Tweede Kamer:

Landelijke vergunningsplicht voor grondwateronttrekkingen

D66 kreeg een Kamermeerderheid voor een onderzoek naar een landelijke vergunningsplicht voor grondwateronttrekkingen. Als dit onderzoek positieve uitkomsten heeft, moet het kabinet daarna zo snel mogelijk een landelijke vergunningsplicht of een landelijke meldplicht voor alle grondwateronttrekkingen instellen.

In gesprek over meldplicht grondwateronttrekkingen

De Unie van Waterschappen gaat het gesprek met de 21 waterschappen aan over het instellen van een meldplicht voor grondwateronttrekkingen. Zoals in de Visie op Grondwater is aangegeven willen de waterschappen de grondwatervoorraad goed beschermen. Ook willen ze goed zicht hebben op grondwateronttrekkingen. De waterschappen nemen maatregelen om meer (grond)water vast te houden, het zicht op de onttrekkingen te verbeteren en de regelgeving waar nodig aan te scherpen.

Natuurontwikkeling bij dijkversterking

De ChristenUnie wilde met een motie bereiken dat natuurontwikkeling nadrukkelijk betrokken wordt bij dijkversterkingen. De waterschappen vinden dat een goed idee en doen dit al. Zo is een biodiversiteit grasmat ook goed voor de erosiebestendigheid van waterkeringen.

Onderzoek Chemours

Een onderzoek naar ‘nul uit de pijp’ van Chemours was de inzet van een motie van de Partij voor de Dieren. De Unie van Waterschappen is voorstander van bronbeleid: wat niet in het water komt aan gevaarlijke stoffen, hoeft er later ook niet uit. In het Kamerdebat werd aangegeven dat er een onderzoek naar dit voorstel wordt ingesteld. De Unie van Waterschappen juicht dit toe.

Medicijnresten

Tenslotte vroeg de VVD in een motie om de door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gereserveerde middelen voor de aanpak van medicijnresten in ons water sneller en effectiever in te zetten. Juist op de plekken waar de effecten van de medicijnresten het grootst zijn. De waterschappen voeren al een aantal demoprojecten uit op ongeveer 30 rioolwaterzuiveringen.

> Moties Tweeminutendebat Water

Alles over chemievrij onkruid bestrijden op OnkruidVergaat.nl

29 juni 2023

Hoe kan de Japanse duizendknoop zonder chemie worden bestreden? En welk gewasbeschermingsmiddel is toegelaten voor welke gebruiker? Zomaar een greep uit de vragen die beantwoord worden op de nieuwe Vraag en Antwoord-pagina van het portal OnkruidVergaat.nl.



OnkruidVergaat.nl biedt informatie voor groenbeheerders en tuinbezitters om chemievrij onkruid te bestrijden. Dat voorkomt vervuiling van water en bodem en beschermt het milieu.

Wetgeving

Sinds 2016 geldt een verbod voor het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen en sinds 2017 ook voor overige terreinen buiten de land- en tuinbouw. Uitzonderingen zijn specifieke terreinen (bijvoorbeeld voor sport, recreatie en spoorwegen) en specifieke soorten (bijvoorbeeld de duizendknoop). De Vraag en Antwoord-pagina biedt helderheid over de wetgeving en over wie tot welke groep gebruikers wordt gerekend (professional of particulier).

Onkruidvergaat.nl

Het portal OnkruidVergaat.nl geeft informatie over technische innovaties, actuele wetgeving, tuintips en nog veel meer. De website deelt nieuwsberichten en heeft voor elke groep gebruikers een overzicht met factsheets, handleidingen en rapporten van verschillende kennisinstituten. Daarnaast wordt er 3 tot 5 keer per jaar een digitale nieuwsbrief verzonden om tuiniers en groenbeheerders op de hoogte te houden van de actualiteiten.

> Ga naar OnkruidVergaat.nl

Waterkwaliteit

Chemische gewasbeschermingsmiddelen, ook wel bestrijdingsmiddelen of pesticiden genoemd, zijn schadelijk voor het oppervlaktewater. De waterschappen meten regelmatig de waterkwaliteit in agrarische gebieden. Op de helft van de meetlocaties worden gewasbeschermingsmiddelen in te hoge concentraties in het oppervlaktewater gevonden. Dit heeft negatieve gevolgen voor de in het water levende planten en dieren. Waterschappen moedigen daarom het gebruik van niet-chemische bestrijdingsmiddelen aan. Niet alleen door agrariërs, maar ook door andere ondernemers en particulieren.

> Meer over waterschappen en gewasbeschermingsmiddelen

Waterwoordvoerder CDA bezoekt waterschap

23 juni 2023

Eline Vedder, de nieuwe waterwoordvoerder voor het CDA in de Tweede Kamer, bracht op 23 juni een werkbezoek aan het waterschap Drents Overijsselse Delta. Daar kreeg zij een toelichting op het werk van de waterschappen.

Eline Vedder op werkbezoek bij een rioolwaterzuiveringsinstallatie.

Dijkgraaf Dirk-Siert Schoonman ontving Vedder op de rioolwaterzuivering (rwzi) in Zwolle.
Tijdens een rondleiding over de rwzi legde Schoonman het zuiveringsproces uit. Waterschappen zuiveren het rioolwater in rioolwaterzuiveringsinstallaties en daarna lozen ze het in sloten, rivieren en plassen.

Stadsdijken in Zwolle

Vedder werd ook meegenomen in een project rond waterveiligheid: de Stadsdijken in Zwolle. De Stadsdijken in Zwolle beschermen inwoners tegen water uit het Zwolle IJsselkanaal en het Zwartewater: van het industrieterrein Voorst, tot de woonwijk Holtenbroek en het landelijke Westerveld. De waterschappen willen inwoners ook in de toekomst beschermen tegen het water. Daarom versterken de waterschappen de dijken.

Werkbezoeken waterwoordvoerders

De Unie van Waterschappen nodigt nieuwe waterwoordvoerders van de politieke partijen in de Tweede Kamer altijd uit voor een werkbezoek. Dit doen ze in het waterschap van de woonplaats van de woordvoerder. De waterschappen ontvangen de waterwoordvoerders graag om hen kennis te laten maken met het waterschapswerk. Ook nemen ze de woordvoerders mee in de grote opgaven van de waterschappen. Denk hierbij aan toenemende weersextremen, het verbeteren van de waterkwaliteit en de uitvoering van de grootste dijkversterkingsopgave sinds de Deltawerken.

Onderzoek: gevolgen van afschaffing derogatie op waterkwaliteit

22 juni 2023

STOWA heeft initiatief genomen tot het maken van een inventarisatie over de mogelijke gevolgen van de afschaffing van derogatie op de waterkwaliteit. Vanaf 1 januari 2023 is de nieuwe derogatiebeschikking van kracht. Hierin wordt de uitzondering voor Nederland op de maximale mestgift tot 2026 afgebouwd. Het besluit moet ertoe leiden dat de belasting van het (grond) water met stikstof en fosfaat daalt.

Waterkwaliteit water koeien handhaver

Via de derogatiebeschikking zijn nieuwe maatregelen geïntroduceerd waaronder het afschaffen van derogatie, lagere gebruiksnormen voor het toedienen van mest, de verplichting van bufferzones en extensivering van bouwplannen. Het effect op de waterkwaliteit zal sterk samenhangen met de manier waarop agrariërs de maatregelen implementeren.

Rol van waterschappen

Het rechtstreekse handelingsperspectief van waterschappen om negatieve gevolgen van de derogatiebeschikking te beperken of te voorkomen is klein. Toch heeft het waterschap een belangrijke rol als samenwerkende partner in gebiedsprocessen. Om de negatieve effecten van de maatregelen uit de derogatiebeschikking te voorkomen, is het onder meer belangrijk om de kennisoverdracht te versterken naar de agrarische sector rondom de implementatie van de Goede Landbouwpraktijk en de Goede Ecologische Praktijk voor onderhoud van oevers en teeltvrije zones. Ook kan de inzet van eigen maatregelen voor verbetering van de waterkwaliteit waar nodig aangepast of versneld worden, gegeven de veranderende beleidscontext van het Nationaal Programma Landelijk Gebied.

Rol van agrariërs

De maatregelen uit de derogatiebeschikking hebben grote invloed op het functioneren van landbouwbedrijven. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het mogelijk is om de negatieve effecten zo te beperken dat ook de waterkwaliteit verbetert. Hiervoor zijn meerdere maatregelen inzetbaar zoals het sturen op een lager stikstofbodemoverschot, een goed slootkantbeheer, en inzet op de goede landbouwpraktijk voor bodembeheer en bemesting. De daadwerkelijke risico’s voor de waterkwaliteit hangen daarom samen met de manier waarop de agrarische sector om zal gaan met de maatregelen vanuit de derogatiebeschikking.

> Brochure: Wat betekent de afbouw van de derogatie voor de waterkwaliteit?

> Volledige STOWA rapport over gevolgen afbouw van de derogatie voor de waterkwaliteit

Delegatie uit Brussel op bezoek bij rwzi Leiden Noord

15 juni 2023

Een delegatie van de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging uit Brussel heeft op 15 juni een bezoek gebracht aan de AWZI Leiden Noord van het hoogheemraadschap van Rijnland. Het bezoek stond in het teken van de voorgestelde herzieningen van twee Europese richtlijnen: de Richtlijn stedelijk afvalwater en de prioritaire stoffenlijsten van de Kader Richtlijn Water (KRW).

Delegatie uit Brussel op bezoek bij AWZI Leiden Noord

Gastheren Sander Mager (Unie van Waterschappen) en Bas Knapp (Hoogheemraadschap van Rijnland) ontvingen onder meer de plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger Michael Stibbe.

Zero Pollution Action Plan

De Richtlijn stedelijk afvalwater is onderdeel van een pakket aan Europese voorstellen. Het gaat om modernisering van bestaande waterwetgeving in het kader van het ‘Zero pollution action plan’. Deze voorstellen heeft de Europese Commissie eind oktober gepresenteerd.

Steun voor ambities

Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “De delegatie uit Brussel is geïnteresseerd in wat de voorgestelde herziene richtlijn in de praktijk betekent voor het werk op de rioolwaterzuiveringen. De richtlijn helpt de waterschappen omdat het moet leiden tot een betere bescherming van de waterkwaliteit en de volksgezondheid. Ook steunt de richtlijn ons in onze ambitie om de zuivering van rioolwater zoveel mogelijk energieneutraal en circulair te maken.”

Schoner en gezonder water

De komende jaren verwachten de waterschappen meerdere miljarden te investeren voor schoner en gezonder water.
Sander Mager: “Duidelijk is dat een flinke impuls voor de waterkwaliteit hard nodig is. Er kan en moet nog meer gebeuren, ook van onze kant. Tegelijkertijd roepen we rijk, industrie en agrariërs op tot meer gezamenlijke inspanning voor schoner water voor mens en natuur.”

Medicijnresten 

Bas Knapp: “Rijnland heeft acht grote zuiveringen. Op de zuivering Leiden Noord hebben we al een installatie voor het verwijderen van medicijnresten. Door nu bij twee of drie andere grote zuiveringen een medicijnrestenverwijderaar te plaatsen, maken we een goede start. Dat doen we op die locaties waar medicijnrestenverwijderaars nu de meeste impact hebben. Bijvoorbeeld vanwege de kwetsbaarheid van het ontvangende oppervlaktewater of de omvang van de zuivering.” 

Voorstellen

De richtlijn schrijft voor aan welke eisen de inzameling en de behandeling van huishoudelijk rioolwater moet voldoen. Bij de herziening worden de normen voor de lozing van stikstof en fosfaat verscherpt. De Europese Commissie stelt daarbij voor om de inzameling en zuivering van rioolwater binnen een aantal jaar energieneutraal te maken.

Ook is voorgesteld de kosten voor het verwijderen van medicijnresten mede te financieren met een bijdrage van de farmaceutische industrie. Daarnaast wordt er voor alle grote rioolwaterzuiveringen een aanvullende zuivering van medicijnresten verplicht gesteld.

Waterkwaliteit centraal in commissiedebat water

8 juni 2023

Op woensdag 7 juni vond het jaarlijkse commissiedebat water in de Tweede Kamer plaats. Waterkwaliteit was het centrale thema. Veel partijen maken zich zorgen of Nederland de doelen van de Kaderrichtlijn water in 2027 gaat halen.



Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 5 juni het KRW-impulsprogramma gepubliceerd. Hier werd door verschillende partijen op gereageerd. D66 gaf aan het impulsprogramma teleurstellend te vinden. Zo staat er dat de normen voor bestrijdingsmiddelen verkend worden. Een gemiste kans volgens D66, want er is aanpak nodig in plaats van verkenning. Ook moeten de normen voor mest beter afgestemd worden op de KRW. Ook de VVD vindt het impulsprogramma niet concreet genoeg, terwijl het Rli-advies dat wel is. De minister liet weten eind juni vanuit het kabinet op het Rli-advies te reageren.

Kaderrichtlijn Water

De Partij voor de Dieren wil dat lozingsvergunningen worden herzien en dan ingetrokken als ze niet voldoen. Ook wil de partij dat toelating van gewasbeschermingsmiddelen nu echt afgestemd wordt op de KRW. De minister gaf aan dat zowel het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen als het mestbeleid afgestemd worden op de Kaderrichtlijn Water.

De ChristenUnie vindt dat de indicatoren van de KRW anders moeten en dat het ‘one out, all out’ principe moet veranderen, waarbij de waterkwaliteit als onvoldoende wordt gezien zodra één onderdeel niet voldoet aan de gestelde norm. De minister zei niet opnieuw te willen onderhandelen in Brussel en ook de KRW-meetmethode niet ter discussie te stellen. Over het laten meewegen van watervervuiling uit andere landen worden wel al gesprekken gevoerd.

De VVD wil geen tweede stikstofcrisis en vraagt de minister om een overzicht van regionale risico’s als we de doelen niet halen. De minister gaf aan dat niet heel fijnmazig aan te kunnen geven.

Grondwater

In verband met de aanhoudende droogte en de KRW-doelen vroegen veel partijen naar de mogelijkheid om beter in kaart te brengen welke grondwaterputten er zijn. Zo vroeg de VVD aan de minister hoe hij staat tegenover een meldingsplicht voor nieuwe en bestaande grondwaterputten. D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren zouden een stap verder willen gaan dan een meldingsplicht en vroegen om een vergunningsplicht voor grondwater. GroenLinks zou daarbij graag zien dat IPO en de Unie van Waterschappen samenkomen om de commercieel gebruikte grondwaterbronnen te vergunnen met een grens op capaciteit.

De minister gaf aan dat er nog geen vergunningsplicht is vanwege de grote werklast bij waterbeheerders. Het in beeld krijgen van alle grondwaterputten kan ook met een meldingsplicht. Hierbij noemt hij het initiatief van waterschap De Dommel, waarbij alle grondwaterputten voor kleinschalig gebruik gemeld moeten worden, voortvarend. De uitkomsten hiervan kunnen bepalen of deze meldingsplicht landelijk ingevoerd worden. De minister sluit zowel een meldingsplicht als een vergunningsplicht niet uit.

Vervolg

Het zomerreces van de Tweede Kamer begint op 7 juli. Nog vóór het zomerreces gaat dit debat verder in de plenaire zaal als Tweeminutendebat. Bij dit Tweeminutendebat kunnen Kamerleden moties indienen.

Waterschappen: verbetering waterkwaliteit gedeelde verantwoordelijkheid

1 juni 2023

Op 7 juni staat het jaarlijkse commissiedebat Water in de Tweede Kamer gepland. Waterkwaliteit staat daar hoog op de agenda. De waterschappen brengen daarom graag hun visie op het verbeteren van de waterkwaliteit onder de aandacht.

Waterkwaliteit water koeien handhaver

De afgelopen jaren hebben waterschappen en andere partijen veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Ten opzichte van 30 jaar geleden is er dan ook veel verbeterd. Echter, de verbeteringen gaan steeds langzamer. Het intensieve grondgebruik in Nederland zet het water onder hoge druk, terwijl klimaatveranderingmet zware regenval en langdurige hitte en droogte, steeds meer invloed heeft op de waterkwaliteit.

Samenwerken op alle vlakken

Waterschappen kunnen de KRW-doelen halen, maar ze kunnen dit niet alleen. Ook de landbouw, industrie, overheid en inwoners spelen een rol. Waterkwaliteit is in de volle breedte een optelsom van stoffen, lozingen, emissies en bronnen. Er valt niet te kiezen waar de maatregelen uitgevoerd moeten worden: alle partijen moeten verantwoordelijkheid nemen en aan de slag.

Wat waterschappen doen

Waterschappen nemen verschillende maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, zoals het aanleggen van vistrappen, het hermeanderen van beken en het herstellen van natuurlijke grondwaterstromen. Ze investeren ook in betere rioolwaterzuivering. Desondanks kunnen waterschappen met deze investeringen niet alle vervuilende stoffen, zoals PFAS, uit het water verwijderen. Alleen inzetten op zuivering is dus niet de oplossing.

Om meer inzicht en grip te krijgen op vervuilende stoffen, investeren waterschappen in een goede samenwerking bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. De vergunningen voor directe lozingen zijn actueel. Voor indirecte lozingen werken waterschappen graag samen met gemeenten en omgevingsdiensten.

Deltaplan Agrarisch Waterbeheer onderdeel van gebiedsprocessen

De belangrijkste probleemstoffen zijn nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Samen met onder meer de agrarische sector werken de waterschappen samen om de waterkwaliteit en -kwantiteit te verbeteren, met behoud van een perspectiefvolle bedrijfsvoering. Dit gebeurt onder andere in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). Waterschappen adviseren om het DAW op te nemen in de gebiedsprocessen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Op deze manier kunnen er meer maatregelen genomen worden die bijdragen aan waterkwaliteitsdoelen, zonder dat het NPLG het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.

De vervuiler betaalt

Waterschappen zien steeds meer schadelijke stoffen in het water. Wereldwijd worden er jaarlijks meer dan 20 miljoen nieuwe chemische stoffen geregistreerd. Deze stoffen eindigen vroeg of laat in het water en de bodem. Waterschappen doen hun best om het water zo goed mogelijk te zuiveren, maar de producenten van chemische stoffen dragen ook een verantwoordelijkheid. Door de kosten voor het voorkomen van milieuschade bij de producenten neer te leggen, krijgen zij de verantwoordelijkheid hiervoor. Hierbij is de ketenaanpak medicijnresten een voorbeeld van gedeelde verantwoordelijkheid die ook op andere stofgroepen kan worden toegepast.

Reactie op Rli-rapport

In het rapport ‘Goed water goed geregeld’ doet de Rli aanbevelingen voor een aanscherping van het Nederlandse beleid gericht op de Europese Kaderrichtlijn Water. Waterschappen herkennen de problemen die de Rli benoemt en steunen het advies om alle grondwateronttrekkingen in kaart te brengen. De Brabantse waterschappen beginnen hiermee door alle kleine onttrekkingen te monitoren.

Het Rli-rapport benadrukt dat water en bodem leidend moeten zijn bij ruimtelijke keuzes. Keuzes die bepalen hoe we veilig kunnen wonen en werken in een laaggelegen delta, maar ook hoe succesvol we omgaan met waterkwaliteit, droogte en klimaatverandering.

> Lees de uitgebreide reactie waterschappen op Rli-rapport

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen

Juiste implementatie van maatregelen nodig voor verbetering waterkwaliteit agrarisch gebied

30 mei 2023

Op 1 juni staat in de Tweede Kamer het commissiedebat Mest gepland. De waterschappen willen dat de commissieleden aandacht vragen voor een goed beheer van bufferstroken en onderbouwing van de effectiviteit ervan. Ook vragen ze de commissieleden om minister Adema van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) te wijzen op de win-win situatie die ontstaat als instrumenten uit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer worden ingezet in het Nationaal Programma Landelijk Gebied.

boerderij met weiland en sloot in vogelvluchtperspectief

Effectiviteit van bufferstroken

Per 1 maart 2023 zijn bufferstroken verplicht. Een bufferstrook is een strook langs een sloot waarop geen mest mag worden gebruikt volgens de nieuwe regeling van het ministerie van LNV. De intentie is dat deze bufferstrook de waterkwaliteit verbetert en daarnaast bijdraagt aan biodiversiteit. Maar in de huidige regeling van LNV is geen aandacht voor het beheer van de bufferstrook. Terwijl dit belangrijk is om afspoeling van nutriënten te voorkomen. Een bufferstrook zonder gewas of plantengroei leidt tot meer afspoeling naar het oppervlaktewater en daarmee tot een verslechtering van de waterkwaliteit. Het beheer van de bufferstrook bepaalt voor een groot deel de effectiviteit van bufferstroken. Hierin schiet de regeling van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nu tekort.

Onderbouwing van de maatregel

Daarnaast zijn er in de praktijk veel vragen over de uitvoering van bufferstroken. Voor het draagvlak van de regeling is het belangrijk dat de effectiviteit van bufferstroken uitlegbaar is voor de verschillende grondsoorten en wat het afschalen van bufferstroken betekent voor de effectiviteit. Afhankelijk van de grootte van het landbouwperceel kan een bufferstrook namelijk kleiner worden. Bij het invoeren van een regeling is het van belang om ook een onderbouwing van de maatregel te geven.

Nutriënten verontreinigde gebieden

Een ander punt waar de waterschappen aandacht voor vragen is het ontbreken van fosformaatregelen in de derogatiebeschikking. Derogatie is een verruiming van de hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest die volgens de Europese Unie op het land mag worden uitgereden. In de derogatiebeschikking staat dat er nutriënten verontreinigde gebieden aangewezen moeten worden. De maatregelen die eraan gekoppeld zijn gaan alleen over het verminderen van nitraat en niet over fosfor in het oppervlaktewater. Dat is een gemis omdat in een groot deel van Nederland fosfor boven de norm voorkomt. Het is daarom noodzakelijk om ook maatregelen gericht op het verminderen fosfor op te nemen in nutriënten verontreinigde gebieden.

Deltaplan Agrarisch Waterbeheer

In het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) wordt met agrariërs gewerkt aan waterkwaliteit en het agrarisch waterbeheer. Door DAW-instrumenten ook in te zetten in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) ontstaat er wat de waterschappen betreft een win-winsituatie. Het bereik van het DAW wordt groter en het NPLG hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Dit draagt allemaal bij aan de waterkwaliteitsdoelen en klimaatdoelen en geeft invulling aan het addendum van het 7e Nitraat Actieprogramma.

>lees de volledig inbreng van de waterschappen voor het commissiedebat

Tweede Kamer spreekt met waterschappen over funderingsschade

26 mei 2023

Op 25 mei vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over funderingsproblematiek. Door onder andere dalende grondwaterstanden hebben steeds meer huiseigenaren schade door verzakkingen. Het aanpakken van de funderingen van huizen om verzakking tegen te gaan is erg duur. Dirk-Siert Schoonman van de Unie van Waterschappen sloot aan bij het rondetafelgesprek om deze problematiek te bespreken.

Huis aan water

Als het grondwaterpeil langere tijd lager dan normaal is, kan dit leiden tot funderingsschade. In Nederland is de huiseigenaar hiervoor financieel verantwoordelijk. Er zijn verschillende oorzaken voor funderingsschade. Zo kan het grondwater te laag zijn door te veel onttrekkingen, door te weinig regenval of door te weinig aanvoer van water via de rivieren. Ook het kunstmatig laag houden van het peil van het oppervlaktewater kan een oorzaak zijn van funderingsschade.

Verantwoordelijkheid funderingsschade

Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid Unie van Waterschappen: “Op dit moment ligt de verantwoordelijkheid voor funderingsschade bij de huiseigenaar. De praktijk laat zien dat er echt te weinig handelingsperspectief is voor die huiseigenaar om hier zelf iets aan te doen. Daarom hebben de gezamenlijke overheden een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat mensen niet met de vingers tussen de deur komen.”

Gezamenlijke aanpak vereist

Een landelijke gezamenlijke aanpak is belangrijk omdat het praktische onmogelijk is om per specifiek geval te bekijken waar de mogelijke oorzaak ligt. Het Nationaal Programma Aanpak Funderingsproblematiek voorziet hierin. Er is ook een landelijk loket waar woningeigenaren met funderingsschade zich kunnen melden en waar ze passende hulp krijgen: het landelijk kenniscentrum aanpak funderingsproblematiek. De deelnemers van het rondetafelgesprek noemden dit programma en kenniscentrum vaak.

Beslissen over peil oppervlaktewater

De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het peilbeheer. Daarom werd er tijdens het rondetafelgesprek ook, door onder meer Laura Bromet (GroenLinks) en Hans Nijboer (PvdA), gewezen naar de waterschappen. De waterschappen nemen via een democratisch proces besluiten over het gewenste peil van het oppervlaktewater. In dit proces wegen ze verschillende belangen en behoeften in een gebied af. Het peil van het oppervlaktewater heeft invloed op de grondwaterstanden.

Geen kraantje om grondwater te regelen

Schoonman: “Door droogte of onttrekkingen in een gebied kan de grondwaterstand dalen, de waterschappen hebben dan geen kraantje om grondwater aan te vullen. Dat kan alleen indirect via de peilen van het oppervlaktewater. In geval van droogte is daar vaak niet voldoende water beschikbaar om waterstanden te verhogen. Met dalende grondwaterstanden en geen handelingsperspectief voor ons als waterbeheerder als gevolg.”

Voorkomen is beter dan genezen

Daarom vindt de Unie van Waterschappen het belangrijk dat in eerste plaats de oorzaak van de schade wordt aangepakt. Schoonman: “De oorzaak van dit probleem is niet helemaal weg te nemen: bij extreme droogte zullen grondwaterstanden blijven zakken en huizen staan nu eenmaal waar ze staan. We kunnen wel voorkomen dat er teveel water onttrokken wordt en schade in de toekomst beperken door goed naar de bodem te kijken voordat erop gebouwd wordt. Maak het water en -bodemsysteem leidend bij het bepalen waar je gaat bouwen: bouwen op een slappe bodem wordt afgeraden. En door water en bodem sturend te laten zijn voor de ruimte kunnen we meer doen.”

>Standpunt funderingsschade door grondwaterstanden

Kamervragen over adviesrapport Rli ‘Goed water goed geregeld’

22 mei 2023

Vorige week overhandigde de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur het adviesrapport ‘Goed water goed geregeld’ aan het kabinet. Tweede Kamerleden van de VVD, Fahid Minhas en Thom van Campen stellen vragen over het rapport aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Waterschapper voert waterkwaliteitsmeting uit in het water met meet apparatuur. Op de kant staat een tweede waterschapper om de gegevens te noteren.

In dit advies doet de raad aanbevelingen voor een aanscherping van het Nederlandse beleid gericht op de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).

Knelpunten en urgentiebesef

Minhas en Van Campen vragen de minister of hij zich herkent in de knelpunten en conclusies die in het rapport naar voren komen. En wat de grootste uitdagingen zijn in het huidige KRW-beleid om te kunnen voldoen aan de KRW-doelen van 2027. Ook zijn de leden benieuwd naar verkenning van mogelijke uitzonderingen op de KRW-doelen en vragen ze hoe de minister een tweede stikstofcrisis gaat voorkomen. Tot slot wordt de minister gevraagd hoe hij het urgentiebesef om de KRW-doelen te halen gaat vergroten en hoe hij erop gaat toezien dat alle partijen hun rol pakken.

De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft 3 weken de tijd om de vragen te beantwoorden.

>Lees alle vragen aan de minister

Wat vinden de waterschappen?

De waterschappen zien in het Rli-rapport een hernieuwde oproep om gezamenlijk alle zeilen bij te zetten om de KRW-doelen te halen. Het rapport benadrukt de urgentie van de uitdagingen waar Nederland op het vlak van waterkwaliteit voor staat. Waterschappen en andere partijen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Maar de verbeteringen lijken te stagneren, het is duidelijk dat de grenzen van het water- en bodemsysteem zijn bereikt.

Nu maatregelen nemen

Het is cruciaal om maatregelen niet uit te stellen maar nu te nemen. Dat het land anders op slot gaat, is niet uit te sluiten. De waterschappen is er alles aan gelegen om te voorkomen dat dit een tweede stikstofcrisis wordt. Het voorkómen daarvan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat betekent harde keuzes die ook pijn kunnen doen.

Verhogen kwaliteit waterzuivering

Waterschappen hebben, via stimuleringsregelingen en in aanloop naar de herziening van de Richtlijn stedelijk afvalwater, de handschoen opgepakt om de kwaliteit van de waterzuivering te verhogen. De komende jaren verwachten de waterschappen daarom meerdere miljarden te investeren in schoner en gezonder water.

Waterschappen blijven zich inzetten

Deze nieuwe Europese richtlijn is een ontwikkeling met verstrekkende gevolgen voor de waterschappen. Met nieuwe grootschalige toepassing van nieuwe zuiveringstechnieken en krappe deadlines, waarvan nog onduidelijk is hoe haalbaar ze zijn. Duidelijk is wel dat een flinke impuls voor de waterkwaliteit hard nodig is en de waterschappen zich daarvoor blijven inzetten.

>Eerste reactie van de waterschappen op Rli rapport