Versnellingsprogramma Lachgasreductie officieel van start

25 maart 2024

Op 22 maart heeft de Commissie Waterketens en Emissies (CWE) van de Unie van Waterschappen unaniem ingestemd met de sectorbrede aanpak voor reductie van lachgasemissies. De commissie heeft opdracht gegeven om het vier jaar durende landelijke sectorbrede Versnellingsprogramma Lachgasreductie uit te voeren.

versnellingsprogramma-lachgasreductie

In oktober 2022 is in de Ledenvergadering van de Unie de Strategische Visie ‘Op weg naar Klimaatneutraliteit’ vastgesteld. In deze strategische visie staat dat de waterschappen streven naar een reductie van 50% van de emissie van lachgas in de afvalwaterzuivering in 2030 en naar klimaatneutraliteit in 2035. De reductie van de emissie van lachgas is een belangrijk onderdeel, omdat lachgas een sterk broeikasgas is (265 keer sterker dan CO2). Lachgas (distikstofoxide of N2O) komt vrij bij rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) als gevolg van het microbiële proces. Dit maakt dat de emissie van lachgas zo’n 60 procent uitmaakt van de totale CO2-footprint.

Flinke opgave

De reductie van lachgas is een flinke opgave. Het versnellingsprogramma heeft als doel om de werkelijke emissie van lachgas vanuit rwzi’s vast te stellen. En om nog beter inzicht te krijgen in reductiemogelijkheden en deze toe te gaan passen op deelnemende rwzi’s.

Versnellingsprogramma Lachgasreductie

Alle 21 waterschappen hebben met elkaar afgesproken om deel te nemen aan het Versnellingsprogramma. Er zijn rwzi’s geselecteerd om de onderzoeken en maatregelen uit te kunnen voeren. Vanwege deze collectieve aanpak om de doelen te realiseren heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) subsidie ter beschikking gesteld. Als onderdeel van een packagedeal voor de uitvoering van de Visie Klimaatneutraliteit is € 8 miljoen beschikbaar voor het Versnellingsprogramma Lachgasreductie voor 2024-2028. Daarmee is het Versnellingsprogramma Lachgasreductie onderdeel van het strategisch partnerschap tussen het ministerie van EZK en de Unie van Waterschappen voor de realisatie van de klimaat- en energiedoelen in Nederland.

Effecten

Het beoogde effect van het versnellingsprogramma omvat:

  • Het verder vergroten van noodzakelijke kennis en inzicht over de vorming van lachgas;
  • Vaststellen emissie van lachgas vanuit rioolwaterzuiveringsinstallaties op basis van metingen;
  • Formuleren van reductiemaatregelen;
  • Concrete reductie van lachgas.

Programmateam

De VvZB (Vereniging van ZuiveringsBeheerders) gaat de regie voeren over het programma, in samenwerking met STOWA en de Unie van Waterschappen. De aanpak om de geformuleerde doelen en resultaten te bereiken gebeurt via drie werksporen: Inzicht (spoor 1), Reductie (spoor 2) en Speelveld (spoor 3). De sporen hangen nauw met elkaar samen. Binnen elk spoor is een fasering aangebracht van voorbereiden, uitvoeren, analyseren en opleveren eindproducten.

Er is een programmateam samengesteld met daarin een programmamanager en een trekker voor elk spoor. Om de collectieve aanpak te bevorderen, komen de leden van het team van verschillende waterschappen en de Unie. Daarnaast zal ook het Community of Practice (CoP) Lachgas een belangrijke rol vervullen in de uitvoering van het programma als platform om informatie en ervaringen te delen en de opgedane kennis te borgen.

Terugblik op de Commissie Waterkeringen van 22 maart

26 maart 2024

Op 22 maart vergaderde de Commissie Waterkeringen (CWK) van de Unie van Waterschappen over onder meer het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), de uitbreiding van de Richtlijn Overstromingsrisico’s en de gewijzigde Trajectaanpak.

links een rivier, rechts een fietspad achter een dijk

Financiering op korte en middellange termijn en voorfinanciering

Een deel van de CWK-leden heeft behoefte aan besluitvorming op de korte termijn om extra middelen toe te voegen tussen 2030 en 2036. Dit zodat de productie niet vertraagt. Een ander deel van de leden heeft meer tijd nodig om besluitvorming binnen hun waterschap voor te bereiden en heeft behoefte aan meer houvast zodat de aanpak van het HWBP verbetert.

De leden van de CWK spreken af om in mei een extra bijeenkomst te organiseren over de extra middelen op middellange termijn. In de tussentijd omarmen de leden de HWBP-special tijdens de ledenvergadering van 12 april, en werken enkele bestuurders mee aan een algemeen verhaal dat iedereen in hun algemeen bestuur kan gebruiken.

Werkplan ‘toekomstgericht HWBP’ en evaluatie Waterwet

De CWK-leden zijn verheugd te horen dat er al meer is gebeurd in het kader van het werkplan dan in de stukken te vinden is. Uit de evaluatie van de Waterwet blijkt dat alle wensen passen binnen de kaders van de wet. Daarom roept de CWK op om bij de evaluatie van de subsidieregeling ook goed te kijken naar zaken als voor-/nacalculatie en de projectgebonden bijdrage. Het is tijd om dat de komende twee jaar te regelen en de discussies af te ronden.

Kadernota

De CWK adviseert dat de kadernota alle opties nog open laat voor besluit over de ontwerpprogrammering in november. Dan is er meer duidelijkheid over de extra financiering op middellange termijn. De kadernota laat dat in deze vorm toe. Er wordt een extra CWK-bijeenkomst gepland voor advisering over de ontwerpprogrammering.

Uitbreiding Richtlijn Overstromingsrisico’s

De CWK stemt in met de uitbreiding van de Richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR) met gebieden met een potentieel significant overstromingsrisico (zogeheten C-, D- en F-gebieden). Een uitbreiding van de gebieden in de ROR heeft impact op de rapportage, niet op het beleid van de Nederlandse overheden. Nederland kan profiteren van beter inzicht in het beleid van bovenstroomse landen.

Verdere besluiten

De gewijzigde Trajectaanpak is vastgesteld. De reactie voor de bestuurlijke consultatie voor Integraal Riviermanagement is aangenomen met de aanvulling dat er aandacht gevraagd wordt voor de zorgen van waterschappen over bodemerosie. Het landelijk jaarverslag en jaarrekening muskus- en beverratten is vastgesteld.

Dijkwerkersdag 2024

Op donderdag 28 maart organiseert het HWBP de jaarlijkse Dijkwerkersdag, voor en door dijkwerkers. Met een terugblik op tien jaar HWBP en een vooruitblik naar de uitdagingen van nu en de toekomst.

> Lees meer over de Dijkwerkersdag

Nieuwe wet introduceert aangescherpte richtlijnen voor stemtellingen bij verkiezingen

22 maart 2024

Deze week heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel goedgekeurd dat nieuwe richtlijnen introduceert voor de uitslagprogrammatuur die stembureaus bij verkiezingen gebruiken. De programmatuur wordt ingezet om het aantal stemmen per kandidaat en per lijst te berekenen, evenals blanco en ongeldige stemmen. Op basis hiervan kan de Kiesraad de uitslag van de verkiezingen vaststellen.

illustratie van Eerste Kamer met blauwe stoelen en leden, erachter een skyline van een stad en op voorgrot een papier met 'Wetgeving' erop

Nieuwe apparatuur bij alle verkiezingen

Met de goedkeuring van dit wetsvoorstel wordt het verplicht om de apparatuur te gebruiken bij de vaststelling van de verkiezingsuitslag. De Kiesraad wordt verantwoordelijkheid voor het beheer. Deze regelgeving is van toepassing op verkiezingen van de waterschappen, maar ook van het Europees Parlement, de Eerste en Tweede Kamer, de Provinciale Staten en gemeenteraden.

Voor de waterschappen zijn de nieuwe richtlijnen voor het eerst van toepassing bij de verkiezingen van 2027. De Unie van Waterschappen informeert haar leden op een later tijdstip via een ledenbrief over de inhoud van de wetswijziging.

> Lees meer over het goedgekeurde wetsvoorstel

Decentrale overheden willen snel aan tafel bij formatie

21 maart 2024

Op 20 maart debatteerde de Tweede Kamer over het eindverslag van informateur Kim Putters en werd gesproken over de mogelijkheden van het vormen van een ‘programkabinet’. In het eindverslag schrijft Putters dat onder meer decentrale overheden betrokken moeten worden bij de uitwerking van een hoofdlijnenakkoord. De voorzitters van de koepels van decentrale overheden onderstrepen dit en willen graag zo snel mogelijk aan tafel.



De nieuwe fase van de kabinetsformatie met de eerste inhoudelijke onderhandelingen tussen PVV, VVD, NSC en BBB begint vandaag onder leiding van de nieuwe informateurs Elbert Dijkgraaf en Richard van Zwol. De koepels van de decentrale overheden, VNG, IPO en Unie van Waterschappen, benadrukken dat het hierbij belangrijk is om gemeenten, provincies en waterschappen vroegtijdig te betrekken, omdat zij onmisbaar zijn voor het aanpakken van de grote maatschappelijke opgaven in Nederland.

Maatschappelijk kabinet

Volgens de koepels van de decentrale overheden biedt de aanpak om te werken met een hoofdlijnenakkoord en een programkabinet kansen. “Er kan meer ruimte ontstaan om hoofdlijnen in deelakkoorden of afspraken uit te werken, waarbij gemeenten, provincies, waterschappen, bedrijven, uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke organisaties betrokken zijn,” aldus Sharon Dijksma, voorzitter van de VNG. “Het is hoogtijd voor een maatschappelijk kabinet.“

Haalbaar en uitvoerbaar in de regio

“De grote maatschappelijke opgaven vragen om veel regionale uitvoeringskracht. Daarom is het belangrijk dat de gemeenten, provincies en waterschappen vroeg aan tafel zitten om te zorgen dat ambities ook daadwerkelijk haalbaar zijn in de praktijk,” vult Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen aan. “Daarnaast is voor thema’s als de woningbouwopgave en de transitie van het landelijk gebied de gebiedskennis van de decentrale overheden essentieel om te komen tot uitvoerbare plannen. En het is nu tijd voor actie!”

Alles komt samen in de ruimte

“Alle grote opgaven vragen in de uitvoering om voldoende ruimte. Denk aan woningbouw, energietransitie en de transitie van het landelijk gebied. De oplossingen liggen op dezelfde vierkante kilometer. Decentrale overheden kennen hun gebieden het beste, en kunnen slimme keuzes maken over het combineren van opgaven in de ruimte. Benut dat, want decentrale overheden zijn onmisbaar in de uitvoering!” zegt Jaap Smit, voorzitter van het Interprovinciaal Overleg (IPO).

Zo snel mogelijk aan tafel

IPO, VNG en Unie van Waterschappen willen daarom graag aanschuiven bij de formatie wanneer deze inhoudelijke thema’s en de doelen en kaders op tafel komen. “Een goed begin is het halve werk,” aldus Van der Sande. De VNG, IPO en Unie van Waterschappen hebben een gezamenlijke inzet richting de formatie opgesteld ‘Naar een agenda voor Nederland’.

> Lees meer: ‘Naar een agenda voor Nederland’

Projectenkalender Waterschapsmarkt 2024-2025 geeft markt en overheden inzicht in waterschapsprojecten

20 maart 2024

Op woensdag 20 maart lanceert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) de Projectenkalender Waterschapsmarkt 2024-2025, in opdracht van de werkgroep Samenwerking Waterschapswerken (SWW). De kalender geeft marktpartijen, overheden en waterschappen onderling een overzicht van komende projecten van de waterschappen. Dit draagt bij aan de juiste match van vraag en aanbod van onder meer materieel, capaciteit en kennis.



Waterschap Woensdag

De lancering van de Projectkalender staat gepland op Waterschap Woensdag. Op deze dag is ook de Aqua Nederland-vakbeurs, waar diverse thema’s rond de samenwerking tussen waterschappen en de markt aan bod komen.

748 projecten in beeld

De Projectenkalender Waterschapsmarkt brengt 748 projecten in beeld die de 21 waterschappen en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) verwachten voor de periode 2024-2025. Bij de projecten staan onder meer een projectomschrijving, de beoogde contractvorm en de verwachte periode van uitvoering. Daarvan zijn er 641 aangemerkt als werken en 107 als diensten. De totale verwachte bouwsom van deze inventarisatie bedraagt 2,8 miljard euro.

Trends

Opvallend is de toename van projecten rond rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s). Met een geraamde bouwsom van bijna 875 miljoen euro nemen deze een derde van het totaal voor hun rekening. De toename houdt verband met de grote opgave op het gebied van waterkwaliteit, zoals de eisen vanuit de Kaderrichtlijn Water. Een andere opvallende trend zit in de toegepaste contractvormen. Ruim 40 procent van het werkvolume wordt met bouwteams en raamcontracten op de markt gezet. In 2020 was dit nog minder dan een kwart.

Meer inzicht

De jaarlijkse Projectenkalender zorgt voor transparantie op de markt en ondersteunt de dialoog tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers, passend bij de marktvisie De waterschapsmarkt van de toekomst. Het biedt marktpartijen meer zicht op de komende projecten van de waterschappen. Daarmee kunnen ze betere besluiten nemen over de benodigde investeringen in materieel, capaciteit en kennis. Ook kunnen opdrachtgevers onderling hun programma’s en projecten afstemmen.

Concurrerende opdrachtgevers

Waterschappen concurreren met andere opdrachtgevers, zoals drinkwaterbedrijven en opdrachtgevers in de infrasector. De brede vraag naar capaciteit onderstreept het belang om goed zicht te hebben op de aankomende projecten. Voor de 21 waterschappen biedt de Projectenkalender inzicht in de mogelijke pieken van gelijksoortige projecten, omdat ze deze bijvoorbeeld gelijktijdig willen aanbesteden. Door dit inzicht en de onderlinge afstemming kunnen waterschappen voorkomen dat er pieken ontstaan waardoor aanbestedingen (mogelijk) mislukken.

Samenwerkingsverband

De werkgroep SWW is een samenwerkingsverband van diverse waterschappen, de Unie van Waterschappen, het HWBP en brancheverenigingen van bedrijven die werken in de waterschapswereld, zoals aannemers en ingenieursbureaus. Het EIB heeft in opdracht van deze partijen een inventarisatie gemaakt van de projecten die de waterschappen nu in voorbereiding of aanbesteding hebben. De Projectenkalender is niet compleet of absoluut, maar maakt vooral inzichtelijk welke opgaven en welk volume de waterschappen de komende jaren in de markt denken te zetten.

Projectenplatform

De SWW werkt aan de ontwikkeling van een online Projectenplatform. In de toekomst kunnen waterschappen in deze digitale omgeving hun projecten het hele jaar door aanmelden, wijzigen en inzien. Op het platform komt ook een totaaloverzicht van alle projecten in een actuele, gebruiksvriendelijke Projectenkalender.

> Bekijk hier het rapport van de Projectenkalender 2024-2025

> Of download de volledige projectenlijst

Waterschappen: samen naar een natuurinclusieve leefomgeving

De Unie van Waterschappen heeft haar steun uitgesproken voor de Agenda Natuurinclusief 2.0. Dit initiatief heeft als ambitie natuur en menselijke activiteiten harmonieus te laten samengaan in Nederland. Waterschappen steunen deze beweging omdat water en natuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Een natuurinclusieve inrichting draagt bij aan een goede waterkwaliteit en een klimaatrobuust watersysteem. En dat watersysteem is andersom nodig voor gezonde natuur.



Natuurinclusieve leefomgeving

De agenda richt zich op het versterken van de zeventig procent niet-beschermde natuur van Nederland, waarin we leven, wonen, werken, reizen en recreëren. Dit omvat natuur in weilanden, achtertuinen, recreatiegebieden zonder beschermde Natura2000-status en bedrijventerreinen. Het doel is om tegen 2050 een natuurinclusieve leefomgeving te realiseren.

Robuust en toekomstgericht

“Natuur en waterbeheer zijn nauw met elkaar verbonden”, zegt dagelijks bestuurder Els Otterman van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, die namens waterschappen is aangesloten bij de agenda. “Een leefomgeving die rekening houdt met de natuur en dus natuurinclusief is, draagt bij aan verschillende doelen van de waterschappen. Zoals aan het verbeteren van waterkwaliteit van sloten, meren en rivieren. Een manier om dat te doen is door te zorgen dat stoffen die de waterkwaliteit verslechteren niet meer in het water terechtkomen. Denk hierbij aan PFAS en verschillende nutriënten. Daarnaast doen de waterschappen veel aan klimaatadaptatie, zoals het beter bergen van water in de bodem bij droogte of wateroverlast. Dit alles maakt ons watersysteem robuuster en toekomstgericht.”

Wat kunnen de waterschappen doen?

Waterschappen werken op hun eigen terreinen aan het versterken van een natuurvriendelijke omgeving, maar kijken ook verder. Met een ‘blauwgroen’ netwerk van 17.500 kilometer aan waterkringen en 225.000 kilometer aan watergangen hebben ze veel mogelijkheden om bij te dragen aan een robuuste natuur. De waterschappen kunnen met hun blauwgroene netwerk bijdragen aan het verbinden van versnipperde natuur. Dit sluit goed aan bij de Agenda Natuurinclusief, waarin het juist draait om initiatieven van onderop.

Samenwerking en aansluiting

De Agenda Natuurinclusief is een publiek-private samenwerking tussen overheden en bedrijven, maatschappelijke organisaties en instellingen. Waterschappen hebben ruime ervaring met deze vorm van samenwerken, bijvoorbeeld in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Om een natuurinclusieve samenleving te bereiken, is het cruciaal om bij elkaars plannen aan te sluiten, elkaar te steunen en te helpen waar nodig. Verschillende initiatieven moeten goed met elkaar verbonden zijn.

De waterschappen helpen dan ook graag mee aan het vervolg van de agenda om te bekijken hoe de doelen ervan zoveel mogelijk kunnen worden geïntegreerd in reeds lopende plannen voor een toekomstgerichte leefomgeving. Uitgangspunt daarbij is dat inrichting en gebruik aansluiten bij de draagkracht van het water- en bodemsysteem. Dat levert direct winst op voor de natuur.

> Bekijk de reactie van de waterschappen op de Agenda Natuurinclusief 2.0

Waterschappen zien kansen in ingediende maatregelen voor landelijk gebied

19 maart 2024

Op dinsdag 19 maart debatteerde de Eerste Kamer over het toekennen van het budget voor het transitiefonds. Het ging hierbij om de financiering van maatregelen om de transitie in het landelijk gebied en dus ook natuurherstel te realiseren. De provincies hebben allerlei maatregelen voor ingediend. De waterschappen zien kansen om slimme combinaties te maken die ook gunstig uitpakken voor het waterbeheer en zijn blij dat daar nu een stap richting realisatie is gezet.

brede sloot in weiland met koeien

De Unie van Waterschappen hoopt op een toekenning van de gelden uit het transitiefonds voor de ingediende maatregelen. Veel van die maatregelen kunnen namelijk een positieve bijdrage leveren aan het verbeteren van de waterkwaliteit en het watersysteemherstel. Waterschappen willen daarom graag aansluiten bij de gebiedsgerichte aanpak van het Nationaal Programma Landelijk Gebied en zien mogelijkheden om de eigen opgave te koppelen aan de eerste maatregelen en maatregelpakketten die door de provincies zijn ingediend.

Kansen voor waterkwaliteit

De meeste kansen liggen erop het terrein van de waterkwaliteit en bestaan uit maatregelen zoals grootschalig beekdalherstel. Helaas zijn de maatregelen voor grootschalig beekdalherstel in de provincies Utrecht en Limburg bij een eerste toetsing afgekeurd. Dit zorgt voor vertraging. KRW maatregelen kunnen niet wachten bovendien heeft de minister hierover afspraken gemaakt heeft met Brussel. De Unie maakt zicht er sterk voor om de beekdalen alsnog geprioriteerd te krijgen. De Unie van Waterschappen heeft de maatregelpakketten geanalyseerd en komt tot de conclusie dat 30% van de maatregelpakketten een grote potentie heeft om een directe bijdrage te leveren aan waterdoelen en ruim de helft van de maatregelen indirect kan bijdragen aan waterdoelen.

Concrete maatregelen

Concreet gaat het om maatregelen gericht op grootschalig beekdalherstel door alle zandprovincies en het verbeteren van waterkwaliteit bijvoorbeeld door projecten zoals levendige boerensloot (provincie Utrecht). Maar ook de toekomstbestendigheid van het water en bodemsysteem door bijvoorbeeld projecten zoals Bodem als Basis (provincie Zuid-Holland) en groen blauwe dooradering. Waterschappen hebben financiële middelen gereserveerd voor voor deze ‘meekoppelkansen’.

Wat is het transitiefonds?

In het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied zijn de twaalf provincies door het Rijk verzocht om per 1 juli 2023 ieder een Provinciaal Programma Landelijk Gebied op te stellen, waarin zij gevraagd zijn om op hoofdlijnen hun aanpak te schetsen. Daarnaast hebben de provincies samen met gemeenten, waterschappen en het Rijk gerichte maatregelenpakketten ontwikkeld. Deze pakketten richten zich op verbetering van waterkwaliteit, bevordering van biodiversiteit, klimaatadaptatie en het stimuleren van duurzame landbouw.

Met het indienen van de Provinciale Programma’s Landelijk Gebied en de eerste maatregelpakketten is een belangrijke basis gelegd voor de gebiedsgerichte aanpak. Het kabinet heeft besloten om 1,28 miljard euro te reserveren voor de financiering van de maatregelpakketten. De Tweede Kamer heeft dit begrotingsvoorstel op 15 februari aangenomen. Op 27 februari wordt het voorstel in de Eerste Kamer besproken. Als de Eerste Kamer het voorstel aanneemt dan kunnen provincies maatregelpakketten aanvragen. Deze aanvragen moeten uiterlijk 1 april ingeleverd worden bij het Rijk. 

Waterschappen vragen aandacht voor inrichtingsmaatregelen in bijeenkomst Eerste Kamer ‘water en bodem sturend’

18 maart 2024

Op dinsdag 19 maart organiseert de Eerste Kamer een deskundigenbijeenkomst over de sturende rol van water en bodem in ruimtelijke plannen. De waterschappen brachten hun standpunten onder de aandacht bij de Commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO).

bouwterrein nieuwbouwhuizen

Water is geen belang maar een gegeven

Water wordt door sommige partijen neergezet als een belang dat moet worden afgewogen tegen andere belangen zoals een ondernemersbelang of woningbouw. Maar water is geen belang in de zin dat het kan worden genegeerd of elders kan worden opgelost, schrijven de waterschappen in hun inbreng. Het is een fysiek gegeven. In welke mate we er hinder of juist profijt van hebben, is grotendeels een ruimtelijk vraagstuk.

Deltacommissaris Co Verdaas: “De watersector heeft eeuwenlang alles kunnen leveren wat de samenleving nodig had. Nu moeten we naast water afvoeren ook water vasthouden. Als je daarvoor het oppervlaktewater uitbreid of het grondwaterpeil verhoogt, dan kun je andere dingen niet meer doen. Dan heb je het dus ook over ruimtelijke ordening en het vestigingsklimaat op de langere termijn.”

Grenzen watersysteem bereikt

Waterschappen stellen dat de grenzen van het watersysteem zijn bereikt. Dat bleek ook weer met de hoogwaterpieken van afgelopen winter. Inmiddels is de bodem zo ver gedaald en zijn de weersvoorspellingen zo veel extremer dan vroeger, dat bewoners er niet meer vanuit kunnen gaan dat pompen en gemalen droge voeten garanderen. Bovendien vragen wisselende periodes van hevige neerslag en langdurige droogte in combinatie met oprukkende verzilting om meer ruimte om water vast te houden. Als die ruimte tevens wordt bestemd voor woningbouw, dan kan dit alleen met extra inrichtingsmaatregelen.

Leefbare en toekomstbestendige woonomgeving

Als water en bodem sturend zijn, werkt de geschiktheid van een bouwlocatie door in de grondexploitatie en daarmee in haalbare verkoopprijzen van woningen. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een gelijk speelveld ontstaat. En dat kan alleen maar worden bereikt als inrichtingsmaatregelen niet langer afhangen van de bereidheid van de projectontwikkelaar om ze in te passen. Borging van de sturende rol van water en bodem in ruimtelijke plannen is uiteindelijk in het belang van de leefbaarheid en toekomstbestendigheid van onze woonomgeving.

> Lees de volledige inbreng van de waterschappen

Drinkwaterbedrijven en waterschappen: nieuw kabinet, kom in actie rond water

Op maandag 18 maart hebben de waterschappen en drinkwaterbedrijven hun actieprogramma ‘Water in actie’ richting een nieuw kabinet gepresenteerd. In dit actieprogramma roepen zij een nieuw kabinet op samen met hen aan de slag te gaan met het beschermen van de (drink)watervoorraden en de zorg voor voldoende ruimte voor water.

waterwoordvoerders nemen petitie Water in Actie in ontvangst

Zekerheden onder druk

Waar schoon drinkwater en droge voeten door veel Nederlanders worden gezien als vanzelfsprekendheden, staan deze ‘zekerheden’ onder druk. De opgaven rond waterbeschikbaarheid en de waterkwaliteit zijn groot. Dit betekent dat de drinkwaterbedrijven en de waterschappen niet in hun eentje de garantie kunnen geven dat er altijd voldoende, schoon water is in Nederland.

Water in actie

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Om te werken aan het beter vasthouden van water en het beschermen van de drinkwaterbronnen hebben we ook de andere overheden nodig. We willen samen met een nieuw kabinet onze schouders zetten onder deze opgaven, die een gezamenlijke verantwoordelijkheid vragen. Gezond, schoon en voldoende water is immers een essentiële randvoorwaarde voor veel pilaren van bestaanszekerheid.”

Pieter Litjens, voorzitter van de Vewin: “Zonder gezond, schoon en voldoende water geen goede volksgezondheid, geen voedselzekerheid, geen veiligheid, geen welvaart. Als het nieuwe kabinet de waterschappen en drinkwaterbedrijven ondersteunt bij hun taken om schoon en voldoende water te garanderen, en te zorgen dat altijd lekker en gezond drinkwater vanzelfsprekend blijft, kunnen ze hun belangrijke bijdrage blijven leveren aan een gezond en veilig Nederland.”

Kwaliteit en beschikbaarheid water onder druk

In ’Water in actie’ geven de drinkwaterbedrijven en de waterschappen aan wat zij zelf aan de problematiek willen gaan doen de komende jaren. Zo gaan ze water steeds beter vasthouden, drinkwatervoorziening zoveel mogelijk veiligstellen en investeren in betere zuiveringsinstallaties. Van der Sande: “We lopen hierbij alleen wel tegen de grenzen van onze mogelijkheden en bevoegdheden aan. Voor de ruimtelijke ordening en voor wetgeving hebben we het Rijk nodig.”

Voor de drinkwaterbedrijven is het belangrijk dat het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023 – 2030 een succes wordt. Litjens: “We maken dit samen met provincies en Infrastructuur en Waterstaat en het moet leiden tot échte actie van betrokken overheden en oplossingen voor de knelpunten die er zijn en dreigen.”

Ruimte reserveren voor water

Ook pleiten de drinkwaterbedrijven en waterschappen ervoor om voldoende ruimte te reserveren voor water en drinkwaterbronnen beter te beschermen. Ook vragen zij een nieuw kabinet om in te zetten op een strengere bronaanpak met het oog op de waterkwaliteit. Een bronaanpak vanuit de gedachte ‘wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit’ is daarom iets waar de waterschappen en drinkwaterbedrijven al jaren voor pleiten. Een strenger stoffenbeleid moet worden verankerd in wetgeving, waarbij wettelijke verboden op schadelijke stoffen worden ingezet als uiterst middel, om zo de volksgezondheid te beschermen.”

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen en Pieter Litjens, voorzitter van de Vewin roepen het kabinet op tot actie rond water.

Samenwerken

Het ‘Water in actie’-programma is echter niet alleen een wensenlijst, maar ook een uitgestoken hand naar een nieuw kabinet. Zo zien waterschappen en drinkwaterbedrijven veel mogelijkheden om samen te werken met een nieuw kabinet. Met waterbeheermaatregelen kan er namelijk ook versneld natuurherstel worden gerealiseerd.

> Bekijk het Water in Actiepamflet

Waterschappen willen waterweerbaarheid hoger op Europese agenda

20 maart 2024

Op dinsdag 12 maart heeft een brede coalitie van Europese belangenorganisaties een brief gestuurd naar de Europese Commissie. Ze spreken hierin hun teleurstelling uit over het uitstellen van het Water Resilience Initiative (WRI). Ook de waterschappen en drinkwaterbedrijven onderstrepen de boodschap dat waterbeschikbaarheid hoger op de Europese agenda hoort te staan.

blauwe vlaggen met logo van EU (cirkel met sterren)

Brede coalitie

Organisaties vanuit het bedrijfsleven, de watersector, de wetenschap en agrarische sector ondertekenden de brief. Naast de Europese koepels waar de Unie van Waterschappen lid van is, zoals EurEau, Water Europe en SGI Europe, zijn dat bijvoorbeeld Copa Cogeca (agrarische sector) en AmCham (bedrijfsleven) en Danks Industrie.

Waterweerbaarheid versterken

Het WRI zou eigenlijk op 12 maart worden gelanceerd, maar is van de politieke agenda geschrapt. Het initiatief had als doel om de waterweerbaarheid in de Europese Unie (EU) te versterken. Bijvoorbeeld door grensoverstijgende samenwerking tussen Europese lidstaten op het gebied van waterbeschikbaarheid te stimuleren. En door de transitie van het watersysteem, om de gevolgen van weersextremen beter op te kunnen vangen, hoger op de Brusselse agenda te plaatsen.

Grensoverstijgende oplossingen

De waterschappen ondersteunen het versturen van de brief. De Rijn, Maas, Schelde en Eems monden uit in Nederland. Dat betekent dat ontwikkelingen in de landen waar deze rivieren doorheen stromen van invloed zijn op de waterkwaliteit en -kwantiteit in Nederland. Dit vraagt om grensoverstijgende oplossingen. Met de uitvoering van de Green Deal heeft de EU in de afgelopen vijf jaar al een poging gedaan om het milieu, inclusief water en bodem, beter te beschermen. Maar de waterschappen en drinkwaterbedrijven merken dat dit nog niet voldoende is.

Luzette Kroon, bestuurslid van de Unie van Waterschappen: “Water moet hoger op de Europese politieke agenda om recht te doen aan de urgentie en het integrale en grensoverstijgende karakter. Vooralsnog richt de EU zich voornamelijk op waterkwaliteit met de Kaderrichtlijn Water. Terwijl toenemend extreem weer ook steeds meer impact heeft op de waterbeschikbaarheid en leefbaarheid in Europa.”

Waterweerbaar Europa

Op Europees niveau is actie nodig om de toekomst van het watersysteem en drinkwatervoorziening in Europa te garanderen. Een transitie van het waterbeheer en het beter vasthouden van water zullen de duurzame inpassing van de drinkwatervoorziening op langere termijn vergemakkelijken. “Europa moet waterweerbaar worden”, aldus Kroon. “Werk het WRI alsnog uit in Europees waterbeleid en richt dit voornamelijk op de uitdagingen binnen het thema waterbeschikbaarheid.”

> Lees meer over het besluit over het WRI