Klimaatbestendig bouwen als het nieuwe normaal

16 september 2021

Klimaatbestendig bouwen als het ‘nieuwe normaal’ voor de bebouwde omgeving. Dat is het motto van het advies van deltacommissaris Peter Glas aan de ministeries van Binnenlandse Zaken (BZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Vooral bij grootschalige nieuwbouwlocaties is dit hét moment om problemen in de toekomst te voorkomen.

huizen-aan-het-water

De Deltacommissaris adviseert om voldoende ruimte voor waterberging te realiseren en hierin breder te kijken dan het plangebied alleen. De inbreng van waterschappen is hierin onmisbaar.

Kosten zijn te overzien

De kosten voor klimaatadaptief bouwen lijken in een eerste verkenning te overzien: 300 tot 800 euro per woning en 35.000 tot 340.000 per hectare. De Deltacommissaris signaleert dat maatregelen achteraf 4 tot 5 keer duurder uitvallen. Hij adviseert om deze kosten beter in beeld te brengen en mee te nemen in de grondexploitatie.

Sturende rol waterbeheerders

In het advies vraagt de Deltacommissaris het ministerie van BZK om de regie te nemen, en daarin samen te werken met het ministerie van IenW, de regio’s en de partners in het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. De adviezen van de waterbeheerders, zoals de waterschappen, moeten een meer sturende rol krijgen. Dat maakt eventuele aanpassingen van bouwplannen in een vroeg stadium mogelijk.

Lokaal en regionaal maatwerk

Het verankeren van klimaatadaptatie in bouwopgaven is lokaal en regionaal maatwerk. De Deltacommissaris vraagt het rijk om kaders te stellen door landelijke doelen te formuleren en prestatieafspraken te formuleren. Ook moet het rijk helpen door kennis en innovaties te delen.

Grote opgave

De Unie van Waterschappen herkent zich in de aanbevelingen van de Deltacommissaris. Klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving is een grote opgave, ook voor de waterschappen.

Wateroverlast Limburg

Het advies komt op een moment waarop politieke keuzes gemaakt moeten worden over grote woningbouwprojecten. Het sluit naadloos aan op conclusies uit een verkenning op klimaatadaptatie in grootschalige nieuwbouwlocaties die de Unie van Waterschappen met beide ministeries, provincies, gemeentes en de Deltacommissaris uitvoert. De wateroverlast in Limburg van afgelopen zomer onderstreept het belang ook nog eens.

Gedetailleerd advies

In november komt Glas met een gedetailleerder advies. Daarin legt hij uit hoe de betrokken partijen rekening kunnen houden met langetermijngevolgen van klimaatverandering en een versnelde zeespiegelstijging. Ook vertelt hij hoe het water- en bodemsysteem hierin meer sturend kan zijn.

Zie ook: Waterschappen: ‘Bouw huizen op klimaatbestendige plekken’

Eerste stap richting nieuwe meetmethode microplastics uit kleding

Bij het maken, dragen, wassen en drogen van synthetische kleding komen microplastics vrij, alleen hoeveel en hoe is nog onduidelijk. De ontwikkeling van een nieuwe meetmethode is een grote stap op weg naar minder milieuvervuiling en mogelijke gezondheidseffecten door microplastics uit kleding. Op 14 september presenteerde TNO een adviesrapport.

Twee glazen flessen met water uit een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) staan op een metalen vloer in een industriële omgeving. De linkerfles bevat troebel, vuil water en de rechterfles bevat helder, gezuiverd water. De foto illustreert het verschil tussen ongezuiverd en gezuiverd afvalwater.

Het adviesrapport gaat over de ontwikkeling van een nieuwe methode om te meten waar en wanneer microplastics uit kleding vrijkomen. TNO schreef dit advies in de vorm van een voorstel voor een vervolgonderzoeksprogramma. Dit deden ze in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het stakeholdernetwerk ‘Iedereen draagt bij’, waar de Unie van Waterschappen deel van uitmaakt. Dit netwerk werkt samen aan het verminderen van het vrijkomen van microplastics uit kleding.

Watermonsters vergelijken

Het TNO rapport is een eerste stap in de ontwikkeling van de nieuwe meetmethode. Het voorstel is om de meetmethode te testen in verschillende situaties (het maken en wassen van kleding en het zuiveren van rioolwater) door watermonsters te vergelijken. Hiermee kan in de toekomst onderzocht worden hoeveel plastic er wanneer vrijkomt in water. Door deze methode wordt in beeld gebracht welke maatregelen de grootste impact hebben op het verminderen van microplastics uit kleding.

Minder microplastics voor beter water

De waterschappen worden zowel in hun rol als waterkwaliteitsbeheerder en als zuiveringsbeheerder geconfronteerd met plastic zwerfvuil en microplastics in oppervlaktewater en rioolwater. Voor een groot deel worden microplastics door rioolwaterzuiveringen eruit gehaald, maar niet alles. Het verminderen van microplastics uit synthetische kleding zorgt ervoor dat nog minder microplastics op de rioolwaterzuivering of in het milieu terechtkomen.

Microplastics vind je niet alleen in kleding. Waar kun je microplastics nog meer vinden? Bekijk de infographic

Kamerleden stellen vragen over verbetering waterkwaliteit

22 maart 2022

Tijdens het wekelijkse Vragenuurtje in de Tweede Kamer stelde Tjeerd de Groot (D66) vragen over een mogelijke watercrisis in Nederland. Aanleiding voor zijn vragen was een artikel in NRC over het langzame tempo van de verbetering van de waterkwaliteit.



De Groot wilde weten of Nederland een watercrisis riskeert als het in 2027 niet kan voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Nederland lijkt het slechtste jongetje van de klas: we staan onderaan de tabel van landen die de waterkwaliteit goed op orde hebben. Hij vroeg zich af wat het kabinet gaat doen om te voorkomen dat Nederland weer op slot gaat zoals in de stikstofcrisis.

Herstel kost tijd

Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat verblijft in het buitenland. Daarom reageerde staatssecretaris Vivianne Heijnen. Volgens haar moet Nederland vol aan de bak met de waterkwaliteit. Het gaat al beter en we gaan volgens haar voldoen aan de Kaderrichtlijn Water (KRW) omdat Nederland alle maatregelen neemt. De doelen van 2027 zullen we misschien niet halen, omdat herstel ook tijd kost: als je een maatregel neemt om de waterkwaliteit te verbeteren, is dat soms niet direct zichtbaar.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

De Groot vroeg verder wat het kabinet doet met gemeenten die onvoldoende maatregelen treffen. Heijnen benadrukte dat waterkwaliteit een gezamenlijke verantwoordelijkheid is.

Veel meten

Eva van Esch van de Partij voor de Dieren wilde van Heijnen weten hoe het komt dat we al 22 jaar bezig zijn om de waterkwaliteit te verbeteren, maar dat toch maar 1 procent van de wateren op orde is. De staatssecretaris antwoordde dat we in Nederland veel meten. Dan krijg je andere uitkomsten. Een land dat niet of weinig meet, krijgt het label ‘goed’. Dat geeft een vertekend beeld.

Belemmering economie

Chris Stoffer van de SGP wilde daarop weten of onze norm niet te strak is in vergelijking met Europa. Heijnen zei dat de minister daar nog met een antwoord op komt. Ten slotte vroeg Fahid Minhas van de VVD hoe we voorkomen dat de economie wordt belemmerd als we niet voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Heijnen antwoordde daarop dat het risico niet zo groot wordt ingeschat en in ieder geval geen landelijk probleem wordt.

Rol waterschappen

De waterschappen brengen regelmatig bij de Kamer onder de aandacht hoe de KRW-doelen gehaald kunnen worden.

> Artikel NRC: Nederland riskeert watercrisis in 2027

Vewin en Unie van Waterschappen roepen Eurocommissaris Timmermans op PFAS te verbieden

14 september 2021

Vewin en de Unie van Waterschappen hebben Frans Timmermans opgeroepen in de hele EU alle PFAS- stoffen te verbieden. Dat deden zij in een gesprek met het kabinet van de uitvoerend vicevoorzitter van de Europese Commissie op 14 september.



De enige manier om PFAS aan te pakken en uit te faseren, is aanpak aan de bron. Eenmaal in het water of in de bodem, zijn de stoffen lastig om te verwijderen. Het moet daarom zoveel mogelijk voorkomen worden dat PFAS in het milieu terecht kan komen, vinden Vewin en de Unie. Daarom pleitten ze in het gesprek met Lukas Visek van het kabinet van Timmermans voor een totaalverbod op PFAS-stoffen.

Verbod op niet-noodzakelijke toepassingen

Nederland heeft met een aantal landen recentelijk een verbod voor niet-noodzakelijke toepassingen voorgesteld, en werkt nu aan het uiteindelijke voorstel hiervoor. Sinds 2020 werkt Nederland daarin samen met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen. Doel is om het gebruik van PFAS aan banden te leggen en het milieu en de gezondheid te beschermen. Alle niet-noodzakelijk schadelijke PFAS-stoffen, zo’n 6.000 in totaal, gaan voor het eerst in één keer verboden worden. Dat maakt dit voorstel het meest uitgebreide en complexe verbod tot nu toe. Wel biedt het voorstel ruimte voor uitzondering van toepassingen die als onmisbaar worden gezien.

Niet ver genoeg

Vewin en de Unie zijn blij met deze actie van deze lidstaten, maar vinden het niet ver genoeg gaan. Ze pleiten nadrukkelijk voor een totaalverbod op PFAS.

3 belangrijke principes

De Europese Commissie publiceerde in mei van dit jaar het zero pollution action plan. Daarin geeft de Commissie aan dat het milieuvervuiling wil voorkomen, die aan de bron gaat aanpakken en ervoor gaat zorgen dat de vervuiler ervoor betaalt. De VEWIN en de Unie willen deze 3 belangrijke principes van het EU-milieubeleid ook strikt toegepast zien op het reguleren van PFAS-stoffen.

Europese aanpak belangrijk

Het is belangrijk een verbod op PFAS-stoffen Europees te regelen. Chemische stoffen zoals PFAS worden op EU-niveau gereguleerd via de REACH-wetgeving . Deze wetgeving gaat over toelating en restricties. Nederland ligt bovendien aan het eindpunt van onder meer de Maas en de Rijn, waarin deze stoffen ook aangetroffen worden.

PFAS schadelijker dan gedacht

Een advies van het Europese Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA) van september 2020 stelt dat de PFAS-stoffen nog schadelijker zijn dan eerder gedacht. Dat onderbouwt de noodzaak van extra maatregelen bovenop het eerdere voorstel. Het RIVM adviseert om de totale hoeveelheid PFAS die mensen gedurende hun leven binnenkrijgen via voedsel en drinkwater verder omlaag te brengen.

Dweilen met de kraan open

Internationale bronaanpak is hiervoor de beste aanpak. Anders is het dweilen met de kraan open. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, zijn aan de slag met het advies van EFSA. Vewin en de Unie roepen de Commissie op om dit in Europees verband te behandelen. De relevante wetgeving is immers Europees. Het is ongewenst dat ieder land voor zich de nieuwe inzichten vertaalt in eigen beleid.

Nieuwe manier voor vaststelling verkiezingsuitslagen

22 maart 2022

Op 22 maart heeft de Tweede Kamer de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen aangenomen. Dit wetsvoorstel wijzigt de Kieswet en introduceert een nieuwe manier voor de vaststelling van verkiezingsuitslagen. Wat betekent dat voor de waterschapsverkiezingen van 2023?



De nieuwe procedure moet de uitslagvaststelling transparanter en beter controleerbaar maken. Ook kunnen fouten in het telproces snel gevonden en hersteld worden .

Waterschapsverkiezingen

Dit wetsvoorstel heeft een paar belangrijke gevolgen voor de waterschapsverkiezingen op 15 maart 2023.

Centraal tellen

Met dit wetsvoorstel wordt voor de gemeentes juridisch geregeld dat zij centraal mogen tellen. Tot nu toe is dat maar voor bepaalde gemeentes toegestaan op basis van een experimentenwet. Centraal tellen houdt in dat alle uitgebrachte stemmen naar één plek worden gebracht waar de stemmen geteld worden. Dat is anders dan de huidige situatie: de stemmen worden nu op het stembureau geteld.

Verlenging termijn

De termijn tussen de dag van stemming en het aftreden van zittende leden van het gekozen orgaan wordt verlengd van 8 naar 14 dagen. Voor de waterschappen betekent dit dat het ‘oude’ algemeen bestuur een week langer in functie blijft.

Bedrijfsgebouwde zetels

Het wetsvoorstel voorziet ook in aanpassing van de manier waarop de categorie gebruikers van bedrijfsruimten in het algemeen bestuur van een waterschap worden benoemd. De Kamer van Koophandel draagt nu nog de waterschapsbestuurders voor ter benoeming. Die taak wordt overgenomen door VNO-NCW en MKB Nederland.

Eerste Kamer

Nu de Tweede Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen, buigt de Eerste Kamer zich over het wetsvoorstel.

Waterschapsdag: rioolwaterzuivering is meer dan een wasserette

De rioolwaterzuivering is belangrijk voor de volksgezondheid in Nederland, maar heeft inmiddels veel meer functies. Bijvoorbeeld als Energiefabriek of als goudmijn voor big brown data. Hoe ziet de rioolwaterzuivering van de toekomst eruit en wat vraagt dit van de waterschappen? Deze vraag stond centraal tijdens de Waterschapsdag op 21 maart.

Unie-voorzitter Rogier van der Sande spreekt op de Waterschapsdag 2022

De Waterschapsdag van de Unie van Waterschappen is de relatiedag voor de waterschappen en hun politiek-bestuurlijke netwerk in Den Haag. Dit jaar was het centrale thema: de maatschappelijke meerwaarde van de rioolwaterzuivering.

Randvoorwaarde voor gezond leven

Rogier van der Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen, focuste in zijn jaarrede op het belang van schoon water. “Er sterven wereldwijd meer mensen aan vervuild water dan aan oorlogen, conflicten en natuurrampen. Dat blijkt uit het rapport ‘The Geography of Water Challenges’ van het Planbureau van de Leefomgeving. De toegang tot schoon water is een randvoorwaarde voor een gezond leven.”

Groen gas

Tijdens de Waterschapsdag kwam aan bod dat de rioolwaterzuivering van de toekomst veel meer functies kan hebben dan alleen het zuiveren van het rioolwater. “De rioolwaterzuivering is meer dan een wasserette. Met het opwekken van biogas op onze rioolwaterzuiveringen zijn de waterschappen een van de grootste producenten van biogas in Nederland”, zei Van der Sande. “Steeds vaker zetten waterschappen het biogas om in groen gas om het te leveren aan de omgeving. Dat is zeker gezien de actuele situatie steeds belangrijker. We dragen zo ook bij aan het onafhankelijk worden van Russisch gas. We zijn als waterschappen hard op weg zelfvoorzienend en klimaatneutraal te worden. Ook winnen we schaarse grondstoffen terug uit rioolwater en zuiveringsslib. Denk aan struviet, het duurzame alternatief voor kunstmest.”

Niet naar de teststraat, wel naar de wc

Ook de buitenwereld ziet steeds beter de meerwaarde van de rioolwaterzuiveringinstallatie. In de strijd tegen het coronavirus is de rioolwaterbemonstering een belangrijke graadmeter voor de verspreiding van dit virus. Want: niet iedereen gaat naar de teststraat, maar iedereen gaat wel naar de wc. Door coronadeeltjes in het rioolwater op te sporen, kan vroegtijdig worden gesignaleerd hoe het virus zich verspreidt. Naast virusdeeltjes bevat rioolwater nog veel meer andere big brown data.

Rioolwaterbemonstering

Ana Maria de Roda Husman van het RIVM vertelde bijvoorbeeld over mogelijkheden om met rioolwaterbemonstering informatie op te halen over medicijngebruik, gezondheidsindicatoren en drugsgebruik. Hoogleraar ethiek Neelke Doorn sprak over de ethische dilemma’s die hierbij komen kijken.

Identiteitsvragen

Behalve dat waterschappen ook over die ethische dilemma’s moeten nadenken, krijgen ze ook steeds meer te maken met identiteitsvragen. Juist omdat de rioolwaterzuiveringen allerlei andere maatschappelijke functies kunnen vervullen. Van der Sande: “Worden we ook energie- en grondstoffenproducent? Worden we databeheerder? En is de zuivering van nu opgewassen tegen alle opgaven die er zijn? Daar moeten we ook kritisch naar durven kijken en durven investeren.”

Niet wachten op Brusselse wetgeving

Volgens Sander Mager, portefeuillehouder waterkwaliteit bij de Unie van Waterschappen, is het belangrijk dat de waterschappen de komende jaren aan de slag gaan met deze vragen en hierbij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. “Er zijn misschien problemen die op dit moment groter zijn dan de waterkwaliteit, zoals klimaatverandering, de luchtkwaliteit en de afname van de biodiversiteit. Maar als waterschappen zijn we van de waterkwaliteit en is dat dus onze focus. We moeten niet proberen voor elke stof een norm te formuleren en dan daar krampachtig op gaan sturen, maar naar het totale watersysteem kijken. Hierin moeten wij zelf het voortouw nemen en niet Brusselse wetgeving afwachten.”

Verslag van de Waterschapsdag 2022

> Meer over de (on)mogelijkheden van de rioolwaterzuivering in magazine Het Waterschap

Decentrale overheden hebben zorgen over uitvoerbaarheid Wet open overheid

14 september 2021

Op 28 september behandelt de Eerste Kamer de Wet open overheid. Deze wet geldt ook voor de decentrale overheden, waaronder de waterschappen. Samen met gemeentes en provincies geven zij de senaat een aantal inzichten mee voor het debat.



De decentrale overheden ondersteunen de komst van de Wet open overheid (Woo). Deze wet is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Ze moeten straks documenten in 11 informatiecategorieën openbaar maken. Daarom zijn ze daarmee hard aan het werk. Toch hebben ze zorgen of alles haalbaar is.

Tijdige aansluiting op systemen

De vroegst mogelijke ingangsdatum van de Woo is 1 mei 2022. Het Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI) wordt het verplichte platform om documenten openbaar te maken. De decentrale overheden maken zich zorgen of dit platform op 1 mei 2022 voldoende is ontwikkeld. Er is nu nog geen aansluitstrategie op PLOOI. Kunnen de overheden wel tijdig worden aangesloten? En is het vanaf 1 mei mogelijk om informatiecategorieën via PLOOI actief openbaar te maken?

Kosten onduidelijk

Vanwege de onduidelijkheden rondom PLOOI is het voor de decentrale overheden lastig om de juiste voorbereidingen te treffen. Daarnaast is onduidelijk welke kosten ermee gemoeid zijn.

Kritisch kijken

De decentrale overheden vragen de Eerste Kamer daarom om kritisch te kijken naar de uitvoerbaarheid van de Woo op korte termijn. Ook vragen ze de Eerste Kamer om de minister van Binnenlandse Zaken te verzoeken om helderheid te geven over de zorgpunten rondom PLOOI.

Beeld: Pexels

Waterschappen werken mee aan wereldwijde toegang tot water

16 maart 2022

Op 30 maart staat in de Tweede Kamer een hoofdlijnendebat Buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking gepland. De waterschappen hebben de Kamerleden geïnformeerd over hun internationale activiteiten.



Klimaat en water stoppen niet bij de grens, het zijn mondiale vraagstukken. De impact van klimaatverandering stelt landen wereldwijd voor vergelijkbare en steeds urgentere uitdagingen in het waterbeheer. De waterschappen delen daarom hun kennis met landen waar het waterbeheer grote uitdagingen kent. Dit doen zij onder andere via het internationale programma de Blue Deal, in samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hierin werken zij in 15 landen samen aan voldoende, schoon en veilig water.

Regionale overheden ondersteunen

In de Blue Deal staan 3 cruciale onderdelen van goed waterbeheer centraal: voldoende kennis en expertise, een goed functionerende organisatie en samenwerking met de belangrijkste stakeholders. De waterschappen hebben de ambitie om andere regionale overheden in het buitenland te ondersteunen in het duurzaam managen van hun watersystemen en het aanpassen van hun waterbeheer aan klimaatverandering. Het programma draagt daarmee bij aan het behalen van de Sustainable Development Goals over schoon water en klimaatactie.

Buitenlandbeleid en de Blue Deal

Via de Blue Deal dragen de waterschappen ook bij aan het buitenlandbeleid van het Rijk. Het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV geeft aan het buitenlandbeleid vorm te geven langs 5 lijnen. De Blue Deal ondersteunt lijn 4: respect voor mensenrechten bevorderen in buitenlands beleid. Dat doet het programma door sociale inclusiviteit centraal te stellen bij het oplossen van waterproblematiek in het buitenland.

Het coalitieakkoord benoemt ook een gerichte Afrika-strategie. Het doel daarvan is een gelijkwaardige economische ontwikkeling te stimuleren, armoede te verminderen, mensenrechten te verbeteren en irreguliere migratie te beperken. Een van de randvoorwaarden om dit doel te bereiken is een versterkt waterbestuur en -beheer dat leidt tot schoon, veilig en voldoende water. De Blue Deal heeft een groot aantal partnerschappen in Afrika en levert hier een bijdrage aan.

Tweede Kamerlid Rudmer Heerema (VVD) bezoekt waterschap

13 september 2021

Rudmer Heerema is sinds de verkiezingen van maart de nieuwe waterwoordvoerder voor de VVD in de Tweede Kamer. Op 13 september bracht hij een werkbezoek aan het hoogheemraadschap van Rijnland.



Heerema werd ontvangen door dijkgraaf Rogier van der Sande. Tijdens een boottocht werd gesproken over het werk van de waterschappen en vertelde Van der Sande over het boezemgemaal Katwijk en de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Katwijk.

Belang water in de ruimtelijke ordening

“Voldoende en schoon water is essentieel en daar zorgen de waterschappen voor”, lichtte Rogier van der Sande toe. Heerema: “Ik zie een rol voor de waterschappen in de zorg voor voldoende water en waterveiligheid, ook naar de toekomst toe”. Ook benadrukte Van der Sande het belang van water in de ruimtelijke ordening en vond hiervoor een luisterend oor bij Heerema.

Droge voeten in de Randstad

Het boezemgemaal Katwijk is een beschermd rijksmonument en zorgt voor droge voeten in de Randstad. Het gemaal heeft de grootste capaciteit van de vier boezemgemalen van Rijnland. Dit gemaal én topmonument bemaalt via het Katwijks kanaal de boezem van Rijnland en loost in eerste instantie op een tussenkanaal (de Uitwatering), dat via spuisluizen in de waterkering in verbinding staat met de Noordzee.

Duurzame zuivering

De (RWZI) Katwijk is één van de 19 rioolwaterzuiveringsinstallaties in Rijnlands gebied. Hier wordt rioolwater van inwoners en bedrijven gezuiverd. Het schone water komt weer terug in het watersysteem. Naast de zuivering, op een stuk grond van twee hectare, staan maar liefst 5.572 zonnepanelen. Samen wekken deze panelen ruim een derde op van de energie die de waterzuivering nodig heeft. De zuivering in Katwijk staat er al 42 jaar. Het is de oudste zuivering van Rijnland, maar door het verminderde stroomverbruik én dankzij de nieuwe beluchtingsinstallatie die het gebruik van chemicaliën overbodig maakt, is het nu ook een duurzame zuivering.

Er zijn verschillende werkbezoeken met de nieuwe waterwoordvoerders gepland om hen kennis te laten maken met de waterschappen. Om het bezoek goed aan te laten sluiten, is gekozen voor een werkbezoek aan het waterschap waar hun woonplaats onder valt. De waterschappen ontvangen de waterwoordvoerders graag om hen mee te nemen in de grote opgaven van de waterschappen, zoals toenemende weersextremen, het verbeteren van de waterkwaliteit en de uitvoering van de grootste dijkversterkingsopgave sinds de Deltawerken.

Waterschappen dringen aan op klimaatbestendige keuzes bij woningbouwopgave

16 maart 2022

Op 24 maart is er in de Tweede Kamer een commissiedebat Woningbouwopgave. De waterschappen hebben inbreng voor dit debat geleverd. Ze dringen aan op klimaatbestendige keuzes.

huizen-aan-het-water

Het IPCC bracht vorig jaar naar buiten dat het klimaat sneller verandert dan verwacht. Het KNMI schetste de consequenties voor Nederland. De zeespiegel stijgt versneld, de risico’s op droogte, wateroverlast en overstroming nemen toe. Dit stelt grote eisen aan de waterhuishouding.

Miljoen woningen

Tot 2030 moeten er bijna een miljoen woningen worden gebouwd. Daarvoor is 26.000 hectare ruimte nodig. In de planning is nauwelijks rekening gehouden met het bodem-watersysteem en met de impact van een veranderend klimaat. Zo’n 820.000 geplande woningen liggen in overstroombaar, slap, zettings-gevoelig en nat gebied.

Toekomstbestendige keuzes

De waterschappen willen daarom dat er toekomstbestendige keuzes gemaakt worden in locatie, de inrichting van woningbouwgebieden en in de bouw van woningen zelf. Het water- en bodemsysteem moeten hierin sturende factoren worden.

Adviezen Deltacommissaris

De Deltacommissaris gaf in december 2021 de volgende adviezen:

  1. Reserveer ruimte voor toekomstige dijkversterkingen;
  2. Houd rekening met grotere water-peilfluctuaties;
  3. Bouw geen nieuwe woningen in buitendijks gebied;
  4. Bouw geen woningen op plaatsen waar water zich verzamelt bij extreme neerslag of wanneer het systeem faalt.

Water en bodem sturend

De waterschappen zijn daarom blij dat in het coalitieakkoord staat dat water en bodem sturend worden bij ruimtelijke planvorming. En dat waterschappen daarom eerder worden betrokken, en de watertoets een dwingender karakter krijgt.

Aanpak van de minister

De waterschappen dringen aan op klimaatbestendige keuzes in de woningbouwopgave. Ze zijn benieuwd hoe de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) de waterschappen eerder gaat betrekken bij ruimtelijke planvorming, en hoe hij ervoor zorgt dat de watertoets een dwingender karakter krijgt.

Lees de hele inbreng