Decentrale overheden: Een krachtig groen Nederland ontstaat niet vanzelf

20 september 2021

Er moet snel duidelijkheid komen over de financiering van de energietransitie. Voor inwoners en ondernemers moet het haalbaar en betaalbaar zijn, willen we hun steun behouden. En wet- en regelgeving moet snel worden aangepast.



Dat stellen gemeentes, provincies en waterschappen in de opmaat naar Prinsjesdag. Visie en daadkracht zijn meer dan ooit nodig voor een duurzame Nederlandse economie. Dat ontstaat niet vanzelf.

Gezamenlijke aanpak

Gemeentes, provincies en waterschappen zijn al een tijd bezig met de klimaat- en energiemaatregelen. Om de enorme vraag naar woningen, de strijd tegen klimaatverandering en de transitie naar duurzame energie te realiseren, is het nodig deze slim te combineren met een gezamenlijke aanpak in de regio. Die samenwerking werkt alleen onder de juiste voorwaarden en met goede financiële afspraken. Dat er op Prinsjesdag nog geen nieuw kabinet is, vinden de gemeentes, provincies en waterschappen teleurstellend.

Haast is geboden

Het verduurzamen van Nederland heeft veel impact op inwoners en bedrijven. En dat blijft de komende jaren zo. Er is haast geboden om ervoor te zorgen dat Nederland op een slimme en verantwoorde manier krachtig en groen wordt. Dat zeggen de koepelorganisaties Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen.

Afspraken maken

In de regio komen thema’s als wonen, economie en energie samen. Gemeentes, provincies en waterschappen zetten zich in om deze opgaven te verbinden en samen aan te pakken. Maar met de noodzakelijke koers en bijbehorende afspraken wil het nog niet zo vlotten in Den Haag. De decentrale overheden vinden dat er snel afspraken moeten worden gemaakt over de manier van samenwerken en over de financiële middelen die daarvoor nodig zijn.

‘Klimaat laat niet op zich wachten’

Rogier van der Sande, voorzitter Unie van Waterschappen: “De waterschappen investeren komend jaar 1,8 miljard euro in veilige dijken en schoon en voldoende water. Om ons werk goed te kunnen blijven doen, is het noodzakelijk om te investeren in verduurzaming. Klimaat laat niet op zich wachten. Er moeten belangrijke keuzes worden gemaakt over de inrichting en het gebruik van ons land. Wanneer we deze keuzes voor ons uit schuiven, zadelen we volgende generaties op met onbedwingbaar grote problemen.”

Water, bodem en natuur zijn leidend

De decentrale overheden zetten zich in voor de bouw van een miljoen woningen vóór 2030. Om meerdere vliegen in één klap te slaan, moeten deze woningen toekomst- en klimaatbestendig zijn, duurzaam en goed bereikbaar, en gebouwd worden op geschikte locaties. Water, bodem en het herstel van de natuur zijn leidend voor de locatiekeuze voor nieuwbouwprojecten. Het is daarbij belangrijk dat het rijk de barrières bij gebiedsontwikkeling wegneemt.

Stabiele koers van het rijk

Om in de regio het Klimaatakkoord uit te voeren, is een stabiele koers van het rijk nodig, met een duidelijke, langjarige aanpak. Voor de juiste economisch randvoorwaarden om door te groeien, halen de overheden regionale investeringen naar voren en versnellen ze de transitieopgaven. Dit biedt kansen om de ambities op het gebied van duurzaamheid en de circulaire economie te realiseren.

Economisch herstel

Het nieuwe kabinet kan helpen door de economische opgaven te verbinden met de opgaven van klimaat en wonen. Ook via een programma voor om- en bijscholing kan het kabinet ervoor zorgen dat deze transities bijdragen aan een snel en langjarig economisch herstel.

10 jaar Klimaatmonitor Waterschappen: succesvol verduurzamen

De waterschappen hebben de energie- en klimaatambities gehaald die 10 jaar geleden zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord Waterschappen Rijk. Dat blijkt uit de Klimaatmonitor Waterschappen over 2020.

zonnepanelen vanuit de lucht gefotografeerd

Het gaat onder meer om energiebesparing, vermindering van broeikasgassen, duurzaam inkopen en duurzame energieproductie. Opvallend is de toename van de productie van zonne-energie.

Zelfvoorzienend

De Unie van Waterschappen en het Rijk hebben in 2010 onder meer afgesproken dat de waterschappen in 2020 voor minstens 40 procent zelfvoorzienend zijn door eigen duurzame energieproductie. Deze doelstelling is al in 2019 behaald. Dit percentage is in 2020 verder gestegen naar 43,2. Opvallend is de enorme stijging in de productie van zonne-energie van bijna 84 procent: van 23.639.873 naar 43.467.987 kWh. Dit is het resultaat van de grote hoeveelheid zonneweiden die in 2019 en 2020 zijn opgeleverd. Daarnaast was ook de totale productie van biogas in 2020 bijna 5 procent hoger dan in 2019.

Voetafdruk

De doelstelling om in de periode 2005-2020 jaarlijks gemiddeld 2% energie-efficiencyverbetering te realiseren is ruim gehaald met een gemiddelde van 3,8 procent per jaar. Ook de ambitie om de CO2-voetafdruk van 1990 in de periode tot en met 2020 met 30 procent te verminderen is geslaagd. Door de productie van biogas en de inkoop van groene stroom hebben de waterschappen in de periode 2005-2020 een vermindering van 68 procent gerealiseerd. Dat is 315 kiloton CO₂.

Gegevens beschikbaar

De Klimaatmonitor Waterschappen brengt ieder jaar de voortgang van de geboekte resultaten voor klimaat en duurzaamheid in beeld. De belangrijkste indicatoren en cijfers zijn vanaf dit jaar -met terugwerkende kracht- opgenomen in het WAVES-dashboard en de bijbehorende databank. In het Waterschap Analyse- en Verbetersysteem (WAVES) staan de gegevens voor de hele sector en voor elk waterschap afzonderlijk. Er is een speciale dashboardpagina over het thema ‘Klimaat’ zodat waterschappen en externe geïnteresseerden interactief aan de slag kunnen met de data. Bijvoorbeeld om uitkomsten te vergelijken tussen waterschappen onderling.

Energieneutraal

Met de Klimaatmonitor is ook inzicht verkregen in de toekomstige energieprojecten van de waterschappen. De waterschappen zetten zich nu in voor energieneutraliteit in 2025, door het gebruik van middelen als rioolwaterzuiveringen, terreinen en oppervlaktewater. Zo dragen ze bij aan de doelstelling van het nationale Klimaatakkoord.

Zonnestroom

Voor de periode tot en met 2025 verwachten de waterschappen met 105 geplande duurzame energieprojecten genoeg duurzame energie op te wekken om energieneutraliteit te bereiken. De meeste projecten (72) zijn gericht op de opwekking van energie met zonnestroom. Tegelijk werken de waterschappen aan een visie en aan strategieën richting klimaatneutrale en circulaire waterschappen. Dat gaat bijvoorbeeld over het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen in het materieel.

Circulaire waterschappen

In het Grondstoffenakkoord staat de doelstelling van een 100% circulaire economie in 2050 met een tussenstap in 2030. In dat jaar willen de waterschappen 50% minder primaire grondstoffen gebruiken die een negatieve milieu-impact hebben of schaars zijn. Onder andere door circulair in te kopen en infrastructurele projecten klimaatneutraal en circulair uit te voeren. Kortere productieketens en minder energieverbruik over de hele levenscyclus van producten en materialen zorgen voor een afname van broeikasgasemissies.

Grondstoffen terugwinnen

Ook vergroten waterschappen het aanbod aan hernieuwbare alternatieven door waardevolle grondstoffen terug te winnen, zoals schoon water uit rioolwater. Alle waterschappen hebben inmiddels beleid en doelstellingen gevormd om bij te dragen aan de transitie naar een circulaire economie. Daarnaast wordt er gewerkt aan een gezamenlijke strategie circulaire waterschappen.

WAVES-dashboard

Nationaal Waterprogramma gepresenteerd

23 maart 2022

Water is voor Nederland van levensbelang. Water heeft invloed op waar en hoe we wonen, onze natuur, drinkwater, scheepvaart, landbouw en industrie. Om ons land ook voor de komende generaties veilig, aantrekkelijk en leefbaar te houden, is het Nationaal Water Programma 2022-2027 (NWP) vastgesteld.



Het NWP beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid en het beheer van de rijkswateren en rijksvaarwegen voor de komende 6 jaar. Hierin staat welke maatregelen genomen moeten worden om Nederland veilig, aantrekkelijk en leefbaar te houden en om de kansen die water biedt, te benutten. Dit is nodig om de urgente en complexe opgaven van klimaatverandering, bodemdaling, milieuverontreiniging, biodiversiteitsverlies en ruimtedruk het hoofd te bieden.

Nationale doelen

Het NWP bevat de nationale doelen op het gebied van klimaatadaptatie, waterveiligheid, zoetwatervoorziening, waterkwaliteit, ecologie en scheepvaart. Het is belangrijk dat bij alle afwegingen in de leefomgeving waterdoelen meewegen. Daarmee kan het landgebruik en de ruimtelijke inrichting beter worden afgestemd op het bodem- en watersysteem. Dat staat in het coalitieakkoord, en is ook een belangrijk uitgangspunt in het NWP.

Voor de waterschappen is het afstemmen op het bodem- en watersysteem van groot belang. Rogier van de Sande, voorzitter van de Unie van Waterschappen: “Om te zorgen dat water en bodem werkelijk sturend zijn bij de ruimtelijke inrichting, is een nadere uitwerking en borging nodig van dit principe. Bij woningbouw moeten bijvoorbeeld ongunstige locaties voor waterhuishouding of bodemdaling worden vermeden. In het coalitieakkoord staat dat waterschappen eerder betrokken worden bij ruimtelijke planvorming en de watertoets een dwingender karakter krijgt. Dit moet nog wel handen en voeten krijgen.”

Samenhang

Het Nationaal Waterprogramma en de waterbeheerplannen van de waterschappen moeten goed op elkaar aansluiten. Daarom zijn de waterschappen nauw betrokken geweest bij het opstellen van het NWP. Regionale waterdoelen moeten meewegen in het nationale waterbeleid. Belangrijke onderdelen van het NWP zijn de stroomgebiedbeheerplannen, het overstromingsrisicobeheerplan en het Programma Noordzee.

De waterschappen vinden het daarnaast goed dat er in het coalitieakkoord extra geld is vrijgemaakt de beheer- en onderhoudsopgave van Rijkswaterstaat. Daar ligt een grote opgave om verouderde infrastructuur zoals bruggen en sluizen in stand te houden en waar nodig te vervangen of te renoveren. De waterschappen werken graag samen met Rijkswaterstaat en andere partijen aan die opgaven. Van der Sande: “Het is mooi dat het Rijk daarbij een integrale aanpak wil hanteren met de energietransitie, de woningbouw en de transitie van het landelijk gebied.”

Waterkwaliteit

De waterschappen ondersteunen de versterkte inzet op waterkwaliteit en het behalen van de KRW-doelen. Daarvoor is continue aandacht nodig. Er ligt een grote opgave op het gebied van waterkwaliteit, maar het onderwerp dreigt onder te sneeuwen bij andere maatschappelijke problemen. Van der Sande: “Het belang van schoon en gezond grond -en oppervlaktewater is van onschatbare maatschappelijke en economische waarde. Om te voorkomen dat we straks tegen een tweede stikstofcrisis rond waterkwaliteit aankijken, moeten we nu de juiste keuzes maken. We moeten er daarbij voor zorgen dat het verbeteren van de waterkwaliteit slim wordt gecombineerd met andere lopende opgaven, zoals natuurherstel en de transitie van het landelijk gebied.

Meer informatie over het volledige Nationaal Water Programma 2022-2027

Waterschappen steunen pleidooi Rli voor meer natuurherstel

Op 23 maart heeft de minister voor Natuur en Stikstof het adviesrapport van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) ‘Natuurinclusief Nederland: natuur overal en voor iedereen’ in ontvangst genomen. In het rapport signaleert de Rli dat het huidige natuurbeleid tekort schiet en adviseert dat natuurherstel meer prioriteit zou moeten krijgen. De waterschappen sluiten zich bij dit advies aan, omdat zij voor een goede waterkwaliteit en een klimaatrobuust watersysteem gebaat zijn bij een sterke natuur.



Het is volgens de Rli slecht gesteld met de natuur in Nederland en beleidsdoelen op het gebied van natuur- en biodiversiteitsherstel worden niet gehaald. De natuur kampt onder andere met effecten van verdroging, verzuring, vermesting en ook versnippering. Het huidige beleid is onvoldoende effectief. De Rli pleit in het advies voor een natuurinclusief Nederland, met basiskwaliteit natuur overal en voor iedereen.

Verbindingszones voor natuurgebieden

De Unie van Waterschappen ondersteunt dit pleidooi. Waterschappen werken op hun eigen terreinen aan versterking van de biodiversiteit, maar kijken ook verder. Met een ‘blauw-groen’ netwerk van 17.500 kilometer aan waterkringen en 225.000 kilometer watergangen hebben ze veel mogelijkheden om bij te dragen aan een robuuste natuur. De waterschappen willen met hun blauw-groene netwerk verbindingszones tussen natuurgebieden realiseren en roepen andere partijen op zich aan te sluiten bij dit initiatief.

Hogere prioriteit voor natuur

Natuurherstel zou volgens de Rli veel meer gekoppeld moeten worden aan de woningbouwopgave en energietransitie. Het Rijk zou hierover afspraken moeten maken met decentrale overheden, bijvoorbeeld via de gebiedsgerichte aanpak die gericht is op stikstofreductie en natuurverbetering. De waterschappen zijn ook nauw betrokken bij die gebiedsgerichte aanpak en willen graag hun gebiedskennis inzetten voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied, waarin de stikstofreductie en de landbouwtransitie moet gaan worden gerealiseerd.

Landelijke normen

De Rli roept overheden daarnaast op om aan bedrijven in de landbouwsector duidelijk te maken welke normen voortvloeien uit de ecologische opgaven in een gebied. Waterschappen willen hun rol daarin pakken. Zij zijn voorstander van landbouw die in evenwicht is met de omgeving. Aan dit evenwicht wordt gewerkt via het Deltaplan Agrarische Waterbeheer. Ook zijn verplichte maatregelen nodig, die in de landelijke mestwetgeving of waterwetgeving moeten worden opgenomen.

Verder vindt de Rli dat natuurwaarden volwaardig bij economische en politieke besluitvorming moeten meewegen. Dat sluit aan bij de wens van de Unie van Waterschappen om water en bodem sturend te laten zijn in de ruimtelijke inrichting. Als de inrichting van de omgeving gebaseerd is op de draagkracht van het water-bodemsysteem is dit ook goed voor de natuur.

Invasieve exoten

Ook geeft de Rli aan dat één van de belangrijkste oorzaken van het natuur- en biodiversiteitsverlies in Nederland de verdringing van plant- en diersoorten door invasieve soorten is, zoals de rivierkreeft of de muskusrat. De waterschappen werken al jaren aan de bestrijding van de muskusrat en zoeken ook oplossingen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor het terugdringen van de Amerikaanse rivierkreeft.

Lees het rapport op de website van de Rli

Waterpoort: initiatief van Vewin en Unie van Waterschappen

De Unie van Waterschappen en Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland, hebben de Waterpoort heropgericht. De eerste Poort op 30 mei in Perscentrum Nieuwspoort heeft als thema ‘Kaderrichtlijn Water: hoe staan we ervoor?’

Veenweide Waterschap Amstel Gooi en Vecht

Tussen de grote opgaven op het vlak van klimaat, energie, natuur, ruimtelijke ordening en woningbouw is water de verbindende factor. Deze wateropgaven vragen politieke urgentie, samenwerking en brede maatschappelijke consensus. Om die redenen is de Waterpoort opnieuw opgericht. Rond 2010 bestond er ook een Waterpoort.

Kaderrichtlijn Water centraal

Tijdens de Waterpoort op 30 mei staan de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) centraal. Wat is er nodig van de politiek om de doelen te halen? En hoe voorkomen we dat de KRW een tweede stikstofdossier wordt?

Panelleden

De panelleden zijn Fahid Minhas, Tweede Kamerlid VVD en onder meer waterwoordvoerder; Sander Mager, portefeuillehouder waterkwaliteit bestuur Unie van Waterschappen; en Wim Drossaert, bestuurslid Vewin.

Terugblik debat mestbeleid Tweede Kamer

17 september 2021

Op 15 september heeft de Tweede Kamer met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gesproken over het mestbeleid. Op de agenda stond de Nederlandse inzet voor het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn 2022-2025 (7e NAP).



Op 15 september heeft de Tweede Kamer met minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gesproken over het mestbeleid. Op de agenda stond de Nederlandse inzet voor het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn 2022-2025 (7e NAP).

De minister heeft een maatregelenpakket voor de landbouw voorgesteld om zo de waterkwaliteit in Nederland te verbeteren. Dat deed ze mede namens de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Schouten wil de Tweede Kamer, de agrarische sector en andere partijen betrekken bij het opstellen van dat maatregelenpakket. Ze vindt de gezamenlijke verantwoordelijkheid belangrijk.

Forse maatregelen

Tijdens het debat in de Tweede Kamer wezen de BoerBurgerBeweging (BBB), CDA, PVV, VVD, SGP en ChristenUnie op de impact voor de agrarische sector. Zij vinden het een fors maatregelenpakket, waarin onder andere teeltvrije zones en duurzame bouwplannen zitten. De minister zegde toe dat zij voor het herfstreces een economische impactanalyse deelt met de Tweede Kamer.

Belang van waterkwaliteit

D66, ChristenUnie, PvdA, GroenLinks en Partij voor de Dieren wezen in het debat op het belang van een goede waterkwaliteit. Zij zien waterkwaliteit in samenhang met de klimaat-, natuur- en stikstofcrisis. De minister beloofde dat zij de kwalitatieve consequenties aangeeft van derogatie, waaronder de waterkwaliteit en de financiële gevolgen. Derogatie geeft de mogelijkheid om af te wijken van de door de EU vastgestelde norm van 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare grond.

Kaderrichtlijn Water

Ook komt er een overzicht vanuit het ministerie van IenW naar de Kamer waarin de gevolgen staan als de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) niet gehaald worden. De minister benadrukte dat het forse maatregelenpakket nodig is voor het halen van de doelen van de KRW en Nitraatrichtlijn. En dat de tijd steeds krapper wordt om ze uit te voeren.

Teeltvrije zones

Over de teeltvrijezones meldde minister Schouten dat ze gaat praten met waterbeheerders over de vraag waar deze zones effectief zijn. Teeltvrije zones helpen de waterkwaliteit te verbeteren. Ze hebben ook effect op biodiversiteit en vermindering van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. Er wordt een afwegingskader opgesteld met waterbeheerders, wetenschap en de sector over waar en in hoeverre afgeweken kan worden van de teeltvrije zone. Dit kader wordt gedeeld met de Kamer.

Consultatie

De minister wil de Tweede Kamer, de agrarische sector en andere partijen zo snel mogelijk betrekken. Zo kunnen hun inzichten meegenomen worden in de verdere uitwerking. Daarom is er nu een consultatie over de maatregelen. De minister staat open voor wijzigingen. Maar die moeten wel leiden tot tenminste hetzelfde effect op de waterkwaliteit.

Aandacht voor waterkwaliteit hard nodig

De Unie van Waterschappen is blij dat er meer aandacht lijkt te zijn voor waterkwaliteit in het ontwerp van het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn. Deze aandacht is ook hard nodig. Het is nog een flinke klus om in 2027 de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. De Unie onderzoekt of de nu voorgestelde maatregelen voldoende zijn en bespreekt de uitkomsten met de waterschappen. Hieruit volgt een inhoudelijke zienswijze die de Unie zal indienen bij LNV.

> Ontwerp 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn

Terugkoppeling commissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën

23 maart 2022

Op 10 maart heeft de Uniecommissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën (CBCF) van de Unie van Waterschappen vergaderd. Een korte samenvatting van de hoofdpunten.

beekje

Interne CO2-beprijzing

De waterschappen gaan gedurende 2 jaar interne CO2-beprijzing toepassen bij beleids- en investeringsbeslissingen en bij inkoop en aanbestedingen. De waterschappen maken daarbij gebruik van een landelijke handreiking. Ze gaan uit van een prijsrange voor CO2 gekoppeld aan de landelijke klimaatambities. De implementatie van de CO2-beprijzing wordt gevolgd via de Klimaatmonitor en na 2 jaar geëvalueerd. De commissie heeft voor de ledenvergadering een positief advies gegeven om in te stemmen met het toepassen van CO2-beprijzing.

Educatie en Jeugdwaterschap

De commissie is geïnformeerd over de doelstellingen en overlegstructuur van het educatiebeleid. Specifiek is ingegaan op jongerenparticipatie en het jeugdwaterschap. De commissie heeft haar steun uitgesproken voor de activiteiten op het gebied van educatie en vindt het belangrijk om jongeren te interesseren voor het waterschapswerk.

Besproken in de commissie

In de commissie is verder gesproken over:

  • de centrale financiering Generieke Digitale Infrastructuur. De commissie heeft de ledenvergadering positief geadviseerd om in te stemmen met centrale financiering;
  • de reactie van de Unie op het rapport ‘Kwetsbaar door software’ dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft opgesteld naar aanleiding van beveiligingslekken door software van Citrix;
  • de jaarrekening 2021 van de Unie van Waterschappen. De commissie heeft voor de ledenvergadering een positief advies gegeven;
  • de compensatie van het Rijk voor gederfde belastingopbrengsten in verband met corona;
  • de aanpassing van het belastingstelsel;
  • de compensatie voor de WOZ-kosten 2022 t/m 2025

In de vergadering is onder dankzegging afscheid genomen van de voorzitter, Toine Poppelaars. Hij is 6 jaar voorzitter van de commissie geweest en wordt opgevolgd door Vincent Lokin.

Volledige agenda en stukken van deze vergadering op iBabs

Klimaatbestendig bouwen als het nieuwe normaal

16 september 2021

Klimaatbestendig bouwen als het ‘nieuwe normaal’ voor de bebouwde omgeving. Dat is het motto van het advies van deltacommissaris Peter Glas aan de ministeries van Binnenlandse Zaken (BZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Vooral bij grootschalige nieuwbouwlocaties is dit hét moment om problemen in de toekomst te voorkomen.

huizen-aan-het-water

De Deltacommissaris adviseert om voldoende ruimte voor waterberging te realiseren en hierin breder te kijken dan het plangebied alleen. De inbreng van waterschappen is hierin onmisbaar.

Kosten zijn te overzien

De kosten voor klimaatadaptief bouwen lijken in een eerste verkenning te overzien: 300 tot 800 euro per woning en 35.000 tot 340.000 per hectare. De Deltacommissaris signaleert dat maatregelen achteraf 4 tot 5 keer duurder uitvallen. Hij adviseert om deze kosten beter in beeld te brengen en mee te nemen in de grondexploitatie.

Sturende rol waterbeheerders

In het advies vraagt de Deltacommissaris het ministerie van BZK om de regie te nemen, en daarin samen te werken met het ministerie van IenW, de regio’s en de partners in het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. De adviezen van de waterbeheerders, zoals de waterschappen, moeten een meer sturende rol krijgen. Dat maakt eventuele aanpassingen van bouwplannen in een vroeg stadium mogelijk.

Lokaal en regionaal maatwerk

Het verankeren van klimaatadaptatie in bouwopgaven is lokaal en regionaal maatwerk. De Deltacommissaris vraagt het rijk om kaders te stellen door landelijke doelen te formuleren en prestatieafspraken te formuleren. Ook moet het rijk helpen door kennis en innovaties te delen.

Grote opgave

De Unie van Waterschappen herkent zich in de aanbevelingen van de Deltacommissaris. Klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving is een grote opgave, ook voor de waterschappen.

Wateroverlast Limburg

Het advies komt op een moment waarop politieke keuzes gemaakt moeten worden over grote woningbouwprojecten. Het sluit naadloos aan op conclusies uit een verkenning op klimaatadaptatie in grootschalige nieuwbouwlocaties die de Unie van Waterschappen met beide ministeries, provincies, gemeentes en de Deltacommissaris uitvoert. De wateroverlast in Limburg van afgelopen zomer onderstreept het belang ook nog eens.

Gedetailleerd advies

In november komt Glas met een gedetailleerder advies. Daarin legt hij uit hoe de betrokken partijen rekening kunnen houden met langetermijngevolgen van klimaatverandering en een versnelde zeespiegelstijging. Ook vertelt hij hoe het water- en bodemsysteem hierin meer sturend kan zijn.

Zie ook: Waterschappen: ‘Bouw huizen op klimaatbestendige plekken’

Eerste stap richting nieuwe meetmethode microplastics uit kleding

Bij het maken, dragen, wassen en drogen van synthetische kleding komen microplastics vrij, alleen hoeveel en hoe is nog onduidelijk. De ontwikkeling van een nieuwe meetmethode is een grote stap op weg naar minder milieuvervuiling en mogelijke gezondheidseffecten door microplastics uit kleding. Op 14 september presenteerde TNO een adviesrapport.

Twee glazen flessen met water uit een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) staan op een metalen vloer in een industriële omgeving. De linkerfles bevat troebel, vuil water en de rechterfles bevat helder, gezuiverd water. De foto illustreert het verschil tussen ongezuiverd en gezuiverd afvalwater.

Het adviesrapport gaat over de ontwikkeling van een nieuwe methode om te meten waar en wanneer microplastics uit kleding vrijkomen. TNO schreef dit advies in de vorm van een voorstel voor een vervolgonderzoeksprogramma. Dit deden ze in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het stakeholdernetwerk ‘Iedereen draagt bij’, waar de Unie van Waterschappen deel van uitmaakt. Dit netwerk werkt samen aan het verminderen van het vrijkomen van microplastics uit kleding.

Watermonsters vergelijken

Het TNO rapport is een eerste stap in de ontwikkeling van de nieuwe meetmethode. Het voorstel is om de meetmethode te testen in verschillende situaties (het maken en wassen van kleding en het zuiveren van rioolwater) door watermonsters te vergelijken. Hiermee kan in de toekomst onderzocht worden hoeveel plastic er wanneer vrijkomt in water. Door deze methode wordt in beeld gebracht welke maatregelen de grootste impact hebben op het verminderen van microplastics uit kleding.

Minder microplastics voor beter water

De waterschappen worden zowel in hun rol als waterkwaliteitsbeheerder en als zuiveringsbeheerder geconfronteerd met plastic zwerfvuil en microplastics in oppervlaktewater en rioolwater. Voor een groot deel worden microplastics door rioolwaterzuiveringen eruit gehaald, maar niet alles. Het verminderen van microplastics uit synthetische kleding zorgt ervoor dat nog minder microplastics op de rioolwaterzuivering of in het milieu terechtkomen.

Microplastics vind je niet alleen in kleding. Waar kun je microplastics nog meer vinden? Bekijk de infographic

Kamerleden stellen vragen over verbetering waterkwaliteit

22 maart 2022

Tijdens het wekelijkse Vragenuurtje in de Tweede Kamer stelde Tjeerd de Groot (D66) vragen over een mogelijke watercrisis in Nederland. Aanleiding voor zijn vragen was een artikel in NRC over het langzame tempo van de verbetering van de waterkwaliteit.



De Groot wilde weten of Nederland een watercrisis riskeert als het in 2027 niet kan voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Nederland lijkt het slechtste jongetje van de klas: we staan onderaan de tabel van landen die de waterkwaliteit goed op orde hebben. Hij vroeg zich af wat het kabinet gaat doen om te voorkomen dat Nederland weer op slot gaat zoals in de stikstofcrisis.

Herstel kost tijd

Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat verblijft in het buitenland. Daarom reageerde staatssecretaris Vivianne Heijnen. Volgens haar moet Nederland vol aan de bak met de waterkwaliteit. Het gaat al beter en we gaan volgens haar voldoen aan de Kaderrichtlijn Water (KRW) omdat Nederland alle maatregelen neemt. De doelen van 2027 zullen we misschien niet halen, omdat herstel ook tijd kost: als je een maatregel neemt om de waterkwaliteit te verbeteren, is dat soms niet direct zichtbaar.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

De Groot vroeg verder wat het kabinet doet met gemeenten die onvoldoende maatregelen treffen. Heijnen benadrukte dat waterkwaliteit een gezamenlijke verantwoordelijkheid is.

Veel meten

Eva van Esch van de Partij voor de Dieren wilde van Heijnen weten hoe het komt dat we al 22 jaar bezig zijn om de waterkwaliteit te verbeteren, maar dat toch maar 1 procent van de wateren op orde is. De staatssecretaris antwoordde dat we in Nederland veel meten. Dan krijg je andere uitkomsten. Een land dat niet of weinig meet, krijgt het label ‘goed’. Dat geeft een vertekend beeld.

Belemmering economie

Chris Stoffer van de SGP wilde daarop weten of onze norm niet te strak is in vergelijking met Europa. Heijnen zei dat de minister daar nog met een antwoord op komt. Ten slotte vroeg Fahid Minhas van de VVD hoe we voorkomen dat de economie wordt belemmerd als we niet voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Heijnen antwoordde daarop dat het risico niet zo groot wordt ingeschat en in ieder geval geen landelijk probleem wordt.

Rol waterschappen

De waterschappen brengen regelmatig bij de Kamer onder de aandacht hoe de KRW-doelen gehaald kunnen worden.

> Artikel NRC: Nederland riskeert watercrisis in 2027