Wandelen is een grote trend op dit moment. Om wat afwisseling te brengen tijdens het wandelen, lanceren de waterschappen de ‘Waterbazen Wandelingen’. Onderweg ontdekken wandelaars wat ze zelf kunnen doen voor schoon en voldoende water.
Met een gratis Doe & ontdek-gids kunnen mensen aan de slag met opdrachten en waterweetjes. Ze checken de waterkwaliteit, leren kijken als een dijkwachter of spotten tegeltuinen, regentonnen of wadi’s. Wandelaars kiezen zelf waar de wandeling heen gaat: op de dijk, in de natuur of in de stad. Hoe meer opdrachten je doet, hoe meer je een Waterbaas wordt.
Waterbazen
Steeds meer mensen dragen bij aan schoon en voldoende water. Met kleine aanpassingen in en om het huis is er al veel te bereiken. Zoals hoosbuien opvangen met een regenton, de auto een duurzame wasbeurt geven in de wasstraat of zwerfvuil rapen langs de waterkant. Met de campagne ‘Waterbazen’ willen de waterschappen zo veel mogelijk Nederlanders betrekken bij hun werk. En ze prikkelen om zelf ook waterbewust bezig te zijn.
Doe & ontdek-gids
De Doe & ontdek-gids van de Waterbazen Wandelingen is gratis te downloaden en speciaal geschikt voor op de mobiele telefoon.
Hoe zien de waterschappen hun rol in de grondwaterdossiers? Wat zijn de wensen voor voorraadbeheer en hoe zit het met de samenwerking met andere overheden? Deze vragen stonden centraal in de Blauwe Meet-up Grondwater op 10 mei, georganiseerd door de Unie van Waterschappen.
Zo’n 140 deelnemers deden mee aan het online evenement. Dirk Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie, opende de bijeenkomst door te stellen dat de waterschappen over het grondwater gaan, maar zich daar niet altijd bewust van zijn. “De waterschappen moeten dus goed nadenken over hoe ze met grondwater omgaan. Maar we hopen dat ook de buitenwereld zich met het thema verbindt.”
Buitenwereld
Die ‘buitenwereld’ zit dan ook aan de debattafel: Liz van Duin, directeur bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat; Hans Kuipers, gedeputeerde van de provincie Drenthe; Jelle Hannema, directievoorzitter van waterbedrijf Vitens; Nelleke Hijmans van Natuurmonumenten en Peter van Dijck van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB). Zij voeren het gesprek onder leiding van Maarten Bouwhuis, bekend van o.a. BNR.
Spaartegoed
Van Duin noemt grondwater ‘ons spaartegoed’. “Het is een integraal probleem. En daarbij moeten we kijken naar de kwantiteit maar ook naar de kwaliteit ervan.” Zij ziet dat er al een verandering in Nederland gaande is: “Peil volgt functie kan niet meer. In de Nationale Omgevingsvisie NOVI hebben we afgesproken dat water en bodem leidend moeten zijn.”
Niet alles kan
Hans Kuipers wil geen discussie over wie nu over welk deel van het grondwater gaat. “We kunnen het alleen samen doen. En we moeten accepteren dat niet alles meer kan.” Ook het herstellen van de balans is daarbij belangrijk, vult Van Dijck aan: “Door meer water vast te houden, leggen de onttrekkingen minder druk op het beschikbare grondwater. Met technische systemen kom je daarbij een heel eind.” Waarop Hijmans waarschuwt: “Er is wel een keer een einde aan technische maatregelen.”
Bewustwording
Na dit gesprek vertellen bestuurders van 3 waterschappen hoe ze naar het gesprek hebben geluisterd. Schoonman, naast Uniebestuurder ook dijkgraaf van waterschap Drents Overijsselse Delta, vindt dat de kern van de problematiek bij bewustwording ligt. “Het is een bestuurlijke vraag, maar iedereen kan een steentje bijdragen.”
Ander sturingsmodel
Jeroen Haan, dijkgraaf van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden ziet als probleem dat er veel handen aan het stuur zitten. “We hebben nu te weinig sturing wanneer het te droog is. Daarom moeten we naar een ander sturingsmodel. En we moeten meer kijken naar de lange termijn: hoe richten we Nederland in?”
Vooruitkijken
De waterschappen kunnen dat: verder vooruitkijken. “Wij hebben de kennis van het watersysteem”, zegt Mado Ruys van waterschap De Dommel. Veel kan ook al gewoon nu. “Ons beleid is nu al om zoveel mogelijk water vast te houden en het te infiltreren in de bodem. Ook in bebouwde gebieden. En ook al zijn niet alle oplossingen nu al haalbaar, we moeten het wel agenderen.”
Breakoutsessies
In levendige ‘breakoutsessies’ praten de aanwezigen door over het thema aan de hand van een aantal vragen. Zo zegt iemand dat de waterschappen wel hun rol willen pakken, maar dat er nationale kaders van het Rijk nodig zijn en dat conflicterende regelgeving moet worden aangepast. Ook wordt genoemd dat de Omgevingswet hier wellicht kansen voor biedt.
Grondwatervisie
Schoonman is blij met al deze inbreng. “De Unie gebruikt die voor het opstellen van een visie op grondwater. Die is in het najaar klaar, en hopelijk kan de ledenvergadering er in december een akkoord op geven.”
Op 1 juli treedt de Wet elektronische publicaties (Wep) in werking. Nog niet alle waterschappen zijn daar al klaar voor. Dat blijkt onder meer uit de recente update van de Baseline basis op orde.
Als een waterschap de implementatie van de Wep nog niet voldoende op orde heeft, is het advies om snel contact op te nemen met het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Wat is de Wep?
De Wep verplicht bestuursorganen om alle officiële publicaties online te zetten via de website officielebekendmakingen.nl. Daardoor kunnen burgers op 1 website alle algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen van de overheid raadplegen.
Applicatie DROP
Voor het online zetten maken de decentrale overheden gebruik van de applicatie Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties (DROP). Alle waterschappen zijn sinds 1 januari 2019 aangesloten op DROP. Hun kennisgevingen en bekendmakingen worden al via DROP op de website officielebekendmakingen.nl gepubliceerd.
Beleidsregels
De Wep omvat echter ook beleidsregels. Dat zijn besluiten met rechtsgevolgen die vaak in beleidsnota’s verstopt zitten. Nieuwe beleidsregels moeten nog dit jaar via DROP worden gepubliceerd. Voor bestaande beleidsregels is 2022 de deadline.
Voorgenomen besluiten
Daarnaast verplicht de Wep om voorgenomen besluiten met bijbehorende stukken zowel fysiek als elektronisch ter inzage te leggen. Dat laatste mag via DROP of via een eigen website.
Multidisciplinair team
De waterschappen krijgen steeds meer te maken met nieuwe ontwikkelingen die elkaar snel opvolgen. Die ontwikkelingen raken verschillende disciplines en afdelingen van het waterschap. Daarom zijn niet alleen de juristen van waterschappen verantwoordelijk voor de implementatie van wetten. Er zijn waterschappers met verschillende achtergronden nodig. Denk aan mensen met expertise op het gebied van architectuur, informatieveiligheid, communicatie, archivering of data. Het is daarom sterk aan te raden om bij de implementatie van de Wep een multidisciplinair team samen te stellen.
Nederland en Duitsland zijn binnen Europa relatief ver met de aanpak van medicijnresten uit het water, maar er is ook nog veel werk aan de winkel. Dat is een van de conclusies uit een bijeenkomst van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) over dit onderwerp. Sander Mager, bestuurslid bij de Unie van Waterschappen, vertelde daar over de effecten voor de waterketen.
Ieder jaar komt er via het riool zo’n 509 ton aan medicijnresten in het oppervlaktewater terecht. Daarvan kunnen de rioolwaterzuiveringsinstallaties circa 190 ton niet goed afbreken. Dat heeft een negatieve invloed op de natuur.
Visstand
Zo is de visstand in Nederland aan het vervrouwelijken onder invloed van medicijnresten. En sommige vissoorten ruiken door resten van antidepressiva in het water hun natuurlijke vijand niet meer. Een betere zuivering van het rioolwater is mogelijk, maar kost zo’n 10 euro per inwoner per jaar extra.
Kwaliteitseisen
“Nederland voldoet nog steeds aan alle kwaliteitseisen voor het drinkwater”, zei Sander Mager tijdens de bijeenkomst. “Maar de waterschappen zien wel dat het moeilijker wordt om het afvalwater goed te zuiveren. Het medicijngebruik neemt in Nederland nog steeds toe, mede door de vergrijzing.”
Samenwerking
“Daarom is samenwerking binnen de keten cruciaal”, zei Cathy van Beek in haar presentatie. Zij is kwartiermaker Duurzame Zorg bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. “Iedereen heeft een rol in de Ketenaanpak Medicijnresten uit Water: farmaceuten, geneesmiddelenbureaus, artsen en apothekers. Zij kunnen hun patiënten vertellen hoe schadelijk het is om overgebleven medicijnen door de gootsteen of het toilet te spoelen, en ze adviseren ze terug te brengen naar de apotheek.”
Retourboxen
In Nederland zijn al diverse initiatieven om de medicijnresten in het water terug te dringen. Zo moeten medicijnretourboxen bij apothekers verspilling tegengaan. En vanuit de Green Deal Duurzame Zorg werken tientallen zorgpartijen aan duurzaamheid. Zij doen bijvoorbeeld een proef met plaszakken. Daarin plassen patiënten gedurende de 24 uur nadat ze röntgencontrastvloeistof hebben geslikt. Die plaszakken kunnen bij het grijze afval.
Proefprojecten
De waterschappen werken in 14 proefprojecten aan oplossingen om het probleem aan te pakken. Deze projecten zijn gericht op een betere zuivering van huishoudelijk afvalwater via innovatieve technieken als actieve koolfiltratie en ozonbehandeling.
Er is extra tijd nodig om tot een gedegen besluitvorming over de inwerkingtreding van de Omgevingswet te komen. Dat concludeert demissionair minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in haar voortgangsbrief van 23 april over de wet aan de Eerste en Tweede Kamer.
In de voortgangsbrief verwijst Ollongren naar het Bestuurlijk Overleg (BO) van 21 april. Hierin hebben de minister, VNG, IPO en de Unie van Waterschappen besloten om in het BO van mei te bepalen op welke datum de Omgevingswet verantwoord in werking kan treden. Een zorgvuldig besluit is belangrijk, zodat de wet goed van start kan.
Verantwoorde startdatum
De Unie van Waterschappen is voor inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2022. Alle inspanningen van de waterschappen zijn op deze datum gericht. Maar de Unie van Waterschappen realiseert zich ook dat de startdatum voor alle overheden verantwoord moet zijn.
Op tijd duidelijkheid
Ook vinden de waterschappen het belangrijk dat het tijdig duidelijk is op welke datum de Omgevingswet in werking treedt. Het is immers nog maar 8 maanden tot de beoogde startdatum. Bij voortdurende onduidelijkheid komt de inzet van capaciteit en middelen voor implementatie van de wet bij de overheden in gevaar.
Alternatieven
De komende weken worden gebruikt om te bekijken of met tijdelijke alternatieve maatregelen inwerkingtreding op 1 januari 2022 mogelijk is. Ook wordt gekeken naar alternatieve planningsopties die inwerkingtreding op 1 april 2022 of 1 juli 2022 mogelijk maken. Dit gebeurt in nauw overleg met alle belanghebbenden.
Financiële effecten
In de voortgangsbrief en in het BO ging het ook over de financiële effecten van de Omgevingswet. Onder andere over de verwachte kosten en baten voor burgers, bedrijven en voor rijkspartijen, waterschappen, provincies en gemeenten, zowel qua beleid als uitvoering.
Daarnaast hebben het Rijk, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen afgesproken dat zij in interbestuurlijk verband gaan zoeken naar oplossingen voor financiële knelpunten. Ook is financiële compensatie van een deel van de transitiekosten een optie, als blijkt dat de Omgevingswet niet budgetneutraal kan worden ingevoerd. Daarbij wordt het redelijk geacht dat overheden de transitiekosten in een periode van 10 jaar moeten kunnen terugverdienen.
Hoe staat het ervoor met de waterkwaliteit in de Nederlandse tuinvijvers? Dat is de vraag die centraal staat tijdens de Week van Ons Water. De organisatoren van de Week van Ons Water roepen samen met Waterdiertjes.nl op om van 1 t/m 16 mei de kwaliteit van vijvers in kaart te brengen door waterdiertjes te tellen.
Sinds 2018 bestaat Waterdiertjes.nl, een initiatief van verschillende kennisinstellingen en waterbeheerders. Iedereen kan meedoen aan wetenschappelijk onderzoek naar de waterkwaliteit door waterdiertjes te vangen en op Waterdiertjes.nl door te geven. Uit de honderden metingen die sinds 2018 zijn gedaan, valt op dat de waterkwaliteit van met name de tuinvijvers regelmatig heel goed scoort, maar ook slecht en zeer slecht. Waarom er zulke grote verschillen zijn, is nog niet duidelijk. “Deze vijvers hebben de potentie om echte waterpareltjes in de bebouwde omgeving te vormen. Daarom is het heel nuttig om meer over die verschillen in de waterkwaliteit te weten te komen”, legt Edwin Peeters, wetenschapper van de Wageningen Universiteit en betrokken bij Waterdiertjes.nl, uit.
Onderzoek in eigen achtertuin
Met een schepnet, een ondiepe witte bak en smartphone of tablet met wifi kun je al meedoen om de waterkwaliteit in tuinvijvers te meten. “Schep met je net door de waterplanten en het open water. Doe wat schoon water in de witte bak en keer je net daarin om”, legt Peeters uit. Op Waterdiertjes.nl kunnen deelnemers er via de afbeeldingen achter komen welke diertjes ze precies gevonden hebben. Het aantal gespotte diertjes kan vervolgens worden ingevuld en doorgegeven. Peeters: “Nadat je meting is doorgegeven, krijg je meteen te zien wat de kwaliteit van je vijver is. Ook stellen we nog een aantal extra vragen om meer over de situatie te weten te komen.” Aan het einde van de Week van Ons Water hoopt Waterdiertjes.nl al de eerste resultaten van dit citizen science-project te kunnen melden.
Vuil of schoon water?
Waterdiertjes zijn een goede indicator voor vuil of schoon water. “De aanwezigheid van veel verschillende dieren en planten wijst op een goede waterkwaliteit. In Nederland zorgen waterbeheerders zoals de waterschappen er steeds meer voor dat oevers van sloten op een natuurvriendelijke manier worden aangelegd en dat er vispassages worden gemaakt bij gemalen. Daarmee zorgen ze voor meer biodiversiteit in het Nederlandse oppervlaktewater”, aldus Peeters. “Op kleinere schaal kunnen particulieren dat ook doen, door vijvers aan te leggen in hun tuinen en via Waterdiertjes.nl bij te houden welke diertjes er leven in de vijver.”
Een groene tuin is een blauwe tuin
Naast dat mensen vijvers in hun tuin nemen omdat ze het mooi vinden, draagt het ook bij aan het versterken van de biodiversiteit in Nederland én aan het voorkomen van wateroverlast. Door bij de aanleg van de vijver te zorgen voor een brede oever en de vijver niet helemaal te vullen, kan een vijver fungeren als tijdelijke regenwateropslag bij hoosbuien. Naast dit soort regenwatervijvers adviseren de waterbeheerders van Nederland in deze Week van Ons Water particulieren om nog meer watervriendelijke keuzes te maken in tuinen en op balkons, gevels en daken. Een groene tuin is een blauwe tuin. Door veel groen te gebruiken kun je helpen een teveel aan regenwater op te vangen en overlast door hitte te verminderen.
Week van Ons Water
De Week van Ons Water is een initiatief van het Rijk, waterschappen, provincies, gemeenten, drinkwaterbedrijven en Rijkswaterstaat. Deze organisaties willen Nederlanders bewuster maken van het bijzondere van water. Dit doen zij door te laten zien wat er aan watermanagement gebeurt in Nederland. En door aan te geven wat mensen zelf kunnen doen bij overstromingen, wateroverlast en droogte en hoe ze kunnen helpen om het water schoon te houden.
Op 26 april heeft Menno Snel, bestuurslid van pensioenfonds ABP, een petitie voor een klimaatneutraal pensioen in ontvangst genomen. Ruim 1500 medewerkers van de 21 waterschappen hebben deze petitie ondertekend.
Hans Schouffoer, medewerker van waterschap Hollandse Delta, bood de petitie aan in het kantoor van de Unie van Waterschappen in Den Haag. Hij deed dat namens een grote groep bezorgde collega’s van vele waterschappen. Zij vragen het ABP om niet te investeren in fossiele industrie zoals gas, olie en kolen. Deze vervuilende industrie heeft een grote impact op waterkwaliteit, waterkwantiteit en de kwaliteit van leven van huidige en toekomstige generaties.
Duurzame transitie
De ambtenaren bij de waterschappen roepen pensioenfonds ABP op om te investeren in fondsen die zich inzetten voor een duurzame transitie. De waterschappen besteden dagelijks veel tijd, geld en capaciteit aan de gevolgen van klimaatverandering door te werken aan hogere dijken, grotere gemalen, en het bestrijden van exoten. En ze voeren een actief energie- en grondstoffenbeleid om bij te dragen aan een duurzame samenleving.
Geen fossiele brandstoffen
Eén van die ambtenaren is datascientist Kelly Nijhuis van Waterschap Vallei en Veluwe. Zij vindt dat het ABP meer naar de toekomst moet kijken. “Daar horen fossiele brandstoffen niet meer bij”, zegt ze. “Hoe zuur is het dat de fossiele industrie in veel gevallen het water enorm vervuilt. En hoe mooi zou het zijn als mijn ABP het verschil gaat maken door niet meer te investeren in fossiele brandstof gedreven bedrijven, maar gaat investeren in schone energieopwekking. Dat is winst voor iedereen.”
Op de foto: Arjan van den Hoogen, senior adviseur duurzaamheid bij Wetterskip Fryslân (rechts) schrijft het definitieve aantal handtekeningen (1540) op de petitie. Menno Snel kijkt toe.
Minister Kajsa Ollongren, de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen voerden op 21 april een Bestuurlijk Overleg (BO) over de stand van zaken van de Omgevingswet. Tijdens dit overleg bespraken ze of de wet verantwoord in werking kan treden op 1 januari 2022. Het is belangrijk om hier samen een zorgvuldig besluit over te nemen om een goede start te maken. Daarom is besloten om hier een tweede BO in mei aan te wijden.
De bestuurlijke partners staan pal achter de bedoeling van het nieuwe stelsel. Ze zijn het erover eens dat de Omgevingswet nodig is om de grote opgaven in de leefomgeving effectief aan te gaan. De woningbouwopgave, de energietransitie, klimaatadaptatie en de bescherming van onze natuur vragen nu en in de komende decennia om een samenhangende aanpak en het instrumentarium van de Omgevingswet helpt daarbij.
Werkend stelsel bij alle overheden nodig
De samenwerkende partijen willen allemaal een goede start van de Omgevingswet, waarbij de dienstverlening aan inwoners en ondernemers overal in Nederland door kan gaan. Daarvoor moeten zowel de vergunningenketen als de planvormingsketen voor gebiedsontwikkeling bij overheden werken. De uitvoeringspraktijk moet ermee uit de voeten kunnen.
Kortom, er moet een werkend stelsel zijn bij alle overheden. Een werkend digitaal en juridisch stelsel voor alle gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties. Hiervoor moeten de landelijke voorzieningen gereed en stabiel zijn, moeten alle overheden in Nederland – in samenwerking met softwareleveranciers – zich hierop voorbereiden, aansluiten en moeten zij voldoende oefentijd hebben gehad om met het stelsel te leren werken.
Tijdelijke alternatieve maatregelen
Tijdens het overleg is onder meer gesproken over de inzet van tijdelijke alternatieve maatregelen om een verantwoorde inwerkingtreding voor de uitvoeringspraktijk mogelijk te maken. Er is gebleken dat het nu nog te vroeg is om hier een gedegen beslissing over te nemen. De komende weken worden gebruikt om meer zekerheid te krijgen over de impact en effecten van deze tijdelijke maatregelen. Dit gebeurt in nauw overleg met overheden en de bestuurlijke partners.
Kamerbrief april
Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) verstuurt eind april een voortgangsbrief over de Omgevingswet aan beide Kamers. Deze brief gaat nader in op de stand van zaken van de implementatie van de wet, waaronder de bestuurlijke waardering van het integraal financieel beeld van de Omgevingswet.
In de Tweede Kamer is op 20 april een motie aangenomen waarin de Kamer de regering vraagt om proeftuinen voor natuurinclusief bouwen mogelijk te maken.
De motie werd ingediend door Faissal Boulakjar (D66). Volgens hem leveren natuurinclusieve woningen een positieve bijdrage aan het terugdringen van de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. En dat past weer bij de doelstelling van een klimaatneutraal gebouwde omgeving in 2050. Een Kamermeerderheid was dat met hem eens.
Klimaatneutraal
De waterschappen steunen deze motie. De waterschappen merken in hun dagelijkse praktijk de gevolgen van klimaatverandering en maken zich als ondertekenaars van het Klimaatakkoord ook sterk voor het beperken van verdere klimaatverandering door CO2-uitstoot terug te dringen. Dit soort initiatieven die moeten bijdragen aan een duurzaam, klimaatneutraal Nederland juichen de waterschappen dan ook toe.
Water sturend bij bouwplannen
De Unie van Waterschappen roept daarnaast het Rijk, andere overheden, woningcorporaties en de bouw op om bij de bouw van nieuwe woningen klimaatbestendige keuzes te maken. Dat houdt in: geen woonwijken bouwen op slappe bodems of plekken waar de kans op wateroverlast groot is, rekening houden met mogelijkheden voor wateraanvoer en -afvoer en overstromingsrisico’s. Dit alles om funderingsproblemen, schade door droogte of wateroverlast zoveel mogelijk voor te zijn.
Volgens de waterschappen kan dit door een verplichte watertoets bij bouwplannen in te bouwen, waarbij het waterbelang altijd moeten worden afgewogen. De ambitie is om steeds meer samen te werken als overheden onderling. De waterschappen vinden dat hierbij over de grenzen van beleidsthema’s en dossiers moet worden gekeken en dat er een integrale blik nodig is, waarbij water als verbindende factor kan fungeren.
Waterschappen en andere overheden krijgen meer bevoegdheden om informatie over mogelijk crimineel misbruik van beschikkingen, overheidsopdrachten en vastgoedtransacties met elkaar te delen. Dit om de integriteit van de overheden te beschermen tegen vermenging van de boven- en onderwereld.
Dat is de kern van een wetsvoorstel tot aanpassing van de Wet Bibob (bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). De ministers Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en Dekker (Rechtsbescherming) hebben dit wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. Op 3 juni kunnen Kamerleden schriftelijke inbreng leveren op het wetsvoorstel.
Privaatrechtelijke rol
Overheden kunnen met de Wet Bibob nu al barrières opwerpen tegen het ongewild faciliteren van criminele organisaties. Waterschappen hebben onder de huidige Wet Bibob de mogelijkheid om de wet toe te passen op overheidsopdrachten en vastgoedtransacties. Dat is de zogenaamde privaatrechtelijke rol.
Onwenselijk
Maar het komt ook voor dat partijen die van de gemeente geen vergunning krijgen vanwege een ernstig gevaar op grond van de Wet Bibob, bij het waterschap soms wel een omgevingsvergunning kunnen krijgen. Op grond van inhoudelijke, waterhuishoudkundige criteria heeft het waterschap over het algemeen namelijk geen mogelijkheid om de aanvraag te weigeren.
Bestuursrechtelijke rol
Met de aanstaande uitbreiding van de wet wordt het voor besturen van waterschappen mogelijk om de Wet Bibob ook toe te passen bij het verlenen van omgevingsvergunningen op grond van de waterschapsverordening.
Onder de radar
Zo wordt voorkomen dat malafide personen voet aan de grond krijgen die bij verschillende overheden aankloppen totdat ze een overheid hebben gevonden die de Wet Bibob niet toepast. Of totdat ze een overheid vinden die een verkeerde risico-inschatting maakt wanneer de relevante risico-indicaties onder de radar blijven. En daardoor panden of gronden kunnen gebruiken om crimineel verworven vermogen wit te wassen, of om bepaalde criminele activiteiten te verrichten, zoals bijvoorbeeld mensenhandel of de productie van drugs.
Toename
Waterschappen zien het aantal signalen toenemen dat vergunningen mogelijk gebruikt worden om criminele activiteiten te ontplooien. Ze verlenen soms vergunningen waarvan ze vermoeden dat er een risico bestaat op het ongewild faciliteren van criminele activiteiten. De uitbreiding van de Wet Bibob biedt in deze gevallen uitkomst.