De PFAS-vervuiling bij Helmond stond zondag 27 april centraal bij Zembla. Custom Powders veroorzaakte deze vervuiling door jarenlang afvalwater met PFAS direct op het riool te lozen. Voor Kamerlid Kostić is het de aanleiding om Kamervragen te stellen.
Kamerlid Ines Kostić (PvdD) stelt meer dan dertig vragen aan de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) over de PFAS-lozingen van Custom Powders. Deze gaan onder andere over het uitblijven van overheidscontrole op directe lozingen in het riool, de gezondheidsschade bij werknemers en omwonenden, en de milieu-impact. Ook wil Kostić weten wie aansprakelijk is, hoe schade wordt verhaald op vervuilers in plaats van burgers, en welke concrete maatregelen het kabinet gaat nemen om herhaling te voorkomen. Daarnaast vraagt ze om actie voor strengere controle, juridische stappen en bescherming van burgers tegen giftige stoffen zoals PFAS.
PFAS en rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi)
Een van de vragen gaat specifiek over de rwzi’s. Kostić: “Klopt het dat onze rioolwaterzuiveringsinstallaties niet gebouwd zijn op het zuiveren van PFAS en dat de enorme hoeveelheden PFAS er dus gewoon steeds doorheen stroomt? Welke gevolgen heeft dit voor biodiversiteit, water, voedsel en gezondheid?”
De Unie van Waterschappen benadrukt dat rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) nooit zijn ontworpen om PFAS te verwijderen. PFAS komt via allerlei routes in de leefomgeving en in het milieu terecht. Voor het verwijderen van PFAS op de rwzi bestaan nog geen technieken. Ook lost dit slechts een van de blootstellingsroutes op. Bovendien verlegt het de focus naar ‘het einde van de pijp’, terwijl alleen bronaanpak – het terugdringen en verbieden van PFAS – echte winst voor onze leefomgeving en gezondheid oplevert.
De waterschappen willen al langere tijd een hardere aanpak van de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu, en pleiten voor een totaalverbod op de giftige stof. Daarom stuurde de Unie van Waterschappen in november 2024 een brandbrief naar minister Madlener van I&W. Hierin doen de waterschappen concrete voorstellen en roepen het Rijk op meer actie te ondernemen in de PFAS-aanpak. “Duidelijk is dat PFAS-kraan dicht moet”, stelde Sander Mager, bestuurslid van de Unie, in november. “Er is strengere regelgeving en toezicht nodig en bestaande vervuiling moet voortvarender worden aangepakt.”
Na een strategische en creatieve competitie tussen vijf bureaus heeft de Unie van Waterschappen gekozen voor Johnny Wonder. Het bureau gaat de komende tijd werken aan de gezamenlijke campagnes van de 21 waterschappen, waaronder de verkiezingscampagne.
Waarom Johnny Wonder? “De nuchtere aanpak past bij ons”, zegt Willem Wensink, MT-lid Vereniging en Communicatie & Bestuurlijk Juridische Zaken bij de Unie van Waterschappen.
“Met de gezamenlijke communicatie van de 21 waterschappen willen we laten zien hoe belangrijk het waterbeheer voor ons land is, zeker in het licht van alle uitdagingen op het gebied van klimaatverandering”, zegt Wensink. “Daarvoor is een ambitieuze campagne nodig. De strategische inzichten en creatieve uitwerking van Johnny Wonder sloten goed aan bij onze ambities.”
Belangrijke thema’s
Johnny Wonder gaat aan de slag met de belangrijke thema’s voor de waterschappen: weersextremen, wateroverlast, droogte en waterkwaliteit. Na de succesvolle Waterbazen-campagne maken de waterschappen nu de stap naar communicatie gericht op gedragsverandering op basis van wetenschappelijke inzichten over gedragsverandering. Als je weet wat mensen echt motiveert en belemmert, dan kun je daar met communicatie gericht op inspelen. De eerste campagne over de gevolgen van weersextremen en het opvangen van regenwater staat gepland voor het voorjaar van 2026.
Over Johnny Wonder
Johnny Wonder bouwt al vijftien jaar aan sterke maatschappelijke merken, met creatieve campagnes en datagedreven social content. Het bureau werkt onder meer voor Helpwanted, de Nationale Ombudsman, ProRail, Rutgers, UWV en de Gemeente Amsterdam.
Met de nieuwe stikstofplannen zet het kabinet een eerste stap, maar de Unie van Waterschappen vindt het onvoldoende om het verlenen van vergunningen weer op gang te brengen. “Nederland blijft op slot zitten. Er is behoefte aan een geborgde aanpak voor stikstofreductie en natuurherstel om uit de impasse te komen”, zegt voorzitter Jeroen Haan.
Nieuwe plannen nog onvoldoende uitgewerkt
In een brief aan de Kamer kondigde minister Wiersma aan te willen werken aan een nieuw vergunningsstelsel. Ook wordt gekeken of kleine bouwprojecten en verduurzamingsinitiatieven kunnen worden vrijgesteld van vergunningsplicht. De precieze uitwerking daarvan blijft echter nog onduidelijk. Het kabinet overweegt daarnaast om de ‘rekenkundige ondergrens’ voor stikstofuitstoot te verhogen. Geborgde maatregelen voor het versterken van de natuur zijn ook niet uitgewerkt.
Zorgen om blijvende impasse
De Unie van Waterschappen wijst erop dat de voortdurende onzekerheid rondom vergunningverlening ook gevolgen heeft voor projecten van de waterschappen. “Grote dijkversterkingen liggen stil en ook voor andere grote projecten is vergunningverlening vertraagd. Door de impasse dreigen we onze wettelijke taken onvoldoende uit te kunnen voeren”, zegt Jeroen Haan. “Waterschappen hebben aangegeven met verschillende maatregelen in het watersysteem bij te kunnen dragen aan versneld natuurherstel. Het is teleurstellend dat het kabinet de urgentie niet lijkt te voelen om in te gaan op dit aanbod, we hopen dat ze dit alsnog op de korte termijn wel zullen doen.”
Geborgde aanpak blijft uit
“Wij pleiten al geruime tijd voor een geborgd pakket aan maatregelen voor stikstofreductie en de versterking van de natuur. Zodat de vergunningverlening voor dergelijke grote belangrijke projecten weer op gang komt en tegelijkertijd aan het herstel van de natuur wordt gewerkt. Hiervoor is naast financiële ondersteuning een structurele aanpak nodig voor de lange termijn via duidelijke ruimtelijke keuzes en wetgeving”, aldus Erik den Hertog. “Het maken van die keuzes wordt nu uitgesteld.”
De wet die het belastingstelsel van de waterschappen op een aantal belangrijke onderdelen aanpast, is op 14 maart in het Staatsblad gepubliceerd. De wet treedt op 1 januari 2026 in werking.
De publicatie in het Staatsblad leest u hier. De inwerkingtreding is geregeld bij Koninklijk Besluit. De bepaling die de teruggang regelt van de bestuurlijke ruimte bij de kostentoedeling van maximaal +/- 30 procent naar maximaal +/- 25 procent, treedt op 1 januari 2028 in werking.
Modelverordeningen
In verband met de aanpassing van het belastingstelsel heeft de Unie de model-belastingverordeningen herzien. De ledenvergadering heeft de nieuwe modelverordeningen op 11 april vastgesteld. De modelverordeningen worden door de Unie van Waterschappen naar de waterschappen gestuurd.
De 21 waterschappen en het Rijk gaan samen extra investeren in dijkversterkingen binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Het gaat om projecten die in de periode 2030-2036 worden uitgevoerd. Dit onderstreept dat alle partijen de hoogste prioriteit blijven geven aan het op koers houden van dijkversterkingen. Dit om inwoners, vastgoed, infrastructuur en de economie te beschermen tegen overstromingen.
Bevestiging van extra investering door het Rijk
De waterschappen en het Rijk financieren elk de helft van de kosten voor de dijkversterkingen. De uitvoering ligt bij de waterschappen. Voor de uitvoering van dijkversterkingsprojecten in de periode 2030-2036 is een aanvullende investering van 2,5 miljard euro nodig. Vincent Lokin, lid van het programmabestuur van het HWBP namens de Unie van Waterschappen, licht toe: “Op 13 december 2024 hebben de waterschappen besloten om 1,25 miljard euro extra te investeren in het HWBP. Deze bijdrage vanuit de waterschappen komt bovenop de bijna 1,6 miljard euro die op basis van de huidige afspraken al beschikbaar is voor de periode 2030-2036. Voorwaarde voor deze extra investering was wel dat het Rijk zich ook committeert aan de aanvullende opgaven en dat de gezamenlijke prestaties van het programma moeten worden verbeterd. De Tweede Kamer nam op 26 november 2024 unaniem een motie aan waarin de regering werd verzocht prioriteit te geven aan de rijksbijdrage. De waterschappen zijn dan ook tevreden met de bevestiging in de aangepaste begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het Rijk heeft 1 miljard euro extra beschikbaar gesteld voor het HWBP en aangekondigd dat het resterende deel van 250 miljoen euro op een later moment wordt ingevuld.”
Alliantie van het Rijk en de waterschappen
Binnen het HWBP werken de waterschappen en het Rijk al ruim tien jaar samen aan de versterking van dijken, sluizen en andere primaire waterkeringen. Volgens wettelijke afspraken dragen beide partijen tot 2050 elk de helft van de kosten. Deze samenwerking verkleint de kans op overstromingsschade en beschermt niet alleen inwoners, maar ook grote economische waarde. De omstandigheden zijn de afgelopen jaren veranderd: piekbuien komen vaker voor, hoogwater is heviger, en droogteperiodes duren langer. Daarnaast zijn de normen voor waterveiligheid aangescherpt en de prijzen gestegen. Ondanks deze uitdagingen is dankzij de samenwerking de veiligheid nu beter gewaarborgd dan ooit.
Meer zekerheid over het budget
Om ervoor te zorgen dat de uitvoering ook in de periode 2030-2036 op tempo blijft, is het – gezien de lange voorbereidingstijd van projecten – noodzakelijk om nu al zekerheid te bieden over de benodigde extra investeringen in het HWBP. Met het extra geld ontstaat er geen gat in de programmering van de waterschappen en het HWBP. Zo kunnen de algemene besturen van de waterschappen in 2025 tijdig besluiten nemen over de voorbereiding van deze dijkversterkingsprojecten.
Over het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
De waterschappen en Rijkswaterstaat beschermen Nederland tegen overstromingen. Zonder goed beheer van dijken, duinen en andere waterkeringen zou zo’n 60 procent van ons land regelmatig overstromen. In het kader van het HWBP versterken de waterschappen samen met Rijkswaterstaat de komende 25 jaar circa 1400 kilometer grote waterkeringen. Kijk voor meer informatie op hwbp.nl.
De Unie van Waterschappen en Vewin hebben op 16 april een gezamenlijke brief gestuurd aan Eurocommissaris Jessika Roswall over de toenemende PFAS-problematiek. De brief bevat een dringende oproep tot een snel, alomvattend en universeel Europees verbod op PFAS. De voorzitters van de Unie van Waterschappen en Vewin, Jeroen Haan en Pieter Litjens, hebben de brief ondertekend.
Eurocommisaris Roswall is binnen de Europese Commissie verantwoordelijk voor Milieu, Waterweerbaarheid en Circulaire Economie. Roswall werkt onder andere aan een Europese Waterweerbaarheidsstrategie die moet bijdragen aan voldoende en schoon (drink)water.
PFAS-problematiek vraagt om urgentie
PFAS horen in het geheel niet thuis in grond- en oppervlaktewater en in de bronnen voor drinkwater. Deze “forever chemicals” zijn niet of nauwelijks afbreekbaar, hopen zich op in het milieu en in planten, mensen of dieren, en zijn toxisch. Ook in de context van de Kaderrichtlijn Water en de Drinkwaterrichtlijn staan PFAS de gewenste waterkwaliteit in de weg.
Bronaanpak meest effectieve oplossing
PFAS-vervuiling stopt niet bij landsgrenzen. Vewin en de Unie van Waterschappen benadrukken daarom het belang van een geharmoniseerde Europese aanpak. Zij pleiten voor coherente en ambitieuze wet- en regelgeving binnen alle relevante Europese richtlijnen, zodat waterkwaliteit overal in de EU gewaarborgd blijft. In de brief spreken beide organisaties hun steun uit voor het Europese restrictievoorstel voor PFAS, dat mede door Nederland is ingediend en momenteel door het Europees agentschap voor chemische stoffen (ECHA) wordt beoordeeld. Een snelle en brede implementatie van dit voorstel is cruciaal.
In de berichten rond de Voorjaarsnota lijkt de oplossing voor de stikstofcrisis vooruit te worden geschoven. De Unie van Waterschappen is hier zeer teleurgesteld over. Bestuurslid Erik den Hertog: “Voor waterschappen is het essentieel dat de vergunningverlening voor de zomer weer op gang komt. Er is een geborgd pakket aan maatregelen nodig voor stikstofreductie en versterking van de natuur. Uitstel betekent vertraging en fors oplopende extra kosten bij dijkversterkingen, werkzaamheden aan rioolwaterzuiveringen en waterkwaliteitsprojecten.”
Erik den Hertog: “Wij pleiten voor een geborgd pakket aan maatregelen voor stikstofreductie en de versterking van de natuur. Zodat de vergunningverlening voor dergelijke grote belangrijke projecten weer op gang komt en tegelijkertijd aan het herstel van de natuur wordt gewerkt. Hiervoor is naast financiële ondersteuning een structurele aanpak nodig voor de lange termijn via duidelijke ruimtelijke keuzes en wetgeving.”
Waterknop
Voor versterking van de natuur en om te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water moet breder gekeken worden dan naar stikstof alleen: water heeft daarin een belangrijke rol. Waterschappen vragen het kabinet om deze zogenaamde ‘waterknop’ te benutten. Waterschappen hebben circa 100 projecten in beeld gebracht die een bijdrage kunnen leveren.
Toekomstperspectief
Erik den Hertog: “Waterschappen kunnen met concrete watermaatregelen zorgen voor het vasthouden van water in tijden van droogte en een betere waterkwaliteit. Dit biedt de kans om sneller toekomstperspectief te geven aan het landelijk gebied. Zulke maatregelen zorgen namelijk ook voor versterking van de natuur. En dat is nodig om door te kunnen met andere ruimtelijke plannen.”
Gevolgen
Erik den Hertog: “Voor een gezond en veilig Nederland is het belangrijk dat wij zonder vertraging en zonder hoge extra kosten kunnen werken aan het versterken van de dijken, en voldoende en schoon water. Ook willen we ‘rioolcongestie’ voorkomen doordat werkzaamheden aan rioolwaterzuiveringen stil komen te liggen. Een geborgde stikstofaanpak is onmisbaar om echt werk te maken van natuurherstel en het verlagen van de stikstofuitstoot.”
Op vrijdag 11 april kwam de bestuurlijke Commissie Crisisbeheersing en Integriteit (CCI) van de Unie van Waterschappen voor het eerst bijeen. Deze eerste vergadering markeerde de start van deze nieuwe commissie. De leden van de CCI zijn de voorzitters van de 21 waterschappen in Nederland.
“Weerbaarheid, crisisbeheersing en integriteit worden steeds belangrijker op onze bestuurlijke agenda’s”, zegt Jeroen Haan, voorzitter van de Unie van Waterschappen en van de CCI. “Het is belangrijk dat de waterschappen daar gezamenlijk het gesprek over voeren. Dat heb ik ook ervaren bij het opstarten van de Commissie en de eerste commissievergadering.”
Crisisbeheersing
De leden van de CCI spreken en nemen besluiten over de voorbereiding op dreigende gebeurtenissen waar de waterschappen hun crisisorganisatie moeten inzetten. De voorzitter van een waterschap is in het geval van calamiteiten bevoegd om noodmaatregelen te treffen. Deze noodmaatregelen mogen zelfs afwijken van wettelijke voorschriften, met uitzondering van de Grondwet en internationaal rechtelijke verplichtingen. Klimaatverandering en geopolitieke dreigingen maken het belangrijker dan ooit dat de voorzitters kennis en ervaring uitwisselen over het handelen ten tijde van (dreigende) calamiteiten. De commissie besteedt in het kader van crisisbeheersing onder andere aandacht aan de multidisciplinaire aanpak, de besluitvorming en de nazorg.
Eerste bijeenkomst CCI
Tijdens de eerste CCI spraken de leden over de vraag wat waterschappen nodig hebben om te werken aan de eigen weerbaarheid en een weerbare samenleving. De huidige visie op crisisbeheersing vraagt om een hernieuwde blik en eventuele aanpassingen op weerbaarheid. De waterschappen hebben een sterke band met de veiligheidsregio’s en het veiligheidsberaad. Dat maakt het belangrijk om op grond van een risicoanalyse de positie en ambitiebepaling voor de waterschappen helder te krijgen.
Integriteit
De leden van de CCI gaan ook met elkaar in gesprek over integriteit. Een integer en stabiel bestuur van de waterschappen draagt bij aan de legitimiteit en effectiviteit van het openbaar bestuur. In de CCI stond de rol van de voorzitter bij de screening van kandidaat dagelijks bestuursleden op de agenda. Voor de verkiezingen is het goed om het Algemeen Bestuur helder te informeren over de procedures, hun rol en de tijdlijnen. Daarbij zou het sterk zijn als alle waterschappen dezelfde procedures volgen.
Na een nat 2024 zijn de eerste signalen van droogte voor 2025 al vroeg zichtbaar. Februari, maart en begin april verliepen ongewoon droog en zonnig, de afvoeren van de rivieren en beken zijn laag en de grondwaterstanden dalen. Lokaal zijn de eerste tekenen van verzilting en verhoogde concentraties blauwalg te zien. De situatie blijft om verhoogde alertheid van de waterschappen vragen, ondanks de (aankondiging van) neerslag.
Eerste neerslag
De eerste regen van dit voorjaar is inmiddels in delen van Nederland gevallen. Deze neerslag verlicht de droogte in de bovenste laag van de bodem enigszins, maar het algemene beeld is nog steeds vrij droog voor de tijd van het jaar. Hoewel de beschikbaarheid van zoetwater in de meeste regio’s nog voldoende is, zijn regionaal extra inspanningen nodig. Waterschappen houden water vast, zetten de waterpeilen in de regionale wateren zoals beken, sloten en kanalen op naar zomerpeil, en voeren water aan uit het IJsselmeer waar dit kan. Dit vraagt om regionaal maatwerk. Op sommige plekken, zoals in Brabant en rond de Veluwe, staan de grondwaterstanden nog hoog door de grote hoeveelheid regen van 2024. De waterschappen houden de situatie nauwlettend in de gaten.
Vooruitblik
De komende weken wordt neerslag verwacht in Nederland, maar de hoeveelheid is nog onzeker. De effecten van de neerslag op de grondwaterstanden blijven waarschijnlijk beperkt. De komende periode neemt naar verwachting tegelijkertijd de vraag naar zoetwater verder toe. Als de droogte aanhoudt, kan het nodig zijn om de maatregelen verder uit te breiden.
Droogtebeleid waterschappen
Door extremer weer en stijgende temperaturen neemt de watervraag in Nederland toe, terwijl de beschikbaarheid van water in het voorjaar en de zomer afneemt. Dit leidt tot een disbalans in het watersysteem. Hoewel er op jaarbasis voldoende neerslag valt, is er niet altijd voldoende water beschikbaar op het juiste moment en op de juiste plaats. Waterschappen richten zich daarom op het vasthouden en bufferen van water en pleiten ervoor dat de ruimtelijke inrichting en het landgebruik beter afgestemd worden op de watervoorziening. > Bekijk ook de droogtemonitor van dit droogteseizoen van het Watermanagementcentrum
De onafhankelijke adviesgroep STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving) heeft begin april haar conceptadviesrapport fase 1 gepubliceerd. Om de woningbouw te versnellen adviseert STOER aan woonminister Keijzer om op nationaal niveau een aantal normen vast te stellen voor omgaan met extreem weer. Dit geeft bouwers duidelijkheid vooraf en scheelt doorlooptijd. Dit advies is in lijn met het pleidooi van de waterschappen om borging van regels voor klimaatadaptatie.
Adviezen
Verdere adviezen in het conceptadviesrapport fase 1 gaan over het schrappen van regelgeving, waarvan een aantal volgens de waterschappen juist haaks staan op het belang van een toekomstbestendige woonomgeving.
Reactie Unie van Waterschappen
De Unie van Waterschappen heeft gereageerd op het advies van STOER met de indringende oproep om naast nationale regelgeving ook de regionale kennis van het water en bodemsysteem te blijven benutten. Het advies van het waterschap moet doorwerken in de plannen. Dat is de enige manier om waterrobuust te bouwen en te voorkomen dat woningzoekenden worden opgezadeld met een huis dat over enkele jaren onbewoonbaar blijkt.