Unie van Waterschappen in gesprek met Eerste Kamerleden over waterkwaliteit

3 juli 2024

Op dinsdag 2 juli was er in de Eerste Kamer een deskundigenbijeenkomst over de waterkwaliteit in Nederland. Namens de waterschappen ging Sander Mager, vicevoorzitter van de Unie van Waterschappen, hierover in gesprek met de Kamerleden. Het is voor het eerst dat de Eerste Kamer op deze manier uitgebreid aandacht besteedt aan dit urgente thema.

water met blauwe lucht erboven

Voorkom stilstand

De waterkwaliteit in Nederland staat sterk onder druk. Dit komt door een teveel aan meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen, medicijnresten, microplastics en chemische stoffen zoals PFAS. Ondanks verbeteringen de afgelopen decennia is verdere actie noodzakelijk om stilstand of zelfs achteruitgang te voorkomen. “En niet alleen om in 2027 te voldoen aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water”, zegt Mager daarover. “Een slechte waterkwaliteit kan namelijk op heel wat fronten een bedreiging vormen.”

“Het belangrijkste is dat we nog meer ondernemen voor gezond water voor mens, boer en natuur. Water dat geschikt is als drinkwater, voor landbouw, industrie, planten en dieren. De waterschappen investeren volop in maatregelen voor een betere waterkwaliteit. Zo trekken we de komende jaren miljarden uit voor het steeds beter zuiveren van rioolwater.” Mager waarschuwt: “Wanneer er schadelijke stoffen in het water terecht blijven komen, zijn die investeringen nooit voldoende. De rioolwaterzuiveringen kunnen niet de wasstraat van de samenleving worden.”

Bronaanpak

Een belangrijke oplossing is aanpak bij de bron: voorkom dat schadelijke stoffen in het water terechtkomen. Mager pleit voor strengere wet- en regelgeving en een kritische blik op de toelating van nieuwe chemische stoffen. “Pas wanneer schadelijke stoffen minder of helemaal niet meer in het water komen, kan de waterkwaliteit in Nederland echt verbeteren.”

De waterschappen zetten zich keihard in voor schoner en gezonder water, maar Mager benadrukt dat ook landbouw, industrie, inwoners en het Rijk hun verantwoordelijkheid moeten nemen: “Samen de schouders eronder!” 

Waterexperts in de Eerste Kamer

De bijeenkomst op 2 juli was de derde van een reeks van vier deskundigenbijeenkomsten over het thema water. De bijeenkomsten zijn bedoeld voor kennisopbouw en -verdieping. Eerder dit jaar werden vergelijkbare sessies gehouden over de thema’s water en bodem sturend en waterveiligheid. Bij die laatste ging Uniebestuurder Jeroen Haan in gesprek met de leden van de commissie Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving over de meest urgente thema’s binnen dat werkveld van de waterschappen. De vierde bijeenkomst gaat waarschijnlijk over de uitvoeringspraktijk van water.

Bekijk hier de inbreng van Sander Mager:

Bron: Eerste Kamer

> Kijk hier de video van de volledige bijeenkomst terug

Uniebestuurder Sander Mager namens waterschappen op Europees event Resilient Regions

1 juli 2024

Op donderdag 27 juni sprak Uniebestuurder Sander Mager namens de waterschappen op het Europese evenement ‘Resilient Regions: Healthy Water and Soil for our Citizens' in Brussel. De bijeenkomst was onderdeel van de Europese Green Week, met als centrale thema waterweerbaarheid in Europa. In zijn presentatie ging hij in op de zorgwekkende stoffen in ons water.



Aanpak bij de bron

Onder PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) vallen meer dan 15.000 chemische stoffen die slecht zijn voor mens en milieu en niet afbreken in de natuur. Voor een goede waterkwaliteit is het van belang dat de vervuiling door deze stoffen bij de bron wordt aangepakt. Dit kan via de Europese wetgeving, echter gaat dat op dit moment niet snel genoeg. Namens de waterschappen pleitte Mager voor een snelle implementatie van het zogenoemde restrictievoorstel (verbod) voor een groep PFAS.

Dit voorstel is ingediend door Nederland, Noorwegen, Zweden, Duitsland en Denemarken bij het Europees Chemicaliën agentschap ECHA. De waterschappen vinden een zo breed mogelijk verbod wenselijk. Hoe eerder de productie van PFAS stopt, hoe beter dit is voor de leefomgeving. Andere sprekers belichtten de problematiek rondom drinkwatervervuiling door PFAS, maar bijvoorbeeld ook een PFAS-vrije productie van zonnepanelen.

Sander Mager.

Bijdrage circulaire doelen

Een verbod op het gebruik van deze stoffen draagt niet alleen bij aan de gezondheid van mens en milieu, maar ook aan de circulaire doelen van de waterschappen. Dit lichtte Mager toe in zijn presentatie. Waterschappen willen in 2050 klimaatneutraal en circulair zijn. Ze zuiveren het rioolwater al steeds duurzamer en efficiënter, maar de druk op het water in Nederland neemt ook steeds meer toe. De waterschappen zien ook steeds meer schadelijke stoffen terug in het water. Naast PFAS zijn dat bijvoorbeeld plastics, rubber, medicijnresten en cosmetica.

Ieder jaar verschijnen bovendien duizenden nieuwe chemische stoffen. Veel van die stoffen eindigen vroeg of laat in het water of de bodem, een zorgwekkende trend die gekeerd moet worden. Een aanpak bij de vervuilingsbron kan hier veel in betekenen. Het water dat op de rioolwaterzuiveringsinstallatie binnenkomt bevat namelijk veel grondstoffen, en minder vervuiling zorgt voor schonere grondstoffen. Zo kunnen waterschappen achttien verschillende grondstoffen uit dit water terugwinnen, zoals cellulose, fosfaat, bioplastics en vetzuren, Kaumera en biomassa, maar bovenal het water zelf. Daarmee werken de waterschappen aan een gezond water- en bodemsysteem en een waterweerbaar Nederland en Europa.

Dutch Water Authorities

De Nederlandse waterschappen werken internationaal samen, onder andere met Europese partners. Daarnaast beïnvloedt Europese wetgeving nationale wetgeving en heeft het directe gevolgen voor de Nederlandse waterschappen. Dutch Water Authorities, Bureau Brussel, vertegenwoordigt de waterschappen in Europa.

> Lees meer over het internationale werk van de waterschappen

Watersector vraagt gesprek aan met Eurocommissaris over PFAS

20 juni 2024

Vewin en de Unie van Waterschappen hebben op 11 juni een gezamenlijke brief gestuurd aan de Nederlandse Eurocommissaris Wopke Hoekstra om in gesprek te gaan over de urgente en toenemende PFAS-problematiek voor de Nederlandse waterbedrijven en waterschappen.

Een handhaver van het waterschap meet de waterkwaltiteit in de sloot

Stoffen als PFAS horen in het geheel niet thuis in grond- en oppervlaktewater en in de bronnen voor drinkwater. Deze “forever chemicals” zijn niet of nauwelijks afbreekbaar, hopen zich op in het milieu en in planten, mensen of dieren, en zijn toxisch.

Bronaanpak meest effectieve oplossing

Deze problematiek is grensoverschrijdend, een Europese oplossing is daarom noodzakelijk. De meest effectieve manier om PFAS-problemen aan te pakken is bij de bron van de vervuiling. Wat er niet in komt, hoeft er ook niet uitgehaald te worden. Bronaanpak verdient dan ook altijd de voorkeur boven een end-of-pipe-oplossing, waarbij een reststroom overblijft. PFAS verdwijnt daarmee niet, maar wordt verplaatst.

De Unie van Waterschappen en Vewin ondersteunen daarom het restrictievoorstel onder de EU-regelgeving voor chemische stoffen (REACH) dat Nederland samen met andere lidstaten heeft ingediend. Dit wordt momenteel door ECHA, het Europees agentschap voor chemische stoffen, behandeld.

PFAS-problematiek vraagt om urgentie

Hoewel Wopke Hoekstra geen portefeuillehouder is voor chemische stoffen, zullen alle Eurocommissarissen – ook die vanuit Nederland – uiteindelijk beslissen over de restrictie van PFAS-stoffen, nadat de voorbereidingen door ECHA zijn afgerond. Het is van groot belang dat de restrictie wordt toegepast met zo min mogelijk uitzonderingen en zo snel mogelijke inwerkingtreding. Diverse takken van de industrie pleiten echter voor een zo beperkt mogelijke restrictie. Met dit gesprek willen de drinkwaterbedrijven en waterschappen de urgentie van de PFAS-problematiek en hun steun voor een volledige restrictie onderstrepen.

> Lees de brief aan Eurocommissaris Hoekstra
> Lees het standpunt van de Unie van Waterschappen rondom PFAS

Werkbezoek Kamerlid Geert Gabriëls bij rwzi hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

7 juni 2024

Op vrijdag 7 juni was Geert Gabriëls, Tweede Kamerlid namens GroenLinks-PvdA, op bezoek bij het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Het werkbezoek vond plaats op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) in Houten en was op uitnodiging van de Unie van Waterschappen. Het bezoek stond in het teken van de thema's waterkwaliteit, de Kaderrichtlijn Water en innovatie.

Tweede Kamerlid met drie waterschappers op rwzi

Innovatieve ozoninstallatie

De rwzi in Houten is de eerste in Nederland met een ozoninstallatie. Het Kamerlid kreeg een toelichting op het zuiveringsproces en de steeds verdere vervuiling van het water, grotendeels veroorzaakt door toenemende aantallen medicijnresten in het afvalwater. De gevolgen hiervan voor de gezondheid van mens en milieu zijn groot. Ozon in de installatie breekt de medicijnresten in het water af en zet ze om naar andere stoffen. Deze stoffen zijn makkelijker te verwerken en af te breken, wat de waterkwaliteit uiteindelijk ten goede komt.

Medicijnresten

Medicijnresten komen via het afvalwater in ons oppervlaktewater terecht, waardoor de waterkwaliteit onder druk komt te staan. Het zorgt ook voor een uitdaging op zuiveringstechnisch vlak. Medicijnresten laten zich namelijk lastig verwijderen uit het water. De ozoninstallatie in Houten vermindert het gehalte medicijnresten in het water tot zeventig procent. Daarna wordt het water in het Amsterdam-Rijnkanaal geloosd. Het verwijderen van medicijnresten uit het afvalwater draagt bij aan de waterkwaliteitsdoelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Tijdens het werkbezoek kreeg Gabriëls ook een toelichting op de stand van zaken van de KRW in het gebied.

Werkbezoeken

De Unie van Waterschappen organiseert regelmatig werkbezoeken voor Kamerleden. Deze zijn bedoeld om inzicht te geven in actuele onderwerpen en de uitdagingen en belangen van de waterschappen goed op de politieke agenda te plaatsen.

Twee moties gewasbeschermingsmiddelen aangenomen

28 mei 2024

Tijdens de stemmingen op dinsdag 28 mei zijn er in de Tweede Kamer twee moties aangenomen over gewasbeschermingsmiddelen. Beide werden ingediend door Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid van de ChristenUnie. De moties gaan over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen volgens de Kaderrichtlijn Water en over de inzet van maatregelen voor de waterkwaliteit.

gewasbeschermingsmiddelen

Toelating en toepassing gewasbeschermingsmiddelen

De eerste motie gaat in op de toelating en toepassing van gewasbeschermingsmiddelen door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Met de motie wil Grinwis dat de toelating en toepassing van de middelen overeenstemmen met de normering van de Kaderrichtlijn Water. Dit is nu nog niet altijd het geval.

> Bekijk de motie

Maatregelen voor waterkwaliteit

Op dit moment worden de normen in de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor onder meer gewasbeschermingsmiddelen nog te vaak overschreden. Met de tweede motie verzoekt Grinwis daarom provincies, gemeenten en waterschappen om de bestaande regelgeving optimaal in te zetten om dit te voorkomen. Hij wil dat hier effectieve en adequate maatregelen worden genomen voor een betere waterkwaliteit.

> Bekijk de motie

Standpunt waterschappen

De waterschappen willen voldoen aan de waterkwaliteitsnormen uit de Kaderrichtlijn Water. Ze willen dat het College voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) hier mee rekening houdt bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Als er geen goede en betaalbare meetmethode beschikbaar is, mogen gewasbeschermingsmiddelen niet toegelaten worden.

> Lees meer over de invloed van gewasbeschermingsmiddelen op de waterkwaliteit

Rapportage Staat van Ons Water 2023 naar Tweede Kamer

17 mei 2024

Woensdag 15 mei bood minister Mark Harbers de rapportage ‘Staat van Ons Water’ aan de Tweede Kamer aan. De rapportage geeft een overzicht van de ontwikkelingen in het waterbeleid van 2023 en biedt inzicht in hoe waterschappen het land droog houden, verzilting tegengaan en de waterkwaliteit op peil houden.

grondwaterontrekkingen

Samenwerken aan water

De Staat van Ons Water wordt gezamenlijk ontwikkeld door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Unie van Waterschappen, Vewin, IPO en VNG. In de rapportage is onder andere te lezen hoe Nederland werkt aan het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering en zich voorbereidt op de toekomst. Ook de status van de waterveiligheid, waterkwaliteit, financiën en het internationale werk komen aan bod.

Een interessant jaar

2023 was in veel opzichten een interessant jaar voor de watersector. Zo waren er op 15 maart de waterschapsverkiezingen voor nieuwe waterschapsbesturen. De opkomst was met 53,1 procent hoger dan in 2019, toen 51,3 procent van de stemgerechtigden hun stem uitbrachten. Het was een extreem nat jaar. In november viel zelfs meer regen dan ooit gemeten. De klimaatscenario’s die het KNMI in oktober 2023 publiceerde, laten zien dat de winters natter en zomers droger worden. Alle scenario’s wijzen uit dat zowel wateroverlast als watertekort steeds grotere vraagstukken zijn.

> Bekijk hier de Staat van Ons Water 2023

RIVM publiceert PFAS-handreikingen voor gebruik oppervlaktewater

3 mei 2024

Op vrijdag 3 mei heeft het RIVM drie nieuwe handreikingen gepubliceerd voor het gebruik van oppervlaktewater. De richtlijnen geven waterbeheerders in Nederland meer inzicht in de impact van PFAS op oppervlaktewater. Hiermee helpen ze de risico’s van het gebruik van oppervlaktewater beter te bepalen. Er is een handreiking voor zwemwater, een voor moestuinirrigatie en een voor het eten van vis uit oppervlaktewater.

water met blauwe lucht erboven

In opdracht van waterschap

De handreikingen zijn een praktische uitwerking van de kennisnotitie ‘PFAS verontreinigingen: een overzicht van beschikbare risicobeoordelingsinstrumenten voor gebruiksfuncties van oppervlaktewater’. Deze publiceerde het RIVM in februari dit jaar. Beide zijn gemaakt in opdracht van het waterschap Rivierenland.

> Lees het nieuwsbericht van waterschap Rivierenland

PFAS in zwemwater

De handreiking over zwemwater krijgt op dit moment de meeste aandacht. Het is een praktische uitwerking waarmee waterbeheerders risico’s kunnen beoordelen van blootstelling aan PFAS door zwemmen in open water. Met de officiële start van het zwemseizoen op 1 mei is daar nu veel behoefte aan.

> Ga voor actuele informatie naar zwemwater.nl

Waterschappen pleiten voor PFAS-verbod

De waterschappen maken zich zorgen over de aanwezigheid en verspreiding van PFAS in het milieu. Ze vinden het daarom niet alleen belangrijk om te weten hoe om te gaan met PFAS in het water, maar vinden het nog belangrijker dat water- en bodemverontreiniging door PFAS stopt. De Unie van Waterschappen dringt daarom aan op een Europees totaalverbod op alle PFAS, zodat deze stoffen niet meer in het milieu terechtkomen.

> Lees meer over PFAS in water en bodem

> Bekijk hier de handreikingen van het RIVM

Waterschappen leveren inbreng voor commissiedebat gewasbeschermingsmiddelen

23 april 2024

Op 14 mei staat het commissiedebat gewasbeschermingsmiddelen op de agenda van de Tweede Kamer. De waterschappen hebben een aantal aandachtspunten ingebracht.

gewas-gewasbescherming-inbreng

Doel nog niet in zicht

In 2030 mogen er nagenoeg geen emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar het water meer zijn. Met het huidige tempo is dat doel helaas nog niet in zicht. Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage van het Landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen. De waterschappen maken zich zorgen over het aantal normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater.

Waterschappen zijn verantwoordelijk voor de waterkwaliteit in Nederland en monitoren de waterkwaliteit, signaleren knelpunten en brengen daarover jaarlijks een rapportage uit. Waterschappen werken natuurlijk ook aan droge voeten en zuivering van afvalwater.

Waterkwaliteit ligt de waterschappen na aan het hart. Onze zorg en aandacht gaat uit naar alle stoffen die niet in het water thuishoren. Een goede kwaliteit van het oppervlakte-, grond- en drinkwater is van levensbelang voor de gezondheid van mens en natuur. Waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. We werken hard om de doelen van de Kaderrichtlijn Water voor oppervlaktewater te halen. En niet om die simpelweg af te kunnen vinken, maar omdat de waterkwaliteit echt fors beter moet voor mens en natuur. Waterschappen investeren de komende jaren flink, maar ook landbouw, industrie, inwoners en het rijk zijn aan zet.

Stagnatie of lichte verbetering?

De evaluatie van de resultaten van het Landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen verschijnt jaarlijks. Van het aantal gemeten stoffen in het oppervlaktewater overschrijdt ongeveer 20% van die stoffen de norm. Een stof is normoverschrijdend wanneer deze op in ieder geval één van de meetlocaties de geldende milieukwaliteitsnorm overschrijdt. Sinds 2014 schommelt het percentage rond de 20% en in de afgelopen drie jaar is een lichte daling te zien. We moeten toe naar geen normoverschrijdingen in het oppervlaktewater.

Complicerende factor: biociden

Sommige stoffen zijn als gewasbeschermingsmiddel niet meer toegestaan, maar zijn wel toegelaten als biocide (middelen om schadelijke organismen te bestrijden). Dit is het geval bij imidacloprid en fipronil, dat in vlooienmiddel zit.

Waterschappen meten actieve stoffen in het oppervlaktewater. Een gewasbeschermingsmiddel en biocide kunnen dezelfde actieve stoffen bevatten. Biociden worden voor een andere toepassing gebruikt (bijvoorbeeld dierengeneesmiddelen of een schimmelwerend middel op een kunstgrasveld), maar kunnen wel dezelfde actieve stoffen bevatten.

Waterschappen verwachten dat de minister ook naar de werkzame stoffen in biociden kijkt. Die worden gevonden in het oppervlaktewater en gezuiverd rioolwater.

Andere zorgen

Daarnaast sluiten de normen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) hanteert niet goed aan bij de normen van de Kaderrichtlijn Water (KRW).

> Lees de volledige inbreng voor het commissiedebat gewasbeschermingsmiddelen

Watersportseizoen van start: steeds meer aandacht voor duurzame oplossingen

2 april 2024

Voor veel watersporters is afgelopen weekend het nieuwe vaarseizoen van start gegaan. Met de stijging van de temperatuur richten steeds meer booteigenaren zich op (onderhouds)werkzaamheden. Er is daarbij steeds meer aandacht voor duurzame oplossingen die de waterkwaliteit ten goede komen. Denk aan emissieloos varen en het gebruik van duurzame materialen.

vaarseizoen-varen-unie-van-waterschappen-waterkwaliteit-duurzaamheid

Lozingsverbod vuilwater

Al sinds 2009 is het lozen van ‘zwart’ toiletwater vanaf boten verboden. Dit heeft namelijk een negatieve invloed op de kwaliteit van het oppervlaktewater. In 2018 werd een motie in de Tweede Kamer aangenomen om de lozingen de komende jaren verder te beperken. Over de precieze invulling van de nieuwe regels is nog geen helderheid, maar gesproken wordt over een verzegelingsplicht waardoor ongezuiverd toiletwater niet meer geloosd kan worden. Voor veel booteigenaren vergt dat aanpassingen aan boord.

> Lees meer over de verzegelingsplicht en alternatieven voor toiletlozing

Emissieloos varen

Ook elektrisch of emissieloos varen krijgt steeds meer aandacht van watersporters. Het aanbod van elektrische motoren en accu’s is de afgelopen jaren flink gegroeid, wat het overstappen voor booteigenaren makkelijker maakt. Sommigen zullen wel moeten: in Amsterdam geldt vanaf 2025 een verbod op varen met verbrandingsmotoren in het centrum. Diverse andere steden, waaronder Leiden, Utrecht, Amersfoort, Maastricht en Rotterdam hebben al aangekondigd dat er binnen enkele jaren alleen nog emissieloos in de stadscentra gevaren mag worden. Het aantal openbare oplaadpunten voor elektrische vaartuigen is onlangs door Waterrecreatie Nederland in kaart gebracht.

Duurzame materialen

Bij het onderhoud en de ontwikkeling van boten wordt ook steeds meer gekeken naar het gebruik van duurzame of zelfs hergebruikte materialen. Zo zijn er al boten van hergebruikt en 3D-geprint materiaal en neemt het gebruik van milieubelastende onderdelen af. Een goed voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van de aangroeiwerende verf onder de waterlijn, de antifouling. Hiervoor gelden strenge regels als het gaat om de samenstelling. Zo mogen er maar beperkt schadelijke stoffen als koper en zink in de verf verwerkt zijn.

> Lees meer over antifouling op de website van Varen doe je Samen!

Waterschappen: samen naar een natuurinclusieve leefomgeving

20 maart 2024

De Unie van Waterschappen heeft haar steun uitgesproken voor de Agenda Natuurinclusief 2.0. Dit initiatief heeft als ambitie natuur en menselijke activiteiten harmonieus te laten samengaan in Nederland. Waterschappen steunen deze beweging omdat water en natuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Een natuurinclusieve inrichting draagt bij aan een goede waterkwaliteit en een klimaatrobuust watersysteem. En dat watersysteem is andersom nodig voor gezonde natuur.



Natuurinclusieve leefomgeving

De agenda richt zich op het versterken van de zeventig procent niet-beschermde natuur van Nederland, waarin we leven, wonen, werken, reizen en recreëren. Dit omvat natuur in weilanden, achtertuinen, recreatiegebieden zonder beschermde Natura2000-status en bedrijventerreinen. Het doel is om tegen 2050 een natuurinclusieve leefomgeving te realiseren.

Robuust en toekomstgericht

“Natuur en waterbeheer zijn nauw met elkaar verbonden”, zegt dagelijks bestuurder Els Otterman van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, die namens waterschappen is aangesloten bij de agenda. “Een leefomgeving die rekening houdt met de natuur en dus natuurinclusief is, draagt bij aan verschillende doelen van de waterschappen. Zoals aan het verbeteren van waterkwaliteit van sloten, meren en rivieren. Een manier om dat te doen is door te zorgen dat stoffen die de waterkwaliteit verslechteren niet meer in het water terechtkomen. Denk hierbij aan PFAS en verschillende nutriënten. Daarnaast doen de waterschappen veel aan klimaatadaptatie, zoals het beter bergen van water in de bodem bij droogte of wateroverlast. Dit alles maakt ons watersysteem robuuster en toekomstgericht.”

Wat kunnen de waterschappen doen?

Waterschappen werken op hun eigen terreinen aan het versterken van een natuurvriendelijke omgeving, maar kijken ook verder. Met een ‘blauwgroen’ netwerk van 17.500 kilometer aan waterkringen en 225.000 kilometer aan watergangen hebben ze veel mogelijkheden om bij te dragen aan een robuuste natuur. De waterschappen kunnen met hun blauwgroene netwerk bijdragen aan het verbinden van versnipperde natuur. Dit sluit goed aan bij de Agenda Natuurinclusief, waarin het juist draait om initiatieven van onderop.

Samenwerking en aansluiting

De Agenda Natuurinclusief is een publiek-private samenwerking tussen overheden en bedrijven, maatschappelijke organisaties en instellingen. Waterschappen hebben ruime ervaring met deze vorm van samenwerken, bijvoorbeeld in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Om een natuurinclusieve samenleving te bereiken, is het cruciaal om bij elkaars plannen aan te sluiten, elkaar te steunen en te helpen waar nodig. Verschillende initiatieven moeten goed met elkaar verbonden zijn.

De waterschappen helpen dan ook graag mee aan het vervolg van de agenda om te bekijken hoe de doelen ervan zoveel mogelijk kunnen worden geïntegreerd in reeds lopende plannen voor een toekomstgerichte leefomgeving. Uitgangspunt daarbij is dat inrichting en gebruik aansluiten bij de draagkracht van het water- en bodemsysteem. Dat levert direct winst op voor de natuur.

> Bekijk de reactie van de waterschappen op de Agenda Natuurinclusief 2.0