Startpunt naar waterweerbaar Europa

5 juni 2025

Europa is het snelst opwarmende continent. Droogte, overstromingen en vervuiling bedreigen de beschikbaarheid en kwaliteit van water. De Europese Commissie stelt dat waterweerbaarheid essentieel is voor de volksgezondheid, economie, voedselzekerheid en veiligheid. Op 4 juni is de langverwachte Water Resilience Strategy gepresenteerd, waarmee samen met de lidstaten wordt gewerkt aan een waterweerbaar Europa in 2050.

vlaggen-europa-eu-brussel

In de strategie pakt de Europese Commissie verschillende thema’s vast en kiest voor een brede insteek: van water in het buitenlands beleid, tot waterbesparing, hergebruik, digitalisering, educatie, innovatie en crisisbeheersing.

Aan de slag met concrete maatregelen

De Unie van Waterschappen ziet deze Europese strategie als een belangrijk startpunt, maar benadrukt dat concrete acties nog moeten volgen. Luzette Kroon, bestuurslid internationaal van de Unie van Waterschappen: “Na de Europese verkiezingen van juni 2024 werd relatief snel duidelijk dat waterweerbaarheid hoog op de Europese agenda staat. We hebben als waterschappen onze standpunten op veel momenten onder de aandacht gebracht. Onze inzet op het gebied van klimaatadaptatie en grensoverstijgend waterbeheer zien we nadrukkelijk terug in de strategie. Benedenstroomse gebieden, zoals Nederland, zijn immers afhankelijk van bovenstrooms waterbeheer in andere Europese landen. De strategie besteedt hier terecht veel aandacht aan. We hadden echter meer ambitie verwacht op het gebied van waterkwaliteit en PFAS. De Unie van Waterschappen pleit voor een volledig verbod op PFAS om mens en milieu te beschermen. Waterweerbaarheid gaat immers over zowel kwaliteit als kwantiteit. Dit blijven we agenderen in Europa.”

Meer ambitie nodig op het gebied van waterkwaliteit

De Europese Commissie formuleert drie hoofddoelen in de strategie: het herstel en de bescherming van de watercyclus, het stimuleren van een waterintelligente economie, en toegang tot schoon en betaalbaar water voor iedereen. Deze doelen moeten worden bereikt door betere implementatie en handhaving van bestaande wetgeving. EU-wetgeving, waaronder de Kaderrichtlijn Water, biedt volgens de Commissie een sterke basis om deze doelen te verwezenlijken als het goed wordt geïmplementeerd. De Commissie wil onder meer gestructureerde dialogen met lidstaten aangaan en benoemt expliciet de aanpak van verontreinigingen zoals PFAS. Toch blijft een echt ambitieuze koers op dit vlak vooralsnog uit.

De Unie van Waterschappen roept de Commissie op om de bronaanpak van vervuiling centraal te stellen in de verdere uitwerking van deze strategie. Alleen een aanpak voor het creëren van technologie om PFAS op te ruimen is te weinig. De Unie verwacht dan ook ambitieuze voorstellen, met name op het gebied van PFAS en andere chemische stoffen. Alleen zo kan Europa écht waterweerbaar worden.

Klimaatadaptatie en grensoverstijgende samenwerking

Klimaatadaptatie en grensoverstijgende samenwerking krijgen veel aandacht in de strategie. Zo wordt benadrukt dat het onwenselijk is als overstromingsrisico’s en droogte worden afgewenteld op benedenstroomse gebieden. Er moet meer gebeuren aan klimaatadaptatie en samenwerking over grenzen heen moet structureel worden verankerd. Het aangekondigde klimaatadaptatieplan in 2026 biedt hiervoor onder andere een kans. De Commissie wil dat landen, in lijn met de Kaderrichtlijn Water, samenwerken bij het beheren van rivieren die door meerdere landen stromen. Dit kan bijvoorbeeld door meer overleg tussen landen binnen een stroomgebied, bijvoorbeeld via riviercommissies. De Unie draagt graag bij aan het versterken van  waterbeheer binnen internationale stroomgebieden.

> Klik hier voor het volledige rapport
> Klik hier voor meer informatie over de Water Resilience Strategy
> Lees hier de inbreng van de waterschappen met betrekking tot het Water Resilience Strategy

(Inter)nationale samenwerking sleutel bij waterweerbaarheid 

4 juni 2025

“Wie heeft er al een noodpakket?” Met die vraag opent Splinter Chabot Waterpoort. Geen rare vraag, want door klimaatverandering en geopolitieke spanningen neemt de dreiging toe. Denk aan de overstromingen in Limburg en stroomstoringen in Spanje en Frankrijk. In hoeverre is de watersector voorbereid?

Een goedgevulde zaal luistert aandachtig naar Splinter Chabot, Vincent Lokin (bestuurslid Unie van Waterschappen) en Pieter Litjens (voorzitter Vewin). Ze staan voor een groot scherm in Nieuwspoort. De sfeer is zakelijk en betrokken. De deelnemers zitten in een halve cirkel, wat een interactieve setting suggereert.

Op 26 mei organiseerden de Unie van Waterschappen en Vewin bij Nieuwspoort een nieuwe editie van Waterpoort. Met een boordevol programma: een mini-college over waterweerbaarheid, een korte film over de voorbereidingen van Vewin en de waterschappen, en tot slot een debat met Eerste en Tweede Kamerleden, een Europarlementariër en het publiek. Waterweerbaarheid is een mooi, interessant en belangrijk onderwerp, vindt gespreksleider Splinter Chabot. 

Watersector maakt zich zorgen 

We leven in een onvoorspelbare wereld. Zowel Pieter Litjens, voorzitter van de vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), als Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, maken zich zorgen. Litjens: “We zien de laatste tijd steeds vaker stroomstoringen – door sabotage in Zuid-Frankrijk en de grote storing in Spanje. Het is niet meer denkbeeldig; het komt in de praktijk gewoon voor.”  

Bij drinkwaterbedrijven en waterschappen staat weerbaarheid dan ook hoog op de agenda. “We werken hard aan waterveiligheid. Het is een continue, risicogestuurd proces”, zegt Vincent Lokin. “Ik zal niet zeggen dat we kwetsbaar zijn, maar we weten ook niet of we het huis voldoende op orde hebben.” Hij wil daarom meer duidelijkheid vanuit de politiek. “We zitten in een tussenfase, tussen vrede en oorlog; wat dat precies betekent weten wij niet. Het helpt als dit geduid wordt, zodat wij ons kunnen organiseren om op dat niveau voorbereid te zijn.”   

Mini-college Waterweerbaarheid: Reële dreiging of paranoia 

De zorgen over klimaatverandering en geopolitieke spanningen zijn niet onterecht. Dat blijkt uit het mini-college van Louise van Schaik, Head of Unit EU & Global Affairs bij Clingendael. Hierin behandelt ze in sneltreinvaart de gevolgen van klimaatverandering en hybride dreigingen. Wat betreft klimaat ziet ze vooral uitdagingen op het gebied van zeespiegelstijging en droogte. Hier heeft Nederland de zaken goed op orde, maar bij hybride dreigingen ligt dat anders. 

“In Nederland en West-Europa zijn we niet gewend dat ons grondgebied en onze vitale infrastructuur onder druk komen te staan”, zegt Van Schaik. “Dergelijke dreigingen hebben we decennialang niet gevoeld.” Er zijn voorbeelden te over: van fake news en cyberaanvallen tot bedrijfsspionage en aanslagen. Ook specifiek voor water. Van Schaik noemt onder andere de opgeblazen Kakhovka-dam in Oekraïne en watervergiftiging bij een NAVO-kazerne in Duitsland.  

De watersector staat volgens Van Schaik voor de opgave om weerbaarder te worden. En die uitdagingen liggen niet alleen op het gebied van cybersecurity. Maar ook op het gebied van apparatuur – “Kopen we nog Chinese waterpompen?” – én bij de mensen zelf. Zij moeten ook weerbaarder worden en anders gaan denken. Tot slot moet de sector onderzoeken hoe makkelijk mensen kunnen binnendringen bij cruciale installaties. Moeten deze fysiek bewaakt worden? “Van dijkbewaking naar terreinbewaking”, besluit Van Schaik haar college. 

Het belang van samenwerking

Na een korte video waarin Vewin en de Unie kort vertellen over de waterweerbaarheid, is het tijd voor het debat in een opstelling gebaseerd op het Britse Lagerhuis. Dit gebeurt aan de hand van twee stellingen.  

De vier aanwezige politici – Cor Pierik (Tweede Kamerlid BBB), Tekke Panman (Eerste Kamerlid BBB), Jesse Six Dijkstra (Tweede Kamerlid NSC) en Ingeborg ter Laak (Europarlementariër CDA) – zijn allemaal doordrongen van het belang van waterweerbaarheid. Samenwerking speelt daarbij een belangrijke rol. Panman: “We kunnen waterweerbaarheid niet alleen maar overlaten aan de waterschappen. We moeten elkaar helpen en niet achteroverleunen.” Six Dijkstra denkt dat aankomende wetgeving bij waterweerbaarheid gaat helpen. Ter Laak noemt het een Europees probleem. “Water stroomt”, zegt ze. “Het houdt zich niet aan grenzen. Het stroomt door heel Europa, dus we moeten wel samenwerken.”  

Stelling 1: “Er is te weinig aandacht voor dreigingen als energieuitval, natuurbranden en dijkdoorbraken” 

Pierik is het eens met deze stelling. Hij vindt dat er te weinig aandacht is voor waterweerbaarheid en noemt het een cruciaal onderdeel voor het omgaan met de huidige geopolitieke situatie en klimaatverandering. Hij wijst op het probleem van de droogte en pleit ervoor om water beter vast te houden. “Water is cruciaal voor de voedselvoorziening. In periodes van droogte groeit er heel weinig. Om de voedselzekerheid op peil te houden, hebben we waterzekerheid nodig.”  

Vanuit het publiek wordt ook gereageerd. “Ik word getriggerd door de term voedselzekerheid. Er wordt steeds geroepen dat dit ontzettend belangrijk is. Maar heel veel van ons water gaat naar bloembollen, planten en tuinen. Dit wordt nu steeds bij elkaar gegooid en moet worden gescheiden.” Pierik bevestigt dat er inderdaad ook water nodig is voor de bloembollen en planten. Hij weet niet de exacte cijfers, maar “een substantieel deel van het water gaat echt naar de voedselvoorziening”, zegt hij. 

Ook Ter Laak is het eens met de stelling.  “Water is leven”, zegt ze. “We hebben het nodig voor energie- en watervoorziening.” In Europa wordt volgens haar goed nagedacht over waar de prioriteiten liggen tijdens een crisis. “Wie komt er als eerste en wie als laatste?” Dat zijn moeilijke vragen, vindt Ter Laak. Europa moet goed in beeld hebben hoe alles ervoor staat. “Bij volle graanschuren kun je er beter voor kiezen om de energievoorziening op peil te houden.” Dit zijn geen beslissingen die Europa van tevoren kan nemen. Alles hangt af van de context van dat moment, aldus Ter Laak.  

De waterschappen hebben veel dingen goed geregeld, vindt Lokin. Dat wordt ook bevestigd vanuit het publiek. “Waterschappen denken redelijk ver vooruit. Er staan in onze organisatie vijftig mensen via een piketregeling permanent klaar voor het geval er een calamiteit is.” Het is alleen niet duidelijk wat er gaat gebeuren als er meerdere calamiteiten tegelijkertijd plaatsvinden. Lokin benadrukt opnieuw de behoefte aan kaders. “Het is belangrijk dat we nieuwe dingen in de discussie afronden met een conclusie. Nu gooien we wat dingen in de lucht en dan leven we door. We moeten nieuwe normen stellen en daarnaar handelen.”  

Litjens benadrukt het belang van samenwerking. “Drinkwaterbedrijven hebben een heleboel raakvlakken. Niet alleen met de waterschappen, maar ook met andere bedrijven. Het is belangrijk dat we ons gezamenlijk voorbereiden op bedreigingen. Die integraliteit kan beter.” Tekke Panman springt daar op in. Hij vraagt zich af hoe dat zit in Flevoland. “Een groot deel van onze voedselvoorziening komt uit Flevoland. Defensie gaat nu bij Lelystad gevechtsvliegtuigen stationeren en een kazerne bouwen. Hiermee neemt het risico op een aanslag op de dijken en gemalen in Flevoland toe. Zijn de waterschappen hierover in gesprek met Defensie?” Volgens Lokin is het in dit geval aan Hetty Klaver, dijkgraaf van Zuiderzeeland, om hierover het gesprek aan te gaan. Wel doet hij een oproep aan de nationale politiek: “Kijk wat het betekent als je bepaalde functies op bepaalde plekken wilt vestigen. Dat geeft ons de gelegenheid om ons daarop te organiseren.” 

Stelling 2:  Het opstellen van een Nationaal weerbaarheidsplan is nodig om impuls te geven aan meer weerbare drinkwatersector. 

Het hangt ervan af wat er precies bedoeld wordt met een plan, reageert Litjens. “Als het betekent dat je met waterweerbaarheid ervoor zorgt dat er een robuuste watersector ontstaat of dat het belang daarvan op de agenda komt, dan is dat hartstikke goed. Maar zomaar een nationaal waterbeheerplan heeft weinig zin.” Lokin is meer een voorstander van continu werken aan waterveiligheid. “We zijn voor permanent bezig zijn met waterweerbaarheid. Ervoor zorgen dat je je huis op orde hebt. Helemaal standaard gaat dat niet worden.” 

Six Dijkstra is wél voorstander van een nationaal weerbaarheidsplan, mits dit continue wordt geüpdatet. “Zodat we onze weerbaarheid op orde hebben en elke keer weer kijken of het voldoet aan de huidige situatie. Want de bedreigingen veranderen natuurlijk ook de hele tijd.” 

Vanuit het publiek klinkt het: “Bij mij gaan er meteen twee rode vlaggen omhoog. De eerste is nationaal, dat moet internationaal worden. Want water is niet geïsoleerd. Ook moet plan framework zijn. Want je moet altijd ruimte laten om te kunnen improviseren.” Ook wordt de vraag gesteld: “Hoe goed is goed genoeg? Deze vraag dwingt je om te kwantificeren welk resultaat je wel en niet wilt. Als dat niet duidelijk is dan krijg je allerlei mensen die dan roepen ‘We doen het goed, maar het kan beter’. Dat klinkt leuk, maar zegt helemaal niks.” 

Chabot stelt de vraag meteen aan het panel. Panman vindt het lastige vraag. “Je moet eerst vaststellen wat je wilt bereiken. Wat wil je overeind houden. Dan kun je bekijken wat er nodig is.” Hij denkt niet dat de politiek dat kan en moet bepalen, maar de waterschappen. “Zij weten wat de kern is. De politiek moet hierbij vooral een faciliterende rol aannemen.” Six Dijkstra noemt het een vrij brede vraag. “Ik kan niet in een paar minuten uitleggen wat er allemaal nodig is. Ik denk dat de aankomende wetten – zoals wet weerbaarheid kritieke entiteiten en de beveilingswet – vrij goede richtsnoeren geven. Het uitgangspunt is dat ook bij grote storingen vitale processen 72 uur lang moeten kunnen doordraaien op voldoende niveau.” 

Vanuit Europa komt er een Water Resilience Plan, zegt Ter Laak. Maar ze vindt wel dat er een nationale vertaling van het Europese plan moet komen. Want wat betekent dit plan voor Nederland? “We zijn toch een delta waar het water naartoe stroomt. Als er in Duitsland een waterbedding wordt gemaakt waardoor er ineens heel veel water naar Nederland komt dan hebben wij ook een uitdaging. We zullen het samen gaan moeten doen.”  

“Het toverwoord is dus samenwerking”, besluit Chabot het debat. “We staan aan het begin van het proces: van alle onderzoeken, frameworks, en politiek. En dat we er een begin is, betekent natuurlijk ook dat er een vervolg komt. Daarom zeg ik alvast dat er op 3 november weer een Waterpoort komt.”  

Waterschappen uiten zorgen over AMvB’s Cyberbeveilingswet aan minister 

4 april 2025

De Unie van Waterschappen heeft namens de 21 waterschappen gereageerd op de consultatie van het Cyberbeveiligingsbesluit (Cbb) en het Besluit Weerbaarheid Kritieke Entiteiten (Bwke). Hoewel de Unie de doelstellingen van deze nieuwe wetgeving ondersteunt, zijn er belangrijke zorgen geuit over de uitvoerbaarheid ervan en de impact op de waterschappen. 



Meer praktijkgericht 

In de brief aan minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) worden diverse aandachtspunten benoemd. Ten eerste maken de waterschappen zich zorgen over de eisen rond cyberveiligheid. De huidige formuleringen in de Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) in het Cbb staan volgens de waterschappen nog te ver af van de praktijk. Er is behoefte aan duidelijke richtlijnen en standaarden om effectieve beleidsvoering te waarborgen. 

Heldere terminologie  

Een ander belangrijk punt is de onduidelijkheid over terminologie, vooral in verband met meldplichten. De waterschappen pleiten ervoor om snel meer helderheid te krijgen over wat wordt verstaan onder significante incidenten en andere relevante termen. 

Uitvoerbaarheid en betaalbaarheid  

De administratieve en financiële lasten van de nieuwe regelgeving vormen ook een zorg. Het opstellen van beleid en plannen vergt veel tijd en middelen, zonder dat dit altijd leidt tot een verbeterde weerbaarheid. De Unie vraagt om een balans tussen verplichtingen en praktische uitvoerbaarheid. 

Aansluiten bij bestaande wetten  

Met betrekking tot het Bwke hebben de waterschappen vergelijkbare zorgen. Ze vragen om duidelijke richtlijnen over de fysieke weerbaarheid en de verhouding tot bestaande wetgeving, zoals de Arbowet. Ook hier is er behoefte aan heldere standaarden die de uitvoering van veiligheidsmaatregelen ondersteunen. 

Duidelijkheid over planning  

Daarnaast is er verwarring over de termijn voor compliance met de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke) en Bwke. Waar aanvankelijk werd aangenomen dat de waterschappen tot begin 2027 de tijd hadden om te voldoen aan de eisen, blijkt nu dat dit mogelijk al in augustus 2026 moet gebeuren. Dat brengt aanzienlijke druk met zich mee. 

Snel helderheid  

De Unie benadrukt dat het essentieel is om de nog ontbrekende ministeriële regelingen snel te publiceren, zodat de waterschappen weten waar ze aan toe zijn. Tot slot wordt er waardering uitgesproken voor de inspanningen van de ministeries om de NIS2- en CER-richtlijnen om te zetten in nationale wetgeving, met de oproep om de samenwerking te versterken bij het vormgeven van concrete normen en richtlijnen. 

> Meer over de consultatie Cbb en Bwke op digitaleoverheid.nl

Waterschappen snel in afhandeling van informatieverzoeken 

18 maart 2025

Terwijl sommige ministeries moeite hebben met de tijdige afhandeling van informatieverzoeken onder de Wet open overheid (Woo), laten de waterschappen zien dat snelle en effectieve verwerking mogelijk is.

rivier met riet en bootjes en erachter nieuwbouwhuizen

Recent onderzoek van Instituut Maatschappelijke Innovatie, Open State Foundation en Universiteit van Amsterdam toont aan dat decentrale overheden, zoals waterschappen, vaak binnen de wettelijke termijn van vier weken reageren op verzoeken om informatie. Tussen de 70 en 100 procent van de gevallen lukt het de waterschappen om Woo-verzoeken binnen de wettelijke termijn te beantwoorden. Als waterschappen niet tijdig antwoorden ligt dat in 45 procent van de gevallen aan de grootte van de uitvraag.  

>Lees meer over dit onderzoek op NOS.nl

Transparantie  

Waterschappen onderkennen het belang om transparant te zijn naar de maatschappij en werken daarom ook toe naar werkwijzen die op een toekomstbestendige manier inzicht geven in het verleden. Hiervoor is een sectoraal meerjarenplan opgesteld. Dit plan moet de informatiehuishouding op orde brengen en data transparant beschikbaar stellen.   

Verbeterkansen voor informatiehuishouding 

“Wij zijn ons bewust van de uitdagingen die er liggen”, zegt Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen. “We doen veel om onze informatiehuishouding te verbeteren, maar er is ook nog veel te doen. Uit de monitor die we hebben gedaan over de Wet open overheid blijkt dat nog 80 procent van de waterschappen verbeterpunten ziet voor de informatiehuishouding.” 

Betrouwbare overheid

Het delen van kennis en ervaringen met andere overheden kan bijdragen aan verdere optimalisatie van de afhandeling van informatieverzoeken. De Unie van Waterschappen moedigt daarom een breder gesprek aan over goede voorbeelden in het omgaan met de Woo. In de visie van de waterschappen, ‘De Vaarkaart – Digitaal op koers’, geven de waterschappen aan dat ze hopen dat open en tijdige communicatie bijdraagt aan een betere relatie met de inwoners.  

Eerste minicongres Omgevingswet: Samen leren en vooruitkomen voor betere dienstverlening

20 september 2024

Na de geslaagde livegang van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) op 1 januari jl., is de volgende fase aangebroken: het verbeteren van de gebruikersvriendelijkheid. Op 18 september organiseerden de Unie van Waterschappen en Het Waterschapshuis het minicongres ‘Samen leren en vooruitkomen voor betere dienstverlening’. Tijdens het event deelden deelnemers ervaringen en best practices om de dienstverlening verder te verbeteren.

Vijf deelnemers van het minicongres Omgevingswet met elkaar in gesprek rond een tafel met een flip-over.

Gebruikersonderzoek

Informatie uit landelijke analyses en praktijkervaringen, zoals die van waterschap Drents Overijsselse Delta, helpen bij het vergaren van kennis over de gebruikers. De UX-reviewaanpak van waterschap Hollandse Delta legt kernproblemen bloot en prioriteert in samenhang de pijnpunten van verschillende doelgroepen. UX staat voor User Experience, oftewel gebruikersonderzoek. Dit blijkt essentieel te zijn, want oplossingen beginnen met een goed begrip van de gebruiker.

Optimaliseren vergunningsverlening

Naast gebruikersvriendelijkheid kwamen ook andere thema’s aan bod, zoals de milieueffectrapportage (MER) en de vergunningverlening voor de eigen diensten. Praktijkvoorbeelden, van onder andere waterschap Vallei en Veluwe en waterschap Hollandse Delta, hebben de waterschappen geholpen het vergunningsproces verder te optimaliseren.

Vervolg

De inhoudelijke sessies met concrete tips werden zeer gewaardeerd. Daarom komen er meer bijeenkomsten. Bijeenkomsten om het uitwisselen van kennis en een sterkere samenwerking tussen waterschappen op de Omgevingswet te bevorderen. Want de vereiste specifieke kennis en vaardigheden komen niet alleen de waterschappen, maar heel Nederland ten goede door een efficiëntere en effectievere uitvoering van de Omgevingswet.

Meer oog voor transparantie bij waterschappen

11 september 2024

Op woensdag 11 september hebben de Unie van Waterschappen, VNG en IPO hun Wet open overheid (Woo-)monitoren overhandigd aan het ministerie van Binnenlandse Zaken. Directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie Eva Heijblom nam de publicatie in ontvangst op het iBestuur Congres. Uit de Woo-monitor van de waterschappen blijkt dat er op het gebied van organisatie en cultuur ontwikkeling nodig is om informatie transparanter en toegankelijker aan te bieden.

Smartphone en laptop in beeld die door een vrouw wordt bediend.

Toenemend aantal Woo-verzoeken

De monitor laat onder meer zien dat het aantal Woo-verzoeken toeneemt. De afhandeltermijn van de verzoeken neemt doorgaans wat meer tijd in beslag dan voorheen. Dit valt vooral te verklaren doordat de verzoeken steeds omvangrijker van aard zijn. Waterschappen onderkennen daarbij steeds meer het belang om transparant te kunnen zijn naar de maatschappij en werken daarom ook toe naar werkwijzen die op een toekomstbestendige manier inzicht geven in het verleden. De waterschappen zetten zich actief in om de Woo goed te implementeren.

> Bekijk hier de Woo-monitor van de waterschappen

Toenemend bewustzijn

“Wij zijn ons bewust van de uitdagingen die er liggen”, zegt Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, op het iBestuur Congres. “We doen veel om onze informatiehuishouding te verbeteren, maar er is ook nog veel te doen. In de monitor zien we dat dit besef echt is ingedaald bij de waterschappen en dat het bewustzijn groeit over wat een goed georganiseerde informatiehuishouding inhoudt.”

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Zo hebben steeds meer waterschappen informatiebeheerplannen en sluiten zij zich aan bij het e-depot. “Een burger of bedrijf mag ervan uitgaan dat we transparant en helder in onze afwegingen zijn,” aldus Lokin. “En dat essentiële informatie betrouwbaar en eenvoudig toegankelijk is. We hebben de verantwoordelijkheid om die handschoen op te pakken. Hierbij zal er samengewerkt worden met de medeoverheden.”

Digitaal op koers

Eind 2023 presenteerden de waterschappen hun visie op de digitale transformatie ‘De Vaarkaart – digitaal op koers’. Een van de doelen uit de Vaarkaart richt zich op het risico-gestuurd werken en zorgen voor transparante besluitvorming en processen, nageleefde wet- en regelgeving en continuïteit in de dienstverlening. Hier maakt de implementatie van de Woo onderdeel van uit. Met de Vaarkaart stimuleren en ondersteunen de Unie van Waterschappen en het Waterschapshuis de transformatie van de waterschappen om alle digitale uitdagingen van nu en de toekomst het hoofd te bieden.

> Lees de Vaarkaart Digitale Transformatie voor meer informatie over de bestuurlijke ambities en de visie van de waterschappen rond de digitale transformatie

> Lees meer over de digitale transformatie bij de waterschappen

Uniewerkbezoek bij Vallei en Veluwe: “Dankbaar voor inzet op Omgevingswet”

10 september 2024

Op dinsdag 3 september bezochten Vincent Lokin (bestuurder), Meindert Smallenbroek (directeur) en Izakjan Dekker (beleidsadviseur Omgevingswet) van de Unie van Waterschappen het waterschap Vallei en Veluwe. Het werkbezoek stond in het teken van de Omgevingswet, die op 1 januari dit jaar in werking is getreden.

groep mensen van de Unie van Waterschappen en Vallei en Veluwe op het waterschapskantoor; twee mensen geven elkaar een hand

Blij, dankbaar en benieuwd

Lokin zette met drie termen de reden van dit werkbezoek uiteen: “Blij, dankbaar én benieuwd. Blij omdat de Omgevingswet is ingevoerd – een megaoperatie die veel wetgeving vervangt en samenbrengt. De waterschappen hebben de invoering altijd ondersteund, ondanks de lange aanloop. Doordat alle waterschappen zich de afgelopen jaren terdege hebben voorbereid op de Omgevingswet, kon de dienstverlening aan burgers en bedrijven doorgang vinden.” Hij sprak hiervoor namens het Uniebestuur zijn dank uit.

Blauwe Omgevingsvisie

Daarnaast was de Uniebestuurder benieuwd naar de Blauwe Omgevingsvisie (BOVI2050). Deze langetermijnvisie helpt bij het duurzamer en waterinclusiever maken van ruimtelijke plannen. De BOVI2050 vormt daarmee input voor omgevingsvisies en -plannen in het kader van de Omgevingswet. In tegenstelling tot gemeenten en provincies zijn waterschappen niet verplicht om een omgevingsvisie op te stellen. Heemraad Bert van Vreeswijk lichtte de Blauwe Omgevingsvisie verder toe tijdens het werkbezoek.

Twee mannen en een vrouw met elkaar in gesprek aan tafel

> Lees meer over de Omgevingswet en wat die betekent voor de waterschappen

Fotografie: Benno Wonink

Eerste Kamer keurt nieuwe wet goed voor meer participatie bij waterschappen

5 juni 2024

Op dinsdag 4 juni heeft de Eerste Kamer een nieuwe wet goedgekeurd die zorgt voor meer inspraak van inwoners bij de waterschappen. De wet, die op 1 januari 2025 ingaat, maakt het voor inwoners mogelijk om mee te praten en te beslissen over het beleid van de waterschappen.



Nieuwe participatievordening

Waterschappen moeten nieuwe regels maken voor deze inspraak, die in een participatieverordening komen te staan. Deze nieuwe regels vervangen de oude inspraakregels. Waterschappen krijgen twee jaar de tijd om deze nieuwe participatieverordening op te stellen.

Mogelijkheid tot vragen overnemen taken

Een belangrijk onderdeel van de nieuwe wet is het zogenaamde uitdaagrecht. Dit recht geeft inwoners en maatschappelijke organisaties de kans om het waterschap te vragen een bepaalde taak over te nemen als ze denken dat ze dit beter en goedkoper kunnen doen. Ook deze regels komen in de participatieverordening te staan.

Doel van nieuwe wet

De nieuwe wet moet ervoor zorgen dat inwoners meer invloed krijgen op het werk van de waterschappen en dat taken mogelijk beter en efficiënter worden uitgevoerd. Nieuw ten opzichte van de huidige situatie is dat burgers straks ook betrokken moeten worden bij de evaluatie en uitvoering van het beleid.

Leertraject DSO-professional Omgevingswet van start

5 april 2024

Op donderdag 4 en vrijdag 5 april was de aftrap van het leertraject DSO-professional Omgevingswet (Digitaal Stelsel Omgevingswet). Het traject is een gezamenlijk initiatief van de Unie van Waterschappen, IPO en VNG. 52 enthousiaste deelnemers vanuit provincies, waterschappen, gemeenten en omgevingsdiensten volgen de komende veertien maanden een intensief opleidingstraject tot planketenregisseur, regelanalist, VTH-ketenregisseur (vergunningverlening, toezicht en handhaving) en DSO-ketenregisseur.

grote groep deelnemers aan leertraject poseert voor foto in park

Kennissessies en praktijk

De Omgevingswet zorgt binnen de organisaties voor een grote behoefte aan kennis en kunde op planketen, VTH en DSO. Het leertraject combineert kennissessies over de Omgevingswet en DSO met het werken in de praktijk. Alle deelnemers zijn al werkzaam bij een provincie, waterschap, gemeente of omgevingsdienst. De modules worden verzorgd door inhoudelijke experts die veelal werken bij de overheid of koepelorganisaties.

Naast feitelijke kennis is er aandacht voor netwerken, integraal en planmatig werken en effectief communiceren. Het leertraject bestaat uit drie blokken: ‘start en basis’, ‘praktijk en doen’ en een specialisatie op één of meerdere werkvelden.

Goede praktijkuitvoering Omgevingswet

Liesbeth Grijsen, gedeputeerde van de provincie Overijssel, verzorgde de aftrap. “We zijn nu een aantal maanden aan de slag met de Omgevingswet en hebben hard gewerkt om te komen waar we nu staan, maar we zijn er nog niet. De komende jaren zijn er goede mensen nodig die met hart en ziel werken aan een goede praktijkuitvoering van deze wet. Het leertraject draagt absoluut bij aan het verder brengen van de opgaven waar provincies, gemeenten, waterschappen en omgevingsdiensten mee te maken hebben en krijgen.”

> Lees meer over de leertraject op de website van de VNG

Nieuwe wet introduceert aangescherpte richtlijnen voor stemtellingen bij verkiezingen

22 maart 2024

Deze week heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel goedgekeurd dat nieuwe richtlijnen introduceert voor de uitslagprogrammatuur die stembureaus bij verkiezingen gebruiken. De programmatuur wordt ingezet om het aantal stemmen per kandidaat en per lijst te berekenen, evenals blanco en ongeldige stemmen. Op basis hiervan kan de Kiesraad de uitslag van de verkiezingen vaststellen.

illustratie van Eerste Kamer met blauwe stoelen en leden, erachter een skyline van een stad en op voorgrot een papier met 'Wetgeving' erop

Nieuwe apparatuur bij alle verkiezingen

Met de goedkeuring van dit wetsvoorstel wordt het verplicht om de apparatuur te gebruiken bij de vaststelling van de verkiezingsuitslag. De Kiesraad wordt verantwoordelijkheid voor het beheer. Deze regelgeving is van toepassing op verkiezingen van de waterschappen, maar ook van het Europees Parlement, de Eerste en Tweede Kamer, de Provinciale Staten en gemeenteraden.

Voor de waterschappen zijn de nieuwe richtlijnen voor het eerst van toepassing bij de verkiezingen van 2027. De Unie van Waterschappen informeert haar leden op een later tijdstip via een ledenbrief over de inhoud van de wetswijziging.

> Lees meer over het goedgekeurde wetsvoorstel